WEEKBLAD
van
M^lp! s'
1861.
Vrijdag, 18 January.
IlerzicDing van hct bijzonder Reglement
A AN LANDBOUW, GEMEENTE- EN POLDER-BE LANGEN GEWIJD.
Abonnementen
HoofdredacteurC. E. DE CLERCQ.
i
HAARLEMMERim,
<t>V^ V A
worden aangenomen bij de Boekhandelaars
C. M. VAN GOGH. Leidschestraat, te Amsterdam
J. J. VAN BREDERODE,Haarlem,
bij den Heer BRIEVENGAARDER te Haarlemmermeer
en verder bij alle soliede
BOEKHANDELAREN en POSTDIRECTEUREN
in het Rijlc.
M .""n- E!ke 3. Maanden wordt over 1,50 beschikt. Advertentien van 1—5 regels 50 Cts., elke regel meer 10 Cts.,
Cents Zegelregt by elke plaatsing. Alle Toezendingen moeten franco geschieden aan den Hoofdredacteur, te Amsterdam.
VOOR DEN
HAARLEMMERMEER-POLDER.
IV.
Uit het voorgaande bleek overtuigend dat het in
1854 niet in de bedoeling van den provineialen
wetgever lagom aan de leden des bestuurs stem
te geven in de vergadering van Hoofdingelanden,
dan bij uitzondering tot het vaststellen van keuren
of policieverordeningen. Wei wenschte mendat de
vergaderingen van Hoofdingelanden door de leden van
het bestuur zouden worden bijgewoondmaar verder
ging men niet; de vergadering bijwonen moest regel
zijn, stem hebben in die vergaderingen uitzondering.
Die regel was dan ook in onze waterschappen het
meest bekend."
Wil men voorbeelden voor de juistheid dier uit
spraak van Gedeputeerde Staten Wij behoeven
slechts te wijzen op de reglementen voor het Polder-
district Nieuwe Niedorp en voor den polder West-
zaan den 22sten Julij 1853 vastgesteld, en der-
halve korten tijd voor het algemeen reglement; daar
zijn eene afzonderlijke vergadering van Hoofdingelan
den en eene v< reeaigde vergadering voor de behan-
deling van bepaalde onderwerpen behouden. De
vergadering van Hoofdingelanden kan door de leden
van het bestuur worden bijgewoondmaar zij hebben
daarin niets meer dan eene adviserende stem.
Ileeft men zich over de werking dier reglementen
te beklagen? Wij geloven het niet, althans er zijn
in 7 jaren tijds geene klagten of voorstellen tot ver-
andering bij Provinciale Staten iugekomen.
Maar dit is zeker dat het algemeen reglement geene
verandering in dien toestand heeft willen brengen;
anders dan dat de leden van het bestuur in den regel
de vergadering van Hoofdingelanden zouden bijwonen,
en daarvoor pleit zeker zeer veel; die regel kan niet
anders dan nuttig werkenstem hebben in de ver
gadering van Hoofdingelanden is echter iets nieuws
in strijd met het algemeen reglement, in strijd met
hetgeen vroeger bestond, en dat men niet heeft willen
afbrekenin strijd met de roeping van Hoofdinge
landen, die hoofdzakelijk in controle bestaat, in toe
zigt op de handelingen van het bestuuren die zeker
niet tot de goedkeuring der rekening en verantwoor-
dingin den regel slechts eene formaliteitmag wor-
dtn beperkt.
Niet de vergadering van Hoofd-Ingelanden heeft
men bij het algemeen reglement willen opheffen of
doen vervallen, maar alleen de vroeger bekende zoo-
genaamde vereenigde vergaderingen, als derde collegie.
Alleen in die vereenigde vergaderingen hadden Dijk-
graaf en Heemraden stem,; in de vergadering van
Hoofd-Ingelanden niet. Maar over die vroeger ver
eenigde vergaderingen had men zich evenzeer als thans
te beklagen.
Voor dat het toezigt op de waterschappen op wet-
tige wijze was geregeld, zoo als voorloopig geschied
is bij de provinciale wet, bij de wet van 12 Julij
1855, Staatsblad N°. 102, en de verordening rege-
lende het toezigt der Provinciale Staten en van de
Gedeputeerde Staten op de waterschappen binnen de
provincie Noord-Holland bestond er zeker meermalen
behoefte aan die vereenigde vergaderingenwaarin het
bestuur stem had, om langs dien weg de uitvoering
te verzekeren van werkenwaartoe het waterschap
verpligt en de meerderheid van Hoofd-Ingelanden on-
genegen was of althans kon zijn. Thans bestaat die
behoefte niet meer. De Staten hebben de wettige be-
voegdheid en magtom de onwilligen tot hunnen
pligt te brengen en de uitoefening daarvan is behoor-
lijk geregeld.
Daarom konden Gedeputeerde Staten dan ook in
1853 het voorstel doen, om die vereenigde vergade
ringen als derde collegie te doen vervallen. Provin
ciale Staten hebben overeenkomstig dit voorstel art. 53
van het algemeen reglement vastgesteld. Er bestaat
derhalve een collegie van Dagelijksch Bestuur en een
collegie van toezigt, van Hoofd-Ingelanden; het Dage
lijksch Bestuur woont de vergaderingen van Hoofd-
Ingelanden bij; bij de uitvoering echter, zoo als die
in en na 1855 heeft plaafs gehad, is de zaak om-
gekeerd; men heeft de afgeschafte vereenigde vergade
ringen behouden en de vergadering van Hoofd-Inge
landen afgeschaft, behalve voor het goedkeuren der
jaarlijksche rekening en verantwoording en in som-
mige waterschappen ook voor de verkiezing van
Dijkgraaf en Heemraden.
Het komt ons voor, dat daarmede eene belangrijke
stap achterwaarts is gedaan in eene behoorlijke af-
scheiding van bestuur en toezigt, die bij de water
schappen zeker wel als overal elders zal gevorderd
worden, en dat de afwijking van de beginselen van
het algemeen reglement, zonder dat hiertoe noodza-
kelijkheid bestaat, daarom ook reeds sedert lang door
de praktijk is veroordeeld.
Alleen in het bijzonder reglement voor de Zijpe
in 1854 vastgesteld, is de regel behouden. In 1855
voor andere reglementen echter reeds verlatenzonder
dat wij die afwijking zelfs in eene enkele memorie
van toelichting tot die talrijke ontwerpreglementen
hebben zien gemotiveerd. Werkte de regel niet goed
in de Zijpe maar de tijd was zeker nog te kort,
om daarover in 1855 reeds te kunnen oordeelen, en
wij hebben nooit gehoorddat de morele verhouding
tusschen bestuur en controle (Hoofdingelanden) aldaar
minder goed zou zijndan elders waar die verhou
ding dringend verbetering eischt.
Art. 10 van het bijzonder reglement voor den
Haarlemmermeerpolder is vastgesteld zonder tot be-
denkingen aanleiding te geven en zonder dat in de
toelichting tot het ontwerp is gezegdom welke reden
dit artikel geheel anders luidt, dan art. 9 van het
een half jaar vroeger vastgestelde reglement voor de
Zijpe.
In dezelfde vergadering der Staten is het bijzonder
reglement voor de Beemster vastgesteld. Art. 11
daarvan luidt: Dijkgraaf en Heemraden hebben in
de vergadering van Hoofdingelanden gelijke stem als
deze omtrent alle onderwerpenuitgezonderd de jaar
lijksche rekening en verantwoording."
De afwijking ging hier nog iets verder. Ook bij
de verkiezing van Dijkgraaf en Heemraden werd aan
deze stem toegekend in de vergadering van Hoofd-
Ingelanden. Dit laatste werd door de Commissie,
althans door hare minderheid bestreden. Deze kon
zich niet vereenigen met het beginsel om in een
bijzonder reglement bepalingen op te nemen, geheel
in strijd met het nog zoo kort geleden vastgesteld
algemeen reglement voor de waterschappen, hetwelk
wel de bevoegdheid laat, om in de bijzondere regle-
menten van de algemeene regels af te wijken, maar
waarvoor dan afdoende gronden moeten aanwezig
zijnwelke men niet geloofde, dat hier bestonden."
Deze bestrijding gold echter niet zoo zeer de af
wijking van art. 53 van het algemeen reglement, als
wel de bepaling, dat de keuze van Heemraden uit
Hoofd-Ingelanden moest geschieden. In de Beemster
bestaat een collegie van 18 Hoofd-Ingelanden, die,
uit hun midden, 6 Heemraden kiezen; de Dijkgraaf
wordt door den Koning benoemd, omdat de, Beemster
zijne uitwatering heeft door eene zeesluis nabij
Schardammet welker onderhoud alzoo de polder
belast is."
Het valt niet te ontkennen- zoo lezen wij
in het rapport der commissiedie dit reglement
onderzocht dat de meer beperkte keuze van
Heemraden uit het midden der Hoofd-Ingelanden en
het behouden der betrekking van Hoofd-Ingelanddoor
hem die tot Heemraad gekozen isbelangrijke afwij-
kingen zijnen van hetgeen elders in deze provincie
bestaat, en ook van hetgeen bij de tot dus Yer door
uwe vergadering vastgestelde bijzondere reglementen
voor waterschappen, met collegien van Hoofd-Inge-
landen in acht genomen is."
De minderheid der Commissie stelde om die reden
voordat er ook voor de Beemster een Dagelijksch
Bestuur, uit Dijkgraaf en zes Heemradenen een Colle
gie van Toezigt uit 12 Hoofd-Ingelanden zou bestaan
welk laatste de Heemraden zou benoemen, en in
zijne keuze niet anders zou zijn beperkt, dan tot de
Ingelandendie het vereischte grondbezit genoten.
De meerderheid kon zich echter „met de voordragt
wel vereenigenen hechtte veel waarde aan het
„feit, dat deze wijze van benoeming en inrigting der
beide Collegien zoo van Toezigt als van Dagelijksch
Bestuurreeds bij octrooi van 1607 vastgesteld en
steeds behoudendoor da Ingelanden zelve uitdruk-
kelijk ook voor het vervolg verlangd werd."
Dat in de Beemster geene behoorlijke afscheiding
van bestuur en toezigt bestaat, en Hoofd-Ingelanden
in de keuze van bestuursleden zeer beperkt zijn, is
de wensch der Ingelandenwaaraan Provinciale Staten
hebben toegegeven.
Wij behoeven de vraag niet te beantwoorden of de
Ingelanden van den Haarlemmermeer-Polder met zoo-
danig bestuur zouden gediend zijn. Ieder Ingeland
erkent het voorregt, dat hunne Hoofd-Ingelanden hem
tot het bestuur kunnen roependien zij het meest
kundig, ijverig en geschikt achten. Het is er echter
verre af dat uitstekend geschikte Hoofd-Ingelanden
juist altijd gewenschte bestuursleden zouden zijn.
Daartoe verschilt beiderlei roeping te veelvooral in
eenen polder als Haarlemmermeer.
Maar zoo wij ook al overtuigd zijndat het voor-
beeld van de Beemster voor onzen polder geen navol-
ging verdient, toch moeten wij erkennen, dat de stem
die Heemraden aldaar in de vergadering van Hoofd-
Ingelanden hebben, hun te regt toekomt, want door
hunne benoeming tot Heemraad houden zij niet op
Hoofd-Ingeland te zijn. In Haarlemmermeer is echter
geheel ten onregte hun eene stem in de vergadering
van Hoofd-Ingelanden, onzes inziens, toegekend. Wij
weten wel dat gaarne de gemeentewet wordt aange-
haald als uitnemend voorbeeld; de Wethouders, zegt
menhebben ook stem in de raadsvergaderingen
maar men vergeet daarbij vier voorname zakenin
de eerste plaatsdat de Wethouders raadsledenen
de Heemraden geene Hoofd-Ingelanden zijn; ten tweede