II -
Rijnland.
Landbouw.
DE LANDBOUW in VLAANDEREN.
voorstel te kunnen toeliclitcn. Met het yoorstel wordt verder
gehandeld zooals omtrent het onderzoek van stukken in dit
reglement is bepaald.
indien het voorstel in handen eener connnissie wordtgesteld,
dan zal de voorstellcr lid dier commissie zijn.
Art. 20. De beraadslaging over reglementen en verordenin-
gen is tweeledig. Zij bepaalt zich in de eerste plaats tot het
ondervverp in het algemeendaarna lot de bijzondere artikelen.
Art. 21. ledcr lid heeft het regt wijzigingen in een regle
ment of ecne verordeningdat in beraadslaging is, voor te
slellen.
Art. 22. Do beraadslagingen over de begrootingen en reke-
ning zijn mede tweeledig, eerst over het geheel en daarna
over de artikels, torwijl de uitgaven voor de ontvangsten be-
handeld worden.
llet voorgaande artikel is op deze medo van toepassing.
Art. 23. Burgemecsler en wethouders goven alle door den
raad verlangde inlichtingenwegens het dagelijkseh bestuur.
Art. 24. Geen spreker mag in zijne rede gestoord worden
tenzij hij aan het opvolgen van dit reglement moet worden
herinnerd.
Art. 25. Indien eert spreker zich beleedigende uitdrukkingen
veroorlooft, of de orde stoort, wordt hij door den voorzitter
vermaand en tot de orde geroepen.
Art. 26. Indien een spreker geheel afwijkt van het onder-
werp dat in beraadslaging is, wordt hem dit door den voorzitter
onder het oog gebragt, en hij tot de behandeling van het on-
derwerp teruggeroepen.
Art. 27. Indien de spreker dan nog voortgaat zich eene af-
wijking te veroorloven, stelt de voorzitter aan den Raad voor,
om hem gedurende de vergadering, waarin dit plaats heeft,
over het voorstel in behandeling, het woord te ontnemen.
Art. 28. Met uitzondering van den voorzitter, voert geen
der leden meer dan tweemaal het woord over hetzelfde onder-
werp, tenzij do Raad hem daartoe verlof geve.
Art. 29. Komt het den voorzitter voor, dat de beraadsla
gingen gesloten kunnen wordendan raadpleegt hij daarover
de vergadering.
Indien twee leden zich met bet voorstel van den voorzitter
vereenigen, wordt hetzelve in hoofdelijke omvraag gebragt.
Art. 30. Indien do voorzitter geen lid van den ltaad is,
brengt hij, nadat do beraadslagingen zijn gesloten, eer de stem
ming begint, zijne raadgevende stent het eerst uit, doch is
hij tevens lid van den Road, dan zal hij altijd het laatste
stemmen.
Bij den aanvang van elke vergadering wordt door het trekken
van een nummer, door den voorzitter uit eene bus, waarin
zich een getal nummers bevindt, gepjk aan dat der tegen-
woordig zijnde leden, aangewezen bij welk nummer van de
presentielijstgedurende de vergadering, de omvragen eenen
aanvang zulleu nenten, welke daarop naar volgorde geschicden.
Art. 31. De leden stemmen alleen met do woorden voor of
tegen, zonder eenige bijvoeging; onthouden zij zich om rede-
nen volgens de wet of om anderen van do stemming, zoo
worden zij opzigtens de stemming gcrekend nict tegenwoordig
te zijn.
Art. 32. Alle teekencn van goed- of afkeuring worden aan
de leden verboden.
Art. 33. Indien dringende omstandigheden het noodzakelijk
makenschorst de voorzitter de zitting voor een uur.
Art. 34. Wanneer do voorzitter vermoent, dat meer dan de
helft der leden, waaruit de Raad moet bestaan, de vergadering
verlaten heeftverdaagt hij, na zich hiervan door hoofdelijke
oproeping te hebben verzekerd, de zitting.
Art. 35. Bij ziekte, afwezigheid of andere verhindering wordt
de secretaris vervangen door een meerderjatig persoondaartoe
uit een tweetal door Burgemeester en Wethouders voorgedra-
gen, te henoemen door den Raad.
Hoofdstuk III.
Van het doen van lceuzen en voordragten.
Art. 36. Wanneer eene keuze of voordragt van personen is
te doen benoemt do voorzitter twee leden tot sternopnemers.
De stembriefjes worden verzameld in eene bus, welke aan
de leden wordt aangeboden.
De bus is gesloten, de sleutel berust gedurende het verza-
melen der stembriefjes bij de sternopnemers.
Zij onderzoeken of het getal briefjes gelijk is aan dat der
tegenwoordig zijnde leden.
Do inhoud van elk briefje wordt door den voorzitter aan de
vergadering overluid voorgelezen, door een stcmopnemer nage-
gezien en door den stemopnemer, benevens den secretaris, op-
geteekend.
Art. 37. Er hebben zoo vele stemmingen plaats, als perso
nen te kiezen of voor te dragen zijn.
Art. 38. Niet, of niet behoorlijk iugevulde briefjesworden
tot bcpaling der meerderbeid afgetrokken van het getal der
leden, die aan de stemming hebben deelgenomen.
In geval van twijfel over den inhoud van een briefje, beslist
de vergadering.
Art. 39. Eene verkregene meerderheid van stemmen geldt
niet, wanneer de vergadering beslist dat daarop een tusschen
het getal briefjes en dat der stemmende leden bestaand verschil
van invloed heeft kunnen zijn.
Art. 40. Do stemming is nietig, indien het getal behoorlijk
ingevulde briefjes niet grooter is dan de hcift van dat der
leden van de vergadering.
Art. 41. Wanneer niemand bij de eerste stemming de vol-
strekte meerderheid heeft verkregen, wordt tot eene tweede
vrije stemming overgegaan. Is ook bij deze geene volstrekte
meerderheid verkregendan wordt de stemming bepaald tot de
twee personen die bij de tweede stemming de meeste stemmen
hebben verkregen, of, zijn de meeste stemmen tusschen meer-
dere personen verdeeld, dan heeft er vooraf eene tusschon-
steroming plaats over de meerdere personen, die evenvcel
stemmen hebben bekomen.
Die bjj deze tusschenstemming de meeste stemmen erlangt
behoort tot het dubbeltal.
Indien bij de derde, of tusschenstemming de stemmen sla-
ken, beslist het lot.
Art. 42. Wanneer volgens het laatste lid van het voorgaande
artikel in verband met art. 51 der gemeente wet, het lot moet
beslissen, worden de namen van hen, tusschen wie deze be-
slissing plaats zal vinden, door een der sternopnemers op af-
zonderlijke briefjes van gelijke grootte geschreven.
De briefjes op gelijke wijze in vieren gevouwen, worden in
de bus gedaan en omgeschud, daarna wordt een der briefjes
door den secretaris er uitgenomen.
Hij wiens naam op het briefje staat, is de verkozene.
Art. 43. De briefjes der afgeloopene stemmingen worden
door de sternopnemers dadelijk in do vergadering vernietigd.
IIoofdstuk IV.
Van het onderzoek der stukken.
Art. 44. Alle stukken welke om berigt, of om er over ge-
hoord te worden, van de Regering mogten inkomen, alle ont-
werpen van reglementen en verordeningen, of veranderingen
in dezelve, verzoekschriften en alle stukken welke aanleiding
tot beraadslagingen en besluiten kunnen geven, worden tot
onderzoek en verslag gesteld, in handen van Burgemeester en
Wethouders, tenzij de Raad mogt oordeeien, die in handen
eener commissie te stellen; wanneer de voorstellen, verzoek
schriften en andere stukken voor eene afdoening, zonder zoo-
danig onderzoek en verslag vatbaar schijnen, kan de voorzitter
of een der leden voorstellen om het stuk dadelijk ter behan
deling voor te nemen. De vergadering beslist hierover.
Art. 45. Wanneer de onderwerpen in handen eener com
missie worden gesteld, zal deze daarop in eene volgende ver
gadering haar verslag uitbrengen. Tot het opmaken van iaalst-
genoemd verslag zal de secretaris of iemand van zijnentwege
kunnen bijstaan.
Art. 46. Het verslag wordt door een der leden in den Raad
namens do commissie uitgebragt.
Art. 47. Het verslag wordt daarna terstond ter behandeling
voorgenomen, tenzij de meerderheid der leden verlangt, dat
zulks in eene volgende vergadering geschieden zal.
Art. 48. De voorzitter benoemt alle commissien voor zoo
verre de benoeming niet bij de wet aan den Raad is voorbe-
houdenof deze besluit die zelf te doen.
Art. 49. Alle voorstellen tot herziening van dit reglement,
worden schriftelijk en onderteekend aan den voorzitter over-
bandigd, en tot onderzoek en het uitbrengen van verslag in
handen gesteld van eene commissie, bestaande uit den voor-
steller, den burgemeester en een lid van den raad, door dezer.
te verkiezen.
IIoofdstuk V.
Van de toelioorders.
Art. 50. De toelioorders kunnen, alleen mot ongedekten
hoofde do zittingen op de voor hen bestemde plaats bijwonen.
Alle teekenen van goed- of afkeuring zijn hun verboden.
De voorzitter zorgt voor de handhaving van dit verbod en
voor de bewaring der beboorlijke stilte.
Hij kan, bij overtreding de rustverstoorders, of al de toe
lioorders doen vertrekken.
Aldus vaslgesteld in eene openbare Vergadering
van den Raad der Gemeente Haarlemmer-
meer, den 19 February 1856/4 Junij 1857
Do Voorzitter,
[gel.) PABST.
De Secretaris,
(gel.) D. EGGINK.
Voor Afschrift.
Do Secretaris van Haarlemmermeer
D. EGGINK.
Bij den Burgerlijken Stand zijn aangegeven
van 1 Jamiarij tot en met 15 January 1861
GEBORENJacob, zoon van J. J. van der Leden en D.
Doeve. Cornells, zoon van J. A. Romers en E. van der
Woude. Tcuntje, dochter van C. Lodder en H. van Over-
liagen. Maria, dochter van H. P. Bakker en G. Verwijs.
Antonia, dochter van W. Verheul en J. van Loon. Wouter,
zoon van K. Schram en L. Aaldijk.Arida Johanna, dochter
van J.vanWijk en J. Verkuil. Dina, dochter van J. J. v.
Rijn en M. Wengelaar. Maria, dochter van D. dc Jong en
M. Knor. Willem, zoon van A. Touw en A. Boer.
Hendrik, zoon van J. Camfferman en P. van Geest. Lucas,
zoon van M. Donker en T. Goede. Catharinadochter van
P. Klaassen en C. Bies. Elizabeth, dochter van J. Weldam
en P. Verhoeve. Hcndrika Bartha. dochter van P. G. J.
Brinkman en J. Ilos. Adrianadochter van P. Westerhout
en C. Aars. Trijntje, dochter van L. Smit en G. Beunder.
Jan, zoon van H. Hijkamp en E. van Velsen. Maria,
dochter van L. Elfering en S. v. d. Berg. Maria, dochter
van A. van Roselaar en B. Meggelsen.
OVERLEDEN: Egbert, ond 10 maanden, zoon van W. van
derVijver en A Blijker. Hendrika van Overhagen, oud 30
jaren, gehuwd met C. Lodder. Koosje, oud 15 jaren, doch
ter van J. van Vuuren en G. v. d. Berg. Catharina, oud
jaar, dochter van H. de Wecrs en A. Walraven. Gerarda
Hendrika, oud 14 dagen, dochter van D. Nieuwenhuizen en
A. Nieuwendijk. Jannaoud 8 wekendochter van M. van
der Stolpe en J. Luijendijk. Elizabeth van den Berg, ond
31 jaren, weduwe van J. Boezer. Willem, oud 1 jaar en
4 maandenzoon van C. Betlem en K. van Eiken.
LEVENLOOS AANGEGEVEN Een zoon van A. de Rade.
Een zoon van J. Ilinke en D. van der Meide.
ONDERTROUWD: G. J. II. Verploeg met T. Groot.
GEIIUWDR. Mes met J. Bakker. C. Boelhouwers met
H. de Haan. A. Bruin met Id. de Swart. H. Westbroek
met A. M. Muller. J. S. Braak met T. van Tiel.
Zaturdag den 19den Januarij zal eene vereenigde
vergadering van Rijnland worden gehouden ter be
handeling van
1°. Voorstel tot het doen van af- en overschrijving;
2°. Voorstel omtrent den aankoop van een zelfwer-
kend voedingtoestelten behoeve der ketels vfln
het stoomgemaal te Halfweg;
3°. Voorstel omtrent eene nieuwe verdeeling van
het 5de kiesdistrict
4°. Bepaling der wedde van een opzigter aan den
Leidschendam
5°. Voorstel omtrent den verkoop van gronden op
het vroeger eiland Abenes
6°. Tarief voor de Spaarndamsche sluizen
7°. Verordening op de Gouwe.
Den 5den Januarij jl. is de heer A. van der
Br egg en, Iloofd-Ingeland van Rijnland voor het
12de district, in den ouderdom van bijna 59 jaren
overleden.
Vervolg
Men begrijpt ligtelijk dat eene zoo zorgvuldige
kultuurdie bijna tuinbouw geworden iseen aan-
zienlijk bedrijfskapitaal vordert. Dit kapitaal bedraagt
voor het minst 250 per bunder, in vele gevallen
bij gegoede landbouwers is het nog aanzienlijk hooger.
Bij benadering kan men het aldus verdeeleneen
stuk vee per bunder ter waarde van 120; 80
voor mest en voor de vergoeding aan den uittreden-
den pachter en 50 voor werktuigen en gereedschap-
penhuisraad en de uitschotten voor loon en voeding
tot den volgenden oogst. Dat dit kapitaal dikwerf
nog veel hooger is kan blijken uit den volgenden
inventaris van eene pachthoeve op zeer ligten grond
ten noorden van Gent, ter grootte van 10 bunders
42 roeden. Hier was aanwezig:
Huisraad, werktuigen en gereedschappen,
voorraad van levensmiddelenter waarde van 906
7 koeijen en vaarzen3 kalveren, 4 var-
kens1 paard- 1120
Mest en produkten in voorraad. - 691
2717
Waarde van het te veld staand gewas (in
de maand Maart)- 1635
te zamen. 4352
en alzoo meer dan 400 per bunder.
Het vierde eigenaardig kenmerk van den Vlaamschen
landbouw is de geringe grootte der boerderijen. In
West-Vlaanderen zijn zij gemiddeld slechts 3.45 bun
ders groot; men vindt daar 78,498 landbouwers
voor eene bebouwbare oppervlakte van 270,802 bun
ders. In Oost-Vlaanderen is het gemiddelde slechts
2.48 bunders, wijl men daar op 218,098 bunders
88,305 landbouwers heeft. Dit gemiddelde, hoe ge-
ring ook, geeft nog het regte begrip niet van de
verbrokkeling der kultuur. De rijksstatistiek toont
aandat in West-Vlaanderen 45,073 hoeven, en al
zoo 57 van de 100 nog geen half bunder groot zijn
in Oost-Vlaanderen vindt men op de 100 boerderijen
slechts 2 die grooter dan 20 bunders zijn, en naau-
welijks een van de duizend telt men dan 50 bunders.
Behalve langs de zeekust, zijn de hoeven van ruim
40 bunders reeds eene zeldzaamheid, in elke gemeente
vindt men er ter naauwernood een of twee. Die van
twintig bunders worden reeds onder de groote boer
derijen gerekend. De grootere, zelfs al blijven zij
in handen van eenen eigenaarworden meer en meer
in kleinere verdeelddaar men de laatste in verhou-
ding veel duurder verpachten kan. Vooral die in de
nabijheid der dorpen liggenkunnen in kleine stuk
ken verdeeld aanzienlijk meer opbrengen. Landerijen
die te voren vereenigd 35 tot 40 pacht per
bunder opbragten, worden, in akkertjes van 10
tot 20 roeden verdeeld, gemakkelijk voor 60 tot
75 verhuurd. Bij deze verdeeling niet van den
eigendom, maar van de kultuur vermeerdert zoowel
de bruto als de zuivere opbrengst. De grond wordt
beter bewerktzwaarder bemest en brengt in verhou-
ding ook meer op. De arbeider spit zijn lapje grond
dat hij niettegenstaande de hooge huur blij is in zijn
bezit te hebben, in zijn tusschentijd om; zijne vrouw
lioudt het schoon; zijne kinderen zoeken overal den
mest bijeen, waar die maar te vinden is en door hard
te werken kan het huisgezin zich op die wijze
het noodige levensonderhoud verscbaffen, waartoe
helaas het arbeidsloon alleen gewoonlijk ontoerei-
kend is.
Men hoort dikwijls beweren, dat alleen bij de
kultuur in het groot de grond op de beste wijze
bebouwd kan worden en daaraan al het kapitaal kan
worden ten koste gelegdom hem zooveel mogelijk
te doen voortbrengen. In Vlaanderen althans is juist