- 14 -
Haarlemmermeer-Polder.
HET GRONDBEZIT
bevolkingdie den landbouw tot eene zoo groote
volmaaktheid heeft gebragt, niet in verhouding is
met hunne zorgen en vlijt. De landbouwarbeider van
Vlaanderen werkt misscbien in vergelijking met alle
overigeEuropesche arbeiders het hardst, en is het slechtst
gevoed. De kleine pachter heeft het gewoonlijk niet
veel beter, en kon men het juist narekenen dan zou
men zien dat hij voorzeker geen 10 pet. rente maakt
van het geld dat in zijne zaak gestoken is, maar
misscbien sleehts 3 pet., boven het loon dat hij door
eigen arbeid verdient. Overal waar de grond te ligt
is om met voordeel tarwe te verbouwen,, wordt ook
door de bewoners sleehts roggebrood gegeten, en voorts
aardappelen, snijboonen, wat groenten en karnemelk;
vleesch gebruiken zij nooit en zelfs zelden spek. De
chichorij-koffij is de gewone drank; het bier wordt
voor de Zon- en feestdagen bespaard. Het dagloon
van den arbeider bedraagt sleehts 50 tot 60 cents.
Dit loon zou dan ook volkomen ontoereikend zijn,
indien het niet door den onvermoeiden arbeid van al
de leden van het gezin werd aangevuld. Als de zon
reeds onder is, zelfs dikwijls 's naehts bij het licht
der maan, wordt door den huisvader het hoekje grond
van een tiental roeden bewerkt, dat hij nabij zijne
woning huurde. Het huisselijk weefgetouw is door
den stoom en de groote Engelsehe fabrieken met hunne
kunstig uitgedachte werktuigen verdreven, en sints dien
tijd maken de moeders en dochters kanteen franije
arbeid, die veel handigheid vereischt, en toch zeer
slecht betaald wordt en daarbij nog niet altijd zeker is
daar het dikwerf gelijk bij andere handelsartikelen van
weelde aan alle vraag ontbreekt. De jongere zonen
die nog niet op het land kunnen gebruikt worden
fokken konijnen voor de Londensche markt. Hunne
kleine handen zoeken uit al de verloren hoekjes gras
en voedsel bijeenen brengen op die wijze menig
stuivertje tot stijving van de kas bij. Ook hier
maken vele kleintjes een groote. Alleen toch nit de
haven van Ostende worden jaarlijks 1,250,000 ko
nijnen uitgevoerd ter waarde van 750,000. Zij
wordenna gevild en schoongemaakt te zijnper
stoomboot naar Londen verzondenterwijl de vellen
in het land zelf voor de hoedenmakerij dienen.
Hoewel hun leven niet gemakkelijk is, schijnt toch
het wonen in de steden weinig aantrekkelijkheid voor
hen te hebben. Zelfs zij, die geen grond in eigendom
hebbenblijken toch zeer gehecht te zijn aan de plaats
waar zij wonen; de gewoonte, de familieoverleverin-
gen, het niet bekend zijn met eenig ander handwerk,
alles brengt er hen toe om te blijven voortleven op de
plaats waar zij geboren worden. Doch het noodlottig
gevolg daarvan isdat de vraag naar grond bij eene
vermeerderende bevolking steeds toeneemt en de
pachten steeds hooger worden opgedrevenna iederen
termijn van 9 jaren, wordt gewoonlijk de pachtsom
verhoogd, en dit vooruitzigt vervult hen met zorg
en kommer en vergalt hun bestaan. Zij wantrouwen
een ieder die hen iulichtingen over hunnen toestand
vraagt en beantwoordsn de vragen ontwijkend. Zij
vreezen de ware opbrengst van hunnen grond te doen
kennenopdat men hen bij vernieuwing der pacht
geen hoogere huur zal afvorderen. Als men het
stijgen der pachten nagaatmoet men ook bekennen
dat hunne vrees niet ongegrond is. Volgens de of-
ficiele statistiek zou van 18301846 de pachtprijs
in West-"Vlaanderen van 30 tot 36 gestegen zijn,
alzoo 20 pet., en in Oost-Vlaanderen van 35 tot
46 en alzoo bijna 30 pet. Van 18461860 heeft
dit stijgen van den pachtprijs eer toe dan afgenomen,
vooral in West-Vlaanderen, zoodat men kan aanne-
men, dat in eene tijdruimte van 30 jaren de pachten
gemiddeld veertig ten honderd gestegen zijnterwijl
daarentegen de prijs van het graan sleehts vijf ten
honderd hooger werd. Door aanhoudende zorgen
en vlijt en door zijne uitnemende wijze van kultuur,
heeft de landbouwer de zuivere opbrengst van den
grond bijna doen verdubbelendoch hij heeft van die
meerdere opbrengst zelden lang voordeel gehaden zij
heeft alleen gediend om de pachten te doen stijgen.
Deze gestadige vevhooging van de pachten drukt daarbij
in Vlaanderen zoo zwaar op de landbouwbevolking
wijl verreweg de meeste landbouwers sleehts huur-
boeren zijn.
Men heeft in Vlaanderen echter een gebruikdat
van de vroegste tijden dagteekenten in den regel
den pachter meerdere zekerheid geeft bij het verbe-
teren van zijnen grond. Het is het pachtersregt vol
gens hetwelk de intredende pachter gehouden isom
aan den uittredenden pachter te vergoeden de waarde
van het voorhanden stroo en den mestvoorraad, als
ook van den mest en den namest in den grond en
van het te veld staand gewas. Het pachtersregt is
echter niet overal hetzelfde elke streek heeft zijne
eigenaardige voorwaarden daarbij; zoo b. v. betaalt
men onder -IJperen en Kortrijk een derde van de
waarde van den mest in den grond waarvan reeds
een oogst is genomen, in de omstreken van Gent
daarentegen de helft, terwijl weder in het land van
Waes de vaste som van 10.50 per bunder berekend
wordt voor eene bemesting wan twee jaren her. Het
geheele bedrag dezer vergoeding wisselt natuurlijk
zeer af naar den toestand van de kultuur in eene
streek, en naar het tijdstip der aanvaarding. In
de zuidelijke kantons, waar de pacht in de maand
October ingaat, bedraagt het pachtersregt gemiddeld
niet meer dan 35 tot 40 per bunder, wijl hier
alleen de reeds half verbruikte mest in den grond en
die van mestvaalt en gierput wordt overgenomen;
daarentegen in de omstreken van Gent, waar de
pachters de boerderijen met Kersmis of op den lsten
Maart aanvaarden is die vergoeding veel hooger, wijl
men hier de te veldstaande gewassen, versche bemes
ting en mest in den grond te betalen heeftvan een
te veld staand gewasdat zwaar bemest werd en
goed staat, bedraagt de schatting somwijlen 200
tot 250 het bunder. De voordeelen van dit oude
landgebruik zijn groot. Vooreerst toch wordt hierdoor
verhinderddat de pachter in de laatste jaren den
grond uitput en slecht behandelt, of althans, zoo
hij het doet, ondervindt hij er zelf de nadeelen van.
Voor de verbeteringen die hij gedurende zijnen pacht-
tijd verrigttewordt hij op die wijze schadeloos gesteld
want zoo hij eene hoeve in verwaarloosden toestand
aanvaardde en in goeden staat van kultuur achterlaat,
zal hij bij het uittreden eene veel hoogere vergoeding
ontvangen dan hij bij het ingaan der pacht te betalen
had. Voorts wordt hij daardoor gewaarborgd, dat
hij niet zoo ligt bij het einde van den pachttijd door
een ander verdrongen wordt. Waar deze goede
gewoonte niet heerscht, wordt toch dikwijls de boerderij
aan landbouwers zonder kapitaal verhuurdeenvoudig
wijl zij meer pacht durven te beloven dan iemand
die wat te verliezen heeft en die gaarne zijne verplig-
tingen nakomt, en deze zijn daartoe dikwijls in staat,
wijl zij door het uitputten van den grond eigenlijk
met het geld van den vorigen pachter die hoogere
huur betalen. Zoo nu echter bij het aanvaarden eeuer
pachthoeve eene vrij aanzienlijke som aan den uittre
denden pachter moet betaald wordendan zijn hier
door reeds de gelukzoekers, die nagenoeg niets bezitten,
van de markt geweerden aan -anderen is eveneens
de gelegenheid ontnomen om door het bieden van
eene hoogere pacht op eene onedele wijze de vruchten
van den ijver van hunnen voorganger te genieten. Dat
tevens een goede landbouw daardoor in het algemeen
wordt bevorderd is natuurlijkhij die eene hoeve aan-
vaard heeft en daarvoor eene goede som heeft moeten
betalen, zal wel zorgen dat zijn land niet in waarde
vermindere, opdat hij bij het einde van den pachttijd
niet in eene lagere schatting van zijn te veld staand
gewas en mestvoorraad vervalle, waardoor hem tevens
de middelen zouden worden ontnomen om eene even
goede boerderij in huur te nemen. Sommigen achten
dit gebruik nadeeligomdat de inkomende pachter
daardoor een gedeelte van zijn kapitaal, dat hij voor
eene goede behandeling van den grond zoo noodig
heeft, moet missen. Dit is echter onjuist, want ieder
verlicht landbouwer zal wel wetendat hij met veel
meer voordeel de waarde aan mestdie nog in den
grond voorhanden iskan betalendan dat hij eenen
uitgeputten en vervuilden grond zonder vergoeding
in gebruik neemtwelke gedurende vele jaren aanzien
lijke uitschotten zal vorderen om in een goeden staat
van kultuur gebragt te worden.
De Vlamingers zijn dan ook met regt trotscb op
dit oud volksgebruik en gelooven dat zonder die be-
paling geen goede kultuur mogelijk is. Hoe hooger
zoo beter is dan ook hunne leuswat de schatting
van het pachtersregt aangaaten in den regel weten
zij dat even als goed land zelden te duur iszoo
ook het hoogste pachtersregt meestal de voordeeligste
uitkomsten geeft. Men heeft dan ook reeds gewild
dat dit pachtersregt in eenen wettelijken vorm zou
worden gebragt en op die wijze de verschillende lo-
kale gebruiken tot een goed geheeldat overal geldig
was, werden zamengesmolten. Want juist die verschillen,
die veelal op gewoonte en overlevering en niet op
vaste bepalingen gegrond zijn, geven het meest aan-
leiding tot moeijelijkheden en somwijlen tot processen.
Want gelijk alles zijne keerzijde heeft zoo geven die
schattingendie meest door den notarisof ook wel
door speciale schatters geschiedenwel eens aanlei-
ding tot onregtvaardigheidhetzij door bedriegerijen
van den uitgaanden pachter, hetzij door bevoordeeling
van den een boven den ander bij de schatting. Doch
in den regel gaat alles zeer geleidelijk, gelijk met
zulke gebruiken, waaraan men sints langen tijd gewoou
is geworden, en het is onbetwistbaar dat de voor
deelen van het pachtersregt in het algemeen groot
zijn en eenen gezegenden invloed op den landbouw
hebben, wijl hierdoor de groote wet, dat hij die
zaait ook behoort te maaijen, in praktijk wordt ge
bragt. Het zou voorzeker niet gemakkelijk zijn in
eene streek, waar zulks onbekend was, deze gewoonte
in te voerenen toch ware het voorzeker een der
krachtigste hef boomen voor de bevordering van den J
landbouw in het algemeen, wijl hierdoor ieder pach
ter zijn land nagenoeg zou kunnen behandelenalsof
hij daarvan de eigenaar ware, wetende, dat hij voor
de vermeerdering der vruchtbaarheid van den grond
aan het einde van den pachttijd beloond zou worden,
terwijl dit anders juist dikwerf de aanleiding tot een
onregtvaardige behandeling zijn kan.
{Wordt vervolgd.)
IN DEN
Haarlemmermeer-Poldcr.
Wij achten het niet onbelangrijk eens een overzigt
te geven van de verdeeling van het grondbezit in
den Polder. Wij hebben voor de zamenstelling van
den onderstaanden staat gevolgd de lijst der stem-
geregtigde ingelanden, welke onlangs ter visie heeft
gelegen. Wij weten niet of daarop wel de laatste
mutatien van eigendom zijn overgebragt. Zoo ver-
moeden wij b. v. dat het aantal combinatien geringer
is dan hier wordt opgegevenwijl vele daarvan reeds
werden opgelost of verdeeld, zonder dat de overgang
of verdeeling daarvan formeel werd verrigt. Ook de
eigendommenkleiner dan 5 bunderskomen op deze
lijst niet voor, wijl de eigenaars daarvan niet stem-
geregtigd zijn, Uit het totaal blijkt echter, dat hun
aantal in alle geval hoogst gering moet zijn. Opmer-
kelijk is het, dat de groote eigendommen nog eeli
zeer belangrijke rol spelenruim 5S/i00 van den Pol
der bestaan uit possessies van 100 bunders en daar-
boven. Ware het niet dat, na zulk een levendigen
kooplust tijdens de veiling door het Rijk en een halt
jaar na dien tijd, eene zoo groote daling in de prijzen
ware gevolgddoor een in vele opzigten ongegrond
wantrouwen veroorzaakt, dan had er voorzeker een
veel grooter omzet en verdeeling van het grondgebied
plaats gevonden. Dit ware in het belang van de
welvaartvan den Polder zeker zeer wenschelijk geweest,
wijl in dat geval door de gezamenlijke eigenaars voor
zeker nog meer kapitaal voor het in kultuur brengen
en het bouwen van goede woningen zou zijn aange-.
wend. Zoodra echter het goed vertrouwen weder meet
toeneemt, en wij gelooven dat wij in dat opzigt reeds
op den goeden weg zijnen de gronden naar hunne
iunerlij ke waarde betaald wordenzal er voorzeker
nog veel overgang en meerdere verdeeling van eigen
dom plaats hebben. Het zal daarom vooral belangrijk
zijn, om na een zeker verloop van jaren eene verge
lijking met de tegenwoordige indeeling te kunnen maken,
Maar ten opzigte van den landbouw is het nog
ruim zoo belangrijkom eene opgave te hebben van
de verdeeling van den Polder wat de bebouwing be-
treftnamelijk van het aantal der eigenaars die hunnt
gronden zelf bebouwen en de grootte hunner boer
derijen, en evenzoo van de pachters. Er zijn echter
geen officiele opgavenwaaruit men dien staat kai
opmaken. De Burgemeester Pabst heeft reeds vee:
zorg besteed aan het verkrijgen eener naauwkeurigt
landbouw-statistiek van zijue gemeentezoodat die
ook jaarlijks in volledigheid en naauwkeurigheid ii
toegenomen. Wij zouden zeer gaarne zien, dat liij
zich dit jaar de moeite wel wilde getroostenom he
jaarlijksch verslag omtrent den landbouw met eent
zoodanige opgave te verrijken. Ook wat de kultuui
betreft, gelooven wij, dat er met de toeneming del
welvaart en van het goed vertrouwen in den Poldei
nog veel onderverdeeling zal plaats hebben.
De Hr. J. J. v. Voorst, te Amsterdam. 946.0001
C. Visser van Hazerswou-
de, te Amsterdam420.547!
J. W. Wilson, te Hillegom. 405.685!!
B. A. Baron van Verschuer, te
Heemstede379.640!
Vrouwe C. M. Kemper, echtgen. van
Mr. C. Diemont,. te Bennebroek. 302.478!
Vrouwe M. T. C. de Vogel v. Aalst,
weduwe den Heer J. E. A. van der
Kun, te Rotterdam302.3981
DeHr. K. Blom, te Warmenhuizen. 299,287!