m -
Haarlemmermeer.
238 5640
206.7256
2004630
188.5740
179.9000
1682840
167.3730
163.9820
156.6945
149.8200
144.3850
121.6636
120.7500
120.3910
1191060
118.4570
1149800
111.8200
108.8550
106.1880
104.6320
102.2660
100.2700
100.1790
Bij den Burgerlijken Stand zijn aangegeven
Mr. H. Cock, te Leiden258.1115
Mr. J. P. A. van WickevoortCro tu
rn elin, te Bloemendaal
De Hr. H. H. van D a mte Rotterdam.
W. S c k a a yte Rotterdam.
J. J. K o r t h a 1 ste Amsterdam.
G. E. M o o r m a nte Baarn.
J. A. Pol, te Amsterdam.
C. M. B r o n k h u y z ete Leiden.
D. F e i k e m ate Franeker.
P. B e e r s te Haarlemmermeer.
Mr. J. D. Yiruly, te Voorburg.
C. E. Duyts Cz.te Amsterdam.
Mr. A. A. Delcourt vanKrim-
p e nte Haarlem
J. II arte veld Az.te Leiden.
II. A. v a n d e n W a 11 B a k ete
Utrecht.
Mr. C. D i e m o n tte Bennebroek.
Trouwe M. C. van Bergen, weduwe
Mr. G. C. van Outeren, te Leiden.
Be Hr. Mr. J. P. A m e r s f o o r d tte
Haarlemmermeer
H. A. H a n e d o e ste Haarlem
mermeer
H. F. B u 11 m a nte Amsterdam.
Yrouwe A. E. W. Koenen, weduwe Jhr.
Mr. B.Rutgers vanRozenburg,
te Amsterdam
Be Hr. B. Lamraers, te 's Gravemhage.
D. C. Meijer Gz.te Amsterd.
D. Vreede, te Wageningen.
C. Leeflang, te Haarlemmerm.
82 Grondeigenaars bezittengemiddeld
210.26 bunders, te zamen. 6728.4706
13 Grondeigenaars bezitten van 80100
bunders, gemiddeld 88.69 bunders,
te zamen1152 9884
15 Grondeigenaars bezitten van 6080
bunders, gemiddeld 67.90 bunders,
te zamen1018.4670
36 Grondeigenaars bezitten van 4060
bunders, gemiddeld 49.38 bunders,
te zamen1777 .6900
62 Grondeigenaars bezitten van 2040
bunders, gemiddeld 25.16 bunders,
te zamen1559.6930
51 Grondeigenaars bezitten van 1020
bunders, gemiddeld 17.92 bunders,
te zamen 913.9792
17 Grondeigenaars bezitten van 510
bunders, gemiddeld 7.73 bunders, te
zamen131.4725
46 Combinatien, van gemiddeld 80.17
bunders, bezitten gezamenlijk 8687.7517
Rekent men de Combinatien als een
persoon, zoo zijn er 272 Grondeige
naars met een gezamenlijk bezit van 16970.5122
of gemiddeld 62.39 bunders.
Be Combinatien waarvan het eigendom 100 bun
ders te boven gaat, zijn de volgende
DeHlI. Heere, de Grez, Cremers
enlngenhoutz
298.7600
33
van der Kun en van der
Hoop
240.9700
3)
van Houweninge en Hoo-
g e n d ij k
2386400
33
van Tienhoven, de Jongli
en Bodde
1814100
33
de Geus, Peeck enPlan-
teydt
181 .7200
33
de Clercq, Wilson en Pre-
v i n a ir e
180.7610
33
van der Beek
179.5200
33
Nieuwenkamp en SI a a p.
166.7240
33
van der Meer c.s
120.9150
33
0 e w e 1
1202600
33
de Jong, Yisser, Prins en
II o fm a n
120.1160
33
Meijer
119 .9750
33
Dijserinck en Buis.
119.8400
33
van Loon en de weduwe Rom-
bout
119.7500
33
Lanser, Yisser en Outs-
hoorn
118.3500
De Erven Rutgers
111.7301
2619.4411
In de zitting van den Gemeenteraad te Leyden
den 10 Januarij gehouden, is ingediend het rap
port van de Raads-Commissiebenoemd tot het
onderzoek, of ter zake der weigering van voldoende
schadevergoedering wegens verlies van het vischregt
in Haarlemmermeer al dan niet zal worden geproce-
deerd. Na deliberatie is met 12 tegen 6 stemmen
beslotentot het erlangen eener billijke schadevergoe-
ding, wegens het verlies der visscherij in het Haar
lemmermeer tegen den Staat te procederen.
van 15 January tot eu met 22 Januarij 1861
GEBORENPetruszoon van C. Langerak en W. Baptiste.
Machiel, zoon van A. van Beek en M. van Dongen. Johan
nes, zoon van P. Verkuijl en H. van Baren. Johannes
Jakobus, zoon van J. Siewerts en M. Schelhaus, Maria,
dochter van J. van Bergen en A. van Dam. Petrus, zoon
van C. van den Hout en J. Somers.
OVERLEDENIJtje Stuurman, oud 54 jaren, gehuwd met
P. de Haan. Antonius, oud 4 maanden, zoon van C. Otten
en J. Vrijders. Adrianus, oud 15 weken, zoon van F. van
Rijswijk en A. van der Asjem. Aart, oud 25 jaren, zoon
van C. Westerhout en N. de Jong. Geertrui Verwijs, ond
23 jaren, gehuwd met H. P. Bakker.
LEVENLOOS AANGEGEVENEen kind van P. Groene-
wegen en C. W. Hogenboom.
ONDERTROUWDP. Trompslager met A. Bergman.
GEHUWDG. J. H. Verploegh met T. Groot.
Burgemeester en Wethouders van Haarlemmermeer
doen te weten
I. Dat door den Raad dier gemeente, in zijne
vergadering van den 18 October 1860, is vastge-
steld hetgeen volgtDe Raad der gemeente Haar
lemmermeergelet op art. 232 der geraeentewet, en
op de wet van 15 Mei 1859, Staatsblad n°. 38);
heeft besloten
Art. 1. Gedurende het jaar 1861 en volgende jaren worden
gelieven:
1°. Op de hoofdsom van den Rijks-aecijns. 60 opcenten
van binnenlands gedistilleerd, 38 opcenten op buiten-
landsch gedistilleerd, met uitzondering van de likeuren,
26 opcenten van buitenlandsche likeuren.
2°. Op het gedistilleerd en de likeuren, waarvoor de Rijks-
accijns elders betaald is, bij invoer eene belasting van:
a. 13.20 per vat binnen- en buitenlandsch gedistilleerd,
van 10 graden sterkteof bij meerdere of mindere sterkte
naar evenredigheidb. f 11.83 per vat buiten- en bin-
nenlandsche likeuren, alsmede van andere vermengdc
alcohol bevattende dranken, waarvan de sterkte met den
vochlmeter niet kan worden bepaald.
3°. Op den wijn, kunst- en vruchtenwijneene belasting ten
bedrage van 12 per vat.
Art. 2. Bij uitvoer van aan deze belasting onderworpen dran
ken, zal teruggave van belasting worden verleend, mits niet
minder dan 10 kannen legelijk worden uilgevoerd, en wel
voor binnen- en buitenlandsch gedistilleerd per vat van 100 pet.
sterkte,/13.20. Voor binnen-en buitenlandsche likeuren 11.83
per vat. Voor wijn, kunst- en vruchtenwijn /12.per vat.
Gedaan te Haarlemmermeer ter openbare Raads-
vergadering van den 18 October 1860.
(Get PABST, Voorzitter.
(Get) D. EGGINK, Secrelaris.
Welk Raadsbesluit is goedgekeurd bij Koninklijk besluit van
den 25 December 1860. n°. 102.
II. Dat door den Raad dezer gemeentein zijne
vergadering van 18 Oct./13 Dec. 1860, is vastge-
stekl de volgende
YERORDENING regelende de invordering
der plaalselijke belasting op liet Gedis
tilleerd, de Likeuren en den Wijn in
de gemeente Haarlemmermeer.
Art. 1. De invordering zal. geschiedena. van de opcenten
op de hoofdsom van den rijks-aecijns door den Rijks-Ontvanger,
te gelijk met den rijks-accijns, overeenkomstig art. 267, 2e lid,
der wet van 29 Junij 1851, (Staatsblad n°. 85); b. van de be
lasting van het elders voor het rijk veraccijnsde gedistilleerd
en de likeuren, alsmede van den wijn, kunst- en vruchtenwijn,
door den Gemeante-Ontvanger, of de daartoe aangestelde amb-
tenaren tegen afgifte van bewijs.
Art. 2. De modellen der billetten van aangifle, die der con-
senten, kwitantien, enz. worden vastgesteld .door Burgemeester
en Wethouders.
INVOER.
Art. 3. De vervoerders van de in art. 1 genoemde dranken
zijn aan de bepalingen in deze verordening opgenomen ten
aanzien van den invoer onderworpen, zoodra zij op het gebied
der gemeente zijn gekomen.
Art. 4. De invoer van gedistilleerd, likeuren en wijn, kunst-
en vruchtenwijn daaronder begrepen, bestemd om in de ge
meente te worden opgeslagen, zal alleen mogen geschieden
langs de boofd-, ler.gte- en dwarswegen, of de verlenging van
dien; invoer buiten of in eene andere rigting wordt met ver-
boden invoer gelijk gesteld.
Art. 5. De aangifte bij invoer en doorvoer geschiedt aan de
kantoren, welke zijn geplaatst: a in de nabijheid van de stoom-
gemalen Cruquius, Leeghwater en Ljnden en in de nabijheid
van Aalsmeer; b. de afdeelingen Vijfliuizen, Boinsdorp, Bur-
gerveen en Rijk. De kantoren zullen kenbaar wezen aan borden,
ten opschrift hebbende: Plaatselijke belasting der gemeente
Haarlemmermeer
Art. 6. Terstond nadat de dranken tot aan de grenzen van
de gemeente zijn gekomen, moeten dezelve van daar worden
vervoerd naar het naastbij in art. 5 aangewezen kantoor, alwaar
door den invoerder met overlegging der rijksdocumentenaan
gifte wordt gedaan van de hoeveelheid, alsmede van de sterkte
van het gedistilleerd die hij verlangt de gemeente in te voercn.
De aangifte wordt in duplo irigeschreven in eea daarvoor bestemd
register, en door den invoerder en den ambtenaar onderteekend.
Ilet duplicaat der aangifte wordt aan den invoerder ter hand
gesteld, nadat desgevorderd zekerheid voor de belasting is ge
steld; hetwelk door hem, zoo de rijks-aecijns elders is voldaan
en de aangifte geschiedt aan een der kantoren in art. 5, lr. b,
genoemd, binnen 24 uren wordt bezorgd ten kantore van den
Gemeente-Ontvanger of aan een der kantoren bij lr. a van
art. 5 aangewezen, alwaar te gelijk de verschuldigde plaatselijke
belasting wordt voldaan.
Art. 7. Na de aangifte in art. 6 bedoeld, kunnen de aan
gegeven dranken, gedekt door het duplicaat der aangifte of ver-
lof tot invoer, naar de plaats van hestemming worden vervoerd.
Art. 8. Wanneer bet gedistilleerd en de buitenlandsche li
keuren op rijksvervoerbillet wordt vervoerd, of den rijks-accijns
ten kantore van den Rijks-Ontvanger in de gemeente moot
worden voldaan, wordt het duplicaat der aangifte in art. 6
bedoeld, te gelijk met het rijksvervoerbillet ten kantore van
den Rijks-Ontvanger bezorgd. Bij niet voldoening van den
rijks-accijns, binnen den bij de rijkswet op het gedistilleerd
bepaaldcn tijd, wordt de plaatselijke belasting van zoodanige
hoeveelheid gedistilleerd door den Gemeente-Ontvanger inge-
vorderd. De invoerder van gedistilleerd dat op rijks vervoer-
billet wordt vervoerd, blijft alzoo aansprakeiijk voor de van het
ingevoerde gedistilleerd verschuldigde plaatselijke belasting.
DOORVOER.
Art. 9. Voor doorvoer wordt gehouden het vervoer van zuike
aan plaatselijke belasting onderworpen dranken, welke niet tot
verbruik in deze gemeente ingevoerd, maar bestemd zijn om
zonder te worden opgeslagen, door deze gemeente naar eene
andere vervoerd te worden. De aangifte tot doorvoer geschiedt
aan de kantoren in art. 5, lr. a genoemd of aangewezen, en
op de wijze als bij art. 6 ten aanzien van den invoer is be
paald. Aldaar wordt, nadat voor de plaatselijke belasting ze
kerheid is gesteld, houdende behalve den naam van den aangever,
de soort en kwaliteit der dranken, de namen der wegen langs
welke dezelve moeten worden vervoerdalsmede den tijd binnen
welke en het kantoor waar langs den uitvoer moet geschieden.
Indien de uitvoer niet binnen den bepaalden tijd plaats heeft,
strekt het geconsigneerde tot voldoening der belasting, of is
de borg tot voldoening daarvan aansprakeiijk.
Art. 10. De gemeente-ontvanger heeft de bevoegdheid in bij-
zondere gevallen den tijd voor den doorvoer te verlengen.
Art. 11. Bij den uitvoer der op doorvoer aangegeven dranken
moeten dezelve met het verlof tot doorvoer worden vertoond
aan den ambtenaar aan het kantoor in het verlof tot doorvoer
vermeld, die, na vergeiijking der dranken met het verlof tot
doorvoer en deze in goeden staat bevindende, den uitvoer in
dorso van het verlof conslateert. Wanneer bij den uitvoer van
zoodanige dranken wordt bevonden, dat minder wordt uitge-
voerd, of het gedistilleerd van mindere sterkle is dan in bet
verlof tot doorvoer is vermeld, moet de belasting van dat min
dere door den invoerder of aangever worden voldaanvoor
dat het verlof tot doorvoer wordt afgeschreven.
Art. 12. Wanneer de doorvoer zonder oponthoud geschiedt
langs de ringvaart, loopende om de gemeente, zijn de schippcrs
of gezagvoerders van vaartuigen en stoombooten niet onder
worpen aan de verpligte aangifte in art. 9 bedoeld, en het
stcllen van zekerheid voor de plaatselijke belasting. Ingeval
van overnachting of aanlegging bij den wal, aau welke zijde
der ringvaart ook, zijn zij verpligt aan het naastbij gelegen
kantoor terstond aangifte te doen.
Art. 13. Van den doorvoer kan na de aangifle worden afgc-
zien; in dat geval wordt het doorvoerbillet ingetrokken en de
belasting overeenkomstig de regelen op de invordering en invoer
bepaald, onmiddellijk betaald. Wanneer dit slechts een gedeelte
der op doorvoer aangegeven goederen betreft, wordt ten aan
zien van hetgeen in de gemeente blijft, gehandeld als in do
le alinea van dat art. is bepaald, terwijl van dat gedeelte, wat
de gemeente wordt uitgevoerd, een nieuw verlof tot doorvoer
wordt verleend.
Art. 14. De geconsigneerde gelden worden aan den aangever
teruggegeven, of de gestelde borg wordt ontslagen, wanneer
uit de afteekening van het verlof tot doorvoer blijkt, dat de
daarin vermelde dranken binnen den daarbij vermelden tijd zijn
uitgevoerd.
UITVOER.
Art. 15. Uitvoer van wijn, kunst- of vruchtenwijn, gedistil
leerd of likeuren naar eene andere gemeente, onder genot van
restitutie, zal moeten worden voorafgegaan door aangifte ten
kantore van den gemeente-ontvanger: a. van de juiste hoeveel
heid der uit te voeren dranken; b. van het getai der fusten,
manden, vaten, enz. daartoe gebezigd wordende, en derzelver
merken; c. van de wegen langs welke de uitvoer zal plaats
hebben d. van den naam en de woonplaats van dengenen, aan
wien do uitvoer geschiedt; e. de naam van den schipper of
voerman en het middel van vervoer. Ten gevolge dezer aan
gifte wordt door den ontvanger het vereischte consentbillet tot
uitvoer afgegeven,
Art. 16. Het consentbillet tot uitvoer in art. 15 bedoeld,
wordt verleend op vertoon van quitantie van betaalde plaatse
lijke belasting of vervoerbillet, die van geen vroeger dagteeke-
ning zijn mag, dan zes maanden. Op de quitantien wordt de
hoeveelheid afgeschreven waarvoor verlof tot uitvoer wordt
verleend.
Art. 17. De uitvoer moet geschieden langs een der kantoren
in art. 5, lett. A, omschreven. Geene teruggave van belasting
kan verkregen worden, wanneer de uitvoer der dranken binnen
den in het verlof tot uitvoer bepaalden tijd niet door een daar
toe bevoegd ambtenaar op het consent is vermeld.
Art. 18. Het is verboden uit te voeren dranken, na de veri-
ficatie in het vorig art. bedoeld, op het gebied der gemeente
Haarlemmermeer af te laden of te lossen.
Art. 19. Indien het consentbillet voorzien van een bewijs van
uitvoer binnen acht dagen na den uitvoer, aan den ontvanger
wordt aangeboden, zal ten behoeve van bem, die den uitslag
deed, door Burgemeester en Wethouders de teruggave worden
gelast, van het bedrag der voor de uitgevoerde hoeveelheid
betaalde plaatselijke belasting. Na verloop van dien termijn is
alle aanspraak op teruggaaf vervallen.
VERIFICATIE.
Art. 20. Alle gemeente-ambtenaren zijn ambtshalve geregtigd,
en zij, die tot de surveillance op de plaatselijke belasting ziju
gecommitteerd, zijn tevens in het bijzonder verpligt, om binnen
den omtrek der gemeente des noodig te visiteren alle vervoerd
wordende goederen, zoo mede alle voer-en vaartuigen, waarin