- 40
eigen gebruik, maar slcchts in eenige kantons wordt
dit gewas in het groot vcrbouvvdvooral in de nabij
beid van Commines en Wervicq; de tabak uit die
streek heeft eene eigenaardig sterke smaak, die zelfs
aan gene zijde van den Oceaan op prijs wordt gesteld.
Waar men de kultuur goed verstaat zijn de kosten,
die men daarvoor maakt, buitengewoon groot. Men
scliat daar de opbrengst van een bunder tabak op
2000 ned. ponden droog blad, ter waarde van ruim
1200, en de kosten op 1050, waarvan 700
voor mest en 350 voor arbeid en andere kosten.
Het is duidelijk dat deze kultuur, die zooveel arbeid
en zooveel aauhoudende zorg vordert, sleclits daar
mogelijk is, waar men eene zeer talrijke bevolking
vindt, waardoor steeds het noodige aantal handen
beschikbaar is.
Weder eene andere kultuur, waarop Vlaanderen met
regt trotsch mag zijnis de hop. Maar ook dit gewas
vereischt talrijke zorgen en aanzienlijke uitgavenvoor-
eerst moet de grond zeer zwaar gemest worden, dan
heeft men per bunder een drie duizend dennenstaken
noodig, die 18 tot 25 de honderd kosten. Als
de jeugdige plant zijne ranken om den stang begin t
te slingeren moet zij daaraan vast worden gebonden,
gedurende den zomer als de bladeren geel worden
wordt rondom elke hopplant weder krachtige vloei-
bare mest gegoten en als eindelijk het oogenblik van
den oogst daar is, heeft men een aantal handen noodig
om de aromatische bloem te plukkendie aan het
bier zijne aangename bitterheid verleent. Men schat
de opbrengst van een bunder op 12 a 1500 neder-
landsche ponden drooge hop, maar zoowel opbrengst
als prijs loopen in de verschillende jaren aanmerkelijk
uiteen.
Ook de cichorij wordt in deze streken nog al veel
verbouwd, en met een weinig koffij vcrmengd is zij
de dagelijksche drank der daglooners. Maar daarvan
wordt ook eene aanzienlijke hoeveelheid, na gedroogd te
zijn, naar Engeland verzonden. Deze kultuur vereischt
evenzeer veel arbeidmaar de opbrengst kan eveneens
zeer goed,/ 400 a 500 per bunder, zijn.
De suikerbeetwortel wordt in Vlaanderen slechts
weinig verbouwd, alleen langs de fransche grenzen.
Aan de oliezaden wordt, ook op de ligtere gronden,
meer plaats ingeruimd. Het is een gewas dat dubbel
geeftj vooreerst de olie en dan de koeken, waarvan
bier zooveel gebruik gemaakt wordtzoowel voor de
voeding van het vee als voor de bemesting. De ge-
middelde opbrengst van het koolzaad wordt op 21
mud berekend; de prijs is 10 a 12.
Iloewel slechts 8 tot 9 bunders van de honderd
in Vlaanderen met handelsgewassen worden beteeld,
zoo spelen deze toch een belangrijke rol door de
hooge opbrengsten die zij gevenwaardoor de
landbouwers in staat gesteld worden om veel mest
aan te koopenhunne gronden te verbeteren en een
hoogen huur voor middelmatigen grond te betalen. Van
het al of niet slagen van deze gewassen hangt ge-
woonlijk de welvaart van den landbouwer af.
Hakhout en bosschen van opgaand hout worden hoe
langer zoo zeldzamer. Waar de streek nog niet zeer
bevblkt is geeft men aan dennenbosch de voorkeur,
en in de andere streken wordt de boschgrond overal
tot bouwland gemaakt. Het eiken hakhout dat men
nog vindt is gewoonlijk goedhet wordt in den regel
om de zeven jaar gehakt en brengt dan 250 tot
350 op. Hoog opgaand hout vindt men bijna alleen
langs de wegen en de akkers.
Het aantal runderen, dat in Vlaanderen gehouden
wordtis zeer aanzierrKjk. Schapen vindt men er daar-
entegen weinig; in de beide provineien zullen er niet
meer dan 80,000 zijn. Daarentegen is het aantal
geiten weder zeer groot, men schat dit op 50,000;
ieder daglooner die geen koe kan voeden houdt toch
eenige geiten. Vroeger vond men in bijna elke ge-
meente een of twee boerderijenwaar een honderd-
tal schapen gehouden werd, die des zomers langs
de wegen en slooten geweid werdenmaar des win
ters op stal moesten worden gehouden; sints echter
door den uitvoer naar Engeland de boter zoo hoog
in prijs is, vindt men meer voordeel in het houden
van melkvee. Het vlaamsche paard heeft een goeden
naam, het is forsch en zwaar; ieder jaar komen de
engelsche paardenkoopers een aantal der beste en
zwaarste opkoopen en betalen daarvoor 500 a 600.
In 1846 telde men in de beido provineien 59,257
paardenhetgeen voor elke honderd bunders opper-
vlakte in West-Vlaanderen 9, in Oost-Vlaanderen 14
bedraagt. Het rundvee behoort bijna uitsluitend tot
het Vlaamsche rasdat zeer goed voor de melkgeving,
maar minder voor het vetmesten geschikt is. Van
staatswege heeft men eenige Durhamstieren uit Enge
land laten komen en enkele particulieren hebben dit
voorbeeld gevolgd; het gckruiste jouge vee van deze
afkomst is zeer gezocht; maar daar de bereiding van
boter toch de hoofdzaak blijft, zoo breidt zich het
aanfokken van vee, voornamelijk voor de slagtbank
bestemdnog weinig uit, behalve in de kuststreek
waar op de welige uiterwaarden veel vee wordt vet
geweid. De hoofdreden hiervan is vooreerst het ont-
breken van weiland voor het vetweiden geschikt en
voorts ook het geringe verbruik van vleesch bij de
arbeidende klasse. In 1846 werd het aantal vee in
de beide Vlaanderen op ruim 840,000 geschat, het
geen sints 1840 eene vermeerdering van 18 ten hon
derd aantoonde. De Vlaamsche stallen worden zeer
zindelijk gehouden; de varkenshokken laten daaren
tegen zeer veel te wenschen over. Daar echter bijna
elke arbeider of klein boertje een of meer varkens
mest, zoo is hun aantal vrij aanmerkelijk. Eekent
men al het vee te zamen dan behoeft Vlaanderen in
dit opzigt voor geen ander land onder te doen. Naar
Lavergne rekende men dat in Engeland, buiten
Schotland en Ierland, in 1846 op de 100 bunders
waren 33 stuks runderen, 6 schapen en 200 paarden;
voor denzelfden tijd gaf de officieele statistiek voor
Vlaanderen aan, voor eene zelfde oppervlakte5 5 stuks
runderen, 12 paarden en 8 schapen; rekent men nu
8 schapen tegen 1 stuk rundvee, dan vindt men voor
Engeland 64 en voor Vlaanderen 68 stuks groot vee
voor ieder honderd bunders. Deze uitkomst is vooral
daarom merkwaardig, wijl in Engeland bijna de helft
van den grond weiland is en in Vlaanderen slechts een
zesde gedeelte.
In meer dan een opzigt kan de Vlaamsche land-
bouw ten voorbeeld dienen, ook voor de best be-
bouwde streken. In weinig landen vindt men zulk een
talrijke en welvarende boerenstand. Nergens draagt
men zooveel zorg om aan den grond alles terug te
geven, wat daaraan door de oogsten ontnomen wordt,
en om dezen tot groote diepte los en vruchtbaar te
maken. Maar het is te betreuren dat de welvaart
in deze streken eer af- dan toenemend is. Het gemis
van genoegzame nijverheid en fabriek-inriglingen in
deze strekensints het spinnen en weven van linnen
elders geschiedt, maakt dat de landbouw de eenige
bezigheid is voor de steeds toenemende bevolking en
dat daardoor huur- en koopprijs van den grond steeds
worden opgedrevenzonder dat de zuivere opbrengst
toeneemt en de dagloonen niet meer in verhouding zijn
met het in prijs stijgen van alle levensmiddelen. Waar
de grond gelijk hier tot zijne hoogste opbrengst ge-
bragt is, is het wenschelijk dat een deel der bevol
king zich naar elders verplaatst; in Belgie zelf zijn
nog streken waar door een verbeterde landbouw heel
wat handen werk zouden kunnen vinden; maar het
schijnt wel of vooral voor den landbouwer de land-
verhuizing op kleinen afstand de moeijelijkste is van
alien. En zoo eene uitbreiding van het fabriekwezen
niet meer werk verschaft aan de bewoners van Vlaan
deren zal deze toch het noodzakelijk hulpmiddel moe-
ten wezen om te voorkomen dat de landbouwers, die de
hoogste bruto-opbrengst van den grond trekken, zelf
de geringste winsten verkrijgen en naauwelijks hun
bestaan kunnen vinden bij eene wijze van landbouwen,
die in vele opzigten nog onovertroffen daar staat.
ruim 2 mud per uur. Het dorsehloon in 20 dagen
bedraagt 120 of per mud 0.35. De opbrengst
was van 15 bunders of dooreengeslagen 23 mud per
bunder. Van 7% bunder was het beschot 28% mud
per bunder en hierbij werden ruim 2% mud in het
uur gedorscht; bij het ander gedeeltedat 16% mud
van het bunder opleverde, verkreeg men 1% mud
in het uur. Het schoonen komt met den wanmolen
met zeven van Eansomes, waarbij het graan slechts
eens gewand behoeft te worden om het marktschoon
te krijgenop ongeveer 0,08 per mud te staan,
zoodat de onkosten per mud (zakschoon op zolder)
f 0,43 beloopen. Ieder weet dat het bij het dorschen
vooral aankomt op de snelheid die men aan den trom
mel kan gevenen dat deze afhangt van de wijze
waarop de paardenmolen is ingerigt.
Het gebrek van de meeste molens is dat zij te groote
kracht vereischen om genoegzame snelheid aan den trom
mel te geven en juist hierin onderscheidt zich die van
Eansomes gunstig, daar de paarden een geregelde
stap kunnen houden, en zonder zich te vermoeijen het
werk 4 uur achtereen kunnen volhouden.
Lisse, 19 Febr. 1861. W. A. L. Mock.
VEBSIiAG van den LANDBOUW-TOESTAND
over het jaar 1860,
IN DE AFDEELING NIEUWKOOPSCHE EN ZEVEN-
HOVENSCHE POLDERS EN KINGDORPEN
der
IIOLLANDSCHE MAATSCHAPPIJ VAN LANDBOUW.
KOSTEN van het DORSCHEN.
De dorschwerktuigen zijn reeds meermalen ter sprake
gebragt, en het is eene uitgemaakte zaak dat goede
werktuigen de voorkeur verdienen boven den vlegel,
althans op genoegzaam uitgestrekte bedrijven.
In Haarlemmermeer worden er dan ook zeer vele
en van verschillend maaksel aangetroffenwaaronder
het hekel en het tweepaards dorschwerktuig van Bar
rett eene voorname plaats bekleeden.
De uitkomst met laatstgenoemd werktuig, in bewe-
ging gebragt door den paardenmolen van Eansomes,
bij het dorschen der tarwe verkregen, is als volgt.
Het personeel daarvoor noodig is
insteker
jongen die de schoven aangeeft.
aandrager
1,—
0,25
0,90
0,90
man die het stroo uitschudt 0,90
jongen dito 0,35
man die het stroo opschelft. 0.90
jongens bij de paarden0,50
man in de berg,
5,70
machine-olie, per dag,,0,30
6,—
Van 3 December tot 2 February is er 20 dagen
mede gewerkt a 8 uur daags. In dien tijd is er ge
dorscht 345 mud tarwe, dus 17% mud per dag of
Zomet-Tanee wordt in deze afdeeling niet verbouwd,
doch de winter-Tarwe geteeld op gemengden grond of
klei, die gewoonlijk naar mate van de weersgesteldheid
3 malen geploegel is wordt in de maand October
gezaaid op land, waar eene vroegere schoof van kool
zaad boonen of vlas gestaan heeft. De opbrengst
was 20 mud per bunder, wegende 75 ned. ponden,
en welke werd verkocht voor 10 a 11 het mud.
De Spelt, welke vroeger hier weinig werd geteeld,
en dan nog wel slechts voor eigen gebruik als paar-
denvoeder, vindt men thans bijna op iedere woning,
en wordt daarin veel handel gedaan. De opbrengst
was 68 mud per bunder, zwaar 40 ned. ponden, en
werd afgezet voor 3,80 a 4.
Winter-Rogge wordt meestal verbouwd op gemengde
ligte grondenen een paar malen meer geploegd, dan
voor tarwe; in September en October gezaaid. De
opbrengst per bunder was 25 mud, zwaar 70 ned.
ponden, prijs 6,50.
Chevalier Gar si is de eenige garstsoort welke hier
geteeld wordt; de opbrengst was 30 mud per bunder,
zwaar 62 ned. ponden.
Men teelt hier Vriesche en dikke Haver; op ligt
land geeft men de voorkeur aan dikke, terwijl voor
de Vriesche de kleigrond beter geoordeeld wordt. De
opbrengst van beide soorten was 40 mud per bunder,
zwaar 50 en 42 ned. ponden.
Het winter-Koolzaad, dat alleen hier verbouwd wordt,
is zeer slecht geslaagd, hetwelk hoofdzakelijk wordt
toegeschreven aan de nachtvorsten en den pinksterstorm.
De opbrengst was 8 mud per bunder, terwijl niet
meer dan 10 per mud konde bedongen worden.
Het teelen van Mosterdzaad wordt bij het Eeglement
der Nieuwkoopsche en Zevenhovensche polders verboden.
Vlas wordt hier weinig gebouwden dan nog niet
voor eigen rekening. De opbrengst en soort was goed
en de verpachters ontvingen 250 per bunder.
Erioten worden hier weinig geteeld, doch als proef-
neming heeft men dezelve dit jaar door de paarden-
boonen gezaaid, welke proef als goed geslaagd kan
besehouwd worden.
Het gewas der Paardenboonen was goedeven als
dat der Duivenboonende opbrengst van eerstgenoemde
bedroeg 30 en van laatstgenoemde 26 mud per bunder.
De vroege Aardappelen waren slecht, en de late
middelmatig. De opbrengst was 170 mud per bunder,
en werden verkocht voor 3 het mud. Opmerking plassen
verdient het, dat alleen de zoogenaamde Bergsche gele veei ien
hier met goed gevolg kunnen worden geteeld.
Eoode en witte Klaver is niet geslaagdwaarschijn-
lijk door de droogte van 1859.
Dit jaar is bijzonder gunstig geweest voor de Gras-
en Hooilanden in onze afdeeling, ofschoon door de
veelvuldige regen het vee vroeg naar de stal moest.
De hooilanden bragten gemiddeld op 3500 ned. ponden
hooi, waarvan verkocht werd tegen een' prijs van/20
de 1000 ned. ponden.
De groei van het Rundvee was minder gunstig, door
de nattigheid en koude. De prijzen van het Kalfvee
waren van 150 tot 180; vare Koeijen 130 tot
150; vet Vee van 150 tot 200,
Di
treffe
pond
D<
geene
Kaas
48
Pa
gefol
De
was
weilo
De
verko
De
hand
25
varke
zomei
toesta
goede
niet i
On
moeze,
teeld
die a
zijn
zulks
JVi
steeds
ofscht
brakci
cultur
dezelv
Zie
taal d
heid e
laatste
reerde
altijd
en de
verlegi
een gc
herfst
tenwor
daarmi
Eunde:
tweede
genoeg
in soo:
nock 1
men;
het zo
aanhou
kwarta
deren
en dro
steldhe
de sck
van de
moet g
zich de
de Var
woon f
Huisdie
opmerk
weersge
uit sch
klimaat
is en n
felle hi
1859,
aantal
Riet
zeer he
stormen
7 a 8
Aanu
steeds
dende v
Toest,
jhet alge
de dijke
ondermi
booten
!ten kosi
bouw i
ders nie
terwijl
gunstige