- 88 - Haarlemmermeer. Rijnland. Landbouw. Zoo men. niet hadde laten ophouden ware atles ge- broken. Voor alles moet dit gebrek worden verholpen. Hier- toe is noodig, eene inrigting aan de balansenwelke de boogvormige beweging herleidt in eene loodlijnige. Zij bestaat reeds op verschillende plaatsen in onze cigene werktuigen. Het zijn de sectoren aan de balansen van onze blotters. Zulke sectoren moeten worden bevestigd aan de ■uiteinden onzer balansen; de kettingen aan hunnen top vastgemaakt zullen steeds loodlijnig dalenen de valsche wringing der zuigers overwonnen zijn. Een ruw model van deze sectoren heb ik hierbij gevoegd De uitwerking van het denkbeeld, afkomstig van de heeren Keijser en Swertz, zoude dienen te geschieden door de uitvindersdie alsdan zouden moeten onderzoeken in lioeverre de tegenwoordige balansen daartoe in te rigten zijnik mag niet ontveinzen dat evenwigt en aanheehting der benoodigde zware stukken aan balansen van 10,000 Ned. ponden ijzer, moeije- lijkheden kunnen opleveren. In het oorspronkelijke of atmospherische werktuig van Newcomen, waren deze sectoren aanwezig. (Zie afbeelding van van Koot). Mogt het bij onderzoek blijkendat het plaatsen der sectoren aan onze tegenwoordige balansen te moeije- lijk ware, zoo zoude nog welnaar mijn inzieneen ander middel te vinden zijn tot het verbeteren der boogvormige beweging, en wel, door toepassing van het paralellogram v a n TV a 11op onze pompbalansen. In dat geval zoude het misschien zelfs mogelijk zijn, althans bij den Lijnden en den Cruquiusde pomp- zuigers met stangen te verbinden aan de balansen daar toch de nieuwe pompzuigers geen tijd behoeven om de kleppen te sluitenzoo zouden zij de bewe- gingen der balansen kunnen volgenminder wigtig behoeven te zijn (wat thans reeds een doorn is in het oog der vervaardigers Sumner C°.) en op den duur de nuttige werking der werktuigen veel in snelheid doen winnen, daar de tijd tot sluiting der pompenover eenige duizenden slagen genomen vrij wat bedraagt, en nutteloos stoom en steenkolen doet verbruiken. lets zal er dienen te geschiedenwantzoolang de beweging der zuigers valsch' blijft, kan ook de beste inrigting niets batende wringing zal de netst bewerkte zuigers spoedig bederven. Inrigting der zuigers. Wij hebben thans een nieu- wen ijzeren zuigerdoor de heeren van d e Poll en mij waren gutta percha zuigers aanbevolen. Het lijdt wel geen twijfel dat ijzer op ijzer nimmer waterdigt kan gesloten worden. Bij de minste slijting moet het waterverlies zeer groot worden. Wordt er gutta percha aangewend, zoo is water verlies zeker merkelijk geringer. De wijze van aanwending der gutta percha kleppen, is door Keijser en Swertz voor het bestuur van Haarlemmermeer in 1860 geheim gehouden, en schijnt, zoo wel aan onze hoofdopzigter als aan den fabriekant Sumner, onbekend te zijn geweest. Ik breng hiernevens ter tafel 1°. een prospectus van Mac In tosh C°.te Manchester en Londen, waarbij dit gebruik op de meest verschillende wijzen wordt afgebeeld. 2°. een nommer van the Artisantijdschrift voor ingenieurs te Londen bij Kellij C0., 18-21, Old Bosicell Court n°. 196, vol. 17, May 1, 1859. Ook hierin vindt gij eene beschrijving van die gutta percha-pompenzoo als zij in Engeland op ver schillende plaatsen met goed gevolg zijn uitgevoerd. Ware de zaak nu in haar geheelik zoude zonder aarzelen raden, ons in eens te wenden tot de makers dezer pompenthansnu reeds aanzienlijke kosten gernaakt zijnmeen ik te moeten voorslaan omge bruik makende van prospectus en tijdschriftte beproe- ven de gutta percha aan te wenden aan ons nieuwe pOmphart. Ik sla voorde ijzeren roedendie thans het water afsluiten, te omgeven met een gutta percha koker; de langste dezer roeden is nog geen voet lang en nog geen twee Engelsche duimen dik; een kokertje van gutta percha van deze afmeting is dus eene kleine uitgave en kan hier te lnnde worden vervaardigd. Des noods zoude men zelfs de eerste proef met leder kunnen nemen. Pakking. De tegenwoordige pakking bij onzen nieuweu zuiger bleek twee malen geheel onvoldoeude te zijn en verkeerd te werken. Het prospectus van pi) Te bezigtigen ter secretarie. Mac Intosh geeft daarvoor een geheel nieuw model in de teekening voor de pakking van eene luchtpomp in CC. Deze pakking schijnt uitnetnend te voldoen, en is te meer de moeite waard om te beproeven daar zij hoogst waarschijnlijk niet alleen bij onze waterpompen maar ook bij de pakking van de lucht pomp in aanmerking zoude kunnen komen. Om haar te beproeven bij ons nieuwe pomphart schijnt het niet noodig vooraf naar Engeland te gaan. Immers het leder dat thans de pakking vormt, wordt vastgehouden door houten stukkenen er kan geene reden worden bedacht, waarom men in plaats van dit leder geen gutta percha zoude nemenhetgeen ook hier te lande verkrijgbaar is. Het is echter niet te ontkennendat het beter ware indien de zuiger oorspronkelijk voor gutta percha ware ingerigt, zooals die op de teekening van Mac Intosh. Dan zoude de zoo lastige kronkeling van het leder niet meer kunnen plaats vinden. Om alle deze redenen neem ik de vrijheid voor te stellen 1 den dijkgraaf te magtigen over de verbetering onzer balansenpompzuigers en harten in onderhan- deling te treden met de heeren Keijser en Swertz, en die heeren voor hun advies eene billijke belooning toe te kennen; 2°. eene proef te nemenmet het doen bekleeden met gutta percha of leder van eene roede in onzen nieuwen zuiger aan den Leeghwater 3°. eene proef te nemenmet het veranderen der lederen pakking in gutta percha aan denzelfden zuiger. De kosten te vinden nit de geldenaangewezen voor wetenschappelijk onderzoek of mogten die gelden onvoldoende blijken te zijn, nader aan te vragen aan hoofd-ingelanden. Badhoeve, 19 Maart 1861. Mr. J. P. Ameesfoobdt Ileemraad. Burgemeester en Wethouders van Ilaarlemmermeer hebben ter kennis van belanghebbenden gebragtdat de Inspectie voor de Miliciens-Verlofgangers zal plaats hebben in de hoofdplaals van het 5 kantonen wel te Heemstedeop Maandag den 3 Junij 1861, des voormiddags ten 10 ure. Dat blijkens de bij hem ontvangene aanschrijving, aan de inspectie moeten deelnemenal de met verlof zijnde miliciens der lig- ting van 1857 en 1858, en die" van de ligting 1859 welke zich op het tijdstip der inspectie reeds langer dan 3 maanden in het genot van onbepaald verlof bevindenen eindelijkdat de verlofgangers moeten zijn gekleed in uniform en voorzien van de verdere kleeding- en equipementstukken', terwijl bij afwezig- lieidinsubordinatie of verwaarloozing van equipe mentstukken de bestaande strafbepalingen zullen wor den toegepast. Om te kunnen voldoen aan het herhaald verzoek om plaatsen te verhuren in de zoogenaamde regerings- bauk, waarvan weinig gebruik wordt gemaakt, hebben kerkvoogden besloten van af 1 Julij de plaatsen in die bank te verhurenna daarvan aan de leden van den Gemeenteraad de voorkeur te hebben gegeven. Bij den Burgerlijken Stand zijn aangegeven: van 15 Met tot en met 22 Mei 1861. GEBOREN: Klarina, dochter van J. Hijkoop enE. Zwets. Jan, zoon van M. Pellekaan en C. van Krimpen. Gerrit, zoon van G. van Weerthuizen en D. de Heer. Luintje, dochter van C. Metzelaar en A. Lodder. Sophia, dochter van G. van Weelden en K. van Kerkwijk. Maria dochter van H. Geerekink en J. van Leeuwen. Antje, dochter van J. de Heer en T. Pant Koetsier. Aagje, dochter van H. van den Bosch en M. Zonneveld. Gerarda Maria, dochter van Z. Me9man en M. van der Goes. Lucia Alegonda He lena, dochter van A. van Es en L. Pruissers. OVELtLEDENJohanna, oud 9 jaren, dochter van A. Vcr- bate en A. van Bragt. Pieter, oud 5 jaren, zoon van J. Braakman cn G. Schoenmaker. Joost, oud circa 5 jaren, zoon van A. Sanger en W. de Blom. Charlotta Geertruida Sprongoud 38 jaren, gehuwd met J. B. van Buren. ONDERTROUWD: P. Spaans en G. van Wijk. GEHUWDA. Bloos met E. Yerheul. Op den 28sten Mei 1861 zal eene Vereenigde Ver- gadering van Bijnland worden gehouden, ter behan- deling van 1. Onderzoek der geloofsbrieven. Voorstel omtrent het doen van aanbestedingen voor meerdere jaren te gelijk. Voorstel omtrent de aflossing der waarborg- kapitalen voor uitkleijingen enz. 4. Vaststelling eener verordening op de vaart door de sluizen van den Leydschendam. 5. Voorstel tot het geven van een overpad op Abenes. 6. Voorstel omtrent de hoefslagpligtigheid van de gronden langs den IJsseldijk. 7. Voorstel tot aflossing van waarborg-kapitalen. 8. Kapport omtrent het gaarderboek. 2. 3. OVER EENIGE OORZAKEN die in het begin dezes jaars ziekten deden ontstaan, met aanwijzing van hetgeen de leefregelkunde daar- tegen aan de hand geeft, benevens opgave van eenige huismiddelen. Vervolg B. Bij het Bund. De longziekte vertoonde zich weder in menige ge- meente op menigen stalen ofschoon deze geduchte ziekte in den laatsten tijd den veestapel gelukkig niet zoo hevig meer teistert als wel in vroeger jaren, zoo sleepte zij toch weder menig stuk vee weg. Zeer te wenschen ware het dat men meer geloof aan hare besmettelijkheid sloeg en de zieken tijdig van de ge- zonden afzonderde; terwijl de bewering dat eene long- zieke koedie men alleen zetbepaald zou sterven op geen enkelen grond berust; zoo teergevoelig zijn de dieren in het algemeenen het rundvee in 't bij- zonder, niet; integendeelmen ziet juist de longzieke koe in 't land zich van den koppel venvijderenter wijl de van den stal afgenomene sterft, omdat men gewoonlijk daartoe niet eerder overgaat, voor dat men ziet dat ze geheel hopeloos en den dood nabij is; maar aangenomen zelfs dat gezegde stelling doorging, dan nog ware het beter eene op te offerendan veleu te wagen. Slechts vier inentingenveel te weinig, werden door mij verrigt; drie daarvan op eenen be- smetten en eene op een gezonden stalbij twee run- deren had eene tamelijk hevige werking met opvolgend pluimverlies plaats, bij de beide anderen weinig of geene; overigens oefende de kunstbewerking op de gezondheid of de dragt geen den minsten nadeeligen invloed nit. Opmerkelijk was het ook nu wederdat de ziekte tot staan kwamofschoon er reeds twee aan gestorven en nog twee ziek waren. Mogt het inenten toch wat meer gedaan worden 1 Verder bepaalden de ziekten bij het rund zich meestal tot die der spijsverteringsorganen en der zwangerschap de eersten als gewoonlijk een gevolg van de drooge stalvoedering, de laatsten als voorboden of begeleidsters der longziekte. Zoo kwamen voor gevallen van verstopping, van opgeblazenheid en van doorloop. Ophoopingen van voederstoffen in de zoogenaamde kraaijenpens, beter gezegd boekmaag, zijn altijd be- denkelijksoms doodelijkmen herkent ze daaraan dat bet rund weinig of niet eet en herkaauwtop- geblazen en benaauwd is en steunt; de meststoffen zijn gewoonlijk droog en vezelachtig, soms ook dun, hetgeen den toestand slechts verslimmert, wijl alsdan de drooge stoffen des te vaster blijven zitteneen aantal van hulpmiddelen wordt tegen deze ongesteld- heid aangeradenzooals o. a. het ingeven van een of meer gebroken eijerenhet in den bek duwen van het herkaauwsel eener andere koe, enz. middelen, die ik wel niet geheel wil verwerpenmaar toch uit ervaring weet dat zelden afdoende zijnbeter acht ik, bij gebrek aan vee-artsenijkundige hulphet van uur tot uur ingeven van eene halve wijnflesch ongekookte lijnolie en evenzooveel wijnazijn, goed dooreen ge- schudhiermede moet een streng vasten gepaard gaan. Andere verstoppingenb. v. in de dikke darmen, zijn gemakkelijker op te ruimen, vooral door lave- menten, na het voorzigtig afhalen der mest. Om de ontlasting bij eene koe te bevorderengebruikt men dikwerf sterke koffij met stroopmen duide het mij niet ten kwademaar in dat middel slel ik al zeer weinig vertrouwen wel is waar, de gewone stroop zou men des noods onder de purgeermiddelen kunnen tellenmaar hare werking is zoo zwakdat men voor eene koe menig pondje noodig zou hebben, om er eenige vrucht van te zienterwijl de koffij hier niets hoegenaamd afdoetmen verdunne de stroop dus lie- ver met warm water, smelte er vet of boter bij, of vermenge ze met raapolie. Niet altijd is de opge blazenheid of trommelzuchtook wel de pof genoemd, het gevolg van eene verstopping in de boekmaag; zij kan ook op zich zelf voorkomen, b. v. bij vee dat niet gewoon is in klaverweide te loopen; waarom het raadzaam is het de gelegenheid te geven ook in gras- land te kunnen komenwaarvan ze dan uit instinkfc gebruik zullen maken; ook op stal, ofschoon zeld- zamer, komt deze ongesteldheid voor, Het opgeblazen zoo ga< omdat of de p seren n als de jagenc onderlin: staan er tot dat in de st der nadi achterbli er op di eerst ga: en verm; J-door, te in het e die aangi [bijna iei een rece zijn en i j doe dikv ook niet zaken ve een ook ontstaan daarom altijd dc

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1861 | | pagina 2