- m
PACHT-KONTRAKTEN.
BEA
zoo werden b. v. in 1843—1845 in Gelderland daar-
door meer dan 2000 bunders dennenbosch aangetast
en bijna 1000 bunders geheel vernield. Zij vermenig-
vuldigen zich dan zoo sterk dat alle middelen ter
verdelging falen en liet geheele vogelenheir er slechts
eene geringe slagting onder kan aanrigten. Maar de
dennenrups beeft ook hare sluipwesp, die tegelijk met
deze in aantal toeneemt en na eenige jaren ze alien
verdelgtzoo zelfs, dat daar waar een vorig jaar nog
uitgestrekte bosscben werden kaal gevreten een vol-
gend jaar geen enkele rups meer te vinden is.
Komt de sluipwesp geregeld voor, dan kan men
verwacbten dat het sterk heerschen van de ritnaald
altijd slechts tijdelijk zijn zal en de ondervinding
dat zij dan eens zeer sterk heerscht en men een volgend
jaar nagenoeg geen schade ondervindtj maakt dit
vrij waarschijnlijk.
Nog heeft de ritnaald een vijand in zich zelven.
Meermalen werd opgemerkt dat de ritnaaldbij gebrek
aan voedselhare natuurgenooten en wel de grootere
de kleinere verslindt. Nu kan het zijn dat zij dit
alleen in hongerwoede doet; maar dan ware het toeh
mogelijk dat dit in sommige gevallen een hulpmiddel
is om ze kwijt te raken. Velen raden toch daartoe
het braken aan; vooreerst, wijl men door het her-
haalde ploegen en eggen er velen vernielt, de zon
er anderen verdroogt en de vogels ze beter kunnen
opzoeken, maar ook om ze op die wijze te laten
doodhongeren. Anderen betwijfelen of dit laatste
wel mogelijk is, omdat men den grond nooit zoo
van gras en wortels zuiveren kante meer daar men
meent, dat de ritnaald zelfs van halfvergane planten-
stoffen leven kanmaar indien ze nuwaar weinig
te eten is, zich zelven den oorlog aandoendan is het
zeer mogelijk dat men door braken zijn doel bereikt.
Dat greppen met grasranden in het bouwland zeer
nadeelig moeten werken en altijd kweeknesten van
orikruid en insekten blijvenbehoeft wel niet gezegd
te worden; en de ritnaald zal ook daar steeds een
goede schuilplaats vinden als hij van de akker ver-
dreven wordt. Maar die greppen en dit ongerief kan
men niet kwijt raken dan door het land droog te
leggen met gebakken buizen.
Tot het verdelgen van de ritnaald heeft men voorts
nog velerlei middelen beproefddie somwijlen goed
wetkten. Curtis deelt het volgende hiervan mede
maar vele van die opgaven berusten op enkele proef-
nemingen en het is dus niet bewezen dat zij onfeil-
baar zijnhet is dan ook juist een bewijsdat men
in het zoeken naar wapenen tegen dezen vijand nog
zeer nalatig was en het alzoo zeer gewenscht is dat
men deze proefnemingen voortzette.
Overbemesting met roet en kalk doodt de ritnaald.
Het rollen en eggen van het wintergraan in April
en Mei is zeer aan te bevelen. Bemesting met raap-
"koeken beveiligde een tarwegewas. Teerolie met zand
gemengd over het land gestrooid had goede uitwer-
king. De kalk uit de gasfabriek verdrijft de ritnaald.
Besproeijingen met chloorkalkwater doodt ze. Salpe-
terzure soda (tevens uitnemende mest) had dezelfde
uitwerking. Van zoutbemesting ondervond men op
zandgrond zeer veel nut.
Men ziet dus dat er althans vele middelen met
meer of minder kans van welslagen te beproeven zijn
Eindelijk zijn er nog een paar middelen, die wel-
Tigt oppervlakkig beschouwd moeijelijk toe te passen
zijn, doch niettemin zeer aan te bevelen zijn.
Het eerste is het oprapen der wormen. Curtis
verhaalt, dat een landbouwer herhaaldelijk dit liet
doen en daarvoor 50 cents voor het duizendtal be-
taalde; in een ander geval verzamelde eene vrouw,
die 60 cents daags verdiende, er in 17 dagen 41,600.
Ook bij meekrap, nadat de kiemen geplant zijn, wordt
bet opzoeken met de hand dikwerf in praktijk gebragt.
Een tweede middel is om eene rondtrekkende kippen-
kolonie te hebben. Men moet daartoe een groot kip-
penhok op wielen hebbendat men telkens naar het
stuk land rijdt, waar het meest voor ze te vinden is
op de braak, op het stoppelland, bij het ploegen.
Men zegt dat de hoenders zich zeer spoedig aan hun
hok gewennen en er zich nooit ver van verwijderen
en dat men op die wijze, en nog met voordeel, den
grond dikwijls zeer goed van alle insekten zuivert.
opgelegdwaar hij niet vrij is in de wijze van kultuur
maar dikwerf een verouderd stelsel stiptelijk moet
nakomendaar vindt men eene weinig ontwikkelde en
zorgelooze wijze van landbouwen; vooruitgang is er
nagenoeg onbekend en van meerdere beschaving en
verlichting der landbouwers is ook weinig te bespeuren.
Waar daarentegen hij, die den grond bebouwt,
die hem niet toebehoort, verzekerd is voor al zijn
zorg en vlijt beloond te worden, en dat het loon
van zijnen arbeid niet strekken zal om alleen binnen
korteren of langeren tijd het inkomen van den grond-
eigenaar te vergrootenwaar de pnchter het voor-
uitzigt heeft gedurende lange jaren of zelfs voor zijn
geheele leven dezelfde hoeve te blijven bewonen,
zoolang hij slechts zijne verpligtingen getrouw nakomt
waar hij daarbij niet door lastige bepalingen gebonden
is, maar zijnen grond bebouwen kan met hetgeen
hij het voordeeligst acht en op de wijze die hem
de beste schijut, daar vindt men ontwikkeling en
vooruitgang in den landbouw daar neemt de opbrengst
en daarmede de welvaart en de beschaving van den
landbouwenden stand steeds meer en meer toeen
hoewel de meeste voordeelen van dien algemeenen
vooruitgang door de pachters worden genoten, zoo
is ten slotte de toestand van den grondeigenaar in
zulke omstandigheden gunstigerdan daar waar de
boer naauwelijks het noodzakelijk levensonderhoud
verdienen kanmaar daarentegen ook de landbouw
stilstaat en de welvaart niet toeneemt.
Het stelsel van verpachten kan alzoo grooten in-
vloed hebben op de ontwikkeling van den landbouw
en van de geheele welvaart van een landen die
invloed is zoo groot, dat landen van groote vrucht-
baarheid en door de natuur rijk gezegend, maar
waar eene verkeerde wijze van verpachten in zwang
is veel, slechter bebouwd zijn en minder opleveren
dan oorspronkelijk dorre zandgrondeu onder een ruw
klimaat, maar waar de pachter vrij en onafhanke-
lijk was en hetgeen hij door vlijt en arbeid had
gewonnen niet aan zijnen landheer had uit te keeren
Het is daarom belangrijk om eens na te gaan welke
de voorwaarden van een pacht-kontrakt moeten zijn
waarbij de belangen en de regten en verpligtingen
zoowel van den pachter als van den eigenaar behoor-
lijk gewaarborgd zijnwaar voor beide partijen vrij -
heid is om het goede en regtmatige te doenmaar
hinderpalen om elkander te benadeelen; waarbij de
grondeigenaar niet de vruchten van den arbeid van
zijnen pachter genieten kan, en de pachter daarentegen
niet ten koste van het eigendom van den grondeigenaar
leven kan. Wordt vervolgd.)
De verhouding tusschen den eigenaar van den grond
en den landbouwer, die dezen grond bebouwtheeft
veel invloed op de wijze van bebouwing. Waar de
pachter niet zeker is de voile vruchten van zijnen
arbeid te zullen genietenwaar hem binnen korten
tijd het gebruik van het land kan worden ontnomen
of minder voordeelige voorwaarden kunnen worden
LANDHUISHOTJDKUNDIG CONGRES.
Het zestiende Landhuishoudkundig Congres zal dit
jaar te Dordrecht gehouden worden, van Dingsdag
den 18den tot Zaturdag den 22sten Junij. Terzelfder
tijd zullen drie tentoonstellingen worden- gehouden
eene van landbouwwerktuigen en vce, te houden door
de Afdeeling Dordrecht en Omstreken der Hollandsche
Maatschappij van Landbouw, in vereeniging met het
Congres, van 1923 Junij voor de werktuigen, en
den 21sten Junij voor het vee. Eene van tuinbouw
door het Genootschap voor tuin- en landbouw de
Dordreclitsche Flora. Ten derde eene van bouwkun-
de, door de Dordreehtsche Afdeeling der Vereeniging
ter bevordering van Fabriek- en Handwerksnijverheid in
Nederland.
Het Programma van de werkzaamheden van het
Congresvan de te behandelen onderwerpen in de ver
scliillende afdeelingen en van de prijs-uitloving bij
de verschillende tentoonstellingen is onlangs uitge-
geven en algemeen verzonden.
De ruim 150 gestelde vragen omtrent landbouw
veeteelttuinbouw, bijenteeltlandhuishoudkunde
en kolonialen landbouw zijn meerendeels goed
gesteld en de meeste belangrijke vraagstukken van
den dagaan welker oplossing het meest gele-
gen iskomen daaronder voor. Omtrent vlas- en
hennepteelt zijn een aantal belangrijke vragen opge-
worpen en Dordrecht is wel het oord, waar deze teelt
eene dubbele aandacht waard is. Het teelen van
suikerbeetwortels nu in de omgeving eene fabriek van
beetwortelsuiker wordt opgerigt, is ook met regt eene
kwestie van den dag. De resultaten van het kruis-
sen onzer Hollandsche schapenrassen met de Engel
sche zijn ook het bespreken waard daar deze kruis-
sing steeds toeneemt en reeds een belangrijke invloed
op de geheele Noord-Hollandsche schapenhouding ge
had heeft. Ook omtrent het moesvoederen met
gebruik van B e n t a 11s wortelkneuzers voorleden
jaar het eerst hier ingevoerd zullen welligt prakti-
sehe mededeelingen te verzamelen zijn. Ook omtrent
het Durham, of liever het Korthoom vee zijn weder
vragen gedaan en de kwestie of de melk werkelijk
zooveel vetter is wordt eveneens weder opgeworpen,
gelijk reeds meer dan eenmaal het geval is. Het is
werkelijk te betreurendat Nederland zoo achterlijk
blijft in het erkennen van de verdiensten van dit
uitnemende veeras en dat de invoer van Korthoorn-
stieren hier in het land nog steeds eene zoo groote
bijzonderheid blijft dat men die bijna op de vin-
gers tellen kan.
Ja zelfs bestaat er veel kans dat in geheel Ne
derland de gegevens nog niet te vinden zijn om deze
vragen grondig te beantwoorden. Het is vreemd dat
nu de Engelsche schapenrassen zoo naar waarde be-
ginnen geschat te wordenmen omtrent het Kort-
hoornvee nog steeds het oude vooroordeel blijft koes-
teren en vreest dat men er koeijen van zal krijgen
die geen melk meer zullen geven. Trouwens waren
de weinige exemplarendie eens eene enkele maal op
de tentoonstellingen voorkwamenzelden geschikt om
de eer van het ras op te houden en moest men de
boeren gelijk gevendie er weinig verschil met ons
eigen vee in vonden.
Eene vraag omtrent boterbereiding komt ons zeer
belangrijk voor en daar het eene is waarop ieder
veeboer zich binnen enkele dagen tijds een voldoend
antwoord geven kan nemen wij die hier over.
Het is van genoegzame bekendheid dat de boter
in Sleeswijk-Holstein gemaaktzich door aangenaam-
heid van geur, fijnheid van smaak en andere goede
hoedanigheden gunstig onderscheidt en wel eens wordt
geroemd boven onze beste Hollandsche en Eriesche
botersoorten. Minder algemeen bekend is het ver
schil van bewerking bij de boterbereiding. Hier te
lande bezigt men zuiver koud water (welwater) om de
boter, wanneer die uit de karnton is genomen, van
al de zich daarin bevindende melkdeelen te ontdoen
en spoelt de boter daarmede zoolang doortot dat
alle melkachtige stoffen er uitgedreven zijn.
De aanwending van het water daartoe acht men
onschadelijk voor den geur of den smaak der boter en
beweert dat die geur en smaak in water onoplosbaar zijn.
Van geheel tegenovergesteld gevoelen is de Holstein-
sche botermaker en hij volgt daarom bij de berei-
ding zijner boter, een geheel ander systeem. Daar
bezigt men tot het uitdrijven der melkdeelen geen
water, maar getroost zich den meer langwijligen weg
om met de hand gestadig de boter te bewerken
zoolangtot dat de melkstoffen daaruit verdweneu
zijnomdat men daar beweert dat de geur en de
smaak der boter in water oplosbaar zijnde, deze
door het aanwenden van water moeten verloren gaan.
Welke van deze beide systema's heeft nu de waar-
voor zich? Is dit een vraag waarop schei- en natuur-
kundige wetenschap een voldoend antwoord geven
kan, of moet de praktijk door te leveren proeveu
hier uitspraak doen?
Ons komt het voor dat die proef gemakkelijk ge-
noeg te nemen is en het ook wel de moeite waard
is dit eens te doen.
Ook onder de afdeeling Landhuishoudkunde komen
belangrijke vragen voor over de inrigting der land
bouw - tentoonstellingenhet droogleggenenz. De
jeugdige afdeeling Ivoloniale Landbouw schijnt ook in
toenemende mate-de aandacht tetrekken; de gestelde
vragen toonen althans dat het bestuur zich hiertoe tot
bevoegde personen gewend heeft, en deze meerdere
belangstelling in den landbouw van een gewest, waar-
aan Nederland zooveel verpligt is, is voorzeker een
verblijdend verschijnsel. Hopen wij slechts dat eene
talrijke opkomst van bekwame landbouwers het ver-
spreiden van meer licht over al deze belangrijke kwes-
tien mogelijk zal maken. Het Congres behoort meer
en meer te worden de hooge regtbank van den land
bouw, waar al de groote vraagstukken van den dag,
die zich in het verloopen jaar opdeden, aan een grondig
onderzoek en eene verlichte oordeelvelling worden on-
derworpen.
Voor de prijsuitloving voor werktuigen heeft men
het voorbeeld der tentoonstelling te Amersfoort ge-
volgd en zich hoofdzakelijk bepaald tot drie prijzen
van 200,/ 100 en 50 voor volledige verzame-
lingen van werktuigen en gereedschappen voor land
bouw en veeteelt. Wij achten dit denkbeeld beter
dan op e lk e tentoonstelling iedere soort van werk
tuigen vergelijkendenwijze te bekroonen. De verschil
lende uitspraak der commissien van beoordeeling en
het aantal eerste prijzen aan allerlei werktuigen toe-
gekend brengen meer verwarring dan verlichting voort,
en niet ieder jaar zijn de vorderingen van de werk-
tuigkunde zoo groot dat er weder een beter werktuig
dan al de vorige te bekroonen valt. Maar de van
plaats wisselende tentoonstellingen geven den werk-
Ituigmaker
^verktuige:
^ogen te
jbillijke 4
jtendie
jeen gras-
werktuig
prijs van
(door sto<
meren en
(der daglo
dacht do
zocbte hi
jzooveel
bij deze
ilandbouw
[tuigen di
jdenktr
ter oplosi
Ongetv
gelegen
Wij hope
bouwers
bouw-zan
slaging c
Imannen
en daare
en de lu
sehappeli
schen lar
die band
OVER HI
Dat 1
maar al
hand o
of pupil
blijkt gi
bewijs i
geexamir
het vak
terwijl d
de weini
tige vee-
ten gevc
derzoek
kunde i
weinige
daar da
te werkt
het voo
zaken d
zijne we
publiek
ken een
warden
vee uit
van zijn
Waarlijk
wetenscl
1 het vak
Als
baren a
gewoon
j vee-arts<
te voor
aangevo
zeker zi
bevoegd
onbekw:
eerste v
der we:
kosten,
artsen
is het t
hoefte
geen m
jammer
het get
argumei
En v
geldelijl
ergens
de ham
die gee