1001 Y E R S L A G DIJKGRAAF EN HOOGHEEMRADEN VAN RIJNLAND, omtrent isSSssss meer-Polder niet schijnt gemagtlgd te zijn, en stelt hij alzoo voor dat de gcnoemde missive door dijkgraaf en hoogheemraden in dien zin zal worden beantwoord. De vergadering vereenigt zich met dit gevoelen. De geloofsbrreven van den beer G. van der Poel, op nieuw gekozen tot hoofd-ingeland-plaatsvervanger voor bet 13de district, worden onderzoobtin orde bevonden en deze beer als zoodanig toegelaten. De beer Steengracht, lid der commissie voor bet onderzoeken der geloofsbrievenstelt uit -naam dezer commissie aan de vergadering voor, dat er bij volgende verkiezingen eene verandering worde gebragt in de wijze van stemming voor hoofd-ingelanden en hoofd-ingelanden-plaatsvervangersdaar het gebleken is dat bij eene gelijktijdige benoeming niet altijd bij, die door de kiezers tot lioofd-ingeland gekozen wordt, de benoemde zijn zal. Zoo werden b. v. bij de plaats gebad bebbende verkiezing op twee personen een juist gelijk getal stemmen uitgebragt, zoodat de meerdere jaren bier moesten beslissen, terwijl bet aan de kiezers waarschijnlijk niet onverschillig was wie der beide candidaten de betrekking van boofd-ingeland zoude bekleeden. De voorzitter merkt op, dat de door de commissie gewenschte wijziging ter zake der verkie zingen niet zoo eenvoudig isals zij zicb misschien voorstelt, en alzoo niet wel in deze vergadering kan bebandeld worden dat bij evenwel genegen is om het voorstel by dijkgraaf en hoogbeemraden over te brengen, om ter gelegener tijd alhier ter tafel te wor den gebragt. De vergadering vereenigt zich met het voorstel van den voorzitter. Als ingekomen stukken worden nog medegedeeld a. Een proces-verbaal van opname van Rijnl. kas aangeveude een bedrag van 6 194,03. b. Eene missive van gedeputeerde staten van Noord- en Zuid-Hollandbegeleidende de benoeming van den heer S. Piek tot hoogheemraad. c. Een adres aan de vereenigde vergadering gerigt door D. J. H. B o e 11 a a r d c. s.verzoekende dat hun adres aan den koning en aan de gedeputeerde stalen, ter zake van de stoomvaart op de Gouwe, van wege deze vergadering worde ondersteund. De voorzitter zegt dat door dijkgraaf en hoogheemraden op genoemd adres bij gedeputeerde staten reeds gunstig is gead- viseerd. Nadat de vergadering van gezegd advies kennis heeft genomenbesluit zij in denzelfden zin de strekking van het adres Boellaard c. s. te on- dersteunen ter plaatse waar bet behoort. d. Een bezwaarschrift tegen het gaarderboek van bet bestuur van Bloemendaal. e. Missive van gedeputeerde staten van Noord- Hollandmelder.de de aanbesteding van verdiepings- werken in bet Zuider-Spaarne ad 5125 in welke kosten llijnland voor een vierde betrokken is. Thans is aan de orde bet 2de punt der agenda. Voorstel van dijkgraaf en hoogheemraden omtrent aan- bestedingen voor meerdere jaren te gelijk. Dit voor stel wordt aangenomen. 3. Voorstel omtrent de aflossing van waarborg- kapitalen voor uitkleijingen. De ter dezer zake door dijkgraaf en hoogheemraden ontworpen verorde- ning, wordt in behandeling genomen. De heer Blusse acht deze verordening onvolledigomdat zij de zaak slechts ten deele en tijdelijk regeltbij zou haar liever vervangen zien door eene keur, waardoor vroegere ordonnantien en placaten geheel zouden kun- nen vervallen en welke dan ookeven als alle andere keurente visie werd gelegen ten einde belangheb- benden in de gelegenheid te stellen hunne bezwaren tegen dezelve te doen kennen. Na eenige diseussie wordt door dat lid bij eene motie van orde voor- gesteld dat dijkgraaf en hoogheemraden deze verorde ning zouden intrekken en door eene keur doen ver vangen. Daar dijkgraaf en hoogheemraden hiertegen geene bezwaren inbrengen wordt alzoo besloten. 4. Vaststelling van eene verordening op de vaart door de sluizen aan den Leydschendam. Deze ver ordening wordt met eene kleine wijziging goedgekeurd. 5. Voorstel tot het geven van een overpad over een gedeelte van Kijnlands grondeigendom op bet voormalig eiland Abenes. De vergadering besluit onder zekere voorwaarden het verzoek van de Erven Rutgers van Rozenburg in te willigen. 6. Voorstel omtrent de hoefslagpligtigheid van de gronden langs den IJsseldijk. Bij dit voorstel brengen dijkgraaf en hoogheemraden ter kennis der vergadering, dat zij gemeend hebbenin afwijking van het besluit der vereenigde vergaderingwaarbij zij waren uitgenoodigd een regtskundig advies te dier zake in te winnen, deze kwestie dadelijk te moeten onderwerpen aan het oordeel van gedeputeerde staten. Als het gevoelen van dit collegie wordt door hen medegedeelddat de hoefslagpligtigheid der gronden langs den IJsseldijk door de inlijving bijRijnland geens- zins wordt weggenomen, maar dat zij die lasten zullen behooren te dragen boven en behalve den omslag van Rijnlands bundergeld. Dijkgraaf en hoogheemraden vereenigen zich met dit gevoelen van gedeputeerde staten en stellen voor gezegde gronden te blijven verhoefslagen. De vergadering geeft haren wensch te kennen dit punt aan te houden tot dat het gaar derboek zal zijn vastgesteld. 7. Voorstel tot aflossing van waarborg-kapitalen. Deze aflossing kan op nieuw worden toegepast op de Vrouw Geest- en Oudendijksche polders. Dit voor stel wordt aangenomen. 8. Vaststelling van het Gaarderboek. Door de commissie belast met het onderzoek der bezwaarschrif- ten tegen het gaarderboekwas aan de leden der ver gadering toegezonden een zeer uitvoerig rapport, waarbij de bezwaren der adressanten duidelijk waren uiteen- gezet en wel overwogen; alle de ingekomene bezwaar- schriften konden worden teruggebragt tot drie cathe- gorienen wel: 1°. die betreffende de aanslagen van Duin- en Geestgronden 2°. die betreffende bezwaren van bijzonderen aard rakende den aanslag van enkele per- ceelen; en 3°. die betreffende aanslagen welke, krachtens bijzondere contracten slechts gedeeltelijk zoude kuu- nen geheven worden. De beraadslagingen over de waarde welke aan deze bezwaren verdient toegekend te worden hebben met gesloten deuren plaats. Bij de heropening der deuren heeft de vergadering zich met de conclusie van het rapport vereenigd en is het navolgende vastgesteld 1°. a. dat de gronden op het kadaster bekend als gemengd duin, voor het jaar 1861 zullen worden aangemerkt als vallende binnen de termcn van onbe- bouwde duingrouden en alzoo geheel vrijgesteld van den omslag; b. dat de geestgronden zullen worden aangeslagen, tenzij bewijs worde geleverd dat dezelve niet bebouwd worden. c. dat de perceelen uitmakende het gedeelte van den IJsseldijktusschen den Wierikkerdijk en de steen- ovensen alle perceelenuitmakende de hooge en lage llijndijken, in den vollen omslag zullen worden be- grepen d. dat aan de gemeente Haarlem vrijstelling zal worden toegekend voor eenige perceelen uitmakende een gedeelte van den openbaren weg, of wel voor de publieke dienst bestemden dat eenige andere per ceelen, op naam dier gemeente voorkomende, gesteld zullen worden ten name der opstallers; e. dat alle vrijstellingen van perceelendieof- schoon aan hunne eigenaren geene baten opleverende ten nutte van anderen bestaan zullen worden opge- heven wanneer zij niet bekend staan als eigendoin van den staat, de proviucie of de gemeente; dat de perceelenuitmakende den binnenpolder van Zwammerdam, als volgens contract van 1827 slechts eene vaste bijdrage van 50 cents per bunder zullen verschuldigd zijn. 2°. dat het dus gewijzigd gaarderboek executoir wordt verklaarden wel tot den omslag- per bunder van f 1,60. 3°. Dijkgraaf en hoogheemraden uit te noodigen bij de herziening van het gaarderboek voor het vol gende jaarzich zoo streng mogelijk te houden aan het bepaakle in art. 154, lett. a van het reglement, waarbij de aanslag der duingronden van het feit, der al of niet bebouwing dier grondennf hankelijk is ge- maakt. Ofschoon het bezwaarschrift van het be stuur van Bloemendaal te laat was ingekomenom in het rapport te kunnen worden opgenomenzoo wordt evenwel, op voorstel der commissie, besloten ook die gronden met den vollen omslag te blijven belastendaar een geldig bewijs van vrijdom ontbreekt. Ten opzigte van het aangehouden voorstel omtrent de hoefslagpligtigheidwordt besloten dien hoefslag over het jaar 1861 voor als nog niet te heffen. De vergadering wordt daarop door den voorzitter gesloten. VAN den toestand van het Hoogheemraadschap in 1860. Het Verslag over 1860 behelst weder vele belang- rijke bijzonderheden omtrent den toestand van Rijn- land en de vele werkzaamheden die in dat jaar werden verrigt of aangevangen. Veel daarvan werd onzen lezers reeds bekend uit de uitvoerige mededee- lingen omtrent de werkzaamheden en de debatten der Vereenigde Vergaderingdie wij in staat gesteli worden hen geregeld mede te deelen. Wij wenschet ons daarom te bepalen tot eenige uittreksels van dit verslagdie tot aanvulling kunnen dienen om een volledig overzigt te hebben van het belangrijkste wal de geschiedenis van Rijnland in het vorige jaar op leverde. In de cerste plaats verdient daarbij de aandaclil de gevolgen der nieuwe regeling op het Onderhoud der Duinen. Het Verslag zegt daarvanDe overgang van een en zeer ongeregelden toestand tot een geheel anderen door streuge voorschriften beperktmoest noodzake- lijk eigenaardige moeijelijkheden medebrengenen dit vooral in den eersten tijd toen de geest en strek king van de nieuwe verordening aan de meeste ei- genaars en bruikers van duingronden nog geheel on bekend waren. Men beklaagde zich van vele kanten over de groote belemmeringen welke Rijnland plot- seling aan de vrije beschikkirig over die duingronden in den weg kwam leggenen vergat daarbijdat de verordening zelve, den belanghebbenden het middeli aan de hand gaf om zich van die belemmeringen te outslaan. Wij hebben ons gehaasttelkens wanneer zulke klagten voorkwamen mondeling en schriftelijk het doel van de verordening nader te verklaren en eigenaars en bruikers op den weg te wijzendien zij behoorden in te slaan, om tot de opheffing van hunne klagten te geraken. Gedeeltelijk althans hebben die ophelderingcn aan het doel beantwoord en sommige ook groote grond- eigenaren uitgeloktvan de in de verordening gege- ven bevoegdheid om hunne duinen vrij te verklaren, het noodige gebruik te maken. Het geheel aarital vrij-verklaringen bedroeg 14 en strekte zich over ruirn 3000 bunders uit. Wanneer men echter in het oog houdt dat het de bedoeling is van onze verordening, om het onderhoud van de duinen zooveel mogelijit bij de eigenaars en bruikers terug te brengen da» is dit cijfer in verhouding tot de geheele uitgestrekt- heid van het duin zeker niet groot. Wij vertrouwen intussehen dat het goede voorbeeld, door eenige grond- eigenaren gegevenallengs meer navolging zal vinden, omdat de bezwaren aan het onderhoud van vrij duin verbondentoch ruimschoots worden opgewogen door het voordeelwelke het regt van geheel vrije be- schikking over die gronden met zich brengt. Zoowel om tot het vrij verklaren van duinen nil te lokken als om aan den geest onzer verordenin;} getrouw te blijven hebben wij gemeend uiterst spaar- zaam te moeten zijn met het geven van consent tol het teelen van vruchten in onvrij duin. De aanv gen om dergelijk consent voor groote uitgestrektheden gronds hebben wij geregeld van de hand gewezen, en alleen die ingewilligdwelke op zeer kleine slroo- ken gronds midden in het onbebouwde duin gele gen betrekking haddenen ook dan nog slechts voor zoover de requestranten eene kaart overlegdenj waarop de bedoelde perceelen duidelijk stonden aan- gewezen en altijd onder de noodige voorwaarden, welke wij tot wering van zandverstuiving meendeni te moeten stellen. Het grootste nutdat de nieuwe verordening al dadelijk voor het Hoogheemraadschep opleverde be- trof de uitroeijing van het konijn. In onze twee] voorgaande verslagen en ook bij de beraadslagingj uwer Vergadering, stelden wij, zoo dikwijls het slechts pas gaf, het hooge belong van dien maatregel telkens op den voorgrond en beklaagden wij ons tevens overj de onmagt van ons Collegieom voor zijne kracht- dadige uitvoering zorg te dragen. Door regterlijke beslissingen onbevoegd verklaardom op eigen gezag het opvangen en dooden van het konijn te vorderen moesten wij rustig toezien dat dit gedierte zich in sommige duinstreken met groote snelheid vermenig- vuldigde, en het werk der kunstmatige beplanting, met zooveel kosten uitgevoerdof geheel of gedeel telijk vernielde. Geheele strekenwelke in de laatste jaren in goeden toestand waren teruggebragt, en die, zoo men het jonge gewas nog maar eenige jaren be- hoorlijk verzorgde, voor altijd vast begroeiden grond zouden zijn gewordenlagen nu weder even woest als voorheen. Wel konden wij sommige eigenaren bewegen zelven voor de uitroeijing van het konijn te zorgen maar hunne tusschenkomst was slechts zeklen geheel afdoendeterwijl daarenboven de medewerking van velen geheel bleef ontbreken. Gelukkig heeft de nieuwe verordening ons de reg- ten teruggegevenwelke wij in de laatste jaren moes ten missen. Wel verlangen zij dat de uitroeijing van het konijn in de eerste plaats van de regthebbenden op de duinen zelven uitgamaar toch geeft zij ons de bevoegdheidom wanneer die regthebbenden, daar-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1861 | | pagina 2