WEEKBLAD
van
1861.
Vrijdag, 28 Junij.
Haarlemmermeer.
AAN LANDBOUW, GEMEENTE- EN POLDER-BELANGEN GEWIJD.
HoofdredacteurC. E. DE CLERCQ.
REKENING EN VERANT WOORDING
omtrent
HET GEHOUDEN BEHEER OVER DE PONT AAN DEN SCHINKELPOLDER.
STAAT VAN DEN LANDBOUW
HAARLEMMERWR,
Abonnementen
worden aangenomen bij de Boekhandelaars
C. M. VAN GOGH. Leidscbestraat, te Amsterdam
J. J. VAN BREDERODE,Haarlem,
bij den Heer BRIEVENGA ARDER te Haarlemmermeer
en verder bij alle soliede
BOEKHANDELAREN en POSTDIRECTEGREN
in het Rijk.
De Pans is f 6,in het Jaar. Elke 3 Maanden wordt over f 1,50 beschikt. Advertentien van 15 regels 50 Cts.elke regel meer 10 Cts.,
behalve 35 Cents Zegelregt bij elke plaatsing. Alle Toezendingen moeten franco geschieden aan den Hoofdredacteur, te Amsterdam.
Junij 1860 tot Junij 1861.
Ontrangst. Vitgaaf.
1860.
Junij
27.
fi
11
if
11
11
if
11
29.
11
11
11
a
11
11
11
11
Julij
If
11
17.
11
11
ii
27.
Aug.
1.
11
18.
Sept.
8.
Oct.
22.
11
If
11
30.
11
Novemb.
1861.
Januarij.
Junij
Bijdragen van de Heeren:
A. 't Ilooft, Haarlemmermeer
KranenburgAmstelveen
van der Starre, Sloten
SteenvoordeAmstelveen
van de GeerSloten
S. van Dijk, idem
B. J. KroonHaarlemmermeer.
HuijsingaAmsteldijk
Meijer, Ringv. Haarlemmermeer
C. Boer, Schinkelpolder
KeijserswaardHaarlemmermeer.
Hanedoesidem
Amersfoordt, idem
Rutgers v.Rozenburg, idem en
Schinkelpolder
KnibbeHaarlemmermeer
Pol, idem
v. llouweninge, idem
Hoeufft v. Velsen, idem
SchroderAmstelveen
Nuwendamidem
VlamingAalsmeer
Broekhof, idem
Rutgers v. Rozenburg(2de bijdrage)
C. Kroon, Haarlemmermeer
van der Beekidem
LichtenbeltAalsmeer
MazirelOvertoom
Haarlemmermeerpolder, JunijDe
cember 1860
idem, Jan., Junij 1861
Balanceert.
1860.
20—
Junij 22.
K. Hogenhouteene pont vs. kwS.
/200.
11
E. D. Cater, een roeischuitje.
32—
5.—
Julij 2.
Hinlopenpalen en schuifboom
7.15
10
11 M
S. A. van Raapketting
26—
5.
11
Daniseen haspel
10—
5.—
If 11
Bernhard vertimmeringen aan de
10—
pont Vs. kwS
208.74
10—
16.
van IJzer, verlengstuk ketting.
12.30
15
11 11
Krammen en essen
1.60
20—
11 if
Reparatie haspel
2—
75
Nov. 14.
G. Langhout, bescho.eijing ring-
75
vaartsboorden vs. kws
233—
7 5
1861.
75—
Junij 1.
Saldo in kas
21.71
7.50
75—
25
50—
15
5
20—
20—
25—
20—
2
10—
6—
25—
25
754.50
Balanceert.
754.50
Goedgelceurd
{get.) J. A. Pol.
H. A. Hanedoes.
Aldus opgemaaJct met een batig Saldo van een-en-twintig
Gulden een-en-zeventig Cents.
{get.) Mr. J. P. Amersfoordt.
Deze Pont stelt de gemeenschap daar tussehen den Haarlemmermeerpolder en het Oost-einde van Aal
smeer, deLegmeer, de Hand van Ley den, Amstelveen, en door den Noord met den Straatweg op Amsterdam.
Op dezen laatsten weg (de Noord) is echter sedert de oprigting der pont eene afsluiting gezetwelke
belet dien weg te berijden, en dwingt om over Amstelveen en de Hand van Leyden meer dan een uur
om te rijden en twee tollen te betalen. Mogt men oordeelendat voor het berijden van den Noord iets
moet worden betaald men doe aanvrage om tol te mogen heffenmaar een weg af te sluiten en tot
omrijden te dwingen komt mij niet billijk voor.
De opmerkzame lezer zal uit bovenstaande rekening hebben gezien dat de pont en aanlegplaats zijn
daargesteld uit vrijwillige bijdragen.
Op die lijst worden namen gemist van personen die digt bij de pont vele landerijen hebben liggen
en plaats nemen in de besturen der beide polders.
Het zal in het vervolg aan de beoordeeling van kiezers staanin hoeverre zij bij herkiezing hunne
aandacht weder willen vestigen op personendie de hand terugtrekkenwanneer iets voor het algemeen
belang moet worden bijgedragen maar die aanbieden als zij eene stem noodig hebben.
Uit het nog overig batig saldo en de beloofde jaarlijksehe bijdragenhoopt men de volgende rekening
zonder nieuwe bijdragen te kunnen sluiten. Bij onvoorziene ongelukken zal echter weder een beroep op
belangstellenden moeten worden gedaan.
Haarlemmermeer, 24 Junij 1861. Mr. J. P. Amersfoordt,
VAN
HAARLEMMERMEER.
De heer burgemeester P a b s t verrigt een verdien-
stelijk werk door het jaarlijks leveren van een zoo
uitvoerigen staat van de uitkomsten van den landbouw
in de gemeente Haarlemmermeer. Hij toont daardoor
zijne warme belangstelling in het toenemen der maat-
schappelijke welvaart van de gemeente, waarvan het
bestuur hem is toevertrouwd. De statistiek moge
eene dorre wetenschap schijnenen al die kolommen
met cijfers aan velen weinig belang inboezemenhet
is niettemin zeker dat bijdie de statistiek lief heeft
daardoor het bewijs levert met den krachtigen wensch
bezield te zijn, om den waren toestand der zaken
te leeren kennen en om door die kennis de middelen
te leeren vinden, die strekken kunnen tot het bevor-
deren der welvaart en het wegnemen der beletselen,
die aan hare ontwikkeling in den weg staan.
De jaarlijksehe verslagen van heeren burgemeesters
aan de Gedeputeerde Staten toonen nog maar al te
veel, dat aan die kennis van den plaatselijken toe-
stand dikwerf veel ontbreekt, en velen hunner zich
bij eeu bloot administratief beheer van en toezigt op
de gemeente blijven bepalenterwijl zij zooveel dienst
zouden kunnen bewijzen zoowel aan de volkswelvaart
als aan de wetenschapdoor de middelen die hun
ten dienste staan aan te wenden tot de vermeerdering
der kennis van den toestand waarin landbouw en
nijverheid zich bevinden en van de plaatselijke bij-
zonderhedendie deze kenmerken.
De statistiek is eene moeijelijke wetenschap en het
leveren van goede statistieke opgaven is geen ge-
makkelijke taak. Het is niet maar de kunst om een
aantal cijfers bijeen te verzamelen en in kolommen
te rangschikkenmaar de groote zaak is de wijze hoe
die cijfers verkregen worden en de kritiek waaraan
men ze onderwerptom uit die cijfers feiten te voor-
schijn te doen treden. De wetenschappelijke beoefening
der statistiek is nog niet lang in praktijk gebragt en
de kennis daarvan nog weinig algemeen verbreid
terwijl bij het groote publiek, tot hetwelk men in
den regel moet gaan om de noodige opgaven te ver-
krijgenmeestal hoegenaamd geene belangstelling daar-
voor wordt gevonden zoodat men gewoonlijk in plaats
van medewerking achterhoudendheid en achterdocht
ontmoet. Tot nu toe zijn daarom de meeste statis
tieke opgaven omtrent den landbouw meer als proeven
daartoe dan als een juist beeld van den waren toestand
te beschouwen. Die onvolledigheid en onzekerheid is
ecbter onvermijdelijk, zoolang de algemeene belang
stelling in de statistiek nog zoo gering is. Het zou
echter hoogst verkeerd zijn omwijl men de vol-
maaktheid nog niet bereiken kan, den arbeid in af-
wachting van beter tijden te stakenwant juist die
arbeid is de eenige weg om het werk tot meerdere
volmaaktheid te brengende belangstelling daarin op
te wekken, de feilen aan te toonen en de hulpmid-
delenom beter te slagente doen ontdekken.
Wij zijn cr alzoo verre van af om, als wij onze
meening betuigendat de statistiek van de landbouw-
opbrengst van Haarlemmermeer ook nog slechts eene
zeer onzekere isdaarvan een verwijt te willen maken