ABviEifmram - 121 - Rijnland. F. ST AM, V ERSLA G DIJKGRAAF EN HOOGHEEMRADEN VAN RIJNLAND, Uit de hand te koop: Haarlemmermeer. wigt het goed binnenkomen van het hooi is en hoe aanzienlijk de geldelijke schade kan zijn als men ter ge- legener tijd het noodige nantal handen mist. Hoe dikwerf gebeurt het toeh niet, als te midden van eenen regenachtigen hooitijd een warme heldere dag invalt, dat men gaarne de arbeiders dubbel en drie- voudig betalen zou indien men ze maar krijgen kon, en zou het dan op zulk een oogenblik niet veel waard zijn een werktuig in zijn schuur te hebben staan, dat, met een paar paarden bespannen voor welken eer het hooi droog is toeh niet veel te doen valt, het werk van een tien- tot vijftiental arbeiders kan verrigten. Kleinere werktuigen voor den hooibouw waren slecht vertegenwoordigdEansomes Sims verkregen, als voornaamste inzenders daarvan nog eene premie van 25. Zoo was er b. v. ook geen enkele zeissenscherper waarvan thans verseheidene modellen bestaandie dit werk ook voor den ongeoefenden zeer gemakkelijk maken en men weet het goed geslepen is half ge- schoren." De hand-hooibarken op wielen zouden wij niet durveu aanbevelenbij handenarbeid is het ligtste en eenvoudigste werktuigen alzoo liier de gewone hooirijfgewoonlijk het doelmatigst. De oogstkar van den heer A m er s fo o r d tzoo wij meenen behalve de wielen geheel hier te lande vervaardigdzal voorzeker veler aandacht getrolfen hebben. Hier in Holland zal hij misschien niet ge makkelijk burgerregt verkrijgen, wijl men hier overal zoo nan de vier wielen voor het landwerk gewend is. Voor Gelderland daarentegen waar de logge hessen- karren bij het oogsten nog veel in gebruik zijn, zou het een uitmuntende plaatsvervanger zijnDe com- missie kende aan dezen een prijs van 50 toe. Van boerenwagens waren er niet vele ingezondenallhans te weinig om nuttige vergelijking mogelijk te maken. Hog werd een prijs van 50 toegekend aan een tweewieligen kar met houten spoor, zonder einde, toebe'noorende aan den heer Wilson en vervaardigd op de aanwijzing van dezen, naar Engelsch model, door den smid Vis, van Moerkapelle. Hij hoorde eigenlijk wel niet bij den hooibouw te huis, maar was daarom de aandacht niet minder waard. Op slap land kan hij welligt goede diensten bewijzen voor vervoer van mest en wortelgewas- sen; vindingrijk is de inrigting van het houten spoor voorzeker. De uitreiking der prijzen na eene toespraak van den president der Maatsohappijden heer Be gram, geschiedde ongelukkig slechts in het bijzijn van zeer weinig belangstellenden.. Had de jury dien dag ten 12 ure in plaats van ten 5 ure, toen nagenoeg ieder- een vertrokken was, met hare uitspraak gereed kunnen zijndan had deze uitreiking met meer plegtighetd en levendigheid kunnen plaats hebbenen ware deze belangrijke wedstrijd op eene meer waardige wijze be- sloten geworden. Maar voorzeker deed men goed dit liever op te offerendan de commissie van beoor- deeling in hunnen arbeid te overhaasten. Wij gelooven nu van de talrijke bekwame mannen, die hiertoe uit bijna alle provineien bijeenkwamen een belangrijk en zaakkundig verslag te gemoet te kunnen zien, en wensclien ons, in afwachting daarvan, tot de opper- vlakkige mededeeling van het voornaamste wat deze wedstrijd aanbood te beperken. BEEMSTER JAARMARKT. Maandag 29 Julij Stierenmarkt. Dingsdag 30 Paardenmarkt. Woensdag 31 Veemarkt. VAN omtrent den toestand van het Hoogheemraadschap in 1860. Vervolg en slot.) De paalworm. De bezorgdheid in 1859 opgewekt door de ont- dekking van den paahvorm in de werken aan het Westelijk IJis in het nu afgeloopen jaar grooten- deels gewekenomdat nieuwe sporen van de ver- woestingen door den worm aangerigt, deze keer slechts bij uitzondering werden aangetroffen en dan nog maar alleen in het zachte bout der lage schoei- jingen onder Sloten of naar de zijde van Amsterdam. In het hardere hout van de schoeyingen, en wat van meer beteekenis isin dat der sluisdeurenheeft men het schadelijk insekt schier in het geheel niet aan getroffen en nooit anders dan veel minder groot en krachtig dan in het jaar 1859. Aan de balken welkehetzij ongeverwdhetzij met verschillende speeien besmeerd, op de vloeren der sluizen werden nedergelegdten einde te onderzoeken of de paalworm ook tot die diepte doordrong, heeft men, voor zoover zij in 1860 werden geligt en op- gehaaldgelukkig geene sporen van eenige vernieling opgemerkt.. Voor een ondermijnen van de fundering of van de onderlaagbalken behoeft men dus voor het oogenblik geenerlei vrees te koesteren. Voorzigtig- heidshalve wordt de proef echter nog voortgezet. Ofschoon de hier genoemde uitkomstenin verband met de weersgesteldheid van 1860 en de daaruit voortgevloeide meerdere lozing van water op het IJ allezins pleiten voor het gevoelen van hen, die be- weren dat de paalworm zal verdwijnen zoodra het IJ- of Zuiderzeewater door eene meer geregelde vermen- ging met zoet water van zijn zoutgehalte verliest, zoo wil tnen zich echter niet laten afleiden van het plan om de kunstwerken zoo in te rigtendat deze, onder welke omstandigheden dan ooktegen de aan- vallen van den paalworm gedekt zouden zijn. De oorzaken toeh, welke de verschijning van dit insekt in het IJwater voor eenige jaren uitlokten, zouden zich in het vervolg op nieuw kunnen voordoen en dan tot nog grooter schade leidendan die in 1859 plaats had. Het stelsel hiertoe aangenomen is in hoofdzaak om het gebruik van hout, ten behoeve der zeewering, tot het volstrekt onmisbare te bepalen, en dit niet anders aan te brengen, dan voorzien van een sterk metalen bekleedseldat het indringen van den paalworm onmogelijk maakt. Afgescheiden van het tegengaan der vernieling door paalwonnenheeft dit stelsel van oeververdediging nog het voordeeldat het onderhoud daardoor voor vervolg van tijd veel minder kostbaar wordt, al vordert de invoering daar van aanvankelijk ook meerdere uitgaven. Dient-engevolge werden langs den Spaarndamschen dijk 360 el hoog schoeijingwerk vervangen door bal- lastglooijing en puinstrand. Voor 1104 el lagere sclioeijing werd grove puin gestort, terwijl 1980 el vroeger aangelegde ballastglooijing ter meerdere duur- zaamheid met puin bestori werd. De zes groote slui zen in dien dijk gelegen werden naauwkeurig onder- zocht en zoover noodig hersteld. Enkele sluisdeuren werden uitgehaald, gezuiverd en dik met koolteer be smeerd, een hulpmiddel tegen den paalworm, waarbij men vroeger te Katwijk veel baat had gevonden. De deuren in de sluizen te Halfweg, welke te veel van dien worm hadden geledenom die langer te ver- trouwenwerden uitgenomen en door nieuwe met bladkoper bekleede deuren vervangen. Aan de Katwijksche zeesluis heeft de in der tijd gemaakte betonbestorting, in weerwil van de zoo sterk toegenomen lozing aan het doel beantwoordom namelijk den paalworm uit de funderingen te weren. De vrees die men vroeger koesterde, dat ook hier het herstel der sohade, door den worm aangerigt, zeer aanzienlijke uitgaven zou vorderen, is daardoor eveneens geweken. Het Gaarderboek. Op het einde van 1860 waren de veel omvat- tende werkzaamheden aan de zamenstelling van het nieuw gaarderboek verbonden geheel voltooid. Het nieuwe gaarderboek bestaat uit niet minder dan 212 zware folio deelenbenevens 650 groote kaarten, te zamen uitmakende al de kadastrale plans van Rijn- lands grondgebied. Het geheele bedrag der kosten welke de zamen stelling vorderde beliep 29,574.59 te weten aan de hypotheek-bewaarders voor het leveren van plans en leggersf 13,571. kosten van bewerking12,819.29, kosten van materieel, druk- en bindwerk 2,486.40 portefeuilles voor de kaarten367.90, boekenkasten en tafels330. 29,574.59. Volgens die uitkomsten is het bundertal der be- lastbare gronden 82,402.8609 en van de gronden in het genot van vrijdom 22,733.4571. De gronden van Haarlemmermeerwelke halve vrijdom genieten, zijn hierbij voor de helft onder de belastbare en voor de wederhelft onder die vrijdom genieten gebragt. Rijnland beslaat alzoo eene totale oppervlakte van 104,136.3180 bunders. Hulpfonds voor de Werlclieden. Bij het overnemen van de stoomwerktuigen te Spaarndam en te Halfweg heeft Rijnland tevens het beheer gekregen van zeker hulpfonds, vroeger door de bemoeijingen der commissie van den Haarlemmer meer ten behoeve der arbeiders bij die stoomwerk tuigen opgerigt. Toen de nieuwe organisatie van den waterstaat tot stand kwam werd aan dat fonds, dat sedert was blijven bestaanmaar uitsluitend ten voor- deele der werklieden wien het vroeger aangingeene ruimere bestemming gegeven door het dienstbaar te maken aan de belangen van al de ondergeschikte wa- terstaatsbeambten en vaste werklieden van Rijnland. Het nieuwe reglement van inrigting en beheer van het hulpfonds, dat dientengevolge is opgemaakt en inge- voerd bepaaltdat uit dit fonds gekweten zullen wor- den: 1° de kosten van genees-, heel- en verloskundige verzorgingook ten behoeve van de gezinnen der deel- nemers; 2° de kosten van onderstand in buitengewone gevallen van ziekte of verwonding; 3° des noods de kosten van onderstand voor eens aan de weduwe of kinderen van een overleden deelnemer. Ten einde het hulpfonds tot hot bestrijden van deze uitgaven in staat te stellen, worden daarin gestort: 1° alle giften en buitengewone voordeelen, welke in Rijnlands dienst aan de deelhebbers ten goede komen; 2° de boeten door die deelhebbers wegens overtreding van de voor- schriften hunner instructie beloopen3° hoogstena 5 pCt. van hunne gewone en buitengewone looneu. De opzigters en ouder-opzigters verzamelen deze bij- dragen en zenden die aan den hoofd-opzigter, om door hem tweemalen 'sjaars aan de hoogheemradenmet de bewaring en het beheer der kapitalen belastte worden verautwoord, Sedert de invoering van het nieuwe reglement in de tweede helft van Maart 1860 tot den 31sten De cember 1.1. bedroegen de ontvangsten van dit fonds ingehouden van de loonen, tegen 4'/2 pCt. 581.99 /2, boeten0,95, gften12,45, 595,39 </2. De uitgaven bedroegen aan de geneeskund. volgens overeenkomst 454.4 8, buitengewone geneeskundige hulp 40.50, ondersteuning van zieken13.20, batig saldo87.21^. 595.39 '/2, Het kapitaal van het hulpfonds was op het einde van het jaar zamengestelduit twee schuldbekente- nissen ten laste van Rusland, elk groot 1000. voorts uit een nominaal kapitaal van 1300.aan inschrijvingen op het grootboek der 2 /2 pCt. Wer- kelijke Schuld; uit eene inschrijving van /100.op het grootboek der 4 pCts. Schuld en uit34.15 aan gereed geld. Wagenmaker to Bennebroek, nabij het Station Vogelensangdoor voorname Land- bouwwerktuigmakers verzoeht zijnde, om HUNNE WERKTUIGEN bij hem verkrijgbaar te stellen, heeft zich hiertoe bereid verklaardbijaldien bij de be- proeving dier Werktuigen hunne deugdelijkheid blijkt, en zij des noods door hem voorvvaardelijk op proef mogen uitgegeven worden. Hij meent hierdoor het belang van den Landbouw, van de Werktuigmakers en het zijne te kunnen vereenigen. Vooreerst zijn voorhanden een GRASMAAIJER. een HOOISCHUD- DER, een PAARDENHARK en HANDHARKEN, van Ransomes fy Sims, van de Fabrijk van het Ko- ninklijk Domein Berg in Luxemburgbeproefd of be- kroond op den Wedstrijd van 28 en 29 Junij jl. Voor laatstgenoemde Werktuigen behoeven geen trans- portkosten of inkomende regien door den Kooper be- taald te worden. Brieven franco. 3 Bunders Uitmuntend te Veld staand VL AS. Te bevragen bij den Eigenaar op de Boerderij BEI- JERS HOEFE, Sectie A, Kavel 3 4, in den Haarlemmermeer Uit de hand te koop: 3 Bunders uitmun tend te veld staand VLAS. Te bevragen op de PaulshoeveSeetie Q Q N°. 14 Slotenceg bij den IAsserweg.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1861 | | pagina 3