127
ABiMMirora
EENIGE KIEZERS
IMaarlemmermeer.
Openbare Verkoopiag
op Woensdag, den Slsten Julij 1861,
Mr. 5. P. Afiiiersfoordt.
T E HITITR:
VERMIST
1
melken, dan verhitten zij zich; dit heeft een nadee-
ligen invloed op de melk en is dikwijl oorzaak dat
de kaas gist of rijst.
Men heeft bemerkt dat de kaas rijker is, wanneer
de koeijen des winters goed gevoederd worden en in
het voorjaar bij het in de weide gaan welvarend zijn.
De kaasmaking is gewoonlijk voor April niet in vollen
gang; het is daarom beter de koeijen in Maart en
April te laten kalven, dan wel vroeger. Na het kalven
moeten zij behalve hooi, wat koeken of wat gebroken
graan hebben, dit verhoedt dat zij snel afvallen,
gelijk ze dikwerf zoo sterk na het kalven doen
en zij zullen daarbij meer en veel vetter melk geven
dan anders het geval zon zijn.
Men zal zien dat ook mangelwortelen of draf van
mout in dit jaargetijde de melkgeving zeer bevordert.
In de eerste vier dagen na het kalven is de melk
niet geschikt tot het maken van kaasdaar de kaas
dan gisten gaat. De kaas, die in het vroege voor
jaar gemaakt wordt(als de koeijen nog op het drooge
voeder staan) en die van het late najaar is van
geringer kwaliteit, dan die welke in den zomer gemaakt
wordt, als het gras het fijnst en weligst is. Men
kan de opbrengst der melktegen het einde van het
jaarals het gras begint te verminderenzeer doen
toenemen door ruim voeren van kool, koolrapen of
andere wortelgewassen. Niets is er beter dan kool
om goed van te melken en om de koeijen in goe-
den staat te houden.
Eene melkkoe vergoedt welligt eene ruime voeding
cn zorgvuldige behandeling beter dan eenige andere
veesoort. Het geeft geen voordeel om tusschen de
melkkoeijen veel schapen te weidenomdat zij steeds
het beste en fijnste gras weten uit te zoeken; de
koeijen zullen lang zooveel melk niet gevenen
ook de kwaliteit van de kaas zal er onder lijden.
De melkkoeijen moeten gedurende den geheelen zomer
volop goed gras hebben, en men moet vooral zor-
gen, dat zij nimmer gebrek lijden, want als zij een-
maal in de melk verininderd zijn, slaan zij nooit weder
geheel tot de vorige hoogte cfy. De kaasbereiding
veroorzaakt heel wat kosten en zorgen, en de koeijen
moeten, terwijl zij melk geven, van alles het beste
hebben, en men moet ze zooveel melk doen geven
als mogelijk is.
Het zal welligt niet misplaatst zijn om hier te wijzen
op het groote gewigt van het goed melken. De koeijen
moeten zoo geregeld mogelijk in gelijke tijdruimten
gemelkt worden: van 5 tot 6 ure 'smorgens en op
denzelfden tijd 'savonds. Zeer zelden melkt men ze
meer dan tweemaal daags. Het melken moet vlug
van de hand gaan en vooral moet de laatste melk
goed worden uitgetrokkenwant de laatste melk is
de vetste, en zoo men niet schoon uitmelkt, neemt
de melkafscheiding langzamerhand af, en de koe wordt
spoediger droog dan dit behoefde te zijn. De ge-
middelde opbrengst aan kaas in deze streek bedraagt
waarschijnlijk geen 175 Ned. pond per koemaar waar
puike melkkoeijen gehouden worden kan men 225 en
zelfs 250 Ned. pond in een jaar maken.
Wordt verolgd.)
In het kort verslag over den toestand der provineie
Noord-Hollandgedaan aan de Provinciale Staten
door de Gedeputeerde Statenkomt het volgende
omtrent de MEEKRAP-kultuur voor.
Het meest opmerkelijke is de aanzienlijke uitbrei-
ding der sedert weinig jaren in deze provineie ingevoerde
Meekrap-kultuur. In den Ilaarlemmermeer-Polder wa
ren 130 bunders met meekrap bezet, waarvan het
gewas voor het grootste gedeelte goed was. In den
polder IFaard en Groet zijn in het afgeloopen jaar
62.5 bunders tweejarige meekrap gedolvendie ge-
middeld per bunder 3000 Ned. Pond gedroogde wortel
hebben opgebragt. Als een voorbeeld van buitenge
woon hooge opbrengst wordt gemelddat van drie
bunders tweejarige meekrap 15.500 Ned. ponden
racijn zijn gereed. Er zijn in het afgeloopen jaar
141 bunders nieuw aangeplant, en de aar.plantin
van 1861 zal ongetwijfeld een nog veel grooter aantal
bunders bedragen. Er bestonden in 1860 in den
TFaard en Groet twee droogtorensin dit jaar zullen
er nog drie worden gebouwdzoodat er dan in dezen
polder, die 1400 bunders groot is, vijf zulke in-
rigtingen aanwezig zullen zijn. In den Anna Paulowna
folder, waar de cultuur van meekrap sedert zeven
of acht jaar in het klein werd gedreven, is mede
een sterke vooruitgang zigtbaarvooral sedert de
oprigting van de Maatschappij tot cultuur en berei-
ding van meekrap in Noord-Holland.
Ook op den polder Eijerland is men over de uit-
komsten der meekrapkultuur te vreden. De proeven
met de meekrap-cultuur op zoogenaamd oud land
genomenvoldoen over het algemeen minder goed.
Te Andijkwaar ook eene niet onaanzienlijke uitge-
strektheid gronds met meekrap bezet isen waar
men ook een grooten droogtoren gebouwd heeft,
was de uitkomst van het in 1860 gedolven gewas
vrij wat minder goed dan in de bovengenoemde polders.
Op de zandgronden in de omstreken van Bevericijk,
waar vroeger meekrap geteeld werdis dit in de
laatste jaren niet meer geschied.
BEEMSTEE VEEPOEDS.
Het in de Beemster gevestigde waarborgfonds tegen
verlies van runderen heeft in het afgeloopen jaar
verwaarborgd 4193 runderen. Daarvan zijn in het
geheel aan onderscheidene ziekten gestorven of tijdig
afgemaakt 261; van deze waren 172 door de long-
ziekte aangetast. De waarde der gestorven en tijdig
afgemaakte runderen is geschat op 39,985. Yan
deze som is vergoed 75 pet., dat is een bedrag
van 29,988.75. De opbrengst der afgemaakte run
deren heeft bedragen 8939.60, zoodat de door de
maatschappelijke kas geleden schade 21,049.15
bedroeg.
De kontributie voor elk verwaarborgd rund heeft
voor het geheele jaar bedragen 5.30waarvan over
de drie laatste maanden sleehts 30 cents.
HOE HET MET DEN RIJTOER, AFLIEP.
Teleurgesteld in mijne verwachtingdat er omtrent
den gehouden Rijtoer op Zondag den 30sten Junij jl.
iets in het Weekblad zoude vermeld geweest zijn,
zoo neem ik de pen opom door eene korte mede-
deeling dien eersten officielen Rijtoer door den Polder
zoo mogelijk aan de vergetelheid te ontrukken.
Des Zondags morgen om acht ure was er in het
hotel de Kroonop de Groote Markt te Haarlem
een troepje belangstellende Meer-reizigers bijeen, ge-
duldig op al de rijtuigen wachtende, welke hen zoude
medevoeren doch die langzaam en spaarzaam kwamen
opdagen. De oorzaak hiervan moet hoofdzakelijk ge-
zocht worden in het weder, dat er toen reeds niet
zeer liefelijk uitzag en dat zeker menigeen, die stellig
beloofde tegenwoordig te zullen zijnheeft afgeschrikt.
Hoe het zij, de wachtende vrienden wenschten toch
gevolg aan hun voornemen te gevenen er moest
raad geschaft worden dit geschiede dan ook, en
om negen ure reden zeven rijtuigen over Heemstede
naar den Gruquiusna dit stoomtuig te hebben be-
zigtigd, werd de reis voortgezet naar het Kruisdorp
hier dient vermelding dat bij het aankomen aan den
Cruquius een der rijtuigen vermist werd, wij hebben
later met genoegen gehoord dat aan de passagiers
geen onheil is overkomen, en dat zij goed en wel
te Amsterdam zijn aangeland. Aan het Kruisdorp
werd afgestapt, en het bezienswaardige aldaar, als:
kerk en kerkhof, school enz.in oogenschouw ge
nomen; inmiddels begon het sterk te waaijen en hevig
te regenen, zoodat men uit vrees voor de kleiwegen
besloot den hoofdweg te volgen tot aan de Yijfhuizer
dwarsweg. En passant werd een oogenblik halt ge
houden aan de kleine doch nette woning van den
heer Muysken, van daar naar den Aalsmeerder
weg, waar wij op de woning van mevrouw de wed.
Blusse, bewoond door M. Tanis, vriendelijk ont-
vangen werden met belangstelling werd daar het een
en ander bezigtigden op nieuw^ging het voorwaarts
door dik en dun langs den Aalsmeerder wegwaar
op verscheidene woningen de vlaggen waren uitge-
stokennaar de Noord-Hollandsche woning van
E. Knibbe, waar wij uithoofde van het onstuimige
weder niet meer verwacht, maar daarom niet minder
gul ontvangen werdenhetzelfde mag gezegd worden
van ons kort bezoek bij Merrieboer op de stelling
van de heeren van Loon c. s. Ofschoon deze drie
bezoeken in der haast werden afgelegd, ontging het
ons niet de eigenaardigheden op te merkenwelke
deze Zuid-Hollandsche, Noord-Hollandsche en Bra-
bandsche Bouwerijen van elkander onderscheiden.
Het ongunstige weder bleef aanhouden, en ter
naauwernood konden wij elkander nu en dan op
merkzaam maken op de schoone veldvruchtenwelke
onder andere uiterlijke omstandigheden onze oogen
zouden verrukt hebben. Het voornemen ook den
Meekrap-toren de Bersteling te bezoeken, moest wor
den opgegevenen zoo ging het regt toe op de
Badhoeve aan waar wij voor de manege stil hielden.
En ziet, toen wij ons in dat lokaal bevonden, het'
welk om bijzondere redenen in eene alleraangenaamste
gezelschapszaal herschapen was, toen haalden wij
weer ruiraer adem en het was ons goed daar te zijn.
Op guile en hartelijke wijze werden wij ontvangen en
ruim voorzien van alles, waaraan koude, natte, hon-
gerige en dorstige reizigers behoefte konden hebben.
Weder tot ons zelven gekomenraakte de tongen ook
weer losen menige hartelijke toast werd op het
welzijn van de vriendelijke gastvrouw, den gullen gast-
heer, en den vooruitgang en bloei der Badlioeve inge-
steld en met geestdrift gedronken. Ook aan het
hoofdbestuur der Hollandsche hlaatschappij van Land-
houw vertegenwoordigd door den heer Gevers
Deynoot, aan den Burgemeester der gemeente Haar-
lemmermeerden Dijkgraaf van den Polderen
den voorzitter der afdeeling werden heildronken toe-
gebragt.
Te midden van een stortregen werd toen het vele
merkwaardigedat de Badhoeve te zien geeft, be-
wonderdzoowel de vele ruime en fraaije, meeren-
deels goed ingerigte gebouwen, als de menigte werk-
tuigen en doelmatige inrigtingen welke daar gevonden
wordente veel om hier vermeld te wordenen die
de Badhoeve gemaakt hebben tot eene belangrijke en
leerzame inrigting zoowel voor den Nederlandschen
landbouwer als voor den vreemdelingin haar soort
zeker eenig in ons vaderland. Nadat de vrienden
ongeveer drie uren op de Badhoeve vertoefd hadden
werd op nieuw de aftogt geblazenen nu ging het
niet door den Polder terug zoo als het voornemen
was, maar over Sloten, Osdorp en Halfweg naar
Haarlem terug, waar wij weer aan de Kroon afstap-
ten en in der haast afscheid namen, want alien ver-
langden wij naar rust en naar drooge kleeren.
En welke impressie heeft deze toer nu gemaakt op
den vreemdeling? vraagt zeker de belangstellende lezer;
het antwoord moet ik schuldig blijvenmaar zeer te
betreuren was het dat het weder zoo ongunstig was,
daar behalve de localiteiten welke bezigtigd werden
over de landerijen en den stand der gewassen geen
oordeel uit te spreken was. De vreemdelingenwelke
deze togt met hunne tegenwoordiglieid vereerden,
waren 17 in getal, en kwamen wel niet uit alle oorden
der wereldmaar toch uit de verschillende provincien
zoo zelfs dat alleen de provineie Drenthe niet ver
tegenwoordigd was; daar nu alle deze heeren min
of meer met den landbouw vertrouwd waren, en er
zelfs echte en voorname landbouwers onder geteld
werden, zoo had dit toertje, begunstigd door goed
weder, voor alien aangenaam en voor velen nuttig
kunnen zijn.
Wij hopen en vertrouwen dat het voor niemand
OKaangenaam geweest is, en dat het bij alien de
begeerte heeft doen ontstaan om den Ilaarlemmermeer-
polder nog eens te komen bezoeken, doch dan liefst
met mooi weer; wij voor ons zullen dan weer gaarne
van de partij zijn.
Een Togtgenoot.
des avonds ten 6 ure, in het Logement ,,BB
TFITTE ZTFAAN", te Lissevan: 3% Bunders
RISTARWE, 2 Bunders HAVER en l/2 Bunder
AARDAPPELENalles uitmuntend le veld staande
op Sectie R, Kavel 20, afdeeling Beinsdorp
nabij Abenes. Te betalen l1 November 1861.
Aauwijzing zal geschieden door C. J. ERSLUIJS,
aldaarterwijl inlichtingen zijn te bekomen ten kantore
van den Notaris D. J. VAN STOCKUM, te Lisse.
voor Leden van den Raad der Gemeente Ilaarlemmer-
meerbevelen als zoodanig bij de aanstaande 11ER-
STEMMING met den meest en aandrang aan,
den Heer
20 Bunders BEST BOUW- en WEILANDge-
legen aan den Lisserweg en de Iloofdvaartin Sectie
PPN°, 15.
Te Bevragen te Rotterdam, Wijk 5, N°. 290.
op den 15den Julij 11.: eene DBAGTIGE ZEUG.
Degeen daar zij zich mogt ophouden wordt verzocht
daarvan kennis te geven aan A. WAGENAAR, LJweg
Sectie N, N°. 15, te Ilaarlemmermeer.
mm