153 - Landbouw. AOTMTMTIIEIL 41, Ut. BEKENDMAKING. Marktberigten. Uit de hand te hoop: LEVENLOOS AANGEGEVENeen kind van M. J. Kroon en A. Hoeld. ONDERTKOUWD en GEHUWDGeene. VERSLAG VAN DE YERWACHTINGEN YAN DEN OOGST in de Provincie Noord-llolland. De verwachting van den oogst, hoewel over het algemeen ook nu nog in het geheel niet ongunstig, was in het begin zeer hoog gespannen. Zelden wnren de vooruitzigten van den landbouwer zoo gunslig geweest; de veel gevallen sneeuw in den winter had de vruchtbaarheid van den grond bevor- derd; geen enkel gewas stond in den bloeitijd achter- lijk of schraal: een buitengewone oogst seheen met zekerheid te kunnen worden verwacht. Intusschen traden weldra allerlei omstandigheden in den weg die het vermoeden wettigdendat de uitkomst niet zoude beantwoorden aan al te grootschc voorspellingen. Zware regenszeer snelie afwisseling van liitte en warinte, en vooral de storm van 30 Junij bragten ongemeene schade toe; de moestuinenen later de boekweit, werden door hagelslag getcisterd, terwijl in het Gooi het zeewater, door den storm over de landen gezweept, merkbaar nadeel veroorzaakte. Toch is niettegenstaande dit alles de verwachting van den oogst niet ongunstig. De vier belangrijke graansoorten de tarwerogge garst en haver, beloven een goeden oogst. Yan deze staat de haver het gunstigst, de meeste gemeenten beloven zich daarvan een goeden, ja zeer gunstigen oogst; in de Beemster, Haarlemmermcer en elders staat ze uitmuntend te velde, en zelfs daar, waar al de overige granen als weinig belovend worden aange- merktwordt steeds van de haver eene vrij gunstige verwachting gekoesterd. Ook de rogge staat over het algemeen goed te velde. Overal hoopt men op een voldoenden oogst en eene goede opbrengst. Minder goed sehijnen de tarwe en vooral de garst te staan. Te Texel heeft de tarwe in het voorjaar veel van den worm geledenen zal zij niet meer dan een zeer middelmatig beschot opleverenen wat de garst betreft, daarvan is de verwachting niet al te best. Sleehts zeer enkele plaatsen, als Harenkarspelhopen op een zeer goeden oogst. De envten beloven eene zeer bevredigende opbrengst. Zij staan meestal goed; op enkele plaatsen sehijnen echter de slakken er eenig nadeel .aan veroorzaakt te hebben. De boekweit stond mede zeer gnnstig. 's Gra- venland spreekt van een rijken bloei, en ook Hilver- sum en Laren hadden zeer gunstige verwachtingen toen eene geweldige hagelbui in het midden van Augustus bijkans drie vierden van den oogst aldaar vernielde. Slecht staan over het algemeen het kanveizaad en het mosterdzaad. Overal, waar zij gebouwd worden, verwacht men van deze zaden een ongunstigen oogst. Andijk verwacht van het karweizaad niet meer dan de helft van vroeger; Nibbixwoud denkt dat het mosterdzaad door eene ziekte aan den stengel is geteisterd; sleehts Ursem meent dat het karweizaad en het mosterdzaad een goed beschot zullen opleveren. Over het koolzaad luiden de berigten eenigzins uit- eenloopend. Toch schijnt de verwachting over het algemeen niet zeer gunstig. De paardenboonen staan meerendeels gunstig; het vlas belooft voldoende uit- komsten te leverenterwijl de meekrap eenigzins min der gunstig beschot schijnt te zullen opleveren. Zoo men echter ergens van teleurstelling en misge- was mag sprekendan is het bij de aardappelen. Nog in het begin van Julij was de stand van dit gewas buitengewoon gunstig, toen eensklaps met bui tengewone hevigheid de ziekte uitbrak, en de weel- derige plant schier overal deed verdorren. Het is onnoodig hier in bijzonderheden te tredende klagt is algemeen. De tuinvruchtenals knollen wortelenenz. staan bevredigend; daarentegen zijn de boomvruchtenap- pclen en peren, als geheel mislukt te beschouwen. Missehien is het dat de voorjaars-nachtvorsten hiervan de schuld dragendaar zij de ontwikkeling van den bloesem belemmerden; missehien en dit wordt door zeer vele gemeenten geopperd is het dat de storm van het vorige jaar (28 Mei 1860) aan de boomen een nadeel heeft toegebragt, waarvan zij zelfs dit jaar zich niet hebben kunnen herstellen. Het gras en het hooi staan zeer goed. De hoe- veelheid schijnt overvloedig en buitengewoon ruim te zijn; de eenige aanmerking is dat de kwantiteit hier eenigzins in omgekeerde reden tot de kwaliteit staatdaar de hoedanigheid van het hooi iets te wen- schen overlaat. De toestand van het vee is mede zeer bevredigend. De longziekte heerschte weinig beteekenenden is op de meeste plaatsen als verdrevendaarentegen is de ziekte onder de varkens weder aanmerkelijk toege- nomensleehts zeer enkele plaatsen, als Uithoorn, melden dat er geen varkensziekte woedtde meeste gemeenten worden er heftig door getroffen. Ook onder de schapen is wederom ziekte or.tstaan. In de wol nestelen zich wormendie het dier doen kwijnen of sterven. De Maatschappij ter bevordering der veearlsenijkunde in Nederland hield op 20 Augustus jl. te Rotterdam hare 20ste algemeene vergadering. Zij herdacht bij deze gelcgenheid haar 15 jarig bestaan. Hoewel de tegenwoordige toestand der maatschappij bloeijend is en zij zich jaarlijks mag verheugen in de aanwinst van nieuwe ledenzoo zouden hare werkzaamheden uitgebreidernuttiger en veelvuldiger kunnen zijn, indien er meer algemeene deelneming bestond bij de nederlandsche veeartsen. Haar doel toch is zamen- werking van alle opgeleide en geexamineerde veeart sen zoo als dit bij besluit van Z. M. den Koning dd. September 1847 n°. 11, is goedgekeurddoch even als er eene menigte maatschappijen van landbouw in ons land bestaan, zoo zijn er ook meer vereeni- gen van veeaatsendie alien hetzelfde bedoelen hoe- zeer ook van lateren oorsprong dan de maatschappij. 1 let scheen aan de maatschappij hoogst wenschelijk toe, eene poging te beproeven om al deze vereenigingen tot een te brengen. Daarom heeft de vergadering twee liarer leden afgevaardigd om daartoe voorstellen te doen op de vergadering van het nederlandsch veeartsenijkundig genootschapte houden te Amster dam, op 31 Augustus a. s. De afgevaardigden zijn de heeren Snellen, te Moordrechten Swart, te Barendrecht. Onder de mededeelingen door het bestuur gedaan, vernam men met veel genoegen het toezenden van een boekwerk en het vragen van inliclitingen van wege den minister van binnenlandsche zakenals een be- wijs zijner excel, belangstelling in de veeartsenijkunde waarvan men zich voor de wetenschappelijke uitoe- fening van het vak veel goeds voorspelt. Ook ver- heugden de leden zich bij het vernemen van den tegenwoordigen bloeijenden staat van 's rijks veeart- senijschoolalvvaar zich op den 1 September a. s. een dertigtal kweekelingen zullen bevinden. Deze toeneming gedurende het laatste jaar, is voornamelijk toe te schrijven aan den maatregel van den minister van binnenl. zakenwaarbij het leergeld der kweeke lingen op 200 in plants van 350 's jaars is gesteld geworden, en deels aan de toenemdnde aan- vraag om veeartsen van de school te hebbentegen jaarlijksche toelagen van provinciale en plaatselijke besturen, zoodat er op dit oogenblik verscheidene zulke plaatsen vakant zijn, waarin vooreerst niet voorzien kan worden. Van algemeen belang zijn vooral de mededeelingen der leden betreffende de inenting der longzieke smetstof, ter voorkoming der longziekte onder het rundvee. De leden van Dam, Hengeveld, Korn- dorffer, Swart, Dogterom, Steijgerwalt en Mortens hadden gedurende het najaar van 1860 en het voorjaar van 1861, gezamenlijk een getal ingeent van 6898 runderen en met zeer goed gevolg. Volgens getuigenis van de heeren Korndorffer en Swart, nam de longziekte sterk af, en zij had den gedurende de laatste 20 jaren nimmer zoo weinig longziekte-gevallen bijgewoond als tegenwoordig, welke gunstige gesteldheid zij toeschrijven aan het toenemen van den lust tot inenten. De longzieke runderen die men waarnam, behoorden alien tot de niet in geent en. Behalve de longziekte onder het rundvee waren er nog andere ziekten onder de dieren heerschende geweest, zoo als in en om Rotterdam, en op het eiland IJsselrnonde, de influenza onder de paarden huidroos met versterf bij het rundvee in den omtrek van Leidenen in de Krimpenerwaard eene typheuse ziekte onder het rundvee, het pepervuur genaamd, van welke ziekten in het Tijdschrift der maatschappij beschrijvingen zullen gegeven worden. Nog werden er belangrijke bijdragen gedaan op het praktisch gebiedwaarvan eveneens de opgaven in het Tijdschrift zullen worden opgenomen. Ten slotte werd besloten tot het aanbieden van het honorair lidmaatsehap aan den wel-edelen zeer geleerden heer dr. Roel, referendaris voor de af- deeling medische politic bij het ministerie van bin nenlandsche zaken. Tot nieuwe leden zijn aangenomen de heeren' J. H. Smit, veearts lste klasse en oud paardenarts te Huisenen E. Plantinga, rijks veearts lste klasse, te Wolvega. (TV. R. C.) De gemeenteraad van Leiden heeft in zijne zitting van 29 Augustus zich vereenigd met de voordragt van burgemeester en wethouders, om het reglement op het ijken van het botervaatwerk met 1 October a. s. in werking te brengen, en om, aangezien die ijk fa- cultatief ishet ijken en keuren der botervaten aan een persoon op te dragen. Tot ijker en keurmeester van het botervaatwerk binnen deze gemeente is door den raad benoemd C. Struyck Bevel. LC.) De COMMISSARIS des KONINGS in de Provin cie Noord-Holland. Gelet op de resolutie van Gedeputeerde Staten van 28 dezer N°. 28, houdende bepaling van de opening der JAGT op KLEIN WILD, enz. Gelet op art. 11 der wet 13 Junij 1857 (Staats- blad N°. 87.) Brengt door deze ter kennis van de belanghebbenden 1°. dat de Jagt op klein wild dit jaar in Noord- Holland zal worden geopend op Zaturdag den 7den September, met zonsopgang, 2°. dat de korte Jagt dagelijks (met uitzondering van den Zondag) en de lange Jagt alleen op Woensdag en Zaturdag zal mogen wordeu uitgeoefend. Haarlem., den 30sten Augustus 1861. De Commissari^ des Konings voorn. R o E L L. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Ge meente Haarlemmermeergelet hebbende op den ge- deeltelijken inhoud van art. 203 der Wet van den 29sten Junij 1851 Staatsblad n°. 85), regelende de zamenstelling, inrigting en bevoegdheid der Gemeente- besturenbrengen ter openbare kennis; dat de BEGROOTING der Plaatselijke Inkomsten en Uitga- venvoor het volgend Dienstjaarop heden den Raad is aangebodenveertien dagen ter inzage van een ieder ter Secretarie dezer Gemeente nedergelegd en aldaar, tegen betaling der kosten, in afschrift verkrijgbaar gesteld is. En opdat hiervan ieder kennis drage, is deze afge- kondigd en aangeplakt waar dit te doen gebruikelijk is. Haarlemmermeer, 3 September 1861. Burgemeester en Wethouders voorn. PABST. De Secretaris D. EGGINK. Door verplaatsingEen onlangs nieuw gebouwde SCHUUR of TAS, lang 22 El, breed 22 El, bij- zonder geschikt tot Bauiverijgedekt met 10,000 Pannen; alsmede 500,000 oude Steen. Te bevragen met Eranco Brieven bij G. LANGHOUT, Aannemer te TFoubrugge. Amsterdam, 2 September. Vee. Runderen 1e kwal. f 160 a 200; 2e kwal. 140 a 180: 3e kwal 120 a 160. Melk- en Kalf-Koeijen 100 a 180. Schapen 20 a 21. Var kens 14 a 48 cents per Ned. If. Boxer per 40 N. ft: Friesche/49 a 51 Kuinder/47 a 49, Kamper 49 a 51 Deventer 39 a 45, Zwolsche/45 a 50. 4 September. Granen en Zaden. Tarwe onvcranderd: 129 8 bonte Poolsche 375; 125, 127 ft dito 352 a 358. Rogge prijshoudend: 121 ft Pruissis.217122 ft Rostocker 228; 118 ffi Odessa 214 bij partij117 ft Galatz 205 bij partij: 120 ffi Archangel 223; 116, 121 8 Petersburger 211 228; 118 ffi dito 217 bij groote partij. Koolzaad nominaal hooger; Holsteinsch 67J- Lijnzaad in een doen; 110 ffi Bombay 375. Olie. Raap-Olie dadelyk en op levering prijshoudend; op 6/w./41^; Vliegend 39^.— Lijnolic dadelijk en op levering iets aangenamer; op 6/w./4! Vliegend 33. Hcrmep-0!ie op 6/w./40|; Vliegend/39.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1861 | | pagina 3