mamm - 176 - Haarlemmermeer. Landbouw. HHHaMHMBK N°. 3. 6. 8. GEMEENTE-RAAD. „toenmaligen dijkgraaf bij deurwaarders-exploit den leverancier aangezegd, dat dijkgraaf en heemraden de boete van 500 zouden toepassen. Daarop heeft de beer Hagedoorn, hoezeer de vaart door het ijs gestremd wasmet behulp van stoombooten genoeg kolen geleverd om de stoomtuigen in werking te hou- denen werd hem toezegging gedaan datzoo de leverancie geene staking zijnerzijds ondervond hem de boete zou worden terugbetaaldzoo als zulks is geschied." Ad 5°. Omtrent de door de commissie aangehaalde postendie buiten aanbesteding zouden zijn geschied, wordt opgemerktdat dit niet met alien het geval is daar de prijzen van de meeste artikelen hetzij te voren zijn bedongen of betaald zijn naar de contrac- tenwaarin de prijzen zijn geregeld. Dit laatste betreft de daggelden voor arbeiders en het geslagen en gegoten ijzerwerk door de heeren Schretlen C°.het metaalwerk door Pasteur en de ketelmakers door de fabriek de Atlas. Wat overigens de aanbeveling betreft om zoo veel mogelijk te voorkomen dat werken buiten aanbeste ding worden uitgevoerd, merkt de dijkgraaf op, dat dit in den regel geschiedt en men zich hiervan door de eenvoudige inzage der bestekken over de afgeloo- pene jaren kan overtuigen. Indien echter de herstelling van den Leeghwater en den Cruquius op de door de commissie voorgestelde wijze had plaats gehad dan zou dit tot groote ver- traging aanleiding hebben gegeven. Als voorbeeld wordt gewezen op de verbelering van den Lijnden die in het volgende jaar vermoedelijk zal plaats hebben. Eerst in de maand April kan men dit werktuig buiten dienst stellen. Danden aangegeven weg vol gende moet men beginnen met al de deelendie vermoedelijk herstelling vereischen uit elkander te nemen. Pliervan zal het gevolg zijn dat men eerst eene maand later in staat zal zijn een bestek op te maken dit moet dan ter visie liggen en vervolgens de aanbesteding plaats hebben. Het grootste gedeelte van het jaar zal dan verloopen zijn, alvorens de ove- rige stoomtuigen kunnen hersteld worden. Indien de verbeteringen aan den Leeghwater op de aangegevene wijze geschied waren zou de polder op dit oogenblik niet die bemaling hebben, die den aan- staanden winter met gerustheid doet te gemoet gaan. Wij hebben den zakelijken inhoud van het rapport en de memorie van beantwoording medegedeeld. De aanbeveling, door de commissie gedaan, schijnt ons echter toe even gegrond en geregtvaardigd als het door den dijkgraaf geopperde bezwaar. De vraag is slecbts of de bestaande contracten geene herziening behoeven. Zijn die goed en bevat- ten zij een voldoend tarief voor de onderdeelen der werktuigenenz. waarop de verschillende fabriekan- ten ter mededinging zijn of zullen worden uitgenoo- digddan is het stelsel van aanbesteding behouden en het daartegen geopperde bezwaar vervallen. Maar bij zulk een stelsel behoort niet alleen eene rekening maar ook eene verantwoordingdie door den hoofd- opzigter zonder veel inspanning of tijdverlies kan wor den gegeven ook omtrent de overige uitgevoerde wer ken. Geschiedt dit laatste nietdan zullen de uit- gaven voor de stoomtuigen in de oogen der ingelan- den wel blijven, wat voor den oningewijde in het vak eene timmermans- of apothekers-rekening isen het aanzienlijk bedrag van boven de aanneemsom uitbe- taalde gelden voor steenkolen en zooveel meer, niet zijn geregtvaardigd. Wij zullen de uitvoering van het denkbeeld wel niet in de belaugstelling van het dagelijksch bestuur en van heeren hoofd-ingelanden behoeven aan te bevelen, en zien met vertrouwen eene volgende rekening te gemoet die zich van deze laatste, welke tot het met 31 December 1860 gesloten tijdperk van de geschie- denis des polders behoortin vele opzigten gunstig zal onderscheiden. Den hoofd-opzigter zal het zeker niet moeijelijk vallen met de maandrapporten voor zich een voldoend verslag over de afgeloopene jaren op te makendat het vereischte licht over de jon- gelings-jaren des polders zal doen opgaan. Dat ver slag kan zich dan aan het sedert Junij jl. voltooide werk des heeren Gevers van Endegeest, dat de geboorte en den kinderlijken leeftijd omvataan- sluiten. De uitkomst der veiling op den 2 Oct. jl. van de landerijen in den Haailemmermeerpolder, aan den Bingdijk bij den Bennebroekerweg (oostzijde) is ge- weest als volgt: 1. 2. 5. Eene woning en stuk tuingrondgroot 1 b. 70 el, in bod gebragt op 1025.— Een perceel weiland, groot 2 b. 94 r. 30 el, in bod gebragt op 650 per bunder1912.95 Een perceel dito, groot 3 b. 83 r. 40 el, voorloopig opgeh. ad/600 per bunder 2298.60 Een perceel dito, groot 81 r. 61 el, idem ad 600 per bunder489.60 Een perceel dito, groot 1 b. 15 r. 10 el, idem ad 600 per bunder690.60 Een perceel dito, groot 1 b. 93 r. 60 el, idem ad 600 per bunder1161.60 Een perceel dito, groot 73 r. 10 el, idem ad 650 per bunder475.15 Een perceel dito, groot 1 b. 10 r. 10 el, idem ad 600 per bunder660.60 Een perceel dito, groot 1 b. 97 r. 30 el, idem ad 600 per bunder1183.80 9897.90 de massa opgehouden op 6. te zamen 9903.90 Yergadering van Dingsdag 19 September 1861. Voorzitter Mr. M. S. P. P a b s t. Tegenwoordig alle de Leden. De notulen van den 19 September 1861 worden gelezen en goedgekeurd. 1°. Wordt door Burgemeester en Wethouders aan- geboden de voordragt van 4 personen voor de be- trekking van zesden hoofdonderwijzerwaarop zijn geplaatst de heeren: J. Pottebakker, hulponder- wijzer te Haarlem, O. Yisser, idem te Schiedam, J. Knipscheer en J. M e e w i sbeiden idem te Amsterdam. Bij de eerste stemming voor de benoeming van eenen onderwijzer zijn uitgebragt op den heer C. Visser, hulponderwijzer te Schiedam, 7 stemmen, zoodat genoemde C. Visser met algemeene stem- men is benoemd, 2°. Wordt goedgevonden dat de benoemde onder wijzer, zoo mogelijk, zal in functie treden den 21 October 1861. 3°. De Staatshladen van 1861, n°. 80 tot 82, en de Provine. Bladen van 1861, n°. 76 tot 78, worden voor kennisgeving aangenomen. 4°. Wordt met algemeene stemmen herbenoemd tot ambtenaar van den burgerlijken stand de heer mr. M. S. P. Pabst. 5°. De Burgemeester deelt mode dat hij, ingevolge de in de vorige vergadering op hem verstrekte mag- tiging, aan den minister van justitie de bezwaren heeft kenbaar gemaakt, welke bestaan tegen de ont- worpen regterlijke indeeling van Haarlemmermeer bij het kanton Noordwijk en de arrondissements-regtbank te Leiden; dat die bezwaren door den minister zijn erkend en hij door den minister is uitgenoodigd om een voorstel hieromtrent te doen. 6°. Nadat het gevoelen der vergadering nog was gevraagd omtrent het maken van eenige wijzigingen in de voorwaarden van bebouwing der dorpsgronden en de voor de publieke dienst der gemeente aan te vragen grondenwordt de vergadering gesloten. Bij den Burgerlijken Stand zijn aangegeven: van 2 tot en met 15 October 1861. GEBORENGerard a(loch ter van P. Boer en A. van Im mersed. Cornelia, dochter van P. Maliepaard en G. Hart- mans. Eduard, zoon van J. P. Uren en P. Sehephard. Antonie Arie, zoon van B. Combee en A. van Kekem. Jo hanna, dochter van D. Sprokkelenborg en E. Kortekaas. Jan, zoon van L. de Groot en K. Westbroek. Aaltje, doch ter van P. Ilelmig en M. van Vuuren. Krijn zoon van J. Buis en S. C. Lanser. Gerrit Willemzoon van J. Evers en M. Rijneveld. Johanneszoon van W. H. Bieler en N. van Dam. Jan, zoon van P. Bakker en J. Grimwis. OYERLEDEN: Cornelia van Weelden, oud 47 jaar, gehuwd met C. Dells. Hilke Eune, oud 18 maanden, dochter van S. J. Sebens en T. van Arens. Koenraad, oud 8 maanden, zoon van J. Noorloos en E. van Wijk.Aaltje, oud 8 jaren, dochter van W. Davidson en M. Mienis. FranciBca Josefina, oud 6 wekendochter van W. Oltmans en P. J. Canisins. Jan Roosoud 49 jaren, gehuwd met G. Bregman. Paulus de Boer, oud 46 jaren, gehuwd met T. Rotgans. Lientje, oud 5 maanden dochter van W. Drooger en M. Maliepaard. Eammert, oud 6 weken, zoon van L. de Jong en S. van Raal- ten. Arie, oud circa 4 jaren, zoon van P. Verkuil en II. van Buren, ONDERTROUWDM. A. Romers en C. Brienen. H. P. Bakken en C. den Haan. G. J. van Est met P. G. Sneeuw. GEIIDWDH. Zevers met N. Eelderink. G. Eijk met G. van Vliet. E. Wijtvliet met P. Verhulst. STAATS-UITGAYEN voor den LANDBOUW. Op de begrooting der Staats-uitgaven en inkomsten voor het dienstjaar 1861, voor het departement van Binnenlandsche Zaken, komen de navolgende uitga- ven voorten behoeve van den landbouw Jaarwedden en verdere belooningen van den direc- teur, de leeraren en bedienden van 's Bijks veeart- senijschool12,700 Yoeding en verpleging der kweekelingen en be dienden aan 's Bijks veeartsenijschool; subsidie voor de verzamelingen en inrigtingen van het onderwijs, enz23,000 Jaarwedde van den adviseur voor den land bouw 1,400 Beis-, verblijf- en bureaukosten van idem. 1,000 Het subsidie aan de landhuishoudkundige school te Groningen, dat in het vorige jaar 4000 bedroeg, maar dat welligt dit jaar tot 6000 zal wor den opgevoerd, is waarschijnlijk begrepen onder de post: subsidien, toelagen en uitgaven voor de nijver heid en den landbouw en daartoe strekkend onder wijs, ten bedrage van 53,600, waarvan de land bouw alzoo slechts een zeer gering onderdeel geniet. Jaarwedde van den opzigter bij de verzameling van landbouwwerktuigen te Utrecht. f 600 Kosten van onderhoudhuishoudelijke uitgaven en aankoopen voor die verzameling/3000 Yoorts voor de voortzetting van het werk van den heer Wttewaall, waaromtrent wij in dit nommer uitvoeriger mededeeling deden/2000 De kosten voor het opmaken en drukken van het verslag over den landbouwgetrokken uit de versla- gen van Gedeputeerde Statenkomt niet als afzon- derlijke post op de begrooting voorten is dus alzoo onder een ander hoofd begrepen. Het bedrag van 2400 voor het aanstellen van eenen adviseur voor den landbouw, is dit jaar voor het eerst op de begrooting gebragt. Naar wij verne- men zou aan dezen opgedragen wordende betrek- king van regerings-bestuurslid van de landhuishoud kundige school te Groningenhet beheer over het Bijks-kabinet van landbouwwerktuigen te Utrecht, waarmede thans de directeur van 's Bijks veeartsenij school, dr. P. H. J. Welle nbergh belast is, en het opmaken van het verslag over den landbouw. Zoo deze post der begrooting door de Kamers wordt goedgekeurdzegt mendat de persoon die reeds de eerste der genoemde betrekkingen waarneemt, tot adviseur zou worden benoemd. Wij vernemen echter, dat bij het onderzoek in de afdeelingen de zaak weinig bijval had gevondenzoodat men eene af- stemming in de Tweede Kamer zeer waarschijnlijk achtte. Uit deze opgave blijkt, dat de landbouw althans voorzeker geen te groot aandeel in de uitgaven van staatswege geniet, in verhouding van hetgeen voor koophandel en nijverheid en voor kunsten en weten- schappen wordt besteed. Wij spreken natuurlijk alleen van uitgaven in het direct belang van den landbouwdaar deze middellijk evenzeer en in groote mate deelt in de voordeelen der uitgaven voor aan- leggen van spoorwegen en gewone wegenverbete- ring der rivierenlager onderwijs enz. Wij zouden evenmin gaarne zien, dat de staatszorg zich te ver uitstrekte, en van staatswege geschiedde wat thans door partikulieren wordt tot stand gebragtals het daarstellen van Vereenigingen en Maatschappijen in het belang van den landbouw, het houden van ten- toonstellingen, het aanwinnen en ontginnen van grond, het keuren van fokvee, enz., enz. Zoowel in Belgie als vooral in Erankrijk, geschiedt dit alles op groote schaalmet bekostiging uit 's Bijks schatkistmaar wij gelooven dat hoe meer dit alles door de belang- hebbenden zelven wordt ten uitvoer gebragt, des te grooter aok de nuttige invloed en goede uitslag daar- van is, en dat al wat van regeringswege daartoe geschiedt, zonder dat de landbouw daarin nog de ware belangstelling toont, gewoonlijk voor het grootst gedeelte weggeworpen geld is. Doch zoolang als eene regering zich niet geheel bepaalt tot hetgeen werkelijk het algemeen belang van al de ingezetenen is, en zij ook nog op meer bijzondere wijs de belangen van koophandel, nijverheid en landbouw, van kunsten en wetenschappen behar- tigtdan is het niet meer dan billijkdat alle daarin

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1861 | | pagina 2