188
Rijnland.
s'iil si.
gewassen wordt beteeldmoge dan liet buudertal der
gewassen die bet meeste geld in den zak brengen
wat zijn afgenomende gezamenlijke opbrengst daar-
van zal er integendeel op den duur zeker door toe-
neraen.
Bij den Burgerlijken Stand zijn aangegeven:
van 30 October tot en met 5 November 1861.
GEBORENMaria Petronella, dochter van WBijl cn J.
Zonneveld. Elizabeth, dochter van K. Hekman en C. Steg-
man. Wilhelminfc, dochter van T. Blidderswijk en A. Visser.
Gerard, zoon van H. J. Botcrman en G. Ileijiuk. Adriaan,
zoon van A. van Son en P. Verheul.
OVERLEDEN: Dorothea Verver, oud 36 jaren, gehuwd met
P. J. Paenen. Annaatje van Weelden, oud 26 jaren, geh.
met Jan Handjes. Catharina, oud jaren, dochter van A.
Verduin en G. van Ewijk. Jannetje, oud jaar, dochter
van E. Dooijeweert en N. Vierwind. Willemina Verwoert,
oud 60 jaren, gehuwd met H. Eelderinck. Joannes Lodewijk,
oud circa 2 maanden, zoon van J. Weenink en S. G. van
Grasstek. Anthonie Lambregts, oud 39 jaren, gehuwd met
A. Kaptijn.
ONDERTROUWD: M. Schermer met J. M. Ardan. M.
de Laat en P. Dingenouts. C. Korsman met M. Waasdorp.
GEHUWD: Geene.
In den nacbt van 30 op 31 October 11. heeft een
hevige brand in sectie Iiop kavel 11een der
groote schurenmet de twee daarnaast staande liooi-
bergen en twee schelften in eigendom toebekoorende
aan den heer G. C. van der Hoef, te Oegstgeest
vernield in de schuur zijn omgekomen elf der beste
paardenalsmede de bekende schoone hengst en een
stier; behalve het pluimgedierte en een weinig ge-
dorscht enongedorsoht graan, zijn nog het meerendeel der
gereedscbappentwee boerenwagenseen speelwa-
gentje de zaadkleeden en vele andere goederen ten
dienste van den landbouw in gebruikverbrand.
De eene booiberg was gevuld met de opbrengst van
14 bunders haver, de andere met die van 5 bunders
klaver, eerste en tweede snede2 bunders haver,
2 bunders boonen en 20,000 bos kanthooiaan de
schelften stonden 2 bunders boonen en klaverhooi.
Niets vandal het verbrandde was verzekerd.
Daar de zetboer A r i e R u i g h a v e r met den arbeider
L. d e G r o o t het eerst bij den brand is gekomen en
toen alles te gelijk in den brand zag staankwam
hem de oorzaak zeer verdacht voor; het verschil met
een daggeldersedert Dingsdag van zijn werk weg-
geblevengaf bij hem vermoeden van moedwilmaar
uit een dadelijk ingesteld ouderzoek bleek dat ver
moeden ongegronddaar die arbeider was weggeble-
ven omdat hij zijne vrouwdie hem dien dag had
verlatenwas gaan zoeken te Amsterdamen den
avond van den brand eerst omstreeks 10 ure in de
gemeente was teruggekeerden door de veldwachters
in gerusten slaap op zijn bed werd gevonden. Bij
het later opruimen van een gebluschten klamp hooi
in den bergheeft men het binnenste hooi geheel
tot asch verteerd gevondende zetboer gelooft dan
nu ook stellig dat het broeijen van de bossen kant
hooi als oorzaak van den brand moet worden beschouwd.
Twee brandspuiten der gemeente warenmet de
spuit van het naburige Bennebroek spoedig bij den
brand tegenwoordig, en aan deze laatste komt de eer
toe het eerst water te hebben gegevenalle brand-
meesters en nagenoeg al de brandspuitlieden van deze
spuit waren tegenwoordig.
Van de braudspuit geplaatst aan het ontworpen
dorp aan de Kruisvaart heeft alleen de brandmeester
Knol zich zeer verdienstelijk gemaaktgedurende
een-en-dertig uren was hij voortdureud alleen als brand
meester van die spuit bij dezen brand tegenwoordig
de overige brandmeesters zijn niet verschenen en de
opper-brandmeester was ernstig ongesteld; de vier
wakkere mannen die van het Kruis de spuit hadden
vergezeld cn voortdurend bij dezelve zijn gebleven
waren W. Pruit, J. van Bakel, A. Bin new eg
en P. van Vuuren. De brandmeesters van de
spuit geplaatst in het ontworpen dorp aan de Ven-
nepertogt waren inet hunnen opper-brandmeester te
genwoordig en verdienen alien lof voor hunne voort-
durende en krachtige medewerking.
Onder diegenen der ingezetenendie zich bij dezen
brand inzonderheid verdienstelijk hebben gemaakt
moeten in de eerste plaats de landbouwers A. Pater,
J. Hagenaar en D. Noud worden genoemd.
De burgemeester een der eersten bij den brand
verbleef daarbij nacht en dag.
Men heeft bij dezen brand wederom het groote
nut van brandspuiten ook voor deze gemeente het-
geen wel eens betwist wordtgeziendaar zij de
vier onder een dak zijnde arbeiderswoningen, waaruit
de bewoners waaronder enkele zieken reeds waren
gevlugten die na het stelleu van een der brand
spuiten in de nabijheid gerust daarin konden terug-
keerenbeschermdenterwijl zij tevens eene in de
onmiddellijke nabijheid staande hooischelft behielden
en alhoewel er eerst niet aan kon worden gedacht
om van de hooibergen te blusschen zoo is men er
later toch in geslaagd een gedeelte van het graan in
de eene en een klamp hooi in de andere berg te be-
houden hetgeenin vergelijking van het verbrandde
graan gering moet worden genoemd maar toch ge
rust op vier honderd gulden waarde mag gerekend
worden. De brandspuiten die, zoo als van algemeene
bekendheid is alle door de Firma B e 1 d e r C°.
te Amsterdam ziju geleverdhebben zieh uitmuntend
gehouden de kracht en de massa waterdie zij bij
een ligt en gemakkelijk pompen gaven verwonder-
den een ieder.
VEREENIGDE VEEGADEEING VAN RIJNLAND
gehouden in het Gemeenelandshuis te Leiden
op Dingsdag 29 October 1861, des mor-
gens ten 1 /2 ure.
Tegenwoordig 23 Leden.
De notulen der vorige vergadering worden gelezen
en vastgesteld.
Als kennisgeving worden aangenomen de navol-
gende mededeelingen
a. Een verslag van den staat der waarborggelden
en slikfondsen.
b. Een proces-verbaal van de boeken en de kas
van den rentmeester. Onder bewaring van dijk-
graaf en hoogheemraden was eene som van 41,000,
bij den rentmeeeter in kas f 15,566.50 te zamen
f 56,566.50.
c. Eene missive van Gedeput. Staten van Noord-
en Zuid-Hollandmet goedkeuring van aangevraagde
af- en overschrijvingen op de dienst van 1861.
d. Idemmet goedkeuring der verordening voor het
doorschutten van schepen aan den Leidschendam.
e. Idemmet goedkeuring voor het uitbetalen van
waarborggelden.
Ilierna komt aan de orde
1°. Voorstel van dijkgraaf en hoogheemraden om
den post voor het geven van premien w*egens bekeu-
ringen op nieuw te verhoogen met 500, en alzoo
te brengen op f 1500, doch tevens om te besluiten
dat van af 1°. October 1861 de premien zullen be-
dragen 1 in plaats van /2.50, daar men vermeent
dat ook bij dit minder bedrag de premien aan het
doelwaartoe zij verstrekt wordenzullen blijven be-
antwoorden. Dijkgraaf en hoogheemraden erkennen,
dat het cijfer der uitbetaalde premien zeer hoog ge-
kloinmen is; vele bekeuringen hebben plaats in de
Katwijksche duinendoor het weiden van paarden en
vee, daar echter de overtreders steeds voorzien zijn
van een bewijs van onvermogen, en eene gevangenis-
straf van hoogstens 2 maal 24 uren hen niet schijnt
af te schrikkenzoo zullen dijkgraaf en hoogheem
raden zich bezig houden met het beramen van meer
afdoende maatregelen tegen die overtredingen.
De beer Amersfoordt vestigt de aandacht van
dijkgraaf en hoogheemraden op het plaatsen van schut-
hokkenhet te verkrijgen losgeld zoude de premien
kunnen dekkenen waarschijnlijk zoude deze maat-
regel meer afdoende zijn. De voorzitter zegt, dat
zulks een punt van overweging bij dijkgraaf en hoog
heemraden zal kunnen uitmakendoch dat hij thans I
slechts het gevoelen der vergadering over het aan-
hangige voorstel wenscht te kennen.
Ilet voorstel van dijkgraaf en hoogheemraden wordt
daarop met algemeene stemmen aangenomen.
2°. Voorstel van dijkgraaf en hoogheemraden om
een bedrag van /5000 over te schrijven van de post
onvoorziene uitgaven op n°. 46 aanleg van nieuwe
werken, daar de daarvoor uitgetrokken som niet toe-
reikende blijkt te zijnen men tevens deze gelden
wilde doen strekken tot den aankoop van eenige
strooken grondswelke voor de verdere werken aan
de Warmonder Leede benoodigd zijnzoo als zulks
bij de behandeling der begrooting voor het jaar 1861
nader is toegelicht geworden.
Dit voorstel wordt met algemeene stemmen aan
genomen.
3°. Voorstel van dijkgraaf en hoogheemraden om
kwijtschelding te verleenen aan de vorige pachtster
van de Zwammerdamsche brug, van een nog door
haar verschuldigd bedrag van 4daar deze persoon
in staat van onvermogen verkeert.
Dit voorstel wordt met algemeene stemmen aan
genomen.
4°. Voorstel van dijkgraaf en hoogheemraden om
schadevergoeding toe te kennen aan eenige pachters
van grasgewas langs den Spaarndamschen dijk. Dijkgraaf
en hoogheemraden vermeenendat hier termen bestaan
tot het verleenen van eene billijke korting op de
pachtsomdaar het hooge waterwaardoor deze
schade veroorzaakt is geworden, bepaaldelijk als eene
omstandigheid van buitengewonen aard kan beschouwd
worden; ook is zulks raadzaam in het financieel be-
lang van het hoogheemraadschapgeeft men geene
schadevergoeding in buitengewone gevallende prijs
der verpachtingen zal er zeker door gedrukt worden.
De heer Amersfoordt is tegen het voorstelder-
gelijke overstroomingen hebben op die gronden dikwerf
plaats, en het bedingen van hooge pachten wordt
illusoirwanneer men zoo gereedelijk tot het toestaan
van schadeloosstelling overgaat.
De heeren Crommelin en Jonker wederleggen
hetgeen door den vorigen spreker was aangevoerd.
Volgens den heer Jonker had een dergelijke toe-
stand in de laatste 40 jaren geen plaats gehad, en
was ook aan die landen gedeeltelijke kwijtschelding
van grondlasten voor 1861 toegekend.
De aangevraagde schadevergoeding, welke voor
twee pachters het een zesde en voor een pachter het
een derde der pachtsom zoude bedrageuwordt
daarop in stemming gebragt, en met 16 tegen 6
stemmen aangenomen.
5°. De dijkgraaf geeft kennis, dat de bij besluit
in de vorige vergadering goedgekeurde belegging van
gelden heeft plaats gehad en daartoe zijn aangekocht
2 pets. Nationale Schuldbrieven.
6°. Voorstel van den rentmeester tot het benoemen
van een gaarder te Stompwijkin plaats van den heer
Veldhuyzen, onlangs overleden; daar aan dezen
heer bij uitzondering de garing over twee gemaBn-
tenStompwijk en Veur, was opgedragenstelt
de rentmeester voor als gaarder voor Stompwijk aan
te stellen den heer Oostenrijk, en de garing te
Veur aan den heer Treub, gaarder te Voorschoten,
tevens gemeente-secretaris te Veur, op te dragen.
Na eenige beraadslaging, wordt door de vergade
ring bij stemming uitgemaakt, dat: 1°. de garing in
de gemeenten Stompwijk en Veur door vcrschillende
personen zal geschieden2°. dat als gaarder van
Stompwijk de heer Oostenrijk wordt benoemd;
3°. dat voor den gaarder te Veur een nieuwe voor-
dragt zal behooren te geschieden.
7°. Voorstel van dijkgraaf en hoogheemraden om
gevolg te geven aan een voorstel van den rentmeester
betrekkelijk de nalatigen in het betalen van Eijnlands-
bundergelden wel om aan alien een waarschuwing
te zendendaar men veronderstelt dat de meeste der
achterstanden alsdan spoedig zullen zijn aangezuiverd.
Evenwel wenschte dijkgraaf en hoogheemraden een
uitzondering te maken omtrent de eigenaren van land,
gelegen in den Huiszitten- en Meeslouwenpolderen
ook omtrent 16 bunders hooggelegen duin onder
Zandvoort, toebehoorende aan den graafvan Limburg
Stirum, daar het uitgemaakt is dat al deze gronden in
het genot van den vollen vrijdom van Rijnlands
bundergeld zijnen de aanslag abusievelijk heeft
plaats gcliad.
Na eenige woordenwisseling wordt met algemeene
stemmen conform dit voorstel besloten.
8°. De heer Blusse brengt, als lid der kommissie
voor de bezwaarschriften tegen het gaarderboekeen
uitvoerig en gemotiveerd rapport uit, betrekkelijk
den gedeeltelijken vrijdom welke ook aan de eigena
ren van de Droone zoude behooren te worden toe
gekend.
Daar het genoegzaam zeker is, dat genoemde lan
den, ofschoon niet genoemd in het contract van 1827,
waarbij de vaste bijdrage van de landen behoorende
tot den binnenpolder van Zwammerdani geregeld is
geworden, nogtans daarbij bedoeld zijn, zoo vereenigt
de vergadering zich met de conclusie van genoemd
rapport, waarbij wordt voorgesteld dat het besluit
der vergadering van 28 Mei jl. worde verklaard tevens
van toepassing te zijn op de landenbekend onder
de benaming van de Droone.
Nog wordt hierbij door den verslaggever opgemerkt,
dat omtrent de vaste bijdrage van den binnenpolder
van Zwammerdam een abuis is ingeslopendat die had
behooren te zijn 50 cents per morgenterwijl die, bij
besluit der vergadering van 28 Mei jl.op 50 cents
per bunder is vastgestelddat gezegde misstelling bij
de vaststelling van het gaarderboek voor 1862 zal
behooren te worden gerectificeerd.
9°. Tot leden van de financiele kommissie voor het
onderzoek der eerstvolgende begrooting en rekening
worden bij volstrekte meerderheid van stemmen be
noemd, de heeren de Clercq, Blusse en Eoeloffs.
10°. De heer Amersfoordt vestigt de aandacht
der vergadering op de concessie tot de doorgraving