- 207 - Weekblad van Haarlemmermeer, BIJVOEGSEL MEMORIE VAN TOELICHTING. TOT IJET van Vrijdag 6 December 1861. UITGAVEN". HOOFDSTUK I. Art. 1. Bij het bijzonder reglement van den Haarlemmermeer- polder Provincial Blad 1855, n°. 88) vastgesteld. Tracte ment van den dijkgraaf/2000; idem van zes heemraden/ 2100. Art. 2. Hoezeer men het wenschelijk had geacht om den werkkring van de schouwraden meer ten nutte van den polder tc doen strekkenis ten gevolge van de nieuwe verordening op het kroozen der Iengtetogten en slooten die werkkring zeer verminderdwaarom dan ook voorgesteld is aan de tegemvoor- dige titularissen met 1 Januarij 1862 een eervol ontslag te verleenen. Art. 3. Jaarwedden van den secretaris en van den penning meester, vastgesteld bij het bijzonder reglement en bij resolution van provinciate staten van Noord-Holland, in dato 12 Julij 1859, Provinciaal Blad n°. 69. Jaarwedde van den secretaris /1400; idem van den penningmeester 1200. Art. 4. Jaarwedde van den hoofdopzigter. De regeling der jaarwedde en verdere emolumenten van den hoofdopzigter Tieeft een punt onzer overwegingen uitgemaakt, ook met het oog op de beraadslagingenwelke daaromtrent vroeger zijn gevoerd. Het wordt wenschelijk geacht, dat genoemde ambtenaar in het midden van den polder wone en dat door hem geene andere werkzaamhedcn worden uitgevoerd, dan die aan zijne betrek king verbonden. Er zou alzoo behooren te worden daarge- steld: 1°. eerie geschikle woning voor dien ambtenaar, en 2°. aan hem eene biliijke verhooging van jaarwedde worden toegekend, omdat ingevolge art. 2 zijner instructie aan hem vergunning is verleend, om met goedvinden van dijkgraaf en heemraden andere commissien te mogen waarnemen. Wat aangaat het eerste punt, zoo zal omdat aan de verwezenlijking daarvan vrij belangrijko kosten zijn verbonden, zulks door ons bepaaldelijk worden overwogen en te zijner tijd een voorstel worden ingediend. De vaststelling der jaarwedde is daarvan echter onafhankelijk en daar wij het wenschelijk achten dat de hoofdopzigter geene andere commissien waarneme, zoo wordt voorgesteld zijne jaar wedde met 1000 te verhoogen. Wanneer men in aanmer- king neemt, dat bij het uitvoeren van werken voor corporation of andere personen eene percentsgewijze belooning plaals heeft, dan zal de voorgedragone verhooging niet overdreven kunnen worden geacht, te meer nog daar bij de tegenwoordig in ons vaderland ondernomene grootc publieke werken van spoorwegen enz., voor menschen van beproefde theoretische en practische kennis in het vak van bouw- en werktuigkunde ruimschoots de gelegenheid bestaat om voordeelige betrekkingen te erlan- j>eri* Zoolang men aan den hoofdopzigter geene vrije woning kan verschaffenzal aan hem de gewone uitkeering ter tege- moetkoming daarin moeten blijven worden uitgekeerd, terwijl wat de reiskosten aangaat, deze nader zullen kunnen worden geregeld, wanneer aan den hoofdopzigter zijne vaste woonplaats in den polder zal zijn aangewezen. Wij stellen alzoo voor zijn tractement te brengen op/2500. Vergoeding huishuur (besluit It 1857' n°' 2)>/250- Bureaukosten (besluit H. I. 31 Maart 1858 n°. 2),/100. - Volgens staat A zijn de jaar- ^Gd i®a vHn .°pzlgters uit&etrokken op een bedrag van u i j. °Pzl£ter J. Rietbergen te Aalsmeer geniet eene bezoldigmg van/ 840's jaars, zijnde/60 minder dan zijn voor- ganger A. van Riessen genoot. Aangezien die ambtenaar zich ljverig van zijn pligt kwijt, wij over zijne kunde en werkzaam- heid alle reden van tevredenheid hebbenen wij hem tevens wonschcn bekwaam te maken voor het drijven der machines waartoe hy aanleg heeft, en dat in de toekomst eene hoogst nuttige zaak voor den polder is, zoo wordt voorgesteld ziin tractement mot/CO to verhoogen en te bren"en op /"900 In de yergadering van 27 February 1861 werd het voorstel gedaan om het tractement van den ambtenaar Verveer, werkzaam op het kanloor van den hoofdopzigter te verhoogen tot 600's jaars Bij meerderheid van stemmen is alstoen besloten om het trac tement van dien ambtenaar te brengen op 540. Het dagelijksch bestuur stelt andermaal voor zijn tractement te brengen op 600 sjaars, daar zijne hulp op het kantoor van den hoofdopzigter onmisbaar is en cr bij gebreke van zoodanigen ambtenaar eene onmiddelhjke stremming in de dicnst zou plaats hebben. Het regtvaardigt dit voorslel door de overlegging van een staat, waar- by een overzigt wordt gegeven van de stukken, welke jaarlijks van het kantoor van den hoofdopzigter uitgaan, of aldaar in- komen en met de overschrijvingrangscliikking en behande- ling de beambte Verveer onder toezigt van den hoofd-opzigter is belast. De bezoldiging van de brug- en pontwachters, benevens voor het verleenen van diensten bij ongesteldheid dier ambtenaren, is volgens staat B uitgetrokken voor /"3100- trac tement van den bode 600. Het tractement van den bode door hoofd-ingelanden bepaald op/500, is in verhouding tot de diensten welke door dien ambtenaar worden bewezen te gering vooral nu hij zijne reiskosten voor het rondbrengen van waar- schuwingen en sommatien zelf moet betalen. Men vergete ook met dat de bode steeds gewoonlijk tot des avonds laat ten kantore van den secretaris werkzaam is, waar-door de kosten van een vasten klork voor den polder worden uitgewonnen. De dijkgraaf heeft hierop reeds in zijne Memorie van Bemer- kmgen op het rapport der commissie tot onderzoek der reke- ning van 1860 gewezen. Art. 5. De reis- en verblijfkosten van den hoofd-opzigter worden uitgetrokken tot een bedrag van 800. Naar aan- leiding van het besluit van hoofd-ingelanden van 14 Mei 1856 N 3, worden de reis- en verblijfkosten berekend volgens het tarief van de ingenieurs van den waterstaat; de reiskosten ad 0.4o per uur, de verblijfkosten per halven dag ad /2. Men zie verderhetgeen ten dezen aanzien bij hoofdstuk I art. 4 reeds is gezegd. De reiskosten van den bode worden uitgetrokken op 25, uit welk bedrag betaald worden de kosten van reizen in dienst van den polder. Art. 6,7 en 8. Volgens missive van dijkgraaf en heemra den van Rijnland, in dato 2C February 1859, worden deze artikelen te zamen gevoegd, tot een bedrag van 1000 over- eenkomstig het bepaalde bij het bijzonder reglement. Art. 10. Volgens het bijzonder reglement van bestuur van den Haarlemmermeerpolder zijn de schrijf- en bureaubehoeften voor den secretaris en den penningmeester voor ieder op /200 gesteiu. Ait. 12. Even als in 1861 worden ook uit dezen post de betaald Va" bnefporten van den h°°«opzigter en der opzigters Art 13. Ten gevolge van het aanschaffen van een stel ka- dastrale kaarten moeten deze jaarlijks bijgewerkt worden. Met den bewaarder der hypotheken en van het kadaster is eene regeling in deze gemaakt. Art. 14. Hoezeer in 1860 slechts is uitgegeven 82.55 wordt deze post gesteld op 90. Art. 17. De presentiegelden hebben in 1860 bedragen/890 Mogt ten gevolge van de herziening van het bijzonder reglement het aantal hoofdingelanden vermeerderd worden, zoo kan deze post uit de onvoorziene uitgaven verhoogd worden. HOOFDSTUK II. Art. 1. Deze werken zijn voor den tijd van drie jaren uit- besteed aan den aannemer L. Inpijn, te Haarlem, voor de som ZJ anf 0f I 6983.33^ per jaar, eindigend^ den laatsten Maart 1864. —De bruggen te Lisse en te Aalsmeer werken thans zeer moeijelyk, vooral de laatste kan voortdurend niet door een man bewogen worden. Het is echter niet raadzaam om aan die bruggen, in afwachting van geheele vernieuwing, belangryke herstellingen te doen, omdat men er toch seen lan" genot van heeft Sedert 1856 toch is de rolbrug te Aalsmee? reeds tweemaal belangrijk hersteld. Aan de rolbrug te Lisse is eene der buitenleggers in slechten staat. Mogelijk echter zou die legger nog gedurende 1862 kunnen behouden en eerst in 1863 alzoo behoeven hersteld te worden. Tevens is bij dit artikel gerekend op het plaatsen van vier schuthokken in de nabyheid van de womngen van de opzigters, overeenkomstig art. 18 van de verordening op het inwendig beheer, afgekon- digd den 30 October 1856, hetwelk tot hiertoe eene doode letter gebleven is. De ondervinding leert, dat die schut hokken zeer noodig zijn. Zie verder staat C. Art. 2. Het onderhoud der ringvaartsboorden is dit jaar aan besteed voor den tijd van drie jaren, eindigende de onder- houdstermyn den laatsten April 1864. - Aan den aannemer ,22. M«drecht> moet in 1862 worden betaald: in J-RfiQR ^'uo/aai6" t£rmijn Vu der aannemingssom groot 8698, 724.834; in October 1862, den 3en tormijn V,der 8698,/ 2I745°- - t°ven dit bedrag van ..8J J.JJ4 zal nog gevorderd worden voor puin en strek- n!„ L! m tu'n'Tzieataat D,/ 700. - Langs het land van don heer Mr. D. J. C. van Lennep, onder Heemstede, is dit jaar een turn langs de ringvaart gesteld, naar aanleiding der overeenkomstaangegaan tusschen dien beer en de Meer-commissie achter dien tuin moet nu puin worden gestort. En voor meerder krooswerken langs de polderkaden (staat D)/150. In den laatsten tijd zijn door vele polderbesturen om den Haar lemmermeerpolder nieuwe reglementen ingevoerd, waarvan het gevolg is, dat een groot gedeelte der slooten, die anders van planten en vuil gezuiverd werdenook moeten worden ver- Opnemen van puin uit de Dijksgronden, zie staat E, ouU. Art. 3. In 1861 is het onderhoud der grindwegen aanbe- steed voor den tijd van drie jaren, eindigende de onderhouds- termyn ultimo December 1863. Het werk is aangenomen door G. Hoogendoorn voor 54095. In de maand Augustus ™e£ch,jnt ,de ,3e termijn of 3/i2 dor aannemingssom of t ii a i e maand Januarij 1863 moet worden be taald de 4o termijn of %2 der aannemingssom of/4507.9li. Behalve dit bedrag moet over 1862 nog worden gerekend op het onderhoud der grindwegen, die in 1860 zijn gemaakt, als de Vyfhuizerweg westzijde, de Hoofdweg van den Venneper dwarsweg tot den Spaarnwouder dwarsweg, en van den Lisser dwarsweg tot den Leeghwater, gezamenlijk lang 22420 ellen. Dit onderhoud vordert voor 1862 aan grind, volgens staat F, 448 kub. ellen grind ad/3.80 de kub. el of 1702.40 Het wordt wenschelijk geacht om het onderhoud der hier bovengenoemde wegen aan te besteden aan G. Hoogendoorn aannemer van het onderhoud der grindwegen. Art. 4. Hot onderhoud der ponten en roeibooten is dit jaar uitbesteed aan M. van Dijk te Warmond, voor den tijd van drie jaren voor 1794.— zie staat G. De nnderhoudster- myn emdigt den laatsten April 1864. In Mei 1862 moet worden betaald do 2e termijn of y12 der aannemingssom/149.50. In October 1862 moet worden betaald de 3e termijn of 3/10 der aannemingssom 448.50..— De roeiboot te Aalsmeer in ge- bruik by den brugwachter aldaar, moet geheel vernieuwd wor den, vvaarom een nieuwe eiken houten roeiboot moet worden aangescbaft 70. Mjl Het kroozen der vaarten en togten is hooger dan voor 1861 is toegestaan, ten gevolge van de nieuwe verordening op het kroozen der Iengtetogten en slooten, aangezien het kroo zen der Iengtetogten voor rekening van den polder geschiedt. Volgens staat H bedraagt het kroozen der vaarten en togten/1790. !?CLor-2Zen d^r slooten 'anSs de dwarswegen volgens staat I 4b3. i5. Opruimingen uit de Iengtetogten en slooten vol gens staat J 300. Het is wenschelijk dat deze post be houden blijve, omdat er in de togten somtijds opruimingen te doen zyn als van afgeschoven kanten enz. Art. 6a. Onderhoud der stoomwerktuigen. Leeqhwaler vol gens staat K 3220. Onder dezen post komt voor /600. voor net in elkander maken van drie nieuwe zuigers. On- langs is aan den aannemer Schretlen uitbesteed het in elkan der maken van vier zuigers tegen 170 per zuiger. Zijn de bovengenoemde zuigers in elkander gemaakt, alsdan zijn al de zuigers vernieuwd en hersteld. De schroefbouten om de pakkingringen van de lucbtpomp aan te zetten vereischen vernieuwd te worden, even als vier rollen aan de pompbalan- zen. Voor reserve balkleppen voor de hydraulique wordt/ 200 uitgetrokken; verder aanschaffing van benoodigdheden. De Cruquius volgens staat K 4255. Het deksel op de weste- lyke lucbtpomp moet vernieuwd worden, daar het gescheurd is. by de herstelling in 1862 zal het blijken of het hersteld kan worden, docli daarvoor moet geld aanwezig zijn. Men rekent twee nieuwe pompharten noodig te hebben, wanneer men in aanmerking neemt den toestand waarin de pompbarten waren by de herstelling van dit jaar. Men acht het nuttig er steeds een ot twee in voorraad te hebben, benevens vier zuigerarmen en twee hartkleppen. Het bl'ijft in het midden gelaten of bij de herstelling een oud of een nieuw stelsel zal worden gevolgd zoowel voor de pompharten als voor de zuigerarmen. Verder gewoon onderhoud, als schoonmaken van ketels, 600 voor roI"Q,en "mmerwerken enz. - Do Lijnden volgens staat K t ff J uegrooting voor 18cl is toegestaan het aan- Sa' ,Lvan eene nieewe evenwigtsklep voor het hydraulique au 400. Aangezien dit jaar de zitting voor de bestaande evenwigtsklep is uitgeboord, vermeent men eerst in het vol- gende jaar behoefte aan eene nieuwe te hebben. Verder wordt gerekend op het aanschaffen van twee reserve balkleppen voor hot hydraulique. Voor herstellingen aan de ketels/800 voor verdere zaken, als schoonmaken v3n ketels 400 enz Door do commissie benoemd tot onderzoek der begrooting voor de dienst van 1861, werd in haar rapport de wensch geuit, dat er eene meer strenge afscheiding van gewone en buiten- gewone uitgaven bij het opmaken van begrootingen plaats hebbe. Aan dien wensch is in zooverre voldaan, daar de voorgedragen artikelen vernieuwingen zijn van bestaande machinedeelen. Alieen valt hierbij nog op te merken, dat de pompharten aan den Cruquius op de begrooting zijn gebragt en het eerst bij het nazien van de pompharten in den zomer van 1862 blijken zal of zij noodig zijn. Art. 64. Ten einde een maatstaf te hebben, waarnaar de hoeveelheid steenkolen voor 1862 kan bepaald worden, zoo heeft men uit onderstaande label geraadpleegd: Betaalde prija per Mud. 0 Eng. Belg. Betaald. cent. cent. 82.05 82.49 72060.69 Tijd vak waarover Uren Verbruikte het verbruik werkiug. Mudden. loopt. 1857 5033^ 49100 87.10 79.49 71.94 28876.10£ 59338.08 55757.93 1858 4236" 45400 82.10 1859 7467^ 73400 74.— 1860 7691 f 83500 70.— gemiddeld van 1857 6107 02850 tot 1860. In aanmerking nemende de verbetering aan de stoomtuigen aangebragt, vermeent men met een verbruik van 55000 mud den 'sjaars to kunnen volstaan. Op 1 November 1861 zoude de voorraad (indien op dien dag al de bestelde kolen geleverd waren) bedragen 68300 mudden, als: aan den Leeghwater 16500, aan den Cruquius 25600, aan den Lijnden 26200 mudden. Op 1 Januarij 1861 was voorbanden 57000 mudden, rekent men op 1 Januarij 1863 weder 50000 mudden in voorraad te moeten hebben, zoo heeft men op 1 Jan. 1863 50000 mudden. In 1862 rekent men noodig te hebben 55000 105000 mudden. Op 1 January 1862 rekent men voorhanden te hebben50000 Alzoo aan te koopen55000 mudden. De prijs van een mud steenkolen stellende op 75 cents per mud, geeft voor 55000 mudden 41250.— Volgens bestek van do leverantie der steenkolen voor de dienst van 1861 op 1862, is naar aanleiding van art. 6 ingehouden van de leve- ranciers: A. van der Leeuw en Zn. en C°./1500.— B. H\ge- doorn en Zn. 1500.— G. Smit en C°. 200.— Smeermid- delen volgens staat L 3045. Art. 6c. Personeel aan de stoomtuigen volgens staat M. 11823.79, zijnde 710.79 meer dan in 1861 is toegestaan De tweede machinist Delhaas aan den Leeghwater wordt voor gedragen op 16 per week, zijnde hetzelfde tractement dat de machinist Umans geniet. De stoker le klasse Haverstroom aan den Cruquius is sedert eenigen tijd opgeleid om de machine te drijven, daar het ontbreken van reserve machinisten reeds meermalen tot ongerief in de dienst aanleiding heeft gegeven. Aangezien al de stokers vrije woning genieten, docli voor den stoker P. A. van Steenderen geene woning bescliikbaar is zoo wordt hem boven zijn tractement eene verhooging van f 1 's weeks toegekend. Arl. 8. Deze werken zijn voor den tijd van drie jaren aan- besteed aan L. Inpijn te Haarlem, voor de som van 11540- In Mei 1862 verschijnt de 2e termijn of Vj2 der aannemings som 961.67. In October 1862 verschijnt de 3e termijn of 3/j2 der aannemingssom/ 2885.— Voor eenige bijwerken z:e staat N. 504. HOOFDSTUK III. Art. 1. In 1860 is slechts uitgegeven 1621.71A, waarom de voorgestelde som voldoende wordt geacht. Art. 2. Aangezien de begrooting van het hoogheemraadschap van Rijnland voor de dienst van 1862 nog niet is vastgesteld zoo wordt bij raming de omslag van 1.75 volgens concept- begrooting uitgetrokken. Art. 4. In 1860 is aan polderlasten betaald/1831.614, een gevolg van de afkoopen wegens schuldpligtigheid der oude polderlanden. Zoo moeten in 1862 betaald worden aan den Vereenigden »roo- ten en kleinen polder onder Vijfhuizen over 21 B. 30 R. 30 El legen 37.50 per Bund, de 3e termijn, groot '/s van/798.86 159.77. Aan den Vijfhuizerpolder: afkoop over 7 B. 79 El tegen 45 per Bund, de 3e termijnV5 van/315.35/63 07. Aan den Rottepolder: afkoop over 29 B. 77 R. 74 El tegen 75 per Bund, de 2e termijn, van 2233.31 /UI6.654. Aan den Lisserbroekpolder: afkoop voor de 3e termijn, ]/5 van 787.43 157.434; en aan de overige polders, alwaar nog geen afkoopen hebben plaats gehad, wordt gesteld 1100. Art. 7. Wegens huur van grond van de gemeente Amsterdam, waarop de pontwachterswoning aan het Nieuwe Meer is ge- bouwd, volgens contract van 12 September 1845.— Over den aankoop van dit stukje grond is eene briefwisseling geopend met het gemeentebestuur van Amsterdam. Art. 8. Even als in 1861 is voorgedragen voor de bruggen enz. Brug te Halfweg: (besluit van Hoofd-ingelanden van 16 October 1856, n°. 5) 150. Brug te Zuid-Schalkwijk (besluit van Hoofd-lngel. van 16 October 1856, n». 5) 50. Brug aan de Fuikvaart(besluit van Hoofd-lngel. van 7 Maart 1860, n®. 4)/ 75. Pont van Offerman: (besluit van Hoofd- lngel. van 1 Augustus 1860, n°. 7) 50. Verbetering van den weg door den Lisserbroekpolder: (besluit van Hoofd-lngel van 2 Mei 1860, n°. 9) 25, alien voor den tijd van 10 jaren! HOOFDSTUK IV. Art. 1. De op den polder gevestigde schuld bedraagt/200000 en bestaat; 1®. in eene geldleening van 120000 a 44 pCt

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1861 | | pagina 5