15 - Openbare Slagtplaats te Amsterdam. De Burgemeester van Haaiieinmermeer De Burgemeester van Haarlemmermeer, De Burgemeester van Haarlemmermeer Houtrijk en Polanen. VEnMOO&ING, Is de Winter ook niet zod gestreng tende mest verkrijgt van veedat volop gevoed is en ruim boonen en lijnkoek heeft gehad, zoodat een voer van zulke mest zeker zooveel waard is als drie voer van vee enkel met stroo gevoederddan behoeft men er wel niet aan te twijfelen wat de beste rekening geeft. Hetgeen men echter vooral niet mag vergeten als men een betere kultunr wil invoeren dat isdat zij heel wat meer geld in de zaak noodig maakt, dan te voren het geval was. Wie daar niet om denkt zal spoedig vast raken en dan de schuld geven aan het invoeren van die nieuwigheden, terwijl dit toch alleen voortkomt uit zijn gebrek aan doorzigt. Een handelaar, die zijne za- ken uitbreidt, zonder vermeerdering van zijn kapitaal zal spoedig niet meer aan zijne verpligtingen kunnen voldoen en welligt fout gaanin den landbouw is het niet anders, en het invoeren van eene vruchtopvol- ging, waarbij men meer aan den grond geeft om er ook des te meer van te trekken, is niet anders dan eene uitbreiding van zijn zaken. De heer van der Breggen stelt ons in staat daarover te oordeelen. Op 1 November 1858 bestond het bedrijfskapitaal uit: 69 stuks groot hoornvee en 6 pinken 5603 47 schapen564 12 paarden en 4 jonge paarden ,,3100 31.5 bunders graan, a 200 de bunder. 6300 6.5 boonen200 16 bunders hooi 82,500 ned. pond, a 20 de 1000 pond1650 1 65.000 ned. pond mangelwortels a 4 de 1000 ned. pond660 340 mud wortels, a 0.40146 werktuigen en gereedschappen2250 uitgegeven daggeld,,2000 22473. Over 50 bunders bouwland verdeeld maakt dit on- geveer/450 voor elk bunder, en het komt ons voor dat deze berekening volgens vrij lage schatting is ge- schied, terwijl de vergrooting van gebouwen, welke door de uitbreiding van den veestapel noodig was hier nog niet bij in rekening is gebragt. Wij gelooven dat bij de oude wijze van kultuur, het kapitaal wel niet veel meer dan de helft van het hier opgegeven zal bedragen. Hier moet dus verzinnen voor het beginnen de leer zijn; men meene dus niet, dat het geld wel van zelf uit de meerdere opbrengst komt als men eens aan het verbeteren gaat; neen, men moet het vereischte geld voor de uitbreiding der zaak bepaald in kas hebben of op kunnen nemenanders al is men nog zoo knap landbouwer, zal die uitbreiding verlies in plaats van winst opleveren. Maar nog is er een leidsmandie men op den nieuwen, onbekenden weg van den verbeterden land bouw niet kan ontberenzonder veel gevaar om op een dwaalspoor te gerakendeze is het boekhouden. Boekhouden is niet bloot opschrijven wat men ont- vangt en uitgeeft; het is meer, het is het zieh naauw- keurig rekensehap geven van de geldelijke uitkomst van elk deel van het landbouwbedrijf. Ziet men daartoe geen kansdan is het een waagstuk om een geheel nieuwe wijze van kultuur in te voeren, want men mist dan den eenigen waren maatstaf om te zien of men op den goeden weg is en voor of achter- uitgaat, en geeft dikwerf den moed op juist op het oogenblik dat men de vruchten van zijnen arbeid zou gaan plukken. Men denkt wel dat men daartoe slechts goede oogen en een helder verstand noodig heeft, maar het boekhouden leert ons juist hoe dikwerf wij door de oppervlakkige waarneming worden bedrogen, en de oorzaken van winst of verlies veelal geheel andere zijn, dan die wij er voor aanzagen. De commissie berigt ons dat door den heer van der Breggen dan ook naauwkeurig wordt boek gehouden, volgens de wijze door den heer van den Bosch aanbevolen, en wij twijfelen niet of die boek- houding zal ook hem een veilige gids geweest zijn op de reis in het onbekende land. Zoo zien wij dus dat het invoeren van eene nieuwe wijze van landbouwen geen zoo eenvoudige zaak is dat de eene verbetering de andere noodzakelijk maakt en men dus wel moet overleggen eer men daarmede begint. Maar de uitkomsten kunnen ook zeer goed zijnen de woorden der commissiede rekening over 1858 sluit met een aanzienlijk batig slot", hoe- wel wij vernamen dat koolzaad en boonen volkomen misluktenzal dan ook wel de beste aanprijzing zijn. Maar dan ook verdient hij, die uit al de moeije- lijkheden en gevaren aan het invoeren van verbeterden landbouw verbondenzegevierend met een gunstig batig saldo te voorschijn mag tredenvoorzeker wel de onderscheidingdie hem aan velen ten voor- beeld stelt. Hoewel dus de heer van der Breggen voorzeker wel de eerste zal zijn om te wensehen, dat vooral de beide laatste jaren hem -de overwinning in den strijd door meerdere mededinging moeijelijker ware gemaakt, zoo zullen niettemin de lezers van het verslag ongetwijfeld gaarne betuigendat de herhaalde toekenning van den eersten prijs een welverdiende hulde is aan hem, die zulk een sprekend en leerrijk voorbeeld gegeven heeft voor welke aanzienlijke ver- beteringen onze landbouw nog vatbaar is. Wij hebben slechts enkele punten van het verslag aangeroerd en vele belangrijke bijzonderheden daar- van met stilzwijgen moeten voorbijgaan. Het bestuur der Koninklijke Landbouw-Vereeniging zou voorzeker loffelijk handelendoor het verslag voor zoo laag mogelijken prijs verkrijgbaar te stellen, en de ver- schillende maatschappijen en vereenigingen door de verspreiding daarvan onder de landbouwers zooveel mogelijk le bevorderen. Leeringen wekkenmaar voorbeelden trekken, zou hierbijhouden wij ons overtuigdten voile worden bewaarheid. De onderstaande circulaire is onlangs in Amsterdam rond gezonden en daarbij tevens de inschrijving voor deze onderneming opengesteld: In de meeste groote steden van Europa, als in Parijs, Weenen, Hamburg, Brussel, enz.bestaan Openbare SlagtplaaUenen de ondervinding aldaar op- gedaan, heeft de nuttige werking van dergelijke in- rigtingen zoowel op de gezondheid en reinheid eener groote stadals op de hoedanigheid en prijs van het vleesch aangetoond. Amsterdam is in dit opzigt nog bij andere steden ten achteren, en het is daarom dat de ondergetee- kenden zieh veroorloven hunne stadgenooten voor te stellen het noodige kapitaal bij een te brengen om de stad hunner inwoning de voordeelen aan eene Open- bare Slagtplaats verbondente doen deelachtig worden. Die voordeelen zijn, onder anderen 1°. Dat het drijven van vee door de stad zal vermin deren, daar de slagters niet langer zullen ge- noodzaakt zijn het door hen ter markt gekochte vee naar hunne winkels of slagtplaatsen te vervoeren, om het aldaar af te maken. 2°. Dat de particuliere slagtplaatsen der slagters allengs zullen verdwijnen omdat deze wel zullen moeten erkennen dat het voor hen voordeeliger is een gering slagtloon per stuk vee te betalen, dan eene eigene slagtplaats met kost- baar materieel en een groot aantal knechts voor het slagten benoodigd, te moeten aanhouden. 3°. Dat er vele vleescbneringen in het leven zullen worden geroepen, die om de beslommering aan eene eigene slagtplaats verbonden niet konden worden gevestigd en wier bestaan blijkens de ondervinding in andere steden opgedaan, van een groot nut voor de bevol- king is. 4°. Dat het stedelijk toezigt op de dengd- zaamheid van het vleesch zal worden vereenvoudigd en de waarborg voor de ingezetenen in dit opzigt vermeerderd. 5°. Dat het afval der geslagte bees- ten, zooals HuidenVet, Bloed, Pens en Mest, niet meer op versehillende plaatsen der stad zal behoeven te blijven en door schadelijke uitdampingen de ge zondheid benadeelenmaar aan het slagthuis zal kunnen verblijven en dadelijk tot nuttig gebruik worden aan- gewend. Bij de ophanden zijnde verplaatsing der veemarkt kan het tijdstip tot oprigting eener openbare slagtplaats niet anders dan gunstig genoemd worden, omdat het wensohelijk is, dat het slagthuis in de onmiddelijke nabijheid der veemarkt gelegen zij. De Kaad dezer stad heeft deze wenschelijkheid dan ook ingezien en hoofdzakelijk om deze reden bij zijn besluit van 26 Junij 1861, tot de inrigting van de nieuwe veemarkt, het terrein der stadsbelten verworpen en dat tusschen de Zeeburgerdijk en het Funen aangewezen, met be- paling dat de daar achter gelegen gronden voor eene te bouwen Openbare Slagtplaats zouden worden be- stemdterwijl de Kaad bij hetzelfde besluit Burge- meester en Wethouders heeft gemagtigd, met de on- dergeteekenden over de oprigting van eene Openbare Slagtplaats in onderhandeling te treden. Het benoodigd kapitaal tot oprigting van eene Openbare Slagtplaatsmet daaraan verbondene stallen, vetsmelterijenbloedfabriekenpenshuizen mestvaalt enz.voor de behoeften van Amsterdam ingerigtis door de ondergeteekenden begroot op eene somma van 200,000. Dit kapitaal zal echter niet reeds dadelijk voor de oprigting behoeven te worden aangewendomdat men met slechts weinige gebouwen een aanvang zal kunnen maken en met den aanbouw eerst voortgaanzoodra de behoefte aan meerdere lokaliteit zieh zal doen ge- voelen. Van daar dat in de concept-statuten eene percentsgewijze opvordering van het kapitaal is bepaald. De ondervinding in andere groote steden opgedaan heeft bewezen dat bij matig gesteld slagtloon, de voordeelen welke openbare slagtplaatsen opleveren niet onaanzienlijk zien, zoodat bij eene goede admi nistratis er allezins gegrond uitzigt op een billijk dividend voor de aandeelhouders bestaat. In Brussel waar het abattoir van stadswege uit eene daartoe opzettelijk geslotene leening is opgerigtis deze lee- ning in weinige jaren uit de opbrengst afgelost en werpt lhans aanzienlijke voordeelen af. De ondergeteekenden meenen dan ook in deze voor Amsterdam zoo zeer wenschelijke zaak niet alleen op de hun reeds geblekene medewerking van het stedelijk bestuur, maar ook op die hunner mede-ingezetenen te kunnen rekenen. Zij nemen de vrijheid u bij deze een extract uit de concept-statuten en een inschrij- vings-billet aan te bieden en hopen dat door ruime inschrijvingen het benoodigd kapitaal spoedig zal zijn bijeengebragt. Gerard II. Matthes, IIenrick S. van Lennep, F. A. Vriese, N. Kedeker Bisdom. brengt ter kennis der Ingezetenendat de NACHT- DIENST DER VELDWACHTEKS is aangevangen en verzoekt hen des gevraagd de noodige hulp en bijstand te verleenen en hunne zakboekjes af te teekenen. De Burgemeester voornoemd PABST. verzoekt de Ingezetenenom zoo digt mogelijk nabij hunne woningen, EENE BIJT open te houden, van ten minste ten el in liet vierkant. De Burgemeester voornoemd PABST. In overweging nemende, dat eenige Veldwachters van aangrenzende Gemeenten, bij zijne In gezetenen almanakkenrondbrengen en Nieutojaar wensehen Brengt ter kennisdat dit geschiedt tegen zijnen uitgedrukten toildaar zelfs zijne Veldwachters alleen de Almanak van de Eollandsche Maatschappij van Land bouw mogen bezorgenmaar geene Fooijen of Gift en aannemen dan door zijne tusschenkomst en dit aan de Rijksveldwachters ten strengsteis verboden. Hij verzoekt mitsdien zijne Ingezetenen de onbevoeg- den af te wijzente meer omdat zij als Veldwach ters van andere Gemeentengeene magt of toezigt in deze Gemeenle kunnen uitoefenen. De Burgemeester voornoemd PABST. als ten vorige jare, toch is, vooral ten gevolge van den ingevallen vorst, de nood bij vele behoeftigen reeds groot. Dit heeft degenendie zieh ten vorige jare tot eene Commissie voor buitengewone ondersteuning van armen vereenigd hebben, bewogen ook dit jaar hetzelfde liefdewerk op te vatten. Zij zullen dus van de ten vorige jare overgebleven gelden eene EERSTE UITDEELING houdenen zieh in den loop der vol- gende week tot hunne Mede-ingezetenen wendengelijk zij dit in den vorigen Winter dedenten einde tot verder hulpbetoon in staat gesteld te wordenin de hoop dat dit werk der liefde ruime ondersteu ning bij de Bewoners dezer Gemeente, en bovenal den Zegen Gods, moge ondervinden. Namens de voornoemde Commissie, Haarlemmermeer, L. TINHOLT. 21 Januarij 1862. op Dingsdag 4 Februarij 1862 des voormiddag ten 10 '/2 ure in het Logement het Huis ter Hartten overstaan van den Notaris C. J. G. DE BOOIJvan eene nette en goed onderhouden INBOEDEL als ook Gemaakt Goud- en Zilverwetrken helgeen ver der te koop zal worden aangeboden. Alles nage- laten door Mej. M. J. Stoffels weduwe van den Heer H. J. de Vries, in leven Makelaar aldaar. Maandag, 3 Februarij 1862, voor een ieder te zien van 10 tot 3 ure. Nader onderrigt is te bekomen bij den Makelaar J. RITSEMAte Haarlem.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1862 | | pagina 3