50 -
Landbouw.
leen zekere gedeelten dorpsgrondwelke voor de pu-
blieke dienst benoodigd zijn; wordende de voordragt.
behoudens die wijziging, goedgekeurdook wat be-
treft de in de voorwaarden van verkooping der dorps-
gronden te brengen veranderingen.
2°. Wordt overgegaan tot bepaling der plaatsen
waar de nog te maken brandspuiten zullen worden
geplaatst.
De Burgemeester aeht het het ▼erkieslijkstom al
de biandspuiten te plaatsen aan de hoofdvaart, en
wel bij elken dwarsweg een.
De leden er evenwel de woorkeur aan gevende,
om dezelve te plaatsen, daar waar de verschillende
scholen zijn of worden gebouwd, wordt dienovereen-
komstig besloten.
3°. Wordt in behandeling gebragt het maken van
de vier nog ontbrekende brandspuitenhuizenwelke
zaak eehter, op voorstel van het lid 'tHooft, no"
wordt aangehouden.
4°. Wordt besloten om Burgemeester en Wethou
ders te magtigen, om over te gaan tot de navolgende
bestedingen
a. het vcrplaatsen van de hulpschool, staande op
sectie E, kavel 16, naar den Bennebroekerweg bij
den Aalsmeerderweg
b. het maken der afsluiting en het gelijk maken
van het terrein bij de school op sectie DD, kavel 1,
en het maken van een dam in de wegsloot aldaar,'
een en ander overeenkomstig de overgelegde plans'
en begrooting van kosten.
5°. Wordt gelezen het verzoek van den gemeente-
ontvanger, dat, ter behoorlijke bewaring en verzeke-
ring der in kas zijnde gemeentegeldenvoor rekenino-
der gemeente worde aangeschaft eene brandkast; op
•welk verzoek Burgem. en Weth. gunstig adviseren
Met algemeene stemmen wordt besloten Bur°e-
meester en Wethonders te magtigenom eene brand
kast aan te schaffen, en de betaling aan te vragen
uit de onvoorziene uitgaven, dienst 1862.
6°. Op het verzoek van B. Labrijn, om te wor
den aangesteld als makelaar in roerende en onroe-
rende goederen, wordt gunstig beschikt.
7°. Het verzoek van G. Bax, om vermindering
van zijnen aanslag in den hoofdelijken omslag, dienst
1861, wordt afgewezen, als te laat ingediend.
8°. Door Burgemeester en Wethouders wordt, naar
aanleiding van de in de vorige vergadering gedane
toezegging, overgelegd een staat, aentoonende de
gedane bekeuringen in zake de belasting op het ge-
distilleerd enz.
Uit dien staat blijkt in hoofdzaak
Dat er sedert 1 Januarij 1860 zijn bekeurd 94
personen, uitmakende97 bekeuringen; daarvan zijn
vervolgd 78 bekeuringen, terwijl Burgemeester en
Wethouders aan 19 bekeuringen geen gevolg hebben
gegeven. Er zijn tot heden veroordeeld 61 perso
nen en 15 vrijgesproken. Van de veroordeelden heb
ben tot heden 32 personen de subsidiaire gevange-
nisstraf ondergaan. De opgelegde boeten bedra°-en
gezamenlijk 2486.68, waarvan door de veroordeel
den werd betaald 60. Er werd te zamen 90.48
door de bekeurden geconsigneerd, 94.36 we°-ens
vervolgingskosten terugbetaald en 44 is ontvano-en
wegens verkochte drankente zamen 278.84.
De door de gemeente betaalde vervolgingskosten
'oedragen 392.89 en aan premien is uitbetaald
497.33 /2te zamen 890.22/2 zoodat de 61
bekeuringen aan de gemeente gezamenlijk hebben "C
kost/ 611.38 y2.
De opbrengst der belasting was
over 1860 4418.37
18615066.26
1862 670.21
Het lid Knaap en andere leden verklaren, dat
de kosten van vervolging enz. hen niet tegenvallen,
en wordt het voorstel, om bedoelde opgaven aan te
nemen voor notificatie, algemeen goedgekeurd.
9°. Worden voor kennisgeving aangenomen de na
volgende ingekomen stukken
a. de Staatsbladen van 1862, n°. 23 tot 81.
b. de Provinciate Blcuden, van 1862 n°. 20 tot 25.
c. het IFeekblad van Haartemmermeern°. 9 tot 12
van 1862.
10°. Wordt vastgesteld een ter tafel overgelegd
concept-raadsbesluit, waarbij magtiging wordt verleend
tot het doen van af- en overschrijvingen op de be
grooting dienst 1861.
11°. Wordt op voorstel van den Voorzitter beslo
ten een adres aan Z. M. den Koning in te dienen
waarbij wordt ondersteund de aanvrage van het pol-
derbestuur, om subsidie voor het hardmaken van de
lengtewegen,
De vergadering wordt daarop gesloten.
Op de voorjaarsmarkt van Woensdag 2 April waren
aangevoerd: 45 runderen28 schapen, 2 paarden en
varkens; de handel was stug alhoewel goede prij-
zen werden bedongen. I'oor kalf-koeijen werd 120
tot 130 gemaakt, voor vetweiders 100 tot 120
gevraagd; tengevolge van het koude weder was de
opkomst van vee schraal.
Bij don Burgerlijken Stand zijn aangegoven
van 18 Maart tot 1 April 18G2.
GEBOREN: Cornelia, dochter van L. van der Helm en A.
Verby Josephus, zoon van R. de Lange, Johanna Ge-
sma, dochter van J. D. van Dijk en J. Zonneveld. Marce-
z°°,n. van D- Tan Wieringen en M. van Geemen. Cor
nells Adrian us, zoon van P. A. Vermeulen en M. Rijneveen.
Koenraad, zoon van J. Noorloos en E. van Wijk Hugo
ZnlffV"t °/BarX eD J\ de Bo0m- - Jakob' van G.'
Frankfort en G. Gravemaker. Jacob, zoon van B. Vis en
ill. Liefaard. Pieter, zoon van P. Neecke en J. Breede-
land. Janzoon van F. de Lange en T. Wiegman. Cor
nells, zoon van C. van Duuren. Martinus, zoon van P. de
Vries en J van Soest. Gerrit Johannes zoon van W. Schou-
ten en J. Rogge. Cath. Maria, dochter van A. Stokman en
Schoorl. Jakob, zoon van D. H. Heuvel en M. Zuider-
vaart. Petronelladochter van L. Elfering en S. v. d. Berg.
OVERLEDEN: Gloria, oud 7 jaren, dochter van P. Breet-
veldh Lena, oud 1 jaar, dochter van H. Goudriaan en N.
Griffeljoen. Willem van Loon, oud 56 jaren, gehuwd met
O. van Willigenburg. Lambertus, oud 10 weken, zoon van
A. van den Enden en S. M. Clement. Johanna de Groot,
oud 23 jaren, gehuwd met J. W. van Nicuwaal. Anthonie
Klootwyk oud 39 jaren gehuwd met J. van de Nieuwegiessen.
Karel Philippus, oud circa 2 jaren, zoon van F. A. de Wit.
Hendnka Cornelia, oud circa 6 jaren dochter van E. Bernaerds
en 4, vermeulen. Dirk van Leeuwen, oud 43 jaren, gehuwd
met M. Spring in 't Veld. - Jantje, oud 7 jaren, zoon van
A. Peetoom gQ x. Steen. Jacobus, oud bijua l£ jaar, zoon
van J. Wessels cn M. Terlie. Willem, oud 16 maanden
zoon van H. Tacoms en M. van der Hoek. Anna v. Leeu
wen, oud 25 jaren, geh. met H. Geerekink. Made oud
14 jaren, dochter van J. Meijer en M. Heere. Hugo oud
4 dagen, zoon van G. Bax en J. de Boom. Maartie Klop-
per, oud 40 jaren, geh. met A. Godvliet. Willem, oud
15 maanden, zoon van Hillelje van der Wal. Anthonie To
bias, oud 1J jaar, zoon van J. de Jong en M. van Atte
LEVENLOOS AANGEGEVEN: 1 Kind van B. Visser en
J. de Graaf.
ONDERTROUWD: Geene.
GEHUWD: Geene.
LANDBOUW-SCHEIKTTNDE.
Vervolg.)
De planten hebben behalve de gasvormige stoffen
nog voor hunnen groei noodig de stoffen, die bij
het verbranden als asch achterblijven en die men
daarom aschbestanddeelen of vuurvaste stoffen, of
ook wel naar hunnen aard minerale bestanddeelen
noemt. Zij zijn: zwavel, chloor, phosphorus, kalk,
magnesia, potaschsoda, kiezelaarde, ijzer en man-
gamum. De gewigtshoeveelheid van deze stoffen is
slechts geringzij bedraagt gewoonlijk slechts twee
tot vijf ten honderd van het geheele gewigt der ge-
droogde plant; die van elk der genoemde stoffen is
natuurlijk nog zooveel geringer; van enkele kan zelfs
de naauwkeurige scheikundige ontleding, die zoo
uiterst geringe hoeveelheden ontdekken kan slechts
de sporen aantoonenmaar niet de hoeveelheid be-
palen. Het is dus niet te verwonderendat men in
vioeger tijd weinig acht op deze bestanddeelen van
de plant sloeg en meende dat de meeste slechts toe-
vallig met het water werden opgenomenmaar voor
haren groei niet noodzakelijk waren. Naauwkeurige
proefnemingen hebben echter aangetoond dat men
luerin dwaalde, en doen zien dat elk der stoffen,
die men in de asch eener plant aantreft, voor hare
gezonde en krachtige ontwikkeling noodzakelijk is
en het ontbreken van slechts eene daarvan den groei
kan beletten. Men heeft dit ontdekt door verschil
lende planten te doen groeijen in kunstmatig bereiden
grond, waarin al de minerale stoffen, die de plant
in hare asch bevattevoorhanden waren, behalve
eene. Zoo vond men b, v. voor haverdat zonder
kiezelaarde de plantjes geheel slap en bleek waren
en zich niet overeind konden houden zonder kalk
stierven zij reeds bij de ontwikkeling van het tweede
bladzonder potasch eii soda werden zij slechts drie
duim lang; zonder magnesia bleven zij zwak en naar
den grond gebogenzonder phosphorzuur zeer zwak
maar regt omhoog en natuurlijk groeijend; zonder
zwavelzuur nog zwakker, zij bloeiden daarbij, maar
gaven geen zaadzonder ijzer bleven zij bleek en
krachteloos, maar verder natuurlijk gevormd; zonder
manganium groeiden zij wel goed en bloeiden ook
maar waren niet krachtig. Waren echter al deze
stoffen en in de vereischte hoeveelheid voorhanden,
dan groeiden de planten goed en gaven ook volkomen
zaad, hoewel die kunstraatige grond niets anders dan
deze stoffen bevatte, van hetgeen lot voeding der
plant kan strekkenen deze slechts met gedestilleerd
water begoten werd, zoodat zij hierbij de gasvormiVe
stoffen uitsluitend uit de lucht opnamen.
Maar niet alleen voor de planten zijn de genoemde
s o en noodzakelijk zij zijn het eveneens voor
het dierlijk ligchaamdat met die planten gevoed
wordt. In het menschelijk en dierlijk ligchaam zijn
al de genoemde stoffen eveneens voorhandende
beenderen bestaan uit phosphorzuur en kalk in het
vmdt men ijzer en keukenzout (eene verbindin"
van chloor met soda) enz.; alleen het kiezelzuur"
dat een hoofdbestanddeel van de asch der meeste
planten vormtis voor het dierlijk ligchaam niet
noodig, maar wordt daar weder terstond uit verwij-
derd Ook het dierlijk ligchaam kan geen enkele
van die stoffen missen het gebrek daaraan veroor-
zaakt zwakte en ziekte, en weldra den dood. Zoo
is b. v. het keukenzout daarvoor hoogst noodio-; die-
ren die men voedsel gaf en met water drer.kte waarin
dit met voorhanden was, stierven binnen korten tijd.
erschillende ziekten en vooral zwakte hebben tot
oorzaak eene te geringe hoeveelheid ijzer in het bloed,
waarom men daarvoor als geneesmiddel staal op
verschillende wijzen bereid, geeft. Is er niet genoe-
phosphorzure kalk in het voedsel, dan blijven de
beenderen voos en worden zeer brosmen heeft daar
om in den laatsten tijd aan varkens met goed gevoH
beenderenmeel onder het voedsel gemengdgegeven°
als dit daarvan niet genoeg bevatte.
Uit een dubbel oogpuut zijn deze stoffen dus bij
den landbouw van groot gewigt. Het zijn echter
gelijk gezegdbijna alle vuurvaste stoffen; slechts
enkele, zoo als het chloor, in onverbonden toestaiul
a'tijd, de zwavel en phosphor, in sommige verbin-
dingenzijn gasvormig, doch maken toch geen «e-
woon bestanddeel van de lucht uit. Zij kunnen der-
halve door de planten alleen uit den bouwgrond
worden opgenomen. Zal deze alzoo voor den planten-
groei geschikt zijn, dan moet hij al die stoffen in
genoegzame hoeveelheid en in eenen vorm, waarin
zij door de planten kunnen worden opgenomenbe-
vatten. Sommige gronden, zoo als b.v. de pas uit
zee ingedijkte gronden, zijn daaraan zeer rijk; andere
daarentegenzoo als b.v. de zandgrond, de veen-
grond, niet; enkele van die stoffen ontbreken daaraan
nagenoeg geheelterwijl de voorraad van andere
slechts gering is. Door de kultuur wordt echter
j'aarlijks eene groote hoeveelheid van die stoffen aan
den grond ontnomen, welke daaraan slechts ten
deele door de mest, die men op het land brengt,
worden teruggegeven. Men verkoopt toch jaarlijks
van elke boerderij groote hoeveelheden graan, vee,
kaas enz. en al de minerale stoffendie daarin
voorhanden zijn, gaan voor den grond verloren
wanneer men althans geen andere mest gebruikt|
dan die op de boerderij verkregen wordt van het vee'
dat met het voeder, op eigen grond geteeldgevoed
wordt. Elke grond wordt op die wijze langzamerhand
armer aan deze stoffen; is de hoeveelheid groot, dan
gaat dit uiterst langzaam; zoo zijn er b.v. kleipolders
waar men sedert eene reeks van jaren, soms tot
eene eeuw toerijke oogsten heeft verkregenzonder
dat het land in al dien tijd bemest werd, maar dit
zijn ook groote uitzonderingen. De gewone gronden
zouden reeds lang zijn uitgeputzoo men niet op'
verschillende wijzen die stoffen daaraan terug gaf;
over het algemeen kan men echter niet zeggen dat
in Nederland van de verschillende bulpmidd^en daar-
toe een ruim gebruik wordt gemaakt; zoo dit ge-
schiedde zou men in den regel veel rijker oogsten
kunnen verkrijgen dan thans het geval is, en het
mislukken van vele gewassenwaarvan men te dik-
werf het ongunstige weder de schuld geeft, is daar
van veelal het gevolg. Wanneer toch enkele van die
stoffen niet meer in genoegzame hoeveelheid aanwezig
zijn wordt daardoor niet terstond de groei geheel belet"
maar de planten zijn minder krachtig; de bladont-
wikkeling is dikwijls nog goedmaar men verkrijgt
vveinig of geen volkomen en zwaar zaad; de planten
zijn slappervan daar het vroegtijdig gaan liggen
van het graanzij worden gevoeliger voor het on-
gunstig weder; en wat de weilanden betreft, voor
het oog ziet men weinig verschil, maar het gras is
minder voedzaam; men houdt hetzelfde aantal koeijen,
maar de opbrengst aan zuivel wordt jaarlijks minder
en men klaagt dat het jonge vee niet meer zoo goed
groeijen wil of het vee niet zoo spoedig vet wordt.
Door dat de opbrengst van het eene jaar tot het
ander veel verschilt, naarmate het weder gunstig of
ongunstig wasmerkt men dat zoo niet op maar
als men de gemiddelde opbrengst van elk tiental
jaren by voorbeeld naauwkeurig kon vergelijken, dan