01 -
Haarlemmermeer.
Haarlemmermeer-Polder.
KEURING VAN PAARDEN
OPMERKIN GEN
wijl zij niet door het water uit liet Oosterkwartier
zouden worden bezwaard.
Over dit ontwerp werd in eene vereenigde verga
dering, den 1 Junij 1861, beraadslaagd en het besluit
genomen, om aan het Eijk en de provincie adressen
te rigten tot het verbrijgen van subsidien, en aan
het hoogheemraadschap van Schieland voorstellen te
doen tot het verstrekken van bijdragen en om, indien
dit met een gunstigen uitslag geschiedde, tot de uit-
voering over te gaan.
Aan het eerste gedeelte van dit besluit is gevolg
gegeven en zijn aan den Koning en de Provinciale
Staten rekwesten tot subsidie ingediendterwijl tot
het verstrekken van bijdragen door de polders in
Schieland, die op den gemeenen Schieboezem uit-
malenalsmede door de gemeenten Botterdam en
Schiedamvoor zooveel die door deze verbetering
zouden worden gebaat, onderhandelingen zijn geopend.
Omtrent beide heeft op dit oogenblik nog geen
eindbeslissing plaats gehad.
Bij de verkiezing van hoofdingelanden en plaats-
vervangers in Delfland, den 2 April 1862, zijn in het
4d° districtMaasland
uitgebragt 515 stemmen, en is herbenoemd mr. M.
van Eossen Hoogendijk, met 327 stemmen,
tot hoofdingelanden herbenoemd Jacob Doel-
man, met 275 stemmen, tot plaatsvervanger.
En zijn in het
5de district, sGravenhage
uitgebragt 358 stemmen, en is herbenoemd jhr. mr.
J. H. Caan van Neck, met 335 stemmen, tot
hoofdingeland. De heeren C. Maas Geesteranus
heeft 144 en W. Jochems 25 stemmen verkregen,
zoodat eene herstemming voor een plaatsvervanger
op den 16 April 1862 zal plaats hebben.
Op den 29 Maart 1862 is door de vereenigde
vergadering van Delfland aangenomen de begrooting
voor 1862/63 zoo als die door dijkgraaf en hoog-
heemraden den 6 dier maand was vastgesteld. [Zie
Weeldlad van 21 Maart.)
I I1
Op den derden Dingsdag der maand Julij (15 Julij)
zal, ingevolge missive van den minister van binnen-
landsche zaken, overeenkomstig art. 7 der gemeente-
wet, de verkiezing geschieden voor leden van sommige
gemeenteradenvoor zoover hun getal, uithoofde van
de laatste volkstellingmoet worden uitgebreid.
Volgens art 4 der gemeentewet bestaat de raad in
gemeenten van 6001 tot 10,000 zielen uit 13 leden.
De gemeente Haarlemmermeerdie tot deze categorie
behoort, heeft thans nog slechts een raad, als in
gemeenten van beneden de 3000 zielen. Het aantal
raadsleden, thans 7, zal dus vveldra, overeenkomstig
de behoefte der uitgestrekte gemeente tot 13 leden
worden uitgebreid en derhalve bijna verdubbeld.
Men verneemt door verschillende berigtendat het
koolzaad van den wintervorst en vooral van de laatste
voorjaarskoude veel geleden heeft en grootendeels of
in den top bevroren is. Ook in Haarlemmermeer is
dit op verscheidene plaatsen het geval. Eene uitzon-
dering daarop maakt een prachtig stuk koolzaad, in
sectie A, op grond in pacht bij den heer Geert-
s e m a. De uitmuntende stand is echter voorzeker
ook geheel aan de zorgvuldige behandeling toe te
schrijven. Het is op rijen gezaaid, en in het najaar
eenige malen aangeaard en zorgvuldig schoon gehou-
denzoodat men er thans ook geen enkele onkruid-
plant in bespeurt.
Een ruirae stand van het gewas en het aanaarden
voor den winter, geeft de beste beveiliging voor het
bevriezen. Niettemin is het op rijen zaaijen van het
koolzaad, vooral in deze provincien eene uitzonde-
ringwaardoor dan ook dikwerf in het voorjaar de
ploeg in het land moet gezet worden. De koolzaad-
bouwers, die nog niet van het nut van den rijen*
bouw en het aanaarden van het koolzaad voor den
winter overtuigd zijn, wordt het zeer aanbevolen dit
koolzaadveld eens te gaan opnemen. Ongetwijfeld
zullen zij een ander jaar dit goede voorbeeld volgen.
Bij een zeer gemotiveerd arrest heeft het provinciaal
geregtshof van Noord-Holland bevestigd het vonnis
der arrond.-regtbank te Haarlem, waarbij aan Mw.
de wed. Pringle hare vordering tegen den Staat
der Nederlanden is ontzegd betrekkelijk beweerd
tiendregt op gronden in de Haarlemmermeer gelegen.
IN
Haarlemmermeer.
De gehouden keuring van jonge paarden te Haar
lemmermeer mag ongetwijfeld geacht worden met een
uitmuntenden uitslag bekroond te zijnwanneer men
afgaan wil op de groote opkomst van belangstellen-
den, die de vele ingezonden, deugdelijke paarden
met genoegen beschouwd hebben. Daar het mijn
wensch is een wenschwelke ik zekerlijk met
velen deel dat de nu aan den dag gelegde belang-
stelling ook bij volgende keuringen weder blijkbaar
worde, meen ik het volgende op te mogen merken
De paardenwelke tegenwoordig al meer en meer
in den handel gezocht worden, zijn de zoogenaamde
getrokkene paarden, derhalve die welke gefokt zijn
van inlandsche merrien en uitheemsche hengsten. Om
een goed dergelijk veulen te verkrijgen, dient men
zoowel op de merrie, als op den hengst te letten
en daarom acht ik het van het grootste belangdat
onze inlandsche paarden niet geheel en al weggecij-
ferd worden, hetgeen bij de uitloving van prijzen
voor de meeste waarde hebbende paarden voorzeker
het geval moet zijn. Weshalve ik geloof als mijne
bescheiden meening voor te mogen dragen, dat men
bij volgende keuringen niet alleen acht geve op de
meeste waarde hebbendedat zijn de getrokkene
paardenmaar ook en vooral op de inlandsche paar
den, waarvan de eerstgenoemde komen moeten. Naar
mijn inzien zoude men de moeijelijkheid kunnen
voorkomenwanneer men in het vervolg en een prijs
uitloofde voor de beste getrokkene, en een prijs
voor de beste inlandsche paarden; dit zou de am-
bitie van de onderscheidene aanfokkers opwekken en
ongetwijfeld veel toebrengen tot de verkrijging van
een goed soort paarden.
P. J. Ott de Vries.
TFij voldoen gaarne aan liet verzoek van den heer
C. van D o r t tot mededeeling van zijn volgend berigtt
Op den 28sten Maart j. 1. toen wij 's morgens in
de stal kwamen was er eene koe bezig met kalven.
Spoedig ontdekte ik, dat dit zonder hulp van een
veearts niet zou gaan; ik stuurde daarom om A.
Oudejans aan het Kruisdorp. Deze kivam en kon
de koe niet anders verlossen, dan door het kalf te
ontleden. Terwijl hij hiermede bezig was, begon eene
andere koe te kalven, die dezelfde hulp noodig had
en ook dit kalf moest worden ontleed. Kort daarop
werpt de koe, welke het eerst verlost wasde draag-
zak uit. Ook dit werd door Oudejans goed teregt
gebragt, en heden, 2 April, zijn de beide koeijen
goed gezond.
Ds. Tinholt heeft Donderdag 27 Maart in de
vergadering van de Nederlandsche Vereeniging tot af-
schafjing van sterken drank, te Amsterdam, de spreek-
beurt vervuld. Door mededeelingen uit het zeemans-
leven van een zijner vrienden, die als kapitein ter
zee vaarttrachtte hij den sterken drank te doen
kennen als den gevaarlijksten vijand voor schip en
lading, voor matroos en passagier.
Bij den Burgerlijken Stand zijn aangegeven:
van 1 tot 8 April 1862.
GEBOREN Jacobuszoon van J. Siewerts en M. C. Schel-
haas. Souwtje dochter van A. Kikkert en G. van Ilert.
Hendrikus, zoon van M. de Jong en C. Schouw. Anna,
dochter van H. Wassenberg en M. Blom. Govertzoon van
A. Goossens en H. de Bruin. Cornelis Fredrikzoon van
A. Tanis en D. A. Blaak. Saradochter van W. A. Zorge
en A. Bogerd. Dirk, zoon van Maria van Deurzen. Jo
hannes Fredrikzoon van M. Resting en M. Rip. Leendert,
zoon van K. Roth en N. D. Brave. Annigjedochter van
II. de Gier en E. Zuidam. Cornelis, zoon van G. Roest en
J. Less. Arie zoon van A. Stout en J. Vroomans.
OVERLEDENArie, oud ruim 1 jaar, zoon van A. Lou-
wen en M. Groen. Jan, oud 5 dagen zoon van F. de Lange
en T. Wiegman. Anna Blank, oud 88 jaren, gehuwd met
F. Kroes. Gerrit Frankfort, oud 39 jaren, gehuwd met G.
Gravenmaker. - Aaltje, oud 8 jaren, dochter van J. Verweij
en G. van Dijk.
ONDERTROUWD: J. W. Verhoeve met G. de Bruin. P.
Standaart met W. van de Roomer. - J. Ileus met J. IV. E.
van Kastrop.
GEHUWD: Geene.
OMTRENT
de peilen, opgenomen in den Krommen togt,
van 27 Augustus tot 13 November 1861.
Het peil luilen beteekent beneden den dam, aan
de peilschaal naast den dam.
Het peil aan den Lgnden is overgenomen uit de
opgaven van den polder.
Het peil Spaarnwouder togt is dat, genomen onder
de brug in den Sloterweg over dien togt.
Het peil wed is geplaatst vlak aan het paarden-
wed van de Badhoeve.
Het peil binnen beteekent boven den dam aan de
peilschaal geplaatst onder de brug in den Sloterweg.
Van 27 Augustus tot 15 September bleef de dam
geslotende hevel open en het water binnen den dam
nam desniettegenstaande niet toe, maar af van 4.51
op 4.53.
Ook in den polder nam het af van 4.68 tot 4.70.
Er was in dien tijd verschil in hoogte aan de peilen
in den Krommen togt en den Lyndenwaarschijnlijk
ontstaan door opwaaijing of kroosdammen; of ver-
keerde stelling der peilschalen.
De regengevallen op de palmvolgens waar-
neming Lynden op 1416 September, doet den hevel
sluiten en het water achter den dam verhoogen van
4.53 tot 4.44 (wanneer de dam overliep), dus 9 duim.
In dien tijd was het water in den polder geklom-
men van 4.72 tot 4.59, dus 13 duim, althans vol
gens peiling aan den Krommen togt, die echter ver-
schilt met den Lynden.
Op 19 September wordt de duiker geopend (aan
den Spaarnwouder dwarsweg) en het water valt in drie
dagen van 4.42 op 4.58, waarom de duiker weder
gesloten wordt.
Echter rijst nu toch het water weder binnen drie
dagen van 4.46 tot 4.42 (hetgeen toe te schrijven
is aan het verhang door waterplanten)waarom de
duiker weder geopend wordt.
Er valt regen en de duiker kan niet meer alles
verzwelgener moet een schotbalk worden afgenomen
van den dam, daar anders het water te veel zoude
wassen in n°. X, en nu strijkt het water dus niet
meer op 4.44, maar op 4.49.
Om die reden wordt nu een tweede duiker geopend
in den Spaarnwouderwegmet kleine dammenom
alleen het water van n°. X te laten wegloopen; dit
geschiedt met goed gevolg.
Bij den aanhoudenden regen en den aandrang van
het water schiet nu op 29 en 30 September eene
menigte kroos en waterplanten naar den dam en be-
let het stortebed te loopen.
Deze kroosdam wordt met veel moeite weggeruimd.
Op 30 October is al het water bij den hevel weg-
geloopen en wordt die geopend gedurende 8 uren,
zoodat echter daarvan geen water kan komen tot de
peilschalen, daar het slechts in een bovenvak blijft,
het rijzen van het water bij de peilschaal is dan nu
ook toe te schrijven aan het sluiten van den duiker
en de toevloeijing door de waterplanten.
Dit hevelwater is bij sterke droogte voldoende ge
durende 5 dagenwanneer de hevel weder geopend
wordt gedurende 11 urenook nu blijft alles in het
bovenvak. Om de droogte wordt nu de duiker ge
sloten, daar het water 4.70 binnen te laag wordt.
Het klimt nu langzaam achter den damdoor de
uitzakking van het landzonder dat de hevel loopt.
Er is door opwaaijing en toezakking nu steeds ver
schil in den kleinen afstand tusschen het wed aan de
Badhoeve en de notering aan den damzoodat Meruit
blijkt dat het peil zeer gevoelig is en eene kleine
hoeveelheid water voldoende is om verschil op de
schaal aan te duiden en zelfs het verhang te doen
opmerken.
Het openen van den hevel op 23/24 October heeft
weder geen invloed op den binnen-waterstand (blijft
4.58).
Het hevelwater is weder voldoende voor 4 dagen,
wanneer de opening ook weder geen verschil op het
water aan de peilschaal te weeg brengt.
Bij den regen van 8 November wordt de duiker
geopend en strijkt het stortebed.
Door de werking des duikers duurt dit strijken
slechts een dag en het water valt achter den dam.
Op 14 November bij den Z. W. storm doet zich
het volgende verschijnsel voor: Het water stort uit
den polder over den dam in het afgesloten gedeelte
(den verkeerden weg op) een gevolg der opwaaijing
en het ontbreken van het malen van den Lynden
iets wat bij een peil van 4.36 Spaarnwouder togt,
volgens het aangenomen reglementhad moeten ge
schieden, doch niet is gebeurd, daar dit niet lag in
de instructie van den opzigter aan den Lynden.
Maar nu zoude, volgens het peil in Spaarnwouder
togt, het water zijn 4.36, buiten in Krommen togt
4.39, dus in Spaarnwouder togt 3 duim hooger; en
echter bleef de duiker loopen; dit is onmogelijk en
doet denken aan verkeerd stellen der peilschalen in