1
I
- 78 -
Haarlemmermeer-Polder.
Rijn land.
Versehiliende Polders.
Hollandsche Maatschappij van Landbouw.
bouden, uithoofde de heer Schoolopziener zijn ge-
voelen omtrent de aan den Eaad te doene voordragt
nog niet heeft kenbaar gemaakt.
7°. Gelezen bet verzoek van J. Hogenbirk,
ambtenaar aan het kantoor voor de plaatselijke belas-
tingen bij den lijnden, verzoekende tegen 1 Mei 1862
uit die bqtrekking te worden ontslagen.
Is besloten gemeld verzoek alsnog aan te liouden.
8°. Aan de orde is de benoeming van een ambte
naar aan het kantoor voor de plaatselijke belastingen
bij den Lijnden.
Aan de vergadering worden medegedeeld de ten
getale van 19 ingekomen sollicitatien.
Wordt besloten a. de benoeming uit te stellen tot
eene volgende vergadering, en van Burgemeester en
Wethouders eene voordragt van drie personen te vra-
genb. den tegenwoordigen ambtenaar J. Ho
genbirk te trackten te bewegenom die betrek-
king nog gedurende eene maand waar te nemenen
bij weigeringBurgemeester en Welhouders te mag-
tigen om voorloopig in de dienst te voorzien.
9°. Gelezen een adres van J. Braakman, be-
zwaren inkoudende tegen zijnen aanslag in den hoof-
delijken omslagdienst 1S61.
Aangezien de tijd tot het indienen van reclames
reeds lang is verstreken, wordt op gemeld adres
afwijzend beschikt.
10°. Gelijk besluit wordt genomen op het adres
van J. van Weelden, mede bczwaren inhoudende
tegen zijnen aanslag in den hoofdelijken omslag,
dienst 1861.
11°. Op het adres van Gijs Brienen, bezwa-
ren inkoudende tegen zijnen aanslag in de honden-
belasting, dienst 1861, wordt om dezelfde redenen
als boven afwijzend beschikt.
12°. Evenzoo wordt afwijzend beschikt op het
adres van P. G. Dekker, mede bezwaren inkou
dende tegen zijnen aanslag in de hondenbelasting,
dienst 1861, op dezelfde gronden.
13°. Wordt gelezen een verzoek van J. Schou-
ten Az., afschrijving vragende op zijnen aanslag in
den hoofdeiijke omslag, dienst 1861, uithoofde hij
van 1 November 1S61 tot 1 Maart 1862 niet in
deze gemeente is woonachtig geweest,
De voorzitter zegt, dat Sell ou ten hem in der
tijd, mondeling kennis heeft gegevendat hij de
gemeente verliet, dat dus, overeenkomstig de gemeen-
tewet, afschrijving behoort te worden verleend, en
stelt voor om aan J. Sell out en Az. afschrijving
op zijnen aanslag in den hoofdelijken omslag, dienst
1861, te verleenen voor 2/i2 gedeelteu.
Het lid 't Hooft meent, dat indien Schouten
den lslen November 1861 is vertrokkenhij dan in
elk geval slechts afschrijving kan krijgen voor een
maand, omdat gedeelten van maandendie men in
de gemeente verblijft, voor geheele worden gerekend
maar hij is er tegen, om de afschrijving te verlee
nen, iudien het niet blijkt, dat Schouten op het
bevolkingregister bekend staatals uit de gemeente
te zijn vertrokken
Ook de andere leden verklaren zich in gelijken zin
De voorzitter zegt dat naar zijn inzien, de afschrij
ving in het bevolkingregister geen noodzakelijk vcr-
eischte isen hij de hem gedane kennisgeving vol-
doende acht, indien de requirant die twee maanden
elders heeft vertoefd, wanrvan hij overtuigd is daar
die heer bepaald deze winter in Haarlem is verbleven.
Het voorstel van den voorzitter, om de gevraagde
afschrijving te verleenenwordt daarop in stemming
gebragt en met 6 tegen 1 stem verworpenvoor
stemden het lid Klapwijk, tegen de leden Koot,
Verploegh, van Yuuren, van Eijn.'t Hooft
en K n a a p.
Het lid Verploegh stelt alsnu voor, omwan-
neer Schouten aanloont, dat door hem te Haar
lem in 1861 hoofdelijken omslag is betaald, hem
dan afschrijving op zijnen aanslag in deze gemeente
te verleenenen zoo nietdat dan de afschrijving
zal worden geweigerd.
De voorzitter merkt nog aandat de gronden
waarop afschrijving zou worden verleendonwettig
zouden zijn.
Het lid 't Hooft voert nog aan, dat het het
wettigst zou zijn, de afschrijving te verleenen, als
Schouten van het bevolkingregister is geroijeerd,
in welk geval hij in dit jaar ook geen kiezer zou
kunnen zijn, doch indien zulks niet blijkt, dan de
afschrijving te weigeren.
Het voorstel van het lid Verploegh wordt daar
op in stemming gebragt, en met 6 stemmen tegen 1
aangenomen.Voor stemden de leden Verp loegh
van Rijn, Klapwijk, van Vuuren, 't Hooft
■en K n a a p. Te&enhet lid K 0 01.
Dien ten gevolge zal de heer Schouten worden
aangeschrevenom het verlangde bewijs te leveren.
14°. Worden voor kennisgeving aangenomen
a. het Weekblad van Haarlemmermeern°. 13 tot
16 jaargang 1862
b. de Slaatsbladen n°. 32 tot 36, jaargang 1862
c. de Provinciate bladen n°. 26 en 27 van 1862;
d. eene missive van heeren Gedeputeerde Staten
houdende berigt, dat het Eaadsbesluit dd. 27 Eebr.
1.1.waarbij het getal scholen op 7 is bepaaldis
aansenomen voor kennisgeving.
o C
De vergadering is daarop gesloten.
Bij den Burgerlijken Stand zijn aangegeven:
van 22 tot 29 April 1802.
GEBOREN "Willem zoon van B. Brand en A. Langeveld.
Hendrikadochter van Aartje de Bade. Jan Pieter, zoon
van D. Bok en A. Krielluar. Janna Clazina, dochter van
H. Koekkoek en T. Breedijk. Cornelia, dochter van D. Kroon
en C van den Bosch. Wilhelmina dochter van II. Schip
pers en A. Smits.
OVERLEDENMaria, oud 10 maanden, dochter van H.
Geerekink en J. van Leeuwen. Jansje de Jong, oud 51 ja-
ren gehuwd met J. van der Lee. - Adriaan oud 3 maan
den zoon van Antonia Damen.
LEVENLOOS AANGEGEVEN: 1 Kind van J. Kool en C Vuik.
ONDERTROUWD L. Speelmans met C. van Bavel. A.
de Graaf met M. G Crone.
GEMUW'D A. Rodrigo met J. C. R. Goddeine. F. Maes
met J. Verheul. F. C. Bulk met A. Bulk.
De heer W. C. Dansdorp heeft zijn ontslag uit
de dienst van den Polder aangevraagdter zake van
zijne benoeming tot hoofd-opzigter bij den Waterstaat,
in welke kwaliteit hem het toezigt over de werken
voor het Kanaal door Zuid-Beveland is opgedragen.
Den 20sten April j.l. heeft de verpachting plaats
gehad van het grasgewas langs de zes dwarswegen
voor den tijd van cen jaar, eindigende ult°. Decem
ber 1862, uitsluitend om te hooijen in 52 percee-
len. Het is geveild geworden voor 670,25ter-
wijl het in het vorige jaar slechts f 289 opbragt.
Op Zaturdag den 3den Mei 1862, des voormid-
dags ten 10J ure, zal eene vereenigde vergadering
worden gehoudenter behandeling van
1°. Instnllatie van de nieuwe leden.
2°. Voortzetting van het voorstel betrekkelijk de
ambachten.
3°. Voorstel omtrent het toestaan van sehadeloos-
stelling aan gewezen beambten van de Spaarndam-
sche sluizen.
Dingsdag 22 April des morgens ten half negen
ure, werd te Delft op de gemeentebegraafplaats, ter
aarde besteld het stoffelijk overschot van den heer
Jacob Landmeter. Hij mogt het voorregt smaken
den hoogen ouderdom van bijna 97 jaren te berei-
ken, en mogt zich, tot voor weinig tijds, verheugen
in het bezit van een gezond en krachtig ligchaam.
Gedurende 65 jaren was hij, als ambtenaar bij het
Hoogheemraadschap van Delfland, ijverig werkzaam
en getuige van de vele wisselingen die ook dat col-
legie troffenvooral in een tijdperk (17921811)
waarin zoovele instellingen in ons vaderland op hare
grondvesten werden geschokt. Bij al dien omkeer
en bij al dien strijdbleef hij echter steeds de man,
die met naauwgezetheid zijne betrekking waarnam
en die, zonder, tot elken prijs, van de omstandig-
heden gebruik te willen maken tot eigen verheffing,
in de allereerste plaats vroeg, wat eer en pligt hem
voorschreven. Een helder hoofd, een rigtig oordeel
eene rijke ondervinding en een stalen geheugen
moesten hem wel tot veler vraagbaak makenvooral
omdat hij met de meeste bereidwilligheid en heusch-
heid altijd gereed was anderen met den schat zijner
ervaring ten dienste te staan. Hij genoot dan ook
in ruime mate de achting van alien die hem kenden
en zoowel zij, die bij het Hoogheemraadschap boven
hem in rang waren geplaatst, als zij die daarbij in
minderen rang werkzaam waren, gaven hem steeds
de meest ondubbelzinnige blijken van vriendschap en
genegenheid. Bij zijne ter aardebestelling waren de
ambtenaren van Delfland op de begraafplaats tegen-
woordig, om den ontslapene, ofschoon hij sedert
1857 geene function meer bij het Hoogheemraadschap
bekleedde, nogtans de laatste eer te helpen bewijzen.
DelftscJie Cour
In de den 23sten April gehouden vergadering der
afdeeling Stolen werdennadat de huishoudelijke aan-
gelegenheden waren afgehandeld, nog de navolgende
punten besproken
1°. Een voorstel van het geachte lid Mr. J. P.
Amersfoordt, dat de afdeeling aan het hoofdbe-
stuur bescheidelijk verzoekeom op de aanstaande
algemeene vergadering te 's Hage de gemeente Sloten
voor te dragenals plaats voor het liouden der
algemeene vergadering en tentoonstelling in 1863.
De heer Amersfoordt licht zijn voorstel toe met
te zeggen, dat naar zijne bescheidene meening de
tentoonstellingen van landbouw-voorwerpenin de
eerste plaats op het platte landwaar toch de land
bouw uitsluitend beoefend wordt, te huis behooren,
en daar nu de afdeeling Sloten tot de oudste afdee-
lingen behoort, rust ook op haar de verpligting om' te
trachten het platte land deswege voor te dragen;
mogt men bezwaar zien om de benoodigde localiteit
ter dezer plaatse beschikbaar te hebben, dan stelt
spreker terrein en ruime gebouwen op de Badhoeve,
die toch in de onmiddelijke nabijheid van deze ge
meente gelegen isgeheel ter beschikking voor de
tentoonstelling. De nabijheid van Amsterdam en
Haarlem zoude, naar sprekers meeningveel geschikt-
lieid aanbieden voor het aan en afzenden van voor-
werpen. Ook gelooft spreker dat het niet aan be-
langstellende bezoekers zoude ontbreken, want de
ondervinding heeft in de laatste jaren geleerddat
vooral in den nazomer het dorp Sloten en deze
zijde van Haarlemmermeer vrij druk door ingezetenen
van Amsterdam worden bezocht.
De voorzitter kon zich met het voorstel wel ver-
eenigen, maar met voorbehoud dat door den geach-
ten vorigen spreker de zoo schoone en ruime gelegen-
heid op de Badhoeve mede ter beschikking van de
tentoonstelling worde gestelddaarom zegt spreker
den heer Amersfoordt dank voor de belangrijke
welwillende medewerking ter bereiking van het voor
deze afdeeling hoogst vereerend doel.
De secretaris wenscht over het voorstel, waarmede
hij zeer ingenomen is, nog een enkel woord te zeg
gen, maar moet vooraf berigten, dat hij in ji. ver
gadering der afdeeling Haarlemmermeer, die hij de
eer had op uitnoodiging van haren geachten secre
taris bij te wonende besprekingen over een der-
gelijk voorstel van den heer Amersfoordt met
belangstelling gevolgd heeft, doch zulks daar niet zoo-
danigen bijval vond, als de voorsteller en hij spreker
wel gewenscht hadden. Die besprekingen zijn, hoe-
wel niet geheel juist, opgenomen in het Weekblad
van Haarlemmermeer van den 2 5sten April. Wat nu
het voorstel van den heer Amersfoordt betreft,
zooals het door ZijnEd. is toegelicht, gelooft spreker
dat het bij het hoofdbestuur veel kans heeft van
eerklank te vinden. Het hoofdbestuur toch zal naar
sprekers bescheiden meening, de poging van eene
oude afdpeling billijken, wanneer het zooals in het
onderhavige geval blijkt, dat zij het uitvloeisel is
van hare zucht om een meer werkdadig deel te nemen
aan de bemoeijingen der maatschappijwier belangen
zij zooveel in haar vermogen was, gedurende haar
dertienjarig beslaan heeft trachten te bevorderen.
De heer Schone, secretaris der afdeeling Haar
lemmermeer, vroeg het woord en geeft inlichting
aangaande eene onjuistheid, voorkomende in het
Weekblad van Haarlemmermeer, waarop de vorige
spreker gewezen had. Onder dankbetuiging aan den
heer Schone wordt deze inlichting door de verga
dering ontvangen.
Nadat nog enkele leden ten gunste van het voor
stel het woord hebben gevoerd, wordt bij acclamatie
tot de aanneming van het voorstel van den heer
Amersfoordt besloten, namelijk, dat de afdee
ling Sloten zich tot het hoofdbestuur wende met ver
zoek de algemeene vergadering en tentoonstelling
in 1863 te Sloten te houden.
2°. Mededeeling door den voorzitter, gevolgd wor-
dende van uitreiken van prijzenals een getuig-
schrift aan het geachte lid C. v. de Geer, wagen-
maker te Slotenvoor het vervaardigen van een
voertuig voor landbouwgebruik en een getuigschrift
aan A. Stokman, voor lange en getrouwe dienst
bij den veehouder Z. van Bodegraven, te Sloten.
Nadat de aangekondigde verloting onder de leden
ter vergadering tegenwoordig had plaats gehadsluit
de voorzitter de vergadering, onder dankzegging aan
de leden voor de groote belangstelling, waarmede
zij de behandelde punten hadden gevolgd en mogt
het leiden tot het beoogde doel, in deze bijeenkomst