Weekblad van Ilaarlemmermeer,
Rijnland.
TWEEDE BIJVOEGSEL
EXTRACT eener MISSIVE
HOOFDBEPALINGEN
EXTRACT
Memorie van Toelichting.
TOT HET
van Vrijdag 16 Mei 1862.
VAN
D{fkgra-af en Hoogheemraden Tan Rijnlantl
AAN
DE VEREENIGDE VERGADERING,
dd. 29 Maart 1862.
Bij besluit van 25 Januarij 1.1. heeft Uwe verga-
dering in onze handen gesteld het rapport omtrent
eene regeling der ambachten, met uitnoodiging onze
meening te leeren kennenomtrent het al of niet
wenschelijke eener opheffing van de ambachten en
omtrent de middelen door de commissie aangeprezen
om de opheffing tot stand te brengen.
In Bijnlands uitsluitend belang valt er veel voor
de instandhouding der ambachten te zeggenwijl zij
voor de geregelde administratie groote diensten heb-
ben bewezen; in den laatsten tijd en vooral sints
de nieuwe organisatie van 1857 hebben die voor-
deelen veel echter van hunne waarde verloren, zoodat
het verlies dat Bijnland door de opheffing zou lijden,
ofschoon nog altijd niet onbeduidendoneindig min
der beteekent dan een 50 jaren vroeger het geval
zou zijn geweest.
De ingelanden daarentegen zullen alleen door eene
zuivere opheffing der ambachten wezenlijk kunnen wor-
den gebaat. Bij eene nieuwe regeling zou veel ver-
beterd kunnen wordende administratiekosten zouden
niettemin in zeer ongunstige verhouding tot de noo-
dige uitgaven staanzoodat het onderhoud der anf-
bachtswerken voor de ingelanden toch zeer bezwa-
rend zou blijven. Wij stemmen alzoo met de com
missie in, waar zij zich voor de opheffing verklaart,
mits op doelmatige wijze in het onderhoud worde
voorzien van werken, welker duurzaam bestaan in
het algemeen belang gevorderd wordt.
Tegen de voorstellen der commissie zijn in de
vereenigde vergadering van 25 Jan. 11. reeds twee
gewigtige bedenkingen aangevoerd. Vooreerst het
onvoldoende van den afkoop van den onderhouds-
last tegen den penning tien, als onbillijk tegenover
de nieuwe eigenaars; ten anderen vrees van weige-
ring van vele gemeentenom tegen deze bekrompen
schadeloosstelling de onderhoudslast op zich te
nemen, zoodat wijl men ze niet tot het overnemen
dwingen kan, eene menigte ook belangrijke werken
onbeheerd zouden blijven liggen.
De lastwelke volgens de voorstellen der commis
sie op Bijnland zou komen te drukken, zou eene
zeer wigtige zijn. Het jaarlijks onderhoud der
werkendie men aan Bijnland wil overdragen zou
minstens 8000 bedragen. Daarvoor zou Bijnland
ontvangen een kapitaal van 80000 hetgeen aan
interest jaarlijks 3200 kan afwerpen. Dit zou
alzoo voor Bijnland een jaarlijks verlies opleveren
van 4800, waarbij men voor het minst nog 800
voor vermeerdering van administratiekosten behoort
te voegen.
Voor de gemeentebesturen zou de schikking even
onvoordeelig zijn als voor Bijnland, zoodat zij die,
naar onze meeningin den regel zullen weigeren.
Wij hebben daarom gemeend het volgend voorstel
aan uw oordeel te moeten onderwerpenwaarbij met
behoud van het beginsel van opheffing eene regeling
wordt voorgesteld, waaraan de twee bovengenoemde
bezwaren niet kleven.
Bijnland neemt alle ambachtswerken over tegen
een door de ingelanden der ambachten op te bren
gen kapitaal, groot genoeg om daaruit alle onder-
houdskosten te dekkenalsmede de kosten van
administratie. Dit kapitaal wordt berekend op het
vijf en twintig voud der gemiddelde jaarlijksche kos
ten van onderhoud, vermeerderd met 15 pCt. admi-
nistratieloon.
Hiertoe zal Bijnland buitengewone omslagen heffen
van de landen in de tegenwoordige ambachten gele-
gen, welke in den regel zullen overeenkomen met
den gemiddelden omslag der laatste 10 jaren.
Uit hetgeen door de ambachten op die wijze aan
kosten van administratie wordt bespaard, en met
oploopende renten gekapitaliseerdwordt de som
voor den voorgestelden afkoop gevonden.
Die omslag zal moeten worden gevorderd in een
ambacht gedurende 34 jaren, in vier 25 tot 30,
in vijf 20 tot 25, in negen 15 tot 20, in acht 10
tot 15, in zes 5 tot 10, in zeven 5 en minder
jaren.
Van de ingelanden worden alzoo geen buitenge
wone offers gevergd; zij koopen zich vrij door nog
gedurende eenige jaren op te brengen, wat zij sints
eeuwen voor hunne landen betaald hebben, terwijl
Bijnland volkomen wordt schadeloos gesteld.
Alle werken, waarbij andere corporatien meer be
lang hebben dan Bijnland, zullen daarbij aan dezen
worden overgedragenhetgeen geen bezwaar zal kun
nen opleverenwijl men daarvoor eene volledige
schadevergoeding zal kunnen aanbieden.
Wij achten het geene geringe aanbeveling van
ons voorsteldat het bij uitstek eenvoudig isde geheele
instelling van interimaire ambachten vervalt daardoor,
waarvoor de ingelanden gedurende langeren of kor-
teren tijd nog vrij belangrijke administratiekosten
zouden moeten opbrengen.
Wij leggen hierbij over eene ontwerpregeling met
memorie van toelichting, benevens twee tabellen
aanwijzende 1°. de finantiele uitkomsten van ons
voorstel en 2°. het getal jaren dat de interimaire
ambachten zouden moeten blijven bestaan, wanneer
van de ingelanden geen hooger omslag werd geheven,
dan wij bij ons plan voorstellen. Deze tweede
tabel werd opgemaakt met het doel om uwe verga
dering te overtuigen, dat de volledige schadeloos
stelling, welke wij in ons plan eischen, van de in
gelanden weinig meer, en hier en daar zelfs veel
mindere opofferingen vergtdan voor hen uit de in
stelling van interimaire ambachten met gedeeltelijke
schadeloosstelling zoude voortvloeijen.
VAN DE
Conccpt-Verordeniug tot Opheffing
van de Ambachten.
Art. 1. Den lsten Januarij 1863 zijn de waterschap-
pengenaamd ambachtengelegen in het hoogheem-
raadschap van Bijnland, opgeheven.
Art. 2. Met dien dag, gaan aan het hoogheem-
raadschap van Bijnland in eigendom over: 1° de wer
ken tot nog toe door de ambachten onderhouden en
genoemd in de hierbij gevoegde tabel, met al hunne
baten en lasten2° al de geldelijke verpligtingen op
de tegenwoordige ambachten rustende; 3° al hunne
eigendommen met de regten welke zij tegenover der-
den kunnen doen geldenalles behoudens het bepaal-
de in de artt. 79 en 10.
De schouwen over de wateren en de daartoe behoo-
rende werken, in onderhoud bij derden en nu door
de ambachtsbesturen gedreven, komen aan dijkgraaf en
hoogheemraden van Bijnland; die over de wegen wor
den overgelaten aan de plaatselijke besturen overeen-
komstig art. 179/j der wet van den 29 Junij 1851
(Staatsblad. N° 85).
Art. 3. Tot goedmaking van de kosten van onder
houd der bovenbedoelde werkenheft het bestuur van
Bijnland van de landenthans nog in de onderstaande
ambachten met dat onderhoud belastde volgende bui
tengewone omslagen, gedurende het daarbij opgege-
ven aantal jaren
Aar Ter60 cents gedurende 15 jaren.
Aarlanderveen36 15
Alkemade26 It
Benthuizen126 16
Gnephoek30 6
Hazerswoude90 21
Hillegom37 11
Kalwijk150 24
Koudekerk78 18
Leijderdorp40 12
Leijmuiden34 7
Lisse60 15
Middelburg78 20
Noordwijk en Noordwijkerhout 200 34
Noordwijk25 23
Noordwijkerhout10 3
Oegstgeest37 6
Oudshoorn46 j 12
ende 20 jaren.
Randenburg45 cenls gedu
Reijerskoop en de Bieze .100
t i 2de rek. 12 n
Rijnsaterwoude75
Rijnsburg100
Sassenheim65
Soetermeer110
Soeterwoude 120
Stompwjjk66
(Driemanspolder) 49
Vallcenburg84
Vennip50
Veur60 t
Voorhoul57
Voorschoten70
Vriesekoop120
Waddingsveen (Gener. rek.) 39
Wassenaar85
Woubrugge30
Zegwaard100
Zilk27
Zuidwijk bij Boskoop 40
Wassenaar 86
De ingelanden der ambachten hierbov
zijn na verloop van het daarbij aangeduide getal ja
ren, en de ingelanden van alle andere hier niet ge-
noemde ambachten van stonde aantot geenerlei bui
tengewone bijdrage ten behoeve der vroegere ambachts
werken verpligt.
Art. 11. Het bestuur van Bijnland is verpligt de
overgenomen werken duurzaam in goeden staat te
onderhouden. Het kan die niet doen vervallen dan
met magtiging van Gedeputeerde Staten der provincie
waarin de werken gelegen zijn.
Het hoogheemraadschap blijft niettemin bevoegd
met magtiging van Gedeputeerde Staten der provin
cie waarin het werk gelegen is een of meerdere der
overgenomen werken, benevens het regt van schouw-
drijvenvroeger of later aan andere corporatien of
aan bijzondere personen over te dragenop zoodanige
voorwaarden als waaromtrent mogt worden overeenge-
komen.
De verpligtingen in de eerste zinsnede van dit art.
genoemdgaan in dat geval op de nieuwe eigenaars over.
5
1
1
25
9
28
21
24
10
29
10
1
18
en genoemd,
DER
Art. 1. De hier bepaalde termijn van 1 Januarij 1863
is genomen in de onderstelling, dat de verordening
omtrent de ambachten nog in de aanstaande zomer-
vergadering der Provinciale Staten zal kunnen worden.
behandeld en afgedaan. Eaalt die onderstelling dan
behoort wijziging van den termijn van opheffing daar-
van het gevolg te zijn. In elk geval zal men echter
in het belang van eene geregelde administratie de o-
verdragt op 1 Januarij moeten bepalen.
Art. 2. Even als de commissie in hare Ontwerpen
voorsteldewil men het schouwen van wegen aan de
plaatselijke besturen overdragenmaar voor het ove-
rige komen alle bezittingenregten en pligten van
de ambachten dadelijk aan Bijnland.
Art. 3. Bij de bepaling van de door de ingelanden
der ambachten op te brengen omslagen en van het
getal jaren dat die heffing zal moeten durenheeft
men tot grondslag genomen het gemiddelde van de
ambachtsrekeningen gedurende tien jarenen daarbij
de volgende becijfering gemaakt. De som verkregen
door den gemiddelden jaarlijkschen omslag, wordt
verhoogd met de gemiddelde jaarlijksche inkomsten
en van dit totaal afgetrokkens 1°. de gemiddelde on-
derhoudskosten in elk jaar, volgens de rekeningen;
2° vijftien percent van die kosten voor administratie;
3° de gemiddelde jaarlijksche lasten.
Het overschot is de somwelke Bijnland jaarlijks
kan beleggenen nu blijft sleehts te onderzoeken ge
durende hoevele jaren dit overschot aan het hoog
heemraadschap behoort te worden uitgekeerd om het
kapitaal te vindendat tegen den penning 25 den
last vertegenwoordigt, welken Bijnland op zich neemt
te weten de jaarlijksche onderhoudskosten plus vijf
tien percent voor administratie .vermeerderd of ver-
minderd met het saldo van lasten en baten. De pen
ning 25 was daarom noodig, omdat het hoogheemraad
schap zijne kapitalen op het Grootboek plaatsende,
op niet meer dan vier percent rente rekenen mag.
De tabel A wijst de grondslagen aan van welke
men bij de bovenbedoelde berekeningen is uitgegaan.