WEEKBLAD
van
Vrijdag, 13 Junij.
1862.
JDerde Jaargang.
Landbouw.
AAN LANDBOUW, GEMEENTE- EN POLDER-BELANGEN GEWIJD.
Abonnementen
Hoofdredacteur: C. E. DE CLERCQ.
worden aangenomen bij do Boekhandelaars
C. M. "VAN GOGH. Leidschestraat, te Amsterdam,
J. J. VAN BREDERODE,. Haarlem,
bij den Hjeer BRIEVENGAARDER te Il&arlemmermeer
en "verder bij alle soliede
BOEKHANDELAREN en POSTDIRECTEUREN
in het Rijk.
De Prijs is f 6,in het Jaar. Elke 3 Maanden wordt over f 1,50 besehikt. Advertentien van 15 regels 50 Cts.elke regel meer 10 Cts.
behalve 35 Cents Zegelregt bij elke plaatsing. Alle Toezendingen moeten franco geschieden aan den Hoofdredacteur, te Amsterdam.
TIEN DEN".
Gelijk gemeld is door de regering een ontwerp
van wet tot afkoopbaarstelling der tienden bij de
Tweede Kamer ingeleverd.
Het ontwerp van wet met een uiltreksel uit de
memorie van toelichting is in een bijvoegsel van de
Lqndbouic-CourantN°. 21, opgenomen.
De hoofdbepalingen van bet ontwerp zijn de vol-
gende. Alle schuldpligtigheid van tienden of van
eenige andere evenredige hoeveelheid van vruehten,
hetzij in dezehetzij in geld te voldoenisal
ware het tegendeel bedongen, op de vordering van
den pligtige afkoopbaar.
De schuldpligtigheid welke zich als een geheel over
zekere oppervlakte uitstrekt (bloktienden) is slechts
afkoopbaar voor het geheel tenzij de heifer met
gedeeltelijken afkoop genoegen neme, op de vorde
ring der pligtigendie te zamen meer dan de helft
bezitten der grondenaan de schuldpligtigheid on-
denvorpen.
Bij gebreke van overeenkomst tusschen schuldplig-
tigen en heifers bestaat de afkoopprijs in het twin-
tigvoud der jaarlijksche opbrengsttot maatstaf daar-
van strekt de gemiddelde zuivere opbrengst der 15
laatste jaren na aftrek der 2 voordeeligste en 2 na-
deeligste.
Ingeval de schuldpligtigheid van een verpacht stuk
land is afgekochtwordt het aan de keus van den
pacbter overgelatengedurende zijne nog overige
pachtjaren aan den verpachter 5 ten honderd van den
afkoopsprijs te betalen of de schuldpligtigheid te
blijven voldoen.
Alle stukken exploiten, acten en regterlijke be-
velschriften en uitsprakenuit deze wet voortvloei-
jende, zijn vrij van zegel en worden gratis geregistreerd.
Deze wet treedt in werking op 1 Januarij 1863.
De regten en de zekerheid van onderpand der hy-
potheekhouders van tiendregten zijn door bijzondere
bepalingen gewaarborgd.
In de Memorie van Toelichting wordt gezegddat
uit de behandeling der twee wets-ontwerpen door de
Tweede Kamer ingedienddoch beide door de Eerste
Kamer verworpen gebleken is als slotsom van het
onderzoek dat de afschaffing der tienden in begin-
sel schier algemeen als eene hoogst wenschelijkezeer
dringende en tevens wettelijk geoorloofde zaak werd
erkend. Dat de Regering evenzoo de afschaffing wen-
schelijk acht en de tiendheffing beschouwt te zijn
belemmerend voor den landbouw, en de opheffing te
meer raadzaam, nu genoegzaam alle overige beschaafde
landen Nederland daarin zijn voorgegaan.
Na jaren langen strijd mag men dus hopen, dat
eindelijk en ten laatste de landbouw van deze groote
belemmering voor zijne krachtige ontwikkeling in vele
streken zal worden bevrijd. Dat die druk door de
landbouwers reeds sints lang gevoeld werdbleek
ons nog onlangs uit een Staats-Courant van het jaar
1821, dus reeds ruim veertig jaren geleden.die ons
toevallig in handen kwamwaarin een rapport voor-
komt omtrent een aan de Tweede Kamer ingediend
rekwest van grondeigenaars en landbouwers in den lande
van Tholen, waarin zijnaar aanleiding van het ont
werp van een burgerlijk wetboekop de conversie
4er tienden in grondrenten nandringen. De vlijt van
den landbouwer, wordt daarin gezegd, wordt niet
zelden uitgedoofd door het denkbeeld voor al de
moeiten en kosten, welke ik ter verbetering mijner
landen aanwer.d, word ik slechts met °/l0 of 10/l
beloond, terwijl fI0 of deel van de aanwinst,
door mijne vlijt verkregen, naar den tiendheifer gaat,
die daaraan noch vlijtnoch kosten heeft besteed
en zelfs geen aandeel draagt in de grondlasteneven-
min als in de polderlasten." Het is geenszins
eene bloote vooringenomenheid tegen het woord tien
den, welke wij voeden neenhet zijn hoellingen en
nadeelenwelke de landbouw reeds zoo vele jaren daar-
door heeft geleden, die ons dringen ons aan UEd.
Mog. te adresseren.
Maar mogt alzoo onder een vorig landbouwers-
geslacht reeds in sterker mate het drukkende van
den tiendelast gevoeld worden, zoo is het niettemin
zeker, dat lang niet alle tiendpligtigen tegenwoordig
nog daarvan genoegzaam overtuigd zijn.
Wanneer de wet tot stand komt, zal het daarom
de pligt zijn van alle vereenigingen, die de bevor-
dering van den landbouw ten doel hebbenom te
zorgen dat de wet geen doode letter blijve, en alzoo
de zegenrijke gevolgendie men met regt van het
opheffen der tienden verwacht, in ruime mate worden
genoten.
Met genoegen zien wij dan ook dat het Tiend ver-
bond zijn taak niet vervallen acht, maar thans eene
beoordeeling van het wetsontwerp uit een landbouw-
kundig oogpunt wenscht uit te lokken en zoo wij
hopen later zich ten doel zal stellen, om den afkoop
door alle middelen die het ter dienste zullen staan
te bevorderen.
Door zijn bestuur >is de volgende circulaire missive
gerigt aan alle bekende voorstanders der wettelijke
afschaffing van de tienden.
Amersfoort, 27 Mei 1862.
Mijnheer
De belofte van het vorig Ministerie van een ont
werp van wet tot opheffing der tienden te zullen in-
dienenen daarna het optreden van het tegenwoor
dig Ministerie deden den heer Mr. B. W. A. E. baron
Sloet totOldhuis en den ondergeteekende Mr. J.
van der Leeuw besluitenvooreerst de nadere
regeling van het tiendverbond uit te stellen.
Thans is aan de Staten-Generaal een ontwerp van
wet tot afkoopbaarstelling der tienden ingediend
doch daardoor is geenszins het doel van het tiend
verbond vervallenveeleer moet het thans met kracht
optredenen het ontwerp onpartijdig en openbaar
beoordeelen.
Mitsdien zijn de heef Sloet voornoemd en de
ondergeteekende te rade geworden, ieder, die belang
stelt in de opheffing van den tiendelastop te roe-
pen om het XVIIde Nederl. Landhuishoudk. Congres
te Middelburg (1721 Junij 1862) te komen bijwo-
nen alvvaarin verband met de vraagpunten 5 9 en
60 van het Programma, door hen het tegenwoordig
ontwerp van wet aan het oordeel der aanwezigen zal
worden onderworpenen voorgesteld de te houdene
discussien aan de regering mede te deelen.
De reeds bestaande afdeelingen van het tiendver
bond worden door hen uitgenoodigd een of meer
Hierin is later veiandering gekomendoor dat de tiend-
heffcr een vijfde van den tiendaan den grondeigenaar als aan
deel in de grondbelasting moet laten.
afgevaardigden uit haar midden naar» het Congres te
zendenom aldaar nader het tiendverbond te con-
stitueeren.
De Programma's van het XVnde Nederl. Land
huishoudk. Congres zullen op portvrije aanvrage
bij Mr. G. N. de Stoppelaar, secretaris van het
Congresgratis worden toegezonden aan ieder die
zulks mogt verlangen.
UEd. beleefdelijk verzoekende het bovenstaande zoo
veel mogelijk ter kennisse van het algemeen te bren-
gen heb ik de eer met achting te zijn,
UEd. Dvv. Dienaar,
J. van der Leeuw.
De afkoop zal thans bovendien inzonderheid ge-
steund kunnen worden door de opgerigte Hypotheek-
banken hier te lande,
In de statuten der Nationale Hypotheekbank is
gemelddat het bepaald tot het doel der Bank wordt
gerekend, om aan het afkoopen der tienden bevor-
derlijk te zijn. Het is te hopendat het bestuur
door het stellen van goede bepaliugen deze belofte
zal trachten te vervullen.
Bij het tot stand komen eener goede wet op de
afkoopbaarstelling, door het inlichten der landbouwers
omtrent het groo.t belang dat zij bij den afkoop
hebbenen bij het bestaan eener gelegenheid om het
daarvoor benoodigd kapitaal op weinig bezwarende
voorwaarden te verkrijgenzal dan eerlang het oogen-
blik daar kunnen zijn, waarop in Nederland de laat
ste tiend zal zijn afgekocht.
KOEIJENDOKTER en VEEARTS.
Het is een treurig verschijnsel, dat het aantal
wetenschappelijke veeartsen in Nederland afnemend
is, en het is duidelijk gebleken dat daarvan de
hoofdoorzaak isdat slechts enkelen van hendie
zich aan deze nuttige wetenschap hebben gewijdin
de praktijk daarvan een behoorlijk bestaan en ver-
goeding voor een langen studietijd konden vinden.
En dit, wijl het meerendeel der landbouwers nog
steeds liever raad gaat vragen of de hulp inroept
van den hoefsmid of van den koeijendokter, die
bijna in ieder dorp te vinden is. Zoo als men in
vroeger tijd (nu immers niet meer?) voor zijne ge-
zondheid liever den kwakzalver of den kiezentrekker
raadpleegde dan naar den dokter ging, die aan de
hoogeschool eene grondige kennis van zijn vak had
verkregenaldus handelt men nu nog met zijn vee.
Er zijn reeds zoo dikwijls staaltjes van de onkunde
van die lieden die zich voor veeartsen uitgeven ver-
haaldmaar zij zijn daardoor over het algemeen de
klandisie nog niet kwijt geraakt, en menig landbou
wer, die toch waarlijk zijn verstand anders goed
gebruikt, laat zich nog inpakken door hun zwetsen
en grootspreken.
Ziehier daarvan een nieiiw voorbeeldde zaak had
onlangs in een dorp in Noord-Holland plaats.
De rijksveearts was naar elders vertrokken. Iemand,
die slechts tamelijk lezen en schrijven konde, be-
greep dat hij wel zijne plaats kon vervullen. Hij
kocht het werk van N u m a n liet zich bij een grof-
smid al de instrumenten die tot het vak behooren
makensehuurde ze blinkend en versierde daarmede
zijn kamer. In zes weken tijds achtte hij zich vol-
leerd en vroeg hij bij het gemeentebestuur zijn patent