- 106 -
Haarlemmermeer-Polder.
als veearts aandat hem dan ook werd uitgereikt
wijl zulk een patent alleen eene bctaling van belas-
ting en geen bewijs of diploma van kundigheid is.
De man reed nu wijd en zijd rotid, noemde zich
veearts en bazuinde zijn eigen lof zooveel mogelijk
nit. Juist brak de tongblaar in deze streek uit en
bij vond ligtgeloovigen genoeg, die door angst gedre-
ven hem tot het genezen liunner koeijen tegen zes
gulden per slu/c aannamen.
Het schijnt eckter dat de uitslag van zijn kuur
niet zeer gelukkig was, althnus zijn praktijk nam
weldra sterk af, zoodat het hier althans te hopen is,
dat door het onbesckaamde van de handehvijze de
misleiding niet lang zal duren.
Maar dat men zoo iets waagt te doentoont toch
dat men op de ligtgeloovigheid der boeren durft te
rekenen, en dit is voorzeker eene beleediging voor
den Hollandschen boerenstandmaar waarvan de
landbouwers zelven de oorzaak zijn als zij de voor-
keur geven aan onkunde en kwakzalverij boven gron-
dige kennis en studie.
De zoogenaamde empiristen hebben wel soms groo-
tere handigheid, vooral bij het verlossen en het snij-
den van vee; maar de goede veearts zal daariu
weinig bij hen achterstaanals hij slechts ruime ge-
legenheid vindt om zich te oefenen; en wear het de
behandeling vaTi ziekten geldt, daarbij behoeft men
voorzeker niet te aarzelen aan wien men zijn vee zal
toevertrouwen. llij die in dat geval liever den
koeijendokter dan den wetenschappelijken veearts ha-
lenomdat de eerste meer zijn gewone taal spreekt
of wat minder rekent, heeft slechts zich zelven te
beklagen, als hij in de handen van een bedrieger valt
of door eene verkeerde behandeling van zijn vee
schade lijdt.
Den 19 Junij zal tijdens het Congres eene bijeen-
komst teMiddelburg gehouden worden tot het bespreken
van het plan door den lieer Amersfoordt geopperd
en door de heeren Boeke, Eeinders en eenige
anderen in de Landbouw-Courant besproken, om op een
der dagen van de groote landbouw-tentoonstelling te
Londen eenen gemeenschappelijken maaltijd van Hol-
landsche landbouwers te houdenen tot het bijwonen
daarvan eenige voorname Engelsche landbouwers en
landbouw-autoriteiten uit te noodigen. Als bijdragen
voor de kosten zijn bij den penningmeester van het
congres reeds gestortdoor den lieer Amersfoordt
J 50, door de noorder afdeeling van het genootsckap
te Onderdendam (Groningen) 25.
Aan hendie bij deze gelegenheid wat van den En-
gelschen landbouw wenschen te zien en zich vooraf
door het lezen eenigzins op de hoogfe willen stelleu
van het eigenaardige dat deze landbouw kenmerkt,
zijn de volgende vverken zeer aan te bevelen. La
ve r g n eEconomie rurale de I'Angleterrede I'Ecosse
et deVIrlande. James Caird, On English Agricul
turedit is eene zeer volledige beschrijving van den
Engelschen landbouw in de verschillende gewesten
en alzoo een uitnemende raadgever op reis. Yoorts
nog een klein werkje, onlangs verschenenDr. Reu-
n i n g Ijandioirllischaftliclie Brief e iiber England.
Men meldt ons uit Beverwijk dd. 5 Junij 1862:
Niettegenstaande ieder kooper zich vleide, dat dit
jaar het hooigras en het efgroen of naweide, door
het buitengewoon gunstig voorjanr en het vele hooi,
dat op sommigen plaatsen is overgeblevenwel te
koopen of te huren zouden zijn zag men zich op
de veilingen te Heemskerk, Beverwijk, Yelsen en
Sandpoort zeer teleurgesteld mits de prijzen aldaar
van het koehooi op niet minder dan 24 en die van
het paardenhooi op 30 per 1000 Ned. ponden
kunnen worden gerekendtenvijl het etgroen of na
weide van het buitenland 30 en die van het bin-
nenland meer dan 40 per bunder opbragt.
Door Burgemeester en Wethouders van Amsterdam
is ter kennis van de ingezetenen gebragt, dat, aan-
gezienvolgens mededeeling van het Collegie van
Wetenschappelijke Keurders, sedert korten tijdeven
als elders, ook in den ointrek dier stad, de tongblaar
onder het rundvee zich zeer algemeen heeft verspreid,
als voorzorgsmaatregel tegen den mogelijk nadeeligen
invloed van de melk van daaraan lijdende koeijen op
de verhruikers, volgens het gevoelen van hetzelfde
Collegie is aan te bevelen tot nadere aankondiging,
de hierheen van elders ingevoerde melk, alvorens die
te gebruiken te doen kooken.
Maandag 23 Junij, Paardenmarkt te Vlaardingen.
23 idem te Schagen.
YEEGADERING van HOOED-INGELANDEN
gehouden op Woensdag 11 Junij.
Tcgenwcordig 17 Leden.
De notulen der vorige vergadering worden gelezen
en goedgekeurd.
De dijkgraaf doet aan de vergadering de navol-
gende mededeelingen.
a. Dat is ingekomen het rapport der commissie
voor de herziening van het bijzonder reglement.
Dit rapport is gedrukt en wordt aan de leden der
vergadering ter hand gesteld, en bepaald, dat de
behandeling van dit onderwerp in een nader te beleg-
gen vergadering zal plaats hebben, ter wijl het tevens
aan de redactie van het JVeekblad zal worden gegeven
ten einde zij in de gelegenheid zou zijn dit stuk in
haar blad op te nemen en alzoo de ingelanden daar
van meer algemeen zouden kunnen kennis nemen.
b. Onderlrandsche verkoop van het perceel veenslik,
u°. 7, kaart I, aan C. de J on g Cz. Sr., voor/ 1687.
c. Eene missive van den minister van binnenland-
sche zaken over eenige drijfbalken bij Houtrijk en
Polanen, met de mededeeling dat die balken beschouwd
worden als in 1856 aan den polder in eigendom te
zijn overgegaan.
d. Dat de opbrengst van het grasgewas langs de
wegen is geweest 670, tegen 289 in het vorige
jaar.
e. Dat de staat der kas aangeeft een cijfer van
76,241.80 waarvan gestort bij den dijkgraaf40,000
en 15,000 op prolongatie uitgegeven.
Dat aan het stoomgeraaal de Leeghwaterbij
directen aanvoer uit Engeland eene lading puike New-
Castle steenkolen is ontvangen, waarvan later het
rapport ter tafel zal worden gebragt.
g. Dat op den lOden Junij water in den polder
is ingelnten
h. Dat eenige perceelen dijksgrond ten gevolge van
voorgenomen doch niet geslaagde verkoop der veen
slik, onder de hand weder verhuurd zijn.
Punten van behandeling volgens de agenda
1°. Verzoek van Eijnland om een strook grond
aan te koopen, gelegen te Houtrijk en Polanen, ten
einde gebruikt te worden voor het stichten van eenige
gebouwen, voor de dienst van het hoogheemraadschap
noodzakelijk.
Daar tegen dezen verkoop geene bezwaren bestaan,
zoo wordt het dienaangaande door dijkgraaf en heem-
raad gemotiveerd ingediend voorstel met algemeene
stemmen aangenomen.
2°. Yoorstel over de bezoldiging der opzigters en
nadere regeling der dienst.
Dit gemotiveerd voorstel behelst in substantie het
navolgende
Door het verlaten van den polder door de heeren
Beijerinck en Dansdorp is het noodzakelijk
geworden de opengevallen plaatsen te doen aanvullen.
Dijkgraaf en heemraden stellen voor een technisch
opzigter, zoowgl met het stoomwezen als met de
waterbouwkunde vertrouwdaan den Cruquius te be-
noemen, op een tractement van 1500.
De overige opzigters aan den Leeghwaterden Lijn-
den en te Aalsmeer te bestendigenen welvoor den
Leeghwater en den Lijnden elk a 1000 en voor te
Aalsmeer a 900, onder voorwaarde dat aan elken
opzigter voor elk jaar dienst eene som van 25 als
toelage zal verstrekt worden, met dien verstande dat
het tractement van elken opzigter bij opklimming zal
gebragt worden op een uiterlijk bedrag van 1500.
Aau den opzigter van Biessen bovendien met
1 Januarij 1863 eene personele toelage van 300
'sjaars te verleenen.
Aan den opzigter Alders een wachtgeld te ver
leenen van 500 's jaars met genot van vrije woning
aan het Venneperdorpbeide ingaande met 1°. Ja
nuarij 1863.
Als beginsel aan te nemen dat de opzigters uitslui-
tend in dienst van den polder zullen moeten werk-
zaam zijn.
Eenige leden verklaren dat zij zich voorshands niet
kunnen vereenigen met het voorstel van dijkgraaf en
heemraden, daar dit tot nieuwe verhooging van on-
kosten aanleiding geeft, en verlangen dat het voorstel
tot de volgende vergadering worde aangehouden en
het inmiddels worde gedrukt en aan de leden toe-
gezonden.
De heer Beijerinck zegt nog dat het hem voor-
komt dat men gedurende den zomer gevoegelijk een
gedeelte van het personeel aan de machinesandere
werkzaamheden in den polder zouden kunnen doen
waarnemen en verlangt dat zulks bij de behandeling
van dit voorstel worde overwogen.
De dijkgraaf zegt dat dit hem voor alsnog geheel
ondoenlijk voorkomt en sluit deze voorloopige beraad-
slagingen over dit onderwerp.
3°. Yerzoek van Jhr. Mr. D. Eutgers van
Bozenburg, tot aankoop van een klein perceel
veenslikgelegen aan den Eingdijknabij den Ben-
nebroekerweg.
Dit perceeltje is gelegen tusschen twee nog onlangs
verkochte perceelen veenslik. Dijkgraaf en hoogheem-
raden stellen voor dit perceel te verkoopen, tegen den
gemiddelden prijs der aangelegen perceelen, zijnde
1526 gulden per bunder.
Met algemeene stemmen wordt hiertoe besloten.
4°. Yoorstel tot verkoop van oud ijzer.
De dijkgraaf zegt dat aan den Cruquius en den Leegh
water eene vrij groote hoeveelheid oud ijzer voorhan-
den iswelke bij vroegere openbare verkooping niet
is kunnen worden afgezet.
Men heeft thans een aannemelijk bod ontvangen
van de Utrechtsche gieterij, voor welken onderhand-
schen verkoop hij magtiging vraagt.
Eenige leden voeren hierover het woord en stellen
voor dat het oude ijzer naar New-Castle of Dantzig
zal worden gezonden, daar men voorondersteltdat
aldaar betere prijzen zouden kunnen gemaakt worden.
Ten slotte wordt het voorstel met algemeene stem-
men aangenomen.
6°. Contract met van Galen en Eoest, tot
het vervaardigen van machinedeelen en het leveren
van werkvolk tegen voordeeliger voorwaarden voor
den polderdan vroeger met de fabrijk de Atlas
waren overeengekomen.
Dit contract wordt goedgekeurd.
6°. Mededeeling omtrent het verhuren van grond bij
den Cruquius aan den heer Bultman. Deze heer is
ongenegen dezen grond te huren, maar stelt voor
dienaangaande een ruiling aan te gaan met gronden
den polder toekomende.
Na eenige discussie wordt met 12 tegen 5 stem-
men besloten, dijkgraaf en hoogheemraden uit te noo
digen, een plaatselijk onderzoek in te stellen, en
wanneer deze ruiling mogelijk is, de daarin betrek-
kelijke voorwaarden te onlwerpen, en aan de nadere
goedkeuring der vergadering te onderwerpen.
7°. Aanvrage van de Wed. Kraaijenh a gen
om behoud der aan haar laatst verstrekte toelage,
voor nog een jaar a 3 per week.
De dijkgraaf herintiert dat adressante de weduwe
is van den stoker Kraaijenhagen, die eenige
jaren geleden ongelukkig in dienst van den polder
het leven heeft verloren.
Bij onderzoek is geblekendat zij aan deze toe
lage werkelijk behoefte heeft.
De heer van Houweninge zegt dat hij gaarne
deze vernieuwde toelage wil goedkeuren, doch dat
hij zich er tegen verklaart, dat dit uit de polder-
kas zal geschiedenmaar liever worde gekweten uit
het ondersteuningfondsom dan dit fonds uit de pol-
derkas te subsidierenten einde den schijn weg te
nemenmis zoude de vergadering genoegen hebben
genomen met het verleenen van pensioenen.
8°. Yoorstel tot wijziging der voorwaarden der
concessie van verveening.
Dit voorstel door den dijkgraaf mondeling toege-
licht, met overlegging van kaart, heeft de strekking
om de afgraving, welke van drie op een was bepaald,
thans van een op den toe te staanmits dan door de
koopers, na de verveening, de uitgegraven dijksgron-
den onder een gelijk talud van af den voet des dijks
tot aan de veldwegsloot worde gebragt.
De dijkgraaf zegt dat door deze wijziging in de
verveening te brengen, zoowel de polder als de
koopers zullen gebaat worden, De afgraving, welke
uit vrees voor afschuivingen van 3 op 1 bepaald
waskan zonder het minst gevaar tot op eene hel
ling van 1 op 1 bepaald worden. De meerdere veen-
specie die op deze wijze door de koopers kan worden
tot waarde gebragt, wordt door hen betaald in arbeid,
te leveren door het gelijk maken van den afgegraven
dijksgrond, waaraan bij de vroegere voorwaarden,
belangrijke onkosten na de oplevering zouden ver-
bonden zijn. Op de wijziging van deze concessie
zal de koninklijke goedkeuring gevraagd worden.
De vergadering vereenigt zich met het bovenge-
noemd voorstel zouder hoofdelijke stemming.
9°. Wordt aangenomen een voorstel van dijkgraaf
en hoogheemradentot het doen van eenige af- en
overschrijvingen van weinig belang, welke door de
vergadering worden goedgekeurd.
10°. Komt ter tafel een voorstel van dijkgraaf