W EE 14 BLAB
van
1862.
Vrijdag, 27 Junij.
lierde Jfaargang.
Haarlemmermeer-Polder.
Ha arlemmer meer
Lanclbouw.
WS^lP
V«A
<4
A AN LANDBOUW, GEMEENTE- EN POLDER-BEL A NGEN GEWIJD.
HoofdredacteurC. E. DE CLERCQ.
GEMIDDELDE Maandelijksche Waterstanden, Water-ontlastingen en
werking der Stoomtuigen in het Iloogheemraadschap van Rijnland.
HAARLEMMERMEER,
Abonnementen
worden aangenomen bij de Boekhandelaars
C. M. VAN GOGH. Leidschestraat, te Amsterdam,
J. J. VAN BREDERODE,Haarlem
bij den Heer BRIEVENGAARDER te Haarlemmermeer
en verder bij alle soliede
BOEKHANDELAREN en POSTDIRECTEUREN
in het Rijk.
De Prijs is f 6, in het Jaar. EIke 3 Maanden wordt over f 1,50 beschikt. Advebtentien van 15 regels 50 Cts.elke regel meer 10 Cts.,
bekalve 35 Cents Zegelregt bij elke plaatsing. Alle Toezendingen moeten franco geschieden aan den Hoofdredacteur, te Amsterdam.
Mei
1862.
WAARNEMINGEN.
Vloed op het IJ
id. den IJssel
id. de Noordzee
Ebbe het IJ
id. den IJssel
id. de Noordzee
Boezemstanden
A fci) Boezemstanden
■2.3 jVerval in de Sluizen
I> O van l°z*n£
r-i f Hoeveelheid geloosd
De meest heerschende wind
Gewerkt gedurende
^Opbrengst
J Uitgemalen
Gestopt v. hoog water
id. voor Slui9gang
WAARGENOMEN TE
Spaarndam.
0,021 A P.
0,341 A.P.
0,718A P.
0,71 A.P.
0,040.
53—30.
7,829495.
West.
Halfweg.
0,014 A.P.
0,338 A.P.
0,717 A.P.
Zuid-West.
Gouda.
0,912 A.P.
0,547 A.P.
0,655 A.P.
0,706 A.P.
0,02.
6—30.
96,431.
Zuid-West.
AANTEEKENINGEN.
Katwijk.
0,829 A.P.
0,75 A.P.
0,74 A.P.
Leidschendam.
I' Rijnland. 0,77 A.P.
Delfland. 0,37—A.P.
West.
Bodegraven.
Rijnland 0,7436 A.P.
Woerden 0,4946 A.P.
De water-inlating te Gonda
bedroeg door de boezemsluis v.
t stoomgemaal 8,288,355.
Bij de waterlozing zijn de ge-
wone belemmeriDgen (de wach-
ters of boeijen) gebruikt.
De tijdruimte nitgedrukt in uren en minuten. Lengte-afmeting in Ned. Ellen. Inhouds-afmeting in Kubieke Ellen.
Aan het rapport des hoofdopzigters over de maand
April ontleenen wij
A. Omtbent de weeking dee Stoomtuigen
Dat de Leeghwater en de Cruquius niet in werking
zijn geweest en dat de Lijnden in 241% uur met 7
pompen en 6 ketels 87372 slagen keeft gemaakt, of
6.023 per minuut, en derhalve een vermogen van
337 paardenkrachten heeft uitgeoefend.
Verbruikt zijn: 1997 mud. Engelsche, 633 mud.
Belgiscbe kolen, 116 pond talk, 18 kan gallipoli-
en 39% ^an patent-olie.
B. Omtbent hetgeen aan de Weektuigen
VEEEIGT IS.
a. Door het personeel aan den Leeghwater zijn in
eene der pompkettingen nieuwe schalmen gemaakt
een oude zuiger, die nog hersteld moest worden, is
gesloopt, en het middenrif daarvan naar de fabriek
van D. A. Schretlen C°. gezondendoor de
stokers zijn twee stoomketels gebikt en de rookgan-
gen schoongemaakt.
b. Aan den Cruquius zijn de balkleppen van bet
hydraulique ingesehuurd, bet nieuwe deksel voor de
westelijke balkleppenkast is passende gemaakt en op
zijne plaats bevestigd. Het kleine stoomtuigje ter ontle-
diging der funderingsput is geheel in maalvaardigen
toestand gebragt. A1 de deeleu der ketels, daarvoor
vatbaar, zijn met ijzerlak geverwd. Eindelijk zijn de
kleine gereedschappen behoorende tot de smederij en
eene dommekracbt hersteld en 20 stuks zuigerbouten
cn moerendie gereed waren, van draad voorzien.
c. Aan den Lijnden zijn gedurende den stilstand
drie pistonstangen van den ringvormigen stoomzuiger
verpakteenige bouten voor in dezen zomer te her-
stellen zuigers zijn in voorraad gemaakt en eindelijk
is de stoomketeldie herstelling behoeft, zoodanig
ontkleeddat de binnentube er uit kan genomen
worden.
Gedurende de maand April is geleverd: 200 pond
talk aan den Leeghwater.
Met bet einde der maand bedroeg de voorraad
Leeghwater.
mud. Eng. kolen 2871
Belg. 1927
Cokes 301
pond. Talk 343
kann. Gallip.-olie 102
Patent- 148
Cruquius. Lijnden.
13153 2453
6354 6874
te zamen.
18477
15155
301
657
266%
524
198 116
88% 76
208% 67%
Omtrent de werken ter vergrooting van het ketel-
vermogen aan den Lijnden vernemen wij dat met
bet leggen van den dam in de ringvaart op 5 Mei
is begonnen, en men bezig is met het uitbreken van
het metselwerk achter de oude ketels en met bet
afbreken van den schoorsteen. Door de Eirma van
Galen en Boest waren bij de afzending van het
rapport (27 Mei) 30 leggers gegoten en 22 stuks
aan den Lijnden aangevoerd. Van de verschillende
werken waren aan de fabriek gereed al de binnen-
pijpen voor de ketels, de voeding-afsluiters en de
spuikranen, terwijl van de overige stukken de meeste
in bewerking waren.
Den 2den Junij 1.1. werd in deze gemeente een
bruin stekelharig paard verkochtde geringe prijs en
de .wijze waarop de koop was gesloten bleef niet
onopgemerkt door den veldwachter der gemeente P.
Elipsen, en toen eenige dagen later dat paard als
gestolen in het Policieblad werd opgegevenwas de
verkooper spoedig opgespoord en aangehouden. Uit
bet verhoor bleek echter dat bij niet den dief was
een verstandig overleg en naauwlettend toezigt gaf
eene voor de justitie en de veehouders zeer gunstige
uitkomst. Willem Verlee, die ruim veertien da
gen na den diefstal rustig te Weesperearspel was ver-
bleven (in welke gemeente bet paard uit de weide
was gestolen)werd eenige uren na zijne komst in
Haarlemmermeer door den gemeente-veldwachter H.
G. Danens aangehouden en voor den burgemeester
gebragtaan wien hij zijne misdaad volmondig beleed.
In deze zaak moet de verstandige daad van de
landbouwers vanBeijnum en Breure, om het
paard wegens den geringen prijs niet te koopen
worden geroemd.
Dezer dagen is aan den Venneperweg overleden
Willem Vermeer. Het gerucht wildat zijn dood
het gevolg zou zijn van angst en schrik voor een
onteerend vonnis; weder anderen zeggen, dat hij door
het gebruik van vitriool een einde aan zijn leven
heeft gemaakt. Wij kunnen met zekerheid mededee-
lendat hij in zake het vervoeren van schotwallen
van door hem gehuurd land tot heden niet is ver-
oordeeld veel minder een onteerend vonnis heeft
ontvangenen de genees-heel- en verloskundige
van Dorsten, die Vermeer gedurende zijne laat-
ste ziekte heeft behandeldheeft aan bij ons zeer
geloofwaardige personen verklaard dat alleen hevige
koortsen de oorzaak van zijnen dood zijn geweest
en aan vergiftiging niet in de verte kan of mag
gedacbt worden.
Bij den Burgerlijken Stand zijn aangegeven:
van 17 tot 23 Junij 1862.
GEBORENAriezoon van H. van der Werf en T. van
der Wacht. Huibert, zoon van J. van der Wie en J. Broek-
huizen. Pieter Doris, zoon van A.vanEgmond en K. Hoo-
geveeu. Margaretha, dochter van A. de Geus en J. Ver-
woerd. Johanneszoon van C. Timraers en K. v. d. Wilk.
OVERLEDEN: Theodora, oud 1£ maand, dochter van C.
van der Linden en L. G. van den Bosch. Willem Vermeer,
oud 30 jarengehuwd met J. van der Heiden. Hendrik
oud circa 2 maaudeuzoon van N. W. Wamsteker en J. Geld-
hof. Neeltje, oud 5 maanden, dochter van D. Ruiter en
N. Tulp. Jaantjeoud 2 jaren dochter van J. Uitdeubo-
gaart en E. Koenekoop.
ONDERTROUWDH. Groenenberg met A. Verknijl.
GEHUWD: A. Kaptein met T. Visch. H. Blanksma met
W. Baartman.
DE BRAND DER TARWE.
Ieder landbouwer is bekend met de vele zooge-
naamde ziekten, waaraan verschillende van de land-
bouwgewassen lijden. Boest, moederkorenbrand,
aardappelziekteenz. komen bijna elk jaar in meer-
dere of mindere mate voor en benadeelen de opbrengst
dikwerf in hooge mate. Van de meesten dezer ziek
ten weet men dat zij zeer oud zijn; in bet Oude
Testament wordt b, v. reeds van roest en brand mel
ding gemaakt; bun eigenlijke aard is echter nog eerst
sints korten tijd bekend, en zelfs die kennis is ten
deele nog zeer onvolledig.
Men heeft vroeger ook veel over de oorzaken van
dergelijke ziekten gesproken en gescbrevenmaar het
was meer gissen en raden, dan grondig wetenschap-
pelijk onderzoek. Eerst door het gebruik van het
mikroskoop heeft men ontdekt, dat die ziekten niet
anders zijn dan het leven van kleine voor het bloote
oog onzigtbare schimmelplantjes ten koste van de
plant, waarop zij groeijen, waardoor deze dan geheel
of ten deele te gronde gaat.
Maar na dez-e ontdekking ontstond er tusschen de
plantkundigen groot verschil van gevoelen daarover
of die schimmelplantjes gevolg of oorzaak waren.
De een beweerde, dat de plant reeds vooraf in een
ziekelijken toestand moest verkeereneer deze schim
melplantjes daarop konden woekerenzoodat ze wel
een verscbijnsel en gevolg der ziekte waren, maar