- 120 -
Haarlemmermeer-Polder.
liet vervolg kan de jaarlijksclie opbrengst voor deze bloei-
jende gemeente voorzeker gesteld worden op 45,000
Over 18 tot 20 jaren betalen al de
landen de grondlasten van ongebouwde
eigendommen, jaarlijks te stellen op. 90,000
Is het waardat de grondbezittingen
gemiddeld om de 20 jaren van eigenaar
venvisselendan geniet reeds nu het Kijk
aan regten van eigendoms-overgang elk
jaar ongeveer25,000
Te zamen eene jaarlijksche som van 160,000
en alzoo eene rente van bijna 4 pet. van de hier-
boven genoemde geldelijke opoffering van den Staat.
Bovendien zal niemand de zijdelingsche met geen
juistheid te schatten voordeelen miskennen die zulk
een uitgestrekte polder en eene zoo aanzienlijke ge
meente in plaats van eene verwoestende waterplas
op allerlei wijzen aan den staat schenken en waardoor
de nationale rijkdom aanzienlijk verhoogd wordt.
Maar dit is niet alles. Het rijk heeft voor altijd
een gevaarlijken watervijand uit het hart des lands
verbannen. Het Bijk heeft de verdedigingsmiddelen
zijner hoofdstad tegen een vreemden vijand verbeterd.
Het heeft een wingewest veroverdna een vreedza-
men strijd, zonder tranen ofbloed, waar wetenschap
en genie als veldheeren en de nijvere polderjongens als
soldaten zijn opgetreden. Het vaderland heeft, tegen
de bezwaren der natuur en tegen de bezwaren der men-
schen volhardend, eene der grootste ondernemingen
van onzen tijd volbragt tot eer en roem van zijnen
naam. Het kleine. Nederland heeft verwezenlijkt wat
in's lands vergaderzaal ter aanprijzing der onderneming
werd uitgesproken„Laat tijdgeuoot en nageslacht van
ons kunnen zeggentoen Europa op een vulkaan
„stond en de grondvesten van den Staat, door op-
„roer geschokt, nog schenen te moeten waggelen
,,hebben Nederlands Koning en Nederlands vertegen-
woordigers kalmte en moed genoeg gehadom voor
,,het reuzenwerk niet terug te deinzen."
In de bijeenkomst van de Provincial Staten van
Noord-Hollandvan den 9den Julij 1862, is het
voorstel van Gedeputeerde Staten, tot het verleenen
van eene subsidie van 10,000.voor het begrin-
den van de lengte-wegen in den Haarlemmermeer-
Polderaangenomen.
De drie adressen, die ter dezer zake nog aan Pro-
vinciale Staten van Noord-Holland waren ingediend
luiden als volgt
N°. 1520. Ilaarlemmermeer, 26 Junij 1862.
Dijkgraaf en Heemraden van den Haarlemmermeer-
Polder hebben zich tot uw Collegie gewendmet het
verzoek om aan de Staten der Provincie in de eerst-
volgende vergadering voor te stellen, om voor de be-
grinding der lengtewegen van den Haarlemmermeer-
Polder bij te dragen in de kosten welke op onge
veer 125,000 zijn begroot.
Dat verzoek ondersteunen wijmet de daarvoor
aangegeven gronden vereenigen wij ons.
Van het hardmaken der lengtewegen hangt voor
een groot gedeelte de bloei der Gemeente, het wel-
varen van den Polder af.
Wij vertrouwen dat het Bijk en de Provincie op
den iugeslagen weg zullen voortgaan en krachtige hulp
zullen blijven verleenen lot ondersteuning, ter voorzie-
ning in buitengewone behoeftedaartoe behoort zeker
het hardmaken der lengtewegenwaardoor zoowel het
Bijk als de Provincie wordt gebaatuit het aange-
voerde door het Polderbestuur blijkt dit ten duide-
lijkste wij voegen daartoe de nevensstaande staat
aanwijzende de opbrengst der Bijks-belastingen in
hoofdsom en opeenten voor het Bijk, de Provincie
en de Gemeente.
Burgemeester en Wethouders van
Ilaarlemmermeer,
{get.) Pabst.
De Secretaris,
{get.) D. Eggink.
Ileeren Gedeputeerde Staten
van Noord-Holland.
Deze Staat deelen wij in ons volgend nommer rnede.
Aan Heeren Leden der Provincials
Staten van Noord-Holland.
Mijne Heeren
Bestuurderen der Vereeniging ter levordering der
helangen van den Haarlemmermeer-Polderhiertoe spe-
ciaal door de Leden gecommitteerduit de dagbladen
bekend geworden met de voordragt van heeren Ge
deputeerde Staten en het rapport der Coramissie ad
hoc omtrent het verzoek van Dijkgraaf en Heemraden
van den Haarlemmermeer-Poldertot het erlangen
eener subsidie ter begrinding der lengtewegen in dien
polder, nemen de vrijheid zich dienaangaande tot U
te wenden.
Zij kunnen niet ontveinzendat het voornemen om
in stede der verlangde bijdrage van der kosten
geraamd op 125,000, slechts eene betrekkelijk zeer
geringe tegemoetkoming van 10,000.of nog niet
]/j2 gedeelte toe te staanhen bevreemd heeft.
Na de blijken van belangstelling, welke het water-
scliap vroeger in Noord-Holland opwekte, na de po-
gingen van daar uitgegaan om deze oppervlakte van
18 duizend bunders land aan ons gewest toegevoegd
te zienen na de door de provincie eenmaal be-
toonde bereidvaardigheid om tot de begrinding der
dwarswegen en van minstens con lengteweg, een derde
te contribueren had men aanleiding te verwachten
dat de verbetering van alle lengtewegen van welke
onmisbare zaak de polderhoezeer naauwlijks ver-
ademende van de financiele inspanning tot zooveel
andere groote werken betoond thans de helft der
kosten voor eigene rekening houden wileen beter
ontkaal zou gevonden hebben en door eene onder
steuning meer in verhouding tot den ornvang en de
behoefte mogelijk gemaakt ware.
Trouwens de voordragt in uwe tegenwoordige bij
eenkomst gedaan tot het verleenen eener subsidie
van 9000.tot bestrating van wegen in den zoo
veel welvarender Beemstermoest doen vermoeden
dat de verlangde bijdrage aan den Haarlemmermeer-
Polder minder bezwaar ontmoeten zou. Immers eerst-
gemeld waterschap heeft aan verbetering van wegen
geen gelijke behoefteaangezien zijne liarde wegen
als bet plan volvoerd wordt, dooreen op 1700 el
uit elkander zullen liggenen die onder Ilaarlemmer
meer door elkander eenen afstand van 2500 el zul
len opleveren. Bovendien strekt de verbetering der
wegen in den door bet Noord-Hollandsch kanaal ge-
isoleerden Beemster uitsluitend tot eigen gerief, daar
geen of hoogstens een enkel dezer wegen behalve
die welke reeds bestraat zijn, eene verbinding buiten
den polder hebben terwijl de te begrinden lengte
wegen in den Haarlemmermeer-Polderoveral door
bruggen of ponten met de omliggende plaatsen in
verband gebragteene goedkoope, verkorle en ver-
beterde communicatie met Leiden's Ilage en vooral
de Rijnstreelc zullen in het leven roepen. Het moge
waar zijn wat men meermalen hoorde aanvoeren
dat andere waterschappen zooveel jaren met kleiwe-
gen zich beholpen hebben en zooveel ouder zijn
dan de Haarlemmermeer-Polderhet is niet te ver-
onderstellcn dat zulke overwegingen Mijne Heeren
ook bij u invloed uitoefenen omdat welligt de Be-
sturen dier waterschappen voorheen nimmer gezind
geweest zijn de de helft der kosten van aanleg en
het onderhoud geheel voor eigene rekening te nemen,
en omdat een vroeger verzuim de tijdige voorzie-
ning hier niet ontraden kannoch eene reden op
leveren om de nationale en provinciale rijkdom
welke met verbeterde communication en hieruit voort-
vloeijende verhoogde productie in zoo naauw verband
staan, niet te bevorderen.
Het mag overbodig heeten op het voordeel te wij
zen dat voor de provinciale geldmiddelen aan de
volvoering van het plan verknocht isdoordien bij
de vermeerdering van belastbaar inkomen en huur-
waarde van alle aan begrinde wegen gelegen landen
en gebouwen ook de opeenten op de grond- en per-
sonele belastingen aanzienlijk hoogeren opbrengst le-
veren moetenhetgeen te meer klemtnaardien de
wegen volgens het ontwerp niet alleen voor de inge-
landenmaar voor elk en een iegelijk tolvrij zijn
zouden; tenzij men, als de provincie geene of eene
onbeduidende subsidie verleende, genoodzaakt zijn
mogt, ten einde toch het plan te kunnen volvoeren,
liever van die bijdrage geen gebruik te maken en met
goedkeuring der Begering een matige tol te heffen.
Er bestaat nog eene andere redenom welke de
Haarlemmermeer-polder meer dan andere polders be
hoefte heeft aan bruikbare wegen; zijne inrigting en
verdeeling namelijk zijn geheel op vervoer per as
geschoeid, terwijl dat te water schier onmogelijk is.
Men heeft wel eens beweerden enkele tegenstanders
der subsidie beweren missckien nog dat het geld,
aan verbetering van wegen te verspillenmet meer
vrucht aan het daarstellen eener sehutsluis zou be-
steed zijn; doch men verliest dan uit het oog dat
een sehutsluis en veel meer kosten en onvoldoende
en voor het grootste deel van den polder volstrekt
nutteloos zijn zou. Het waterbezwaar en andere om-
standigheden verbieden het maken eener sluis, door
welke de schepen, die onze binnenwateren bevaren
schutten kunnen, zoodat men tot het vervaardigen
van een sluisjegelijk reeds eenmaal voorgesteld
maar, omdat men er weinig nut en weinig rendement
zich van voorstellendegeen geld er aan durfde ten
koste leggenniet doorgezet iszich zou moeten
bepalenen alzoo een toegang daarstellen voor kleine
vaartuigenuit welke in den regel de goederen aan
de Bingvaart moeten worden overgeladenterwijl zelfs
voor die kleine vaartuigen nog alleen de Hoofdvaart
en Kruisvaart bevaarbaar zouden zijn, of worden,
wanneer men alle bruggen veranderde, verplaatste en
verhoogdeen in ieder geval de bewoners der lengte
wegen bij een sluis geen baat zouden vinden, daar
langs die wegen geene togten loopen.
Te meer teleurstelling baart de voordragt van
Gedeputeerde Staten, omdat het polderbestuur, naar
der ondergeteekenden bescheiden meening, geenszins
eene overdreven vraag gedaanmaar de meest moge-
lijke zuinigheid betracbt heeft, toen het de breedte
der begrinding op 2 el bepaalde (de dwarswegen
hebben eene breedte van 2'/2 el), en toen het be-
sloot eene som van ruim 62,000 uit eigen middelen
tot den aanleg dezer grindwegen te besteden, en het
uilerst kostbaar onderhoud van ongeveer 180,000
ellen hoofd-, dwars- en lengteweg ten eeuwigen dage
te aanvaarden.
De ondergeteekenden zullen niet herhalen wat ten
betooge van het algemeen belang der begrinding, zoo
juist en overtuigend in het adres van dijkgraaf en
heemraden is uiteengezet, maar wenscben er toch op
te wijzen dat niet alleen in den winter, maar zelfs
op dezen oogenblik na de zware regens van de laat-
ste weken de klei- en baggerwegen onbegaanbaar en
onberijdbaar zijn gelijk u, mijne heeren! bij eene
locale inspectie zou blijken kunnen en dat, zoo
lang hierin niet voorzien is, de onbekrompen subsi-
dien ook door u aan de gemeente Ilaarlemmermeer
voor de kosten van het onderwijs verstrekt, bij de
ongenaakbaarheid der scholenals weggeworpen te
beschouwen zijn.
Bedenen om welke de ondergeteekenden u, mijne
heerenverzoeken met de voordragt van heeren Gedep.
Staten u niet te vereenigen maar de verlangde bijdrage
van in de kosten zij het dan ook over een tal
van jaren verdeeldtoe te staan.
De ondergeteekendeneigenaren van gronden in
den Haarlemmermeerpolder, kennis genomen hebbende
van het adres door de Vereeniging ter Bevordering
der helangen van voormelden polder gerigt aan de Staten
der Provincie Noord-Hollandbetrekkelijk de begrin
den van de lengtewegenveroorloven zich aan U
Mijne Heeren te wenden tot ondersteuning van dat
adres, overtuigd als zij zijn van de juistheid der
aangevoerde gronden en van de onhoudbaarheid van
den tegenwoordigen toestand.
't Welk doende, enz.
{Volgen de onderteekeningen.)
AmsterdamJulij 1862.
Aan Heeren Leden van de Staten
der Provincie Noord-Holland.
De ondergeteekenden, ingelanden en bewoners van
den Haarlemmermeer-polder, gelezen hebbende dat Hee
ren Gedeputeerde Statenin antwoord op het adres
van dijkgraaf en heemraden van bovengenoemden pol
der om subsidie voor de begrinding der nog ove-
rige lengtewegenin stede van de aangevraagde een
kwart, slechts een subsidie van 10,000 voorgedragen
hebbenNemen bij deze de vrijheid liunne teleur
stelling te kennen te geven over die voordragt.
Met het volste vertrouwen tochovertuigd zijnde
van de billijkheid en regtvaardigheid van de aange
vraagde subsidie van een kwart, hadden zij verwacht
dat, na een naauwkeurig onderzoek van al de bezwaren
opgesomd in het adres van dijkgraaf en heemraden
dat niets meer dan de eenvoudige waarheid bevat
heeren gedeputeerde staten zonder aarzelen de zoo
benoodigde subsidie zoudeu toegestaan hebben.
Wanneer het ons veroorloofd is om over de han-
delingen van heeren gedeputeerde staten een oor-
deel te vellen, alsdan meenen wij over zoo geringe
sijmpathie jegens den jeugdigen nog hulpbehoevenden
Haarlemmermeer-polder onze teleurstelling te mogen
uitsprekenvooral wanneer wij die vergelijken met
hunne voordragt ten behoeve van den bloeijenden,
goed rendeerenden Beemsterpolderwaar, voor eene
betrekkelijk kleine verbetering, alleen tot eigen gerief
daargesteld, eene subsidie van/9000 verleend wordt,
terwijl voor eene groote verbeteringdie niet allien