- 175
7i.4o
e. Bemalingswerktuigen
a. Het onderhoud van de werktuigen met hunne onroerende goederen en
Zeeghivater.
Maatschappij de Atlas, metaal- en ijzerwerk528.20
D. A. Schretlen C°.ijzer en metaal1511.31
W. C. Pasteur C°.metselwerk267.84
Messchaert Zoon, klein ijzerwerk66.40
Gebr. van der Vliet, ijzerwerk59.95
IJzerlak, enz. 86.87i>-
Loodwit, menie, potlood enz55.78
Borstelwerk 56.39
Poetskatoen42.75
Zeep en Kaarsen13.60
Touwwerk193.53
Zeilenmakerswerk-11.41J
Steen en kalk178.94J
Lampenmakerswerk70.70
Hout66.12^
Idem en dagloon65.772"
Gutta Percha
Huiden
Peilglazen
Smidswerk5.84
Timmerwerk 76.98
Leggen en opruimen van eenen dam met premie
Schalen en gewigt143.50
1 slijpsteen9.
ICetelpakken en schoonmaken161.
Lantaarnruiten
1 Nederlandsche vlag
Schoppen en schuurlinnen
Herstelling taluds
Opruimen van grond
Betalingenvraehtenoverwerken stokers en arbeidsloonen 129.11
8801.01 J
gereedschappen
Cruquius.
1964.78
2479.24
273.73
97.30
71.79
64.—
148.62J
18.80
42.75
79.50
409.60
282.24
19.422
94.07
325.70
409.S5
156.24
90—
2.65
480—
222.-
was als volgt
Lijnden.
1076.40
1604.51
12.24
71.80
44.452
65.50
51.80
65.04
42.75
46.20
251.12
371
14.622
117.09
163.64
968.09
362.37
4.50
30—
8.20
194.60
41.20
421.822
8700.38 5132.26
Wat er voor deze sommen tot onderhoud der stoom-
tuigen verrigt en geleverd is, is te vinden in de
maandrapporten des hoofdopzigtersopgenomen in
het Weekblad van 1861, biz. 116, 119, 179, 203
215, 218 en 1862 biz. 22.
Bij de begrooting was toegestaan eene som van
11,653. Deze post is aanzienlijk overschreden
vooral wat den Cruquius betreft; op het leggen eener
dam tot het nazien der pompharten was hierbij niet
gerekend. De belangrijke herstellingen aan de pomp
harten en zuigers van dit werktuig en het aanschaf-
I'en van een nieuw pomphart voor den Lijnden zijn
de voornaamste oorzaken der verhooging. (Zie voorts
Weekblad 1861 biz. 107). Voor die onderdeelen der
werktuigen is voor den Cruquius ruim 4500, voor
den Lijnden f 1300 boven de raming uitgegeven.
b. Brandstoffenoliesmeer. De levering der Eng.
kolen is aangenomen door A. van der Leeuw en
Zoon C°.te Rotterdam, voor 9.86 de ton;
die der Belgische kolen door B. Hagedoorn en
Zoon, te Amsterdam, voor 71.65 per 100 mud.
Dit jaar heeft men eene bestelling coaks gedaan
ten einde die aan den Leeghwater en Cruquius te
gebruiken. De ondervinding heeft echter geleerd,
dat dit geen voordeel oplevert.
De voorraad steenkolen bedroeg op 1°. Januarij
1861: Engelsche kolen 28408 Belgische 28664
te zamen 57072% mudden.
Door de heeren A. van der Leeuw en Zn. C°.
zijn geleverd Engelsche kolen
van 1 Jan. tot 1 Mei 1861, 612%
ton, a 9.35 5726.87
van 1 Julij tot 31 Dec. 1861, 1803.7
ton, a 9.8616284.48
Door de heeren A. van Bemmelen
van 1 Jan. tot 1 Julij 1861, 6721
mudden Belgische kolen voor 71.94
per 100 mud6335.45 (f)
Door B. Hagedoorn Zn. van
1 Julij tot 31 Dec. 1861 17085%
mudden Belgische kolen voor 71.65
per 100 mud10741.76
Door G. Smit 127790 pond, coaks. 758.42
idem 998 mudd. id. 419.16
Voorts is, volgens besluit van de vergadering van
hoofd-ingelandeneen bedrag van 11879.65 aan
steenkolen van de dienst 1860, om die te doen slui-
ten, op die van 1861 overgebragt; aan den ontvan-
ger te Haarlemmermeer 64.89% voor van den
accijns van 150 mud steenkolen betaald, en 8.40
aan den deurwaarder S. J. Hoekstra, voor een
exploict aan de heeren B. Hagedoorn Zn.die
Op de eerste levering is ingehouden 1500, welke in
1862 moeten worden betaald.
(t) Hieronder is begrepen 1500, in 1860 ingehouden.
achterlijk waren in de levering van kolenen waarbij
de boete van 500 is toegepast.
Hoofd-ingelanden hadden toegestaan eene proeve te
nemen met regtstreekschen aanvoer van steenkolen on-
middelijk uit de mijnen. Deze is echter in 1860 niet
genomen omdat men magtiging van Z. M. den Koning
om schepen met ongebroken lading regtstreeks naar
de stoomtuigen te laten doorvaren behoefde.
In 1861 zijn alzoo geleverd:
Engelsche kolen 32217 mudden.
Belgische idem 23807
Coaks4192
Behalve de coaks zijn verbruikt voor de werking
der stoomtuigen 60373 mudden en 1206 mudden
bovendien tot het verwarmen van het ketelgebouw aan
den Leeghwater bij het metselen gedurende de vorst
voor de eerste proefwerkingen van dat stoomtuig, voor
de werking van het donkeij aan den Lijnden, voor de
smederijen en voor het personeel bij de stoomtuigen.
De voorraad op 31 December 1861 bedroeg der-
halve: 51515% mudden.
De gallipoliolie is op dezelfde wijze als vroeger
genomen van den heer A. L. D ij s eri n c k te Haar
lem. In 1861 is de levering van pateutolie en talk
voor het eerst aanbesteed en aangenomen door den
heer P. Westerveld te Haarlem, de talk tegen
0.74 per kilo en de patentolie tegen /0.44 de kan.
De stoomtuigen hebben in 1861 te zamen gewerkt
5345% uren, en verbruikt 60375 mudden steenko
len, 466% kannen gallipoliolie, 1189 kannen pa
tentolie en 2838 Ned. ponden talkte wetende
Leeghwater 1051% uren met een verbruik van 11618%
mud steenkolen, 86 kannen gallipoliolie, 183 kannen
patentolie en 643% Ned. ponden talk; de Cruquius
2572% uren, met een verbruik 28631 mud. steen
kolen, 219% kan. gallipoliolie, 657 kannen patent
olie en 1302 Ned. ponden talk; de Lijnden 1822
uren met een verbruik van 20125 mudden steenkolen,
161 kannen gallipoliolie, 349 kannen patentolie en
992% Ned. ponden talk.
Het verbruik van steenkolen is per uur werkens
aan alle drie werktuigen tamelijk gelijk geweest, na-
melijk iets meer dan 11 mud per uur; aan den Cruquius
0.07 mud meer dan aan den Lijnden.
De berekening per paardenkracht geeft echter een
gunstiger resultaat. Het vermogendoor den Leegh
water ontwikkeld, was het grootst 286 paardenkrach-
ten gedurende 32% uur, door den Cruquius echter
397 paardenkrachten gedurende 161% nur, door
den Lijnden 363 gedurende 116 uren, zoodat het
vermogen van den Cruquius zelfs ongeveer 34 paar
denkrachten meer bedragen heeft dan dat van den
Lijnden, niet gedurende enkele uren, maar gedurende
eenige dagen.
In do memorie zijn bicromtrent uitvoerige siaten opgeno
men, die wij later hopen op te nemen. (Red.)
c. De veranderiugen, die in het corps van ma-
chinisten en stokers hebben plaats gehad waren als
volgtde stoker Haverstroom is opgeleid tot
reserve-machinistevenzoo de machinist Umans. Ge
durende den tijd dat II a ver s t ro o m werkzaam was
om de machine te leeren drijvenis zijne dienst
waargenomen door den stoker van Steen der en.
Het voornemeu bestaat om meerdere stokers als
reserve-machinisten op te leidenten einde voor te
komendat de stoomtuigen tengevolge van ziekten
der machinisten zouden moeten stilstaan. Die oplei-
ding kan geschieden zonder kosten voor den polder
wanneer de stokers, die aangewezen zijn om later
machinist te worden na hunne dagdienst van 8 uren,
zich 4 uren in het machinelokaal ophoudenom on-
derrigt te ontvangen van den machinist en bij vaca-
ture hij in aanmerking komt, die zich zijn tijd het
meest ten nutte heeft gemaakt.
De verplaatsing van het personeel is aanzienlijk
geweest ten gevolge van de herstellingen aan den
Leeghwater in het voorjaar van 1861, als de machi
nist Uren den Lijnden en den Leeghwater onder zijn
opzigt hadtoen de Leeghwater in werking moest
gesteld wordenmoest bij gebrek aan de noodigc
machinisten het personeel van de eene naar de andere
machine verplaatst worden, zoodat een groot gedeelte
van den tijd de opzigter Beijerinck aan den Lijn
den, aldaar dienst heeft gedaan als machinist.
De extra belooning aan machinisten bevat eene
gratificatie van 34 aan J. H. Delhaes en aan
J. en A. Uren elk 75 voor het geven van on-
derrigt.
Het onderhoud der gebouwde eigendommen is
aangenomen door L. Inpijn te Haarlem voor den
tijd van 3 jarentot 31 Maart 1864, voor een som
van 11,540 of 3846.67 per jaar. In 1861 moest
betaald worden der aanneemsom of/2885, waar-
van echter niet is uitbetaald een bedrag van 200
voor herstellingen aan het plat van den toren en de
bekleeaing van den stoomcilinder van den Leeghwater,
welke werken in 1862 worden uitgevoerd.
Het ingehouden bedrag zal op de dienst van het
loopende jaar worden overgebragt.
g. De verzekering geschiedt bij de Haarlemsche
BrandverzekeriDg-Maatschappij.
C. b. llijnlands bundergeld heeft meer bedragen
dan de ramingomdat de aanslag is geschied vol
gens het nieuwe gaarderboek van Bijnland.
c. Onder deze som is begrepen 1116.65% voor
afkoop van lasten van den Rottepolder.
d. De grondhuur is aan de stad Amsterdam voor
den grondwaarop de pontwachterswoning aan het
nieuwe meer is gebouwd.
e. De recognition zijn: pont Schinkelpolder 50
brug te Halfweg 150 brug te Zuidschalkwijk50
brug en weg naar Haarlem /31.25, weg Lisserbroek-
polder 25.
D. Van de verschenen coupons zijn twee te zamen
f 45 niet opgekomen en derhalve onbetaald gebleven.
E. De uitgaven voor regtskundig en technisch on-
derzoek zijn als volgt: aan E. L. Kist regtskun-
dige kosten 7, A. Biemond Az. taxatiekosten
3, Keijser en Swertz technisch advies/100,
weerkundige waarnemingenaankoop, plaatsing en on
derhoud der werktuigen: II. Olland 55.10 J.
Bos 35.99%, L. Kievit 23.76%. dr. E. W.
C. Krecke 6.30, Wolbers en Eunckler
7.74, A. Schout waarnemingen enz. 24. Voorts
zijn hieronder gebragt de kosten van het opnemen
der waterberging als volgt: dagloonen 70.60 reis-
en verblijfkosten der opzigters 90, rijtuighuur
126.50, schuitenhuur 1.30, drukwerk 69.65
bindwerk 11.20, koper en touw /3.7S, 1 kist
4.50, diverse betalingen 62.80.
Het onderzoek der veengronden heeft gekost aan
afbakenen f 15, taxatie 42.80, onderzoek 24.80.
Hoezeer in 1861 het voornemen heeft bestaanom
meer naauwkeurige proefnemingen te doen omtrent het
waterverlies der pompenheeft dit echter niet plaats
gehadomdat dit niet kan geschieden zonder afdam-
ming der vaart, en de stoomtuigen steeds beschikbaar
moesten blijven, wanneer zij niet in herstelling ver-
keerden. Zoodra alle stoomtuigen van stuwdammen
zijn voorzien en voor het nazien der pompharten
niet zooveel tijd gevorderd wordt als tot heden nood-
zakelijk waswegens het leggen en opruimen der aar-
den dammen, zal men tijd beschikbaar hebben, om
deugdelijke en afdoende proefnemingen te doen.
Aan de stoomtuigen en aan het kruispunt zijn regen-
en verdampingsmeters geplaatst. Aan het kruispunt
heeft Ds. Tinholt zich willen belasten met de waar
nemingen ook van de barometer- en thermometer-