WEEKBLAD N4ZMi van 1862. Vrijdag, 5 October. Hollandsche Maatschappy van Landbouw. A A N LANDBOUW, GEMEENTE- EN P 0 L D E R - B E L A N G E N GEWIJD. Abonnementen IPerde Jaargang. HoofdredacteurC. E. DE CLERCQ. De Pelts is 6,in het Jaar. Elke 3 Maanden wordt over 1,50 beschikt. Advebtentien van 1—5 regels 50 Cts.elke regel meer 10 Cts., behalve 35 Cents Zegelregt bij elke plaatsing. Alle Toezendingen moeten franco geschieden aan den Hoofdredacteur, te Amsterdam. GEMIDDELDE Maandelijksche Waterstanden, Water-ontlastingen en werking der Stoomtuigen in het Hoogheemraadschap van Rijnland. |g Leidschendam. Bodegraven. RAARLHMMERMEER, worden aangenomen bij dc Boekhandelaars C. M. VAN GOGHLeidschestraat, te Amsterdam, J. J. VAN BREDERODE,. Haarlem, bij den Heer BRIEVENGAARDER te llaarlemm.erm.tsr en verder bij alle soliede BOEKHANDELAREN en POSTDIRECTEUREN in het Rijk. Augustus 1862. WAARNEMINGEN. Vloed op bet IJ id. den IJssel id. de Noordzee Ebbe het IJ id. den IJssel id. de Noordzee Boezemstanden u bit Boezemstanden 5.3 5 ^'crva' 'n de Sluizen g jTijd van lozing Hoeveelheid geloosd De meest heerschende wind. Gewerkt gedurende. Opbrengst Uitgemalen Gestopt v. hoog water, id. voor Sluisgang WAARGENOMEN TE Spaarndam. 0,154 A.P. 0,167 A.P. 0,633 A P. 0,682 A.P. 0,042. 13. 1,549697. Noord. Halfweg. 0,1248 A.P. 0,2128S A.P. 0,6396 A.P. Zuid-West. Gouda. 1,009 A.P. n 0,386 A.P. 0,569 A.P. Zuid-West. Katwijk. 0,782 A.P. 0,594 A.P. 0,65 A.P. Oost. AANTEEKENINGEN. Rijnland. 0,6833 A.P. Delfland. 0,3618 A.P. Rijnland 0,65537 A.P. Woerden0,4889 A.P. Van Woerden op Rijnland afgevloeid 41J nren. Te Gouda door de boezem- sluis ingelaten 2,614185. De waterlozing te Spaarn dam had met de aanwezige belemmeringen plaats. De tijdruimte uitgedrukt in uren en minuten. Lengte-afmeting in Ned. Ellen. Inhouds-afmeting in Kubieke Ellen. De bijeenkomst te 's Gravenhage is zeer luisterrijk geweest; de veetentoonstelling overtrof de vorigen zoowel in aantal als in goede hoedanigheid van het vee. Het bezoek was dien dag buitengewoon talrijk. Van werktuigen was eene goede verzameling. Zoo wel de vergadering als de tentoonstelling getuigden van toenemenden vooruitgang en steeds meerdere be- langstelling voor den landbouw. Wij hopen van al hetgeen deze dagen merkwaardigs opleverden achtereenvolgend verslag te doen en vangen daartoe aan met de ZESTIENDE ALGEMEENE VERGADERING, gehouden te 's Gravenhageop Zaturdag den 27sten September, in het lokaal de Vereeniging. De voorzitter, de heer W. C. M. Begramvan Jaarsveldt, opent de zitting ten 12 ure met de volgende aanspraak. Geachte Medeleden 1 Weest welkom nu wij ons weder vereenigen tot het hou- den der Jaailijksclie Algemeene Vergadering, waarvan het bij- wonen aan velen eene behoefteen welke hcden een rustpunt voor onze aandacht geworden is, nu een nieuw vijfjarig tijdvak aan het bestaan onzer Maatschappij is toegevoegd. Die Maatschappij is thans magtig en bloeijend to noemen het getal leden en afdeelingen neemt nog toe; bij de geldelijke aangelegenheden, hoezeer door de wedstrijden der vorige jaren en door gestadig vermeerderende opofferingen gedrukt, is de aanduiding tekort door die van overschot opgcvolgd. Terwijl van alle zijden de verbeteringen zieh ontwikkelen waarvan de eerste kiernen door onze Maatschappij zijn gelegd strekt het tot genoegende belangstetling onzer landgenooten gade te slaan. »Nu weder hebben duizendcn bij duizenden van alle rangen en standen zich vereenigd orn met ons hulde te brengen aan onze Maatschappij, en dankbaar de voortbrengselen van alien aard te bewonderen met welke de landbouw, het voorwerp onzer zorgenin dit jaar gezegend werd. Of wij welkom zijn in dat beroemde Hollandsche vlek, ge- lijk men oudtijds de gemeenle noemde waar wij ons bevin- den wie twijfelt er aandie het oog slaat op de feeste- Jijke wijzewaarop wij er worden ontvangenzoo algemeen jen zoo luisterrijkdat welligt de vraag is gerezen Is die tooiis die feestelijkheidwaarmede wij van wege het Bestuur en de thans opgetogen inwoners als om strijd worden bejegend, wel passend voor den eonvoudigen landbouwer? »Is die Vorstelijke hofplaats, welke niets anders scbijnt gc- meens te hebben met den landbouw dan dat zij zijne voort brengselen in ruime mate verteert en in geld verwisseld tot den landbouwer terugvoertwel eene geschikte piaats voor onze zamenkomst Ja, veroorloof ik mij op ieder dezer vragen to antwoorden. Ja, de eer en de luister zijn de billijke belooning der ver- diensten, en wanneer de landbouwer bij het einde van het jaargetijde voor het gansche volk ten toon steit de schalten van den oogstvruchten van gestadigen arbeid, volharding, zorg, waakzaamheid en overleg, vaak verkregen met groote opofferingteleurstellingen en tegenspoeden dan is het billijk dat hijde oudste en voornaamsle stand der bnrgerlijke maat schappij, worde versierd met den straalkrans der eer, als ter be looning van het verledene en ter aanmoediging voor de toekomst. Ja, het te zamen komen der beoefenaars en voorstanders van den landbouw hier, waar de Vorst, die in bet gelukkig Nederland een is met het volk, verblijf houdt; waar de wct- gevers en bestuurders van het Rijk en van het Gewest geves- tigd zijn is deze zamenkomst niet misplaatstmaar kan het nuttig zijn, dat de landbouw zich in al zijne grootheid en zelfstandigheid vertoone. Niet alsof de Landbouw behoefte had aan voorregten of be- .gunsliging van het menschelijk gezag. Neen met eerbiedigen ootmocd ontvangt hij zijne wcldaden van hooger band, van den Almagtigen Heer der Natuur. a Maar wat bij niet kan ontberen, bestaat daarindat bij in de zorgvuldige uitoefening van zijn vreedzaam bedrijf niet worde belcmmcrd, hetzij door hetgemis van belangstelling of bescher- ming van het Staats-gezag, hetzij door wetten en maatregelen niet rustende op goede beginselenof niet strookende met den vooruitgang van den menschelijken geest of met de gestadige verandering in al wat ons binncn en buiten het Rijk omgeeft. In het kunstige zamenstel der algemeene maatschappelijke aangelegenheden kan niet den deel van de overige worden af- gezonderd;alien zijn door een algemeenen band vereenigd: wilt gij voorbeelden Hoe zal de Landbouw kunnen bestaan in een land, waar de wet en het gezag niet waken voor volkomen veiligheid van personen en eigendommen; Voor onderwijszonder hetwelk geene kennis of bescbaving kunnen verwacht worden; Voor geneeskundige wetten welker goede toepassing op het platteland zoo moeijelijk en toch onmisbaar is tot behoud van het leven en de gezondbeid: Voor de billijke verdeeling van den burgerpligt, tot verde- diging van het Vaderlandopdat het te geschikter tijde aan geene armen ontbreke voor den arbeid. Daarenboven onze vaderlandsche bodem, door den moed en de opoffering van voorgeslacht en tijdgenoot aan de zee en de rivicren ontwoekerd en in waterschappen verdeeldheeft gestadige behoelte en zorg voor de verdediging tegen on tijdige ontlasting van die vijandige hoofdstof. i Handelscheepvaart, bij onbekrompen vrijhcid tot verwis- seling en verruiling der voortbrengselen met die van andere volken, zijn de natuurlijke bondgenooten van den Landbouw en hoezeer de tijrlen verre achter ons liggentoen in cen naburig Rijk de uilvoer van sommige vcerassen met verminking of den dood werd geboet, heeft toch het levende geslacht nog bijgewoond, dat de in- en uitvoer der voornaamste voortbreng selen, wegens redenen van schaarschte of overvloed, door da heffing van inkomende of uitgaande regten werden belemmerd. »Welnu, deze en tallooze andere allcrgewigtigste aangelegen heden zij worden geregeld te 's Gravenhage, wij zijn daar dus niet misplaatst, maar wenschen er ons te doen hooren, ten einde de belangstelling in en kennis van deze belangen van den Land bouw te doen ontstaan of toenemen. Wanneer wij hier onze stemmen verheffen, moet het in de eerste plaats zijn om aan het achtbaar Bestuur dezer fraaije lustplaats, aan de inwoners van alle rangen en standen, aan de leden der sub-commissie voor deze feestviering, die zich zoo wel van hunne moeijelijke taak kweten, den innigen dank der Maatschappij te betuigen voor de hartelijke en feestelijke ont- vangst, welke wij Hier genieten. Wat mij betreft, acbt jaren bad ik de eer zitting te hebben in bet Hoofdbestuur, de dne laatste als Voorzitter; die jaren zullen onuitwischbaar en in mijne hcrinneringgevestigd blijven; ik kweekte er dierbare en hooggeschatte betrekkingen aan in welker voortduring ik mij aanbeveel, nu ik, volgens de wet, aan het einde des jaars in de rij der gewone leden zal terug- keeren. Ik zal dit doen met dankbaarheid voor het genoten vertrou- wen en toegenegenheiden met mijne beste wenschen voor het heil dezer Maatschappij, welker 16de Algemeene Vergade ring thans door mij wordt geopend verklaard." De Voorzitter doet daarop o. a. de volgende mede- deelingen 1°. Dat is ingekomen een adres van de afdeeling Gouda, in te dienen aan de Wetgevende Magt, om- trent het ontwerp van wet op het middelbaar onder wijs. Het Hoofdbestuur heeft vermeendniet zelf deze zaak ter afdoening te moeten brengen maar met het oog op het gewigt daarvanhaar aan de be- oovdeeling der Algemeene Vergadering te onderwerpen. 2°. Datnadat de punten van beschrijving waren opgemaaktis ingekomen een voorstel van den heer Haider, te Beverwijk, die eene prijsvraag wenscht uit te schrijven over de oorzaken van het ontstaan van de tongblaar en het klaauwzeerde middelen tot genezing en voorkoming dier ziekte. Ook dit punt zal straks in behandeling worden genomen. Thans komen de punten van beschrijving in behan deling. I. Verslag van den staat der Maatschappij. Op voorstel van den voorzitter wordt besloten, dit verslag niet in zijn geheel te doen voorlezen maar het in de mededeelingen op te nemen. Hij deelt daaromtrent evenwel een paar punten mede. Het ge tal afdeelingen der Maatschappij bedraagt thans 50, zijnde 2 meer (Eiland Wieringen en Sloterdijk) dan verleden jaarhet getal leden 7204, zijnde 361 meer dan in September 1861, toen het getal 6843 bedroeg. Over het algemeen zijn de verslagen der afdeelingen gunstig. Er is groote vooruitgang in de wijze en de uitvoerigheid der verslagenmaar daarom is het te meer te betreurendat nog enkele afdeelingen ten achteren blijven in het toezenden van verslagen. Het Algemeen Verslag zal een overzigt mededeelen nopens het verzenden van boter op de Londensche markt. Die zaak heeft niet gunstig gewerkt; zij is weinig vooruitgegaan, niettegenstaande daaraan groote

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1862 | | pagina 1