ONTWERP-REGROOTING Haarle ram crmeerpolder, - UITGAVEN en ONTVANGSTEN UITGAVEN. INKOMSTEN. per Transporl 20,738. c. Stoomgemaal le Gouda. Voor herstelling of verbetering. 1,140. Voor brandslof, smoermiddelen enz. 9,305. Voor bezoldiging van bet personnel 3,184. 13,629.— 34,367.— Do brandslof en alle middelen en behoeften voor de wer- king en de bewegingzijn, voor zoover dit daarvan afhanke- lijk is, berekend: voor de stoomgemalen te Spaarndam en te Halfweg voor eene werking van CO, voor bet stoomgemaal to Gouda voor eene werking van 80 etmalen, omdat de plaatse- lijke toestand aldaar, in den regcl, langduriger werking noo- dig niaakt. Deze werktijd is de ruim genomen middelbarc werking der laatste jaren, daar geene wetenschap de wezenhjke bcboefte in 1863 kan bepalen of eigenlijk die van bet maal- saizoen van 1862 op 1863. dewijl in 1863 wordt aangekocht de in dat saizoen verbruikte boeveelbeid, om den voorraad voor de genoemde etmalen bij den aanvang van een volgend saizoen in de bergplaatsen te bezitten. Hoofdstuk VI. Art. 1. Reeds in de memorie van toelicbtiflg, gevoegd bij de project-begrooting voor 1862 is melding gemaakt van ontwerpen, die destijds bangende waren tot bet uitvoeren van nieuwe buitengewone werken voor de verbetering van den waterafvoer naar de Noordzee, met name eene verdieping van den Rijn, tusschen Valkenburg en de spoorwegbrug aan de Vink, in verband met eene verruiming van de Korte of Wad- dingervliet. Die ontwerpen kwamen hoofdzakelijk liierop neder: 1°. om door bet verwijden van sommige gedeelten en het verdiepen van gezegd Rijnvak dit te brengen op eene breedte van 45 el op de hoogte van A.P., op eene diepte van 2,50 el onder A P. en op eene bodemswijdle van 35 el; 2°. om op enkele punten aan do Korte Vliet eene geheel 'nieuwe bedding te geven, ter afsnijding van hinderlijko bogten, dat water op anderc punten te verbreeden, de vijf daarover liggende bruggen te vernieuwenten einde daaraan een grooter doorstroomingsvermogen te geven, en de uitwatering van de Korte Vliet op den Rijn te doen plants bebbeH door eene nieuw te bouwen sluis bezijden de legenwoordige, welke nieuwe sluis twee openingen zou hebben, elk van 6 el wijdte, diep op den slagbalk 2,10 el onder A P., die voorzien zouden worden met dubbele deuren en met vaste bruggen zouden worden overge- slagen, tot heboud van de eommunicatie over den weg op den Rijndijk De verruimde Korle Vliet zou eene breedte hebben van 22 el op de boogie van A P of 20 el op den middelbaren boezemstand, eene bodemsbreedte van 14,75 el en eene diepte van 2,25 onder A.P. Do kostcn dezer werken waren geraamd: die voor den Rijn op41,410. die voor de Korte Vliet op66,170. of in bet geheel op107,580.— De voorgeslelde werken zijn aandachtig overwogen. Die voor de Rijnverbreeding en verdieping vonden bij ons collegie ge- reeden ingang, Alleen kwam het ons voor, dat de kosten voor de onteigening gesteld te laag waren geraamd en dat ook voor eenige werkzaamheden meer uitgaven moeslen worden berekend, zoodat het tolale .cijfer der uitgaven voor dat werk zou moeten verhoogd worden. Met de ontworpen werken aan de Korle Vliet konden wij ons minder vereenigen. Het kwam ons voor dat het beoogde doel op eenvoudiger en minder kostbare wijze zou te bereiken zijn, te meer, daar wij vermeenden dat de verbetering van den Rijn, en daardoor de verlaging van den waterstand in dat wa ter, reeds zoodanigen gunstigen invloed op de afstrooming van de Korte Vliet zou uitoefenen dat het onnoodig zou zijn om dit laatste water te brengen op die afmelingen als bet plan beoogdeen daarvoor de zoo aanzienlijke som van ruim 66,000 te besteden. Een nader overleg omtrent het geheele plan heeft dienvolgens plaats gehad. Daardoor zijn wij tot de overtuiging gekomen dat de kosten van de Rijnverruiming en verdieping moeten ge steld worden op 60,000.en dat de werken tot verbetering van de Korte Vliet zich zouden kunnen bepalen tot de vol- gende: a. verbreeding op enkele plaatsen, met behoud overi- gens van de legenwoordige bedding, en verdieping; b. ver- andering van de bruggen overeenkomslig de behoefte c. vermeerdering van bet uitslroomingsvermogen door den aan- bouw in den Rijndijk, ten westen van en zoo digt mogelijk aan de tegenwoordige sluis, die in wezen zou blijvenvan eenen duhbelen duiker met scbuivenelke opening wijd 2,60 el en hoog 2 el onder den zomerwaterstand en, in verband hier- medeafgraving van den westelijken obver der Korte Vliet nabij den Rijndijk. Door de verbreedingen en de verdieping sub a genoemd zou aan bet water een profit gegeven worden van 18 el breedte op de hoogte van A P., of 16 el breedte op de hoogte van den gemiddeldcn boezemstand, 2 el diepte beneden dien waterstand, wederzijdsche valiingen van 2 op 1 en bodemswijdle van 8 el. Aanvankelijk zouden ccliter, naar onze meening, de sub b en c genoemde werken uitgevoerd en de verbreedingen en ver- dicpingen uitgesleld kunnen worden, omdat cr later altijd gele- genheid zal bostaan tot deze laatste voorzieningen over te gaan, indien de ondervinding mogt leeren dat de verbetering van den Rijn tusschen Valkenburg en de spoorwegbrug aan de Vink niet zoodanigen gunstigen invloed, als wij ons daarvan voorstellen, zal hebben op de afstrooming van de Korte Vliet, nadat de bruggen veranderd en de nieuwe openingen in den Rijndijk gemaakt zullen zijn. De kosten der werken aan de Korte Vliet, zoo als zij hier- voor sub a, b en c zijn aangeduid, worden geraamd op/29.330 en die van het geheele werk der verbetering van den Rijn tusschen de spoorwegbrug bij de Vink en Valkenburg en van do Korle Vliet op 89,330of om een rond cijfer te noemen op 90,000. Het ligt geenzins in de bedoeling dit veelomvattende plan in een jaar ten uitvoer te brengen; daarvoor bestaat geen be hoefte en de begrooting zou daardoor te zcer worden bezwaard. De som van 90,000 zou gevoegelijk over drie jaren kunnen verdeeld worden, als wanneer het eerste jaar do noodige ont- eigeningen voor de Rijnverbetering en eenige onteigening voor de toeleiding van het water naar den nieuwen duiker aan de monding van de Korte Vliet zouden kunnen gesekieden, het tvvcede de werken voor de Rijnverbetering vcrrigt en bet derde de werken voor de verbetering van de Korte Vliet, in den zin als boven door ons is voorgesleld, uilgevoerd zouden kunnen worden. Deze verdeeling der werkzaamheden biedt ook dit voordeel aan, dat de uitwerking van de verbreeding en ver dieping van den Rijn kan bekend zijn vodr dat aan de verbe tering van de Korte Vliet de band wordt gelegd, en dus de eventuele noodzakelijkheid om aan deze meer uitbreiding te geven dan aanvankelijk door ons wordt bedoeld, eenigermate zal kunnen beoordeeld worden. Met bet oog op hot bovenstaande wordt in de ontwerp-be- grooting voor 1863 voorgesleld eene post van 27,000 als het eerste gedeelte van de geraamde kosten voor de uitvoering van bet geheele plan. Voor bet tweede gedeelte zou op 1864 een som van 35,000 kunnen gebragt worden als wanneer nog 28,000 voor 1865 zouden overig blijven. Wij moeten echter opmerken dat deze laatste som wel door ons wordt genoemd, om bet financiecl overzigt van bet geheele werk te geven maar dat bet besteden daarvan tot bet voile bedrag afhankelijk blijft van de nader te nemen besluiten, in verband met betgeen hierboven door ons ten opzigte van de verruimingswerken aan de Korte Vliet is aangevoerd. Het is u bekend dat de opbrengst van de verkocbte meer- oeverwerken tot een fonds is aangelegdhetwelk men wil be steden en ook gedeeltelijk reeds bestced heeft voor de bekos- tiging van zoodanige nieuwe werken, welke strekken om Rijnlands boezem, door de afsluiting van bet Haarlemmermeer aanmerkelijk verkleindte verbeteren. Ilet bedraagt thans no- minaal 93,000. Wij stellen u voor dit kapilaal in zijn geheel te bestemmen voor de thans door ons bedoelde werken, en daarvan tot dat einde in 1863 le verkoopen 28,000, in 1864 40,000 en in 1865, zoo noodig, 25,000, als wanneer hetgeen in elk van die jaren verder voor die werken zal be- noodigd zijn, uit de gewone inkomsten zal moeten gevonden worden. Wij hebben de eer u voor te stellendoor bet goedstemmen van de voorgedragen cijfers onder Uitgaven, Hoofdstuk VI, art. 1 en Inkomsten, Hoofdstuk V, art. 2, uwe goedkeuring te verleenen aan bet plan en aan de regeling der uitgaven zoodanig als een en ander hierboven door ons is uiteengezet. Ten slotle kunnen wij mededeelen dat bet voornemen bij ons bestaat om, zoo noodig, de loepassing der onteigeningswet op de uitvoering der beoogde verbeteringswerken te vragenwaartoe wij voor dat geval, nu voor alsdan, de magtiging uwer verga- dering wenscben te ontvangenen wijders dat wij ons vleijen de moeijelijklieden te zullen overwinnen, die mogelijk met de eigenaars der bruggen over de Korte Vliet kunnen ontstaan ter zake van de aan die bruggen te brengen veranderingen. ONTVAN GSTEM". Hoofdstuk II. Art. 2. Voor de opbrengst van verpaehle sluizen en bruggen wordt/3800 meer gebragt dan op de vorige be grooting. Deze verhooging vloeit hoofdzakelijk voort uit de verpackting van de heffing der sluisgelden te Spaarndam en de hoogere sommenbedongen bij de nieuwe verpachtingen van de Overtoomsche sluis en van 's Molenaarsbrug De te ontvangen sluis- en bruggelden zullen alzoo zijn; van de sluizen te Spaarndam 7900van 's Molenaarsbrug 465 van Gouwsluis/533.44; van de Zwammerdamsche brug 87.50; van de Zijlbrug/ 150; van de Overtoomsche sluis 4666 66 kontributie van de gemeente Zwammerdam en den Binnenpolder voor de Zwammerdamsche brug/10; te zamen 13,812.60. Hoofdstuk VI. Art. 3. Aangezien eerst na de vaststelling van bet gaarderboek voor 1863 bekend is het juiste bundertal waarover de omslag zal loopen, heeft men, in bet onzekere van dat cijfer, tot grondsiag genomen het aantal bunders van het laatst vastgestelde gaarderboekhet nieuwe toch kan geen beduidende verandering ondergaan, vermits de aanslagen met uilzondering van die der duinen en het water in de Oost- en Westplassen onder Aalsmeer, weinig of geen verschil zullen oploveren. Men heeft gemeend den omslag op 1.55 te moeten voor stellen waardoor de begrooting sluit met een saldo van 22,002.82. Dit is voorzeker een belangrijke sommaar zoodanig slot is onvermijdelijkde reden is over bekend en bij de memorie van toelicliting, gevoegd bij de begrooting voor 1862, uiteengezet, waarom men het overbodig aclit die te herhalen. DER VAN DEN VOOR HET JAAR 1863. HOOFDSTUK I. Huishoudelijk Bestuur. Art. 1. Jaarwedden der ledeo van het bestuur. Art. 3. Jaarwedden van den secretaris en van den penningmeester Art. 4. Jaarwedden der overige beambten Art. 5. Reiskosten van den hoofd-opzigter en den bode Art 6. Kosten vallende op de vergadering van hoofd-ingelanden Art. 7. Kosten vallende op de vorgaderingen van het bestuur Art. 8. Kosten van licht en brandstoffen Art. 9. Schrijfloonen n Art. 10. Sehrijf- en bureaubehoeften. Art. 11. Druk- en bindwerk Art. 12. Briefporten, vrachtloonen en andere kleine uitgaven Aat. 13. Kosten voor het bijhouden van het gaarderboek Art. 14. Kosten van verkiezingen 4400.— 2600.— 11050.— 825.— UOOO.— 100,— 400.— 300.— 90.— 150.— 100.— per Transport 21015.— Art. 15. Kosten voor bet aanplakken en afkon- digen van stukken en advertentiekosten 60.— Art. 16. ZegelstO.-^ Art. 17. Presenliegelden voor hoofd-ingelanden. 800 Geheel van het lste Hoofdstuk 21895.— HOOFDSTUK II, Kosten van openbare werken en bijzondere eigendomnien. Art. 1. Onderhoud van sluizen, bruggen en duikersy 7249. Art. 2. Onderhoud van kaden, dijken en be- schoeijingen39go__ Art. 3. Onderhoud van wegen23069. Art. 4. Onderhoud van ponten en roelbooten 718. Art. 5. Onderhoud van kanalenvaarten en slooten2194. Art. a6. Bemalingswerktuigen a. Onderhoud van de werktuigen met hunne onroerende goederen en gereedscbappen 6634. b. Kosten van brandstoffen, olie, smeer enz. 35000 c. Bezoldiging van machinisten, molcnaars, enz. 10907. Art. b) 8. Onderhoud van gebouwde eigen- dommen3956.— Art. 10. Kosten van brandverzekering 49. Transporleerc 21015- Geheel van het 2de Hoofdstuk 93775.— HOOFDSTUK III. Lasten. Art. 1. Grondlastcn1620.— Art. 2. Rijnlandsch bundergeld1320. Art. 3. Binnenlandsche kosten150. Art. c) 4. Bijdragen in de lasten van andere polders1400.— Art. 7. Huren van gebouwen of gronden 2.90 Art. 8. Recognition350. Geheel van het 3de Hoofdstuk 4842.90 HOOFDSTUK IV. Renten en ajlossing van schuld. Art. 1. Renten van gevestigde schuld 8325. Art. 4. Aflossing van schuld10000. Geheel van bet 4de hoofdstuk 18325.- HOOFDSTUK V. Uitgaven in de vorige hoofdstukken niet begrepen. Art. 2. Kosten van regtskundig of technisch onderzoek500. Art. 3. Onderzoek van te verkoopen veengronden 100. Geheel van bet 5de hoofdstuk 600.- HOOFDSTUK VI. Buitengewone uitgaven. Art. 1. Aanleg van nieuwe werken 23289. Art. 2. Buitengewone herstellingen 46470. Geheel van het 6de Hoofdstuk 69759. HOOFDSTUK VII. Onvoorziene uitgaven. Art. 1. Onvoorziene uitgaven7000. Geheel van bet 7de Hoofdstuk/ 7000. ALGEIEEKE VEEZAMELING. Hoofdstuk I. Huishoudelijk Bestuur21895. II. Kosten van openbare werken en bij zondere eigendommen93775. III Lasten 4842.90 IV. Renten en aflossing van schuld 18325. V. Uitgaven in de vorige hoofdstukken niet begrepen600. VI. Buitengewone uitgaven n 69759.— VII. Onvoorziene uitgaven7000 Geheel bedrag der uitgaven /216196.90 HOOFDSTUK I. Ontvangsten wegens vroegere diensien. Art. 1. Batig saldo der laatste rekening na aftrek der /18000 beschikt bij suppl. Begrooting 1862 2496.36J Art. 2. Restanten van vorige diensten 200 Geheel van het lste Hoofdstuk 2696.36£ HOOFDSTUK II. Hefjingen van verschillenden aard. Nihil. HOOFDSTUK III. Inkomsten uit bezittingen en regten voortvloeijende. Art. 1. Renten van kapitalen wegens voorge- schoten gelden300.- Art. 3. Iluur of pacbt van landerijen en ge bouwen -.10281. Art. 4. Opbrengst van grasgewas900. Art. 5. Opbrengst van den houthak 50. Art. 6. Opbrengst of pacht van jagt en vis- scherijen800. Arl. 7. Recognition, Opstallen2500. Art. 8. Recognition, Uitwegen50. Geheel van het 3de Hoofdstuk/ 14881.-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1862 | | pagina 6