- 223
53 a I a u 0.
itlcmorie wait STocJicJiting.
HOOFDSTUK IV.
Verschillende inVomden.
Art. 1. Boelen200.--
Art. d) 2. Vergoeding voor diensten door den
polder aan andere waterschappen bewezen 126.62J
Art. 8. Opbrengst van verkrijgbaar gestelde
stukken20.
Verschillende kleine inkomsten50.
Geheel van het 4de Hoofdstuk 396.624
HOOFDSTUK V.
Buitengewone ontvangsten.
Art. 1. Verkoop van onroerende goederen 15000.-
Art. 2. Verkoop van roerende goederen 300.-
Art. 5. Subsidien13000-
Geheel van het 5de Hoofdstuk 28300.-
HOOFDSTUK VI.
Art. 1. Onvoorziene ontvangsten500.
Geheel van het 6de Hoofdstuk 500
HOOFDSTUK VII.
Omslagen.
Art. 1. Gewone omslag over 16950.75.4.7 bun
ders, a. 7.71* per bunder130744.91
Art. 2. Buitengewone omslag over 16950.75.47
bunder, it 2,28* per bunder38762.634
Geheel vau het 7de Hoofdstuk 169507.55
ALGEMEENE VEEZAMELING.
Hoofdstuk 1. Ontvangsten wegens vroegere
diensten2696.304
II. Heffingen van verschillenden aard Nihil.
III. Inkomsten uit beziltingen en reg-
ten voorlvloeijende14881.
IV. Verschillende inkomsten 396.62*
V. Buitengewone ontvangsten28300.
VI. Onvoorziene ontvangsten 500.
VII. Omslagen169507.55
Geheel bedrag der Ontvangsten 216281.54
Inkomsten216281.54
Uitgaven216196.90
Batig saldof
84.64
Aldus opgemaakt door Dijkgraaf en Heemraden
van den Haarlemmermeer-Polder in hunne
vergadering van den 13 November 1862.
J. W. M. VAN DE POLL, Foorzitler.
E. W. VAN BREDERODE, Secretaris.
a) Met inbegrip van de molens en van de gebouwen waarin
de werktuigen gevestigd zijn.
b) Men bedoelt bier hetgeon volgens het burgerlijk regt ei-
gendom van den polder is, hetzij die eigendommen binnen of
buiten zijne grenzen gelegen zijn.
c) Men bedoelt hier bijdragen in de algemeene lasten; die
ten behoeve van bijzondere werken zijn in Hoofdstuk II, art. 5
opgenomen.
d) Hieronder wordt begrepen het loon voor de bemaling var.
andere polders en de golden ten behoeve van de werken, door
den polder beheerd, maar tot welker onderhoud ook andere
waterschappen moeten bijdragen.
UITGAVEE.
HOOFDSTUK I.
Art. 1. Bij bet bijzonder Reglement van Bestuur voor den
Ilaarlemmermeer-Polder Provinciaalblad 1855, N°. 88) vastge-
steld. Tractement van den Dijkgraaf /2000; idem van zes
Heemraden f 2400.
Art 3. De jaarwedden van den Secretaris en van den Pen-
mngmeester zijn vastgesteid bij het Bijzonder Reglement en bij
resolutie van Provinciale Staten van Noord-Hollandin dato 12
Jul'j 1859 Provinciaalblad N°. 69). Jaarwedde van den
Secretaris/' 1400; idem van den Penningmeesler f 1200.
Art. 4. Jaarwedde van den Hoofd-opzigter 1500- perso-
neele toelage voor vergoeding van gemis aan inkomsten' wegens
het met meer verrigten van werk voor Particulieren of voor
Commissien. (Besluit Hoofd-Ingelanden 27 Dec 1861) f 1000
Vergoeding huishuur (besluit H. I. 25 Maart 1857n° 2) f 250'
Bureaukosten (besluit II. I. 31 Maart 1858, n°. 2) f 100.
De jaarwedden van de opzigters zijn uitgetrokken als volgt
Aan A. van Riessen aan den Leeghwatertractement f 1000
P^!tSnoo0leAt0e'a|e 20°' Aan den °Pzigter bij den Cruquius
i1®" °Pzl&ter A- M Vorstman aan don Lijnden
f 1000. Aan den opzigter J. Rietbergen te Aalsmeer /900
Aan J. E. Verveer, werkzaam aan het kantoor van den hoofd-
opzigter f 600.
Tractement van den bode 500; personeele toelage 100.
Bezoldiging van brug- en pontwachters per Week als volgt
aan de pont aan de Poellaan, met inbegrip van 1.voor
huishuur 6 aan de Lisser rolbrug 5.50; aan de Hillegom-
mfrn!!! /a !^n Bennebroeker brug 5.50; aan de pont
for r ll i if de Vijfhuizer rolbrug 5; aan de Sio-
rolbrug 5 aan de pont aan het Nieuwe Meer/5; aan
de rolbrug bij Aalsmeer 5.50aan de rolbrug bij Leijmui-
den 5.50 te zarnen per week 53bovendien voor tijdelijke
wachters bij ziekte der vaste wachters en bij storm 136.43.
Het geheele artikel bedraagt 740 minder, dan voor 1862
is toegeslaanen wel ten gevolge van het ontslag van den op
zigter J. Alders die alsnu gebragt is onder de tijdelijke op
zigters, en omdat in 1862 voor de brug te Aalsmeer/100
was uitgetrokken voor een assistent-brugwachteraangezien in
1862 nieuwe rollen zijn aangebragt in het roltoeslelen de
brug daardoor beter bewogen kan worden, vervalt de assistent-
brugwachter.
Art. 5. De reis- en verblijfkosten van den Hoofd-opzigter
worden weder uitgetrokken voor een bedrag van /800. Naar
aanleiding van het besluit van Iloofd-ingelanden van 14 Mei
1856, n°. 3 worden de reis- en verblijfkosten berekend vol
gens het tarief van Ingenieurs van den Waterstaatde reis-
kosten ad 0.45 per uur. De verblijfkosten ad /2 per halven
dag. Wij stellen voor om voor 1863 het bedrag van 800
te behoudenvooral met het oog op de begrinding dor lengte-
wegen en de voorgestelde verdiepingenwerken van grooten
omvang. Alleen wenschen wij het bedrag van 0.45 per uur
te veranderen in 0.60 per uur, aangezien het bestaande ta
rief te laag is gesteld om do reiskosten te beslrijdenwaartegen
dan de reiskosten van Heemstede naar Haarlem vervallen.
De reiskosten van den Bode worden weder als voor 1862 uit
getrokken op/25, uit welk bedrag betaald worden de reizen
in dienst van den Polder.
Artt. 67 en 8. Zoolang het Bijzonder Reglement niet is
herzienstellen wij voor om voor 1863 volgens aanschrijving
van Dijkgraaf en Hoogheemraden van Rijnlandin dato 26 Fe
bruary 1859, deze artikelen te zamen uit te trekken voor/1000.
Art. 10. Volgens het Bijzonder Reglement van Bestuur van
den Haarlemmermeerpolder, zijn de schrijf- en bureaubehoeftcn
voor den Secretaris en Penningmeester voor ieder op een
maximum van 200 gesteld.
Art. 15. Deze post wordt hooger uitgetrokken dan voor 1862,
daar de ondervinding leertdat het uitgetrokken bedrag voor
1862 onvoldoende is.
Art. 16. Wordt 10 hooger voorgedragen dan voor 1862
is toegestaan.
HOOFDSTUK II.
Art. 1. Deze werken zijn voor den tijd van drie jaren uit-
besteed aan den aannemer L. Inpu.v, te Haarlem, voor de som
van 17950 of 5983.33per jaar, eindigendc de onder-
houdstermijn den laatsten Maart 1864. Boven de gewone
onderhoudswerken aan de rolbruggen over de Ringvaart dient
nog op eenige buitengewone onkosten gerekend te worden. De
meeste rolbruggen bewegen moeijelijk en vcreischen daardoor
buitengewone voorzieningen. Hoofdzakelijk wordt dit toege-
schreven, dat de sporen op een houten onderstel rusten en
enkele bruggen wat ligt van constructie zijnhetgeen te weeg
brengt dat de sporen niet in waterpassen stand zijn te houden,
waardoor de rollen spoedig afslijten.
Tusschen de mijlpaien 48 en 49 is een hoek in den jaag-
weg, die voor de passage met rijtuigen hinderlijk is, wanneer
aldaar schepen gejaagd worden. Men wenscht daarorn twee
rolpalen op dit punt te stellen. De uitgaaf boven de aannecm-
som wordt begroot als volgt: voor 60 ijzeren mijlpaien langs
den Ringdijk en voor eenige nummerpaaltjes op de bermen der
begrinde lengtewegen 576; voor 2 rolpalen, te plaatsen op
den jaagweg tusschen de mijlpaien n°. 48 en 49 60; voor
een slei nieuwe rollen onder de rolbruggen bij Aalsmeer en
Leijmuiden 300 voor vernieuwingen aan het brugje in den
weg te Aalsmeer 250 voor eenige nieuwe goten aan ver
schillende pont- en brugwachterswoningen /80.
Art. 2. Het onderhouden der ringvaartsboorden is in 1861
aanbesteed voor den tijd van drie jaren, eimjigende den on-
derhoudstermijn den laatsten April 1864.Aan "den aannemer
G. Prook te Mijdrecht moet in 1863 betaald worden: in Mei
de 4de termijn'/12 der aannemingsom groot 8698724.83*
en in October, de 5de termijn, yI2 van idem2174.50.
Voor het opnemen en op nieuw leggen van de steenbezetting
tegen de Polderkade over den Cruquius /1000; voor meerder
krooswerk der slooten langs de Polderkaden 1000.Wor
den in 1862 nog Polderkaden verkocht, dan kan het cijfer
verminderd worden het is echter raadzaam om het voor alsnog
op het uitgetrokken cijfcr te houden. De sleenglooijing van
de Polderkade over den Cruquius eiscbt dringend voorziening.
Art. 3. In 1861 is het onderhoud der grindwegen aanbe
steed voor den tijd van drie jaren eindigende de onderhouds-
termijn ultimo December 1863. Het werk is aangenomen door
G. IIoogendoorn voor 54095. In de maand Augustus 1863
verschijnt de 5de termijn of s/12 der aannemingsom ad/ 13523.75
en in Januarij 1864 moet betaald worden de 6de termijn of
VI2 van idem, ad/ 4507.91*. Hierbij komt voor het on
derhoud der grindwegen in den Polder, die in 1860 en 1861
zijn gcmaakt, te welende Lisser dwarsweg, lang 6950 el;
de Bennebroeker dwarsweg, lang 9280 el; de Vijfhuizer dwars
weg, lang 10300 el; de oostelijke Hoofdweg van den Leegh-
water tot den Lisser dwarsweg, lang 4660 el; de oostelijke
Hoofdweg van den Venneper dwarsweg lot den Lijnden, lang
13300 el: te zamen 44490 el.Voor aankoop van 800 kub.
el grind ad 3.80 of 3040; zes arbeiders, ieder 6 per
week, geeft, met de kosten voor kielen en petten1998;
te zamen 5038.
Het hooge bedrag van het onderhoud der wegen moet na-
tuurlijk de aandacht trekken, te meer daar nog geen der lengte
wegen in dat onderhoud is begrepen. Wij gelooven dat de
verdere begrinding der lengtewegen daarorn toch niet moet
worden uitgestelddaar het bezilten van harde wegen, na eene
goede bemaling, een hoofdvereischte voor den Polder is.
Under het bedrag van de aannemingsom zijn immers begrepen
verschillende werkendie niet bepaaldelijk kunnen gerekend
worden tot het gewoon onderhoud te behooren; zoo zijn er
ophoogingen van het jaagpadhet bezetten van ringvaartsboor
den met bazalt, het afnemen van de bermen van den Venne
per dwarswegenz. Zijn eenmaal al de wegen begrinddan
voorzeker wordt het onderhoud betrekkelijk geringeromdat
de circulalie zich alsdan over eene grootere lengte verspreidt,
en zal alsdan een wcgwerker een grooter aantal ellen grind-
weg kunnen onderhouden en er minder grind voor het on
derhoud benoodigd zijn dan thans. Welligt is bet raadzaam
in navolging van andere besturen, de grind zelf aan te koopen
en het vcrvoer van de grind van den Ringdijk naar de wegen
uit te bestcden.
Art. 4. Deze werken zijn in 1861 voor den tijd van drie
jaren aanbesteed aan M. vam Dijk, te Warmond, voor de som
van 1794. De onderhouds termijn eindigt den laatsten
April 1864. In Mei 1863 moet worden betaald de 3de ter
mijn of 1/,i der aannemingsom ad 149,50. In October
1863 moet worden betaald de 4dc termijn of 3/12 der aanne
mingsom ad 448,50. Te zamen 598. Hierbij eene
nieuwe boot voor den Cruquius met zeiltuigje 120. Totaal
718. Aan den Cruquius is thans geene boot in de Ring
vaart, om dat de boot die aldaar vroeger beslond, het eigen-
dom was van den opzigter Dansdohp. Aan eene boot bij de
stoomtuigen is groote behoefte, daar dikwerf zware stukken
van elders moeten worden gehaald.
Art. 5. Niettegenstaande het krooswerk van vaarten en tog-
ten in 1862 is aangenomen: 1°. Kroozen vaarten en togten
voor 1500: 2°. Kroozen halve wegslooten voor 325 te
zamen/ 1825; is voor 1863 gerekend voor het kroozen van
vaarten en togten als volgt: voor het tweemaal kroozen van de
Hoofd- en Kruisvaart, lang 25700 el, ad 1J cents per el
449,75; voor het tweemaal kroozen van de zes dwarstogten,
gezamenlijk lang 45000 elad 1 cent per el 450; voor het
tweemaal kroozen van den krommen togt en van de lengte log-
ten, gezamenlijk lang 99500 el, ad 1 cent per el 995. En
wel omdat in 1862 even als in de meeste der vorige jaren dit
krooswerk te laag is aangenomen, waardoor men dikwijls moeite
had bet werk op den bepaalden tijd voltooid te krijgen. Men
heeft het voornemen het krooswerk der slooten langs de dwars-
wegen op te dragen aan de pachters van het grasgewas dier
wegen. Opruimingen uit de vaarten en togten van gezonken
vaartuigen of andere voorwerpen 300. Ilet is wensehelijk
dat deze post behouden blijve. Het geheele artikel wordt:
Kroozen vaarten en togten/ 1894; Opruiming lengtetogten
300; te zamen 2194.
Art 6a. Hot onderhoud der werktuigen wordt begroot,
als volgt:
Leeghwater. Voor het in elkander maken van twee pomp-
zuigers 70; voor twaaif metalen geleidingstukken in de pomp-
zuigers 160 voor 26 rood koperen schroeven 14; voor 2
nieuwe vorken aan het boveneinde der pompzuigerstangen/120;
voor cenig ijzer voor stroppen aan de pompbalansen 100;
voor ijzeren pijpen door den toren voor de lozing van het over-
tollige heetwater 200; voor de verhooging van eene pakking-
ring om de hydrauliquepool 20; voor de veiligheidstoesteilen
volgens de voorschriften van het Rijk, aan de locomobile/50;
voor houten balken tot het stellen der centrifugaalpomp 25;
voor verschillende bouten en ander klein ijzerwerk/100; voor
smeedijzer en kleine gereedschappen 120; voor bout 100;
voor daglooncn van den limmerman 200; voor dagloonen van
den metsclaar /50; voor menie, loodwit enz. 60; voor leer
en lak 15; voor kaarsen en zeep/120; voor borstels, boen-
ders, enz. 30; voor lampenglazen en katoen/15, voorsteen
en kalk 25; voor plattingtouw en poetskatoen 200; voor
vijlen, kolenschnppenspijkers, enz. 50; voor gutta percha
enz. 150; voor herslelling aan do kctels 50; voor dagloo
nen tot het schoonmaken vau ketels/"300voor peilglazen/50
voor roosterstaven 100; te zamen 2494,
Cruquius. Voor eene onmiddelijk belaste veiligheidsklep op
de stoomkast 100; voor nieuwe pakkingringen aan de hydrau-
liquepolen 50voor de veiligheidstoesteilen volgens de voor
schriften van het Rijk, aan de kleine machine/80; voor eene
nieuwe voedingklep met zilting voor de kleine machine 40
voor verschillende bouten en ander klein ijzerwerk/100; voor
smeedijzer en kleine gereedschappen 120voor bout/100;
voor dagloonen van den timmerman 200; voor dagloonen van
den metselaar /50; voor menie, loodwit enz. 60; voor leer
en lak/15; voor kaarsen en zeep 120voor borstels, boen-
ders, enz./ 30; voor lampenglazen en katoen/15; voorsteen
en kalk 25; voor plattingtouw en poetskatoen 200; voor
vijlen, kolenschoppen, spijkers, enz. 50; voor gutta percha,
enz. 150; voor herslelling aan de ketels 50; voor dagloo
nen tot hot schoonmaken der ketels 500; voor peilglazen
50; voor roosterstaven 100; te zamen 2205.
Lijnden. Voor verschillende bouten en ander klein ijzer
werk 100; voor smeedijzer en kleine gereedschappen 120
voor hout 100; voor dagloonen van den timmerman 200
voor dagloonen van den metselaar50; voor menie, loodwit,
enz./CO; voor teer en lak /15; voor kaarsen en zeep/120;
voor borstels, boenders, enz. 30; voor lampenglazen en ka-
toen 15; voor steen en kalk /25; voor plattingtouw en
poetskatoen 200; voor vijlen, kolenschoppen, spijkers enz.
50; voor gutta percha, enz. 150; voor herslelling aan de
ketels 50voor dagloonen tot het schoonmaken van ketels
500; voor peilglazen 50voor roosterstaven 100; te
zamen 1935.
Art. 6b. In de Memorie van Toelichting, behoorende bij de
begrooting voor de dienst van 1862, is eene tabei medegedeeld
omtrent het aantal muddenverbruikt in de jaren 1857 tot en
met 1860:
Betaald.
Tijdvak waar-
over het
Uren
Verbruikle
verbruik loopt.
werking.
Mudden.
1857
5033*
49100
1858
4236"
45400
1859
74674
73400
1860
709l|
83500
1861
5347
60375
gemiddeld van
1857 tot 1861
5955
62355
72060,69
28876,10J
59338,08
55757,93
52219,09
Op 25 October 1862 zou de voorraad steenkolen (indien op
dien dag al de bestelde kolen geleverd waren) bedragen 46251
mudden, als: aan den Leeghwater 6680 mudden, aan den
Cruquius 15680 mudden, aan den Lijnden 23891 mudden.
Op 1 Januarij 1862 waren voorhanden 51515 mudden; men
rekent op 1 Januarij 1863 in voorraad te hebben 30000 mudd.
Voor de berekening van het benoodigd aantal mudden steen
kolen wordt aangenomen, dat de stoomtuigen gezamentijk ge-
durende 5000 uren werken moeten. Het gebruik op 10 mud
per uur aannemende, zoo is benoodigd 50000 mudden.
Op 1 Januarij 1864 blijft voorhanden 30000 mudden.
De prijs van een mud steenkolen stellende op 65 cents per
mudgeeft voor 50000 mudden 32500.
De smeermiddelen worden begroot als volgt:
Even als bij de begrooting voor dc benoodigde steenkolea