WEEKBLAD
van
1802.
Vrijdag, 12 December.
A-1. SO.
Derde Jaar gang.
Rijnland.
AAN LANDBOUW, GEMEENTE- EN POLDER-BELANGEN GEWIJD.
Abonnementen
Hoofdredacteur: C. E. DE CLERCQ.
Uitgaven.
HtARLEMMERMEER,
worden aangenomen by de Boekhandelaars
C. M. VAN GOGH. Leidschestraat, te Amsterdam,
J. J. VAN BREDERODE,. Haarlem
bij den Heer BRIEVENGAARDER te Ilaarlemmermeer
en verder bij alle soliede
BOEKHANDELAREN en POSTDIRECTEUREN
in hot Rijk.
l vi PQTf n1S 6f~ ,m hA Jaay," EI,ke 3. Maanden wordt over i'50 beschikt. Advertentien van 1—5 regels 50 Cts.elke regel meer 10 Cts.,
oelialve 05 Cents Zegelregt bij elke plaatsing. Alee Toezendingen moeten franco geschieden aan den Hoofdredacteur, te Amsterdam.
VEREENIGDE VERGADERING
gehouden in liet Gemeen-landshuis te Leiden
op Vrijdag 28 November 1862, des
morgens ten 10 ure.
Tegenwoordig 23 Leden.
De notulen der vorige vergadering worden gelezen en goed-
gekeurd.
De navolgende mededeelingen worden door de vergadering
als kennisgeving aangenomen, als:
a. Verkoop van oude palen en metalen voor 182,35.
Idem van aude palen en gordingwerken van 's Molenaarsbrug
waarvan voor Rijnland de helft,/71.
b. Onderhandsche verpachting van de Spanjaardsbrug, door
Leiden, voor den tijd van den jaar, uithoofde dat er weder
sprake is van het aanleggen van eenen weg van Alkemade,
welke op den Zijlweg zou uitkomen. Rijnlands aandeel in de
pachtsom wordt daardoor evenwel niet gewijzigd.
c. Missive van Dijkgraaf en Hoogheemraden, ten geleide van
een rekwest van de Heeren P. J. en C. H. van Pallandx,
betreffende de lielmbeplanting liunner duingronden.
Missive van het bestuur der gemeente Bloemendaal aan Ge-
deputeerde Staten van Noord-Hollandverzoekende dat gezegd
Coliegie door zijnen invloed bewerken zaldat zij, die tot het
onderhoud der duinbeplanting gehouden zijn, verpligt worden
daarin duurzaam te blijven voorzien.
Daar de strekking van beide adressen dezelfde is als van dat
der Heeren Bobski c. s., zoo stellen Dijkgraaf en Hoogheem
raden voor, de conclusie van het verwacht wordend rapport
der commissie, ook daarop van toepassing te maken.
d. Berigt van een nader adresdat door Dijkgraaf en Hoog
heemraden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal is inge-
zonden ter zake van de doorgraving van Holland op zijn smalst.
Dit adres werd reeds aan de leden toegezonden.
e. Berigt dat de waarborggelden zijn uitbetaald, waartoe
magtiging verleend werd bij de besluiten van 29 Julij en 13
September j.I.
Thans zijn aan de orde de onderwerpen ter behandeling op
de agenda vermeld.
1°. Voorstel tot aflossing van waarborgkapitalen.
Dit voorstel wordt ingetrokken, als zijnde nog niet rijp ter
behandeling.
2°. Voorstel tot regeling der belastbaarheid van de wateren
onder Aalsmeer, met betrekking tot het Rijnlands bundergeld.
In dit voorstel wordt betoogddat volgens het reglement de
verwaarborgde wateren omslagpligtig zijn, dat evenwel niet al
de wateren onder Aalsmeer zijn verwaarborgden het op nieuw
gebleken is, dat het niet is uit te maken, welke gedeelten als
zoodanig behooren te worden aangemerkt, dat het alzoo wen-
schelijk is voorgekomeneen zeker bedrag voor de verwaarbor-
ging per bunder vast te stellen, ten einde tot een vast cijfer
voor de verwaarborgde bundertalen te geraken. In overleg met
het ambachtsbestuur van Aalsmeer stellen Dijkgraaf en Hoog
heemraden voor dit bedrag te bepalen op 100 per bunder,
zijnde zulks naar hun gevoelen een billijke maatstaf van bere-
kening. Wanneer dit cijfer wordt aangenomen zal het gemak-
kelijk zijn aan de verschillende eigenaren dier waterende
hoeveelheid hunner bundertalen nader aan te wijzen.
Overeenkomstig dit voorstel wordt besloten.
De Voorzitter zegt dat de commissie gereed is met het ant-
woord aan Gedepuleerde Staten door deze Vergadering te geven
op het ingezonden adres van de Heeren BonsKi c. s., betreffende
de duinbeplanting, en dat zij verlangt zulks voor de behande
ling der Begrooting aan de Vergadering te mogen mededeelen.
De Heer Blusse brengt dit zeer uitvoerig adres uit, waarvan
de conclusie luidt, het onderhoud van al die duinen, welke
niet tot den zoogenaamden Zeelooper behooren, aan de respec
tive eigenaren op te dragen en deze daartoe te verpligten.
Bij de opening der beraadslagingen verklaart de Heer Crom-
melin dat hij zou wenschen dat het rapport ter visie werd
gelegd, ten einde daarvan meer volledig kennis te kunnen nemen.
Hiefop wordt besloten genoemd adres in druk aan de leden
toe te zenden en de behandeling tot eene volgende Vergadering
uit te stellen.
Nog wordt gelezen eene missive van Dijkgraaf en Hoogheem
raden, waarbij deze aan de Vergadering in overweging geven,
net door hen bij deze Begrooting ingediend ontwerp tot verbe-
lering der afvoerkanalen naar de Katwijkscbe sluizen, goed te
keuren, doch (evens te bepalen, dat aan deze werken geen
begin van uitvoering zal gcgeven worden, alvorens het lot van
het aanhangige wetsontwerp voor de doorgraving van Holland
op zijn smalst zal zijn beslist, want hoe ook ten voile door-
drongen van het groote nut der voorgcstelde werken in het
belang van den algemeenen boezem van Rijnland, zoo zijn zij
toch van meening, dat bij het vooruitzigt der doorgraving met
een kanaalpeil van 50 duim A.P. die toestand zoo gunstig
zou wordendat zij zich niet verantwoord zouden achteneen
som van p. m. 90,000 aan de verbetering der uitlozing bij
Katwijk ten koste te leggen.
De Voorzitter geeft nu het woord aan de Cnanciele commissie,
welke bij monde van den Heer de Ci.ercq haar verslag om-
trent de Begrooting voor het jaar 1863 uitbrengt.
De Commissie brengt in de eerste plaats haren dank aan
Dijkgraaf en Hoogheemraden voor de zoo uitvoerige en volledige
Memorie van Toelichting, en voor de ter visie legging van de
verdere staten van berekening, waardoor elk der leden van de
Vergadering thans in de gelegenheid is, de voorgestelde uit-
gaven met meerder juistheid te kunnen beoordeelen.
Tegen Hoofdstuk I, Iluishoudelijk bestuur, heeft de Com
missie geene bezwaren.
Hoofdstuk IIKoslen van openbare werken en bijzondere
eigendommenheeft insgelijks tot wcinige bedenkingen aan-
leiding gegevan.
Art. 3, Onderhoud en aanwinning der duinen, heeft ech-
ter hare aandacht getrokkende daarvoor geraamde onkosten
worden in twee deelcn gesplitst, die benoodigd voor het be-
planten van den Zeereep en Zeelooper, en die voor den voor-
kant. Daar nu de meerderheid der Vergadering van oordeel
is, dat alleen de eerstgenoemde werken in het algemeen be
lang van het Hoogheemraadschap behooren onderhouden te
worden, zoo kan de Commissie geene termen vinden om voor
de laatste werken gclden beschikbaar te stellen, en is haar
de verklaring dat alleen dan, wanneer door het hooger bestuur
eene meer uitgebreide beplanting bevolen mogt worden, over
die gelden zal beschikt worden, en de mogelijke vertraging,
welke die werken zouden kunnen ondervindenwanneer
daarvoor geene gelden waren uitgetrokkengeen voldoend
motief om dezen post goed te keuren. Zij stelt alzoo daarop
eene vermindering van 2000 voor.
Art. 6. Onderhoud van den Spaarndamschen dijk.
De Commissie vestigt de aandacht der Vergadering op do
belangrijk mindere uitgaven (/5000), welke het onderhoud
van dezen dijk vordert, een gevolg van de afdoende verbete-
ringenwelke gedurende de laatste jaren zijn tot stand gebragt.
Zij opent het vooruitzigt dat een volgend jaar, het onderhoud
dier werken met eene gelijkesom zal kunnen worden verminderd.
Art. 10. Onderhoud van sluizen en bruggen.
Bij dit art. stelt zij voor, Dijkgraaf en Hoogheemraden uit
te noodigen een nader onderzoek in te stellenof niet bij de
voorgestelde vernieuwing van de Zwammerdamsche brug met
voordeel ijzer in plaats van hout zou kunnen worden aangewend.
Op Hoofdstuk III, LasienHoofdstuk IV, Renten en aflos
sing van schuld en Hoofdstuk V, Andere uitgaven in de vo
rige Hoofdstukken niet begrepenworden geene wijzigingen
voorgesteld.
Hoofdstuk VI. Builengewone Uitgaven.
Art. 1. Aanleg van nieuwe werken.
De commissie betuigt hare ingenomenheid met de plannen
tot verruiming van den Rijn bij Katwijk en van de Waddinger
of Korte Vliet. Zij hecht hare adhaesie aan het voornemen om
eerst de werken aan den Rijn, daarna die aan de Vliet ten
uitvoer te leggen, doch zij mag niet toegeven dat de aanhan
gige plannen der doorgraving daarin eenige wijziging zouden
tunnen brengen, veel minder dat zij dientengevolge doelloos
of overbodig zouden kunnen worden; integendeel, juist wanneer
Rijnlands uitlozingsmiddelen in het Noordeu, gevaar loopen
van minder onafhankelijk te worden dan thans, dient de Ver-
eenigde Vergadering die middelcn aan te grijpenwelke de wa-
terontlasting door de Katwijksche sluizen, krachtig kunnen
bevorderen.
Art. 2. Schadevergoeding voor het gemis van vroegere
inkomsten.
De meerderheid der Commissie was steeds gestemd tegen de
in haar oog veel te ruime opvatting van het beginsel van scha-
deloosstelling aan vroegere beambten en werklieden, en daar
nu de Vergadering telken jare geheel vrij is, de thans gedu
rende drie jaren toegekende schadeloosstellingen al dan niet te
hernieuwenzoo stelt zij voor de bovengenoemde uitkeeringer.
te bcperken tot dezulkendie den leeftijd van zestig jaren be-
reikt hebbenen deze post alzoo te vcrmindcren met eon be-
j van f 1128.
Hoofdstuk VII, Onvoorziene Uitgaven. De commissie ver
langt deze post aan te houden tot dat de omslag zal bepaald zijn.
Ontvangsten.
De ontvangsten zijn in de Memorie van Toelichting volgens
de meening der commissie genoegzaam toegelicht en voor geene
wijziging van eenige beteekenis vatbaar.
Wat echter de omslag betreft zoo wenscht zij die met vijf
cents te verminderen en op een gulden vijftig cents terug te
brengen, om de eenvoudige reden dat deze omslag volgens
haar oordeel geheel voldoende is. Wordt dit gevoelen door
de Vergadering godeelddan zal het tevens noodig zijn eenige
posten als Gaarloon (volgn. <12) onder de uitgaven en onder
de ontvangsten Bijdragen van ingenomen polders bij contract
geregeld (volgn. 75) en ten slotte ook de post van onvoor
ziene uitgavenwaarop zij de voorgestelde verminderingon
wenscht te vinden dien overeenkomstig te wijzigen.
Na het aanhooren van het rapport der commissieworden
de algemeene beraadslagingen geopenden daarna de geheele
Begrooting artikelsgewijze aan stemming onderworpen.
TTitgaven.
Zonder belangrijke discussien worden de hoofdstukken I tot
V met algemeene stemmcn aangenomen. Zoo ook het amende-
ment der commissie op de kosten der lielmbeplanting met 15
tegen 8 stemmen.
Bij de behandeling van hoofdstuk VI ontstaat een verschil
van gevoelen tusschen de heeren Piek en Blusse in hoevcrre
door het goedkcuren van den post van 27.000, welke voor
den dienst van 1863 voor de werken aan den Rijn zijn uitge
trokken, de vergadering zal geacht zijn hare goedkeuring te
hebben verleend aan het geheele plan, zoo als dit door Dijkgraaf
en Hoogheemraden is voorgesteld, of wel dat de vergadering
vrij blijft om wanneer in het derde jaar de werken aan de
Waddinger Vliet zullen worden aangevangcn deze alsdan min
der of meer uit te breiden.
Ten slotte wordt bepaald, dat door de goedkeuring van den
post voor nieuwe werken van 1863 de vergadering zich met
de algemeene strekking van het ontwerp vereenigt, doch zich
voorbehoudt bij de behandeling van dien post in de beide vol
gende jarenzoo noodig wijzigingen goed te keurenwelke uit
den aard of de behoefte dier werken later zouden kunnen voort-
vloeijen. Tqvens wordt ten gevolge van het voorstel van Dijk
graaf en Hoogheemradende Voorzitter bij deze uitgenoodigd
zoodra het wetsontwerp mogt zijn aangenomen do Vereenigde
Vergadering'bijeen te roepen, ten einde deze het besluit neme,
of de werken al dan niet zullen worden ten uitvoer gebragt.
Dit artikel wordt daarop met 19 tegen i stemmen aangenomen.
Art. 2. schadevergoeding ens, bij de behandeling van dit
artikel voeren verschillende leden bet woordalgemeen erkent
men dat de Vergadering destijds te vrijgevig geweest is, maar
men zoU het een hardheid vinden daarop thans terug te komen.
De heer Blusse stelt als maatregel van overgang vooraan
de bevoorregte personen, die den leeftijd van zestig jaar nog
niet bereikt hebben, voor dit jaar de helft toe te kennen, van
de genoten tegemoetkoming; een volgend jaar een vierde enz.
Dit voorstelwaarmede zich ook de commissie vereenigd
had, wordt met 17 tegen 6 stemmen verworpen.
Hoofdstuk VII, Onvoorziene Uitgaven wordt aangehouden.
Ontvangsten.
Hoofdstuk I en II worden met algemeene stemmen aangenomen.
Hoofdstuk III, Volgens mededeeling van den Dijkgraaf onder-
gaat art. 5 opbrengst van grasgewas eene verhooging van 188
voortspruitende uit de liuur van een stuk grondhetwelk men
gewenscht had te verkoopen als met 1863 buiten huur gera-
kende; dit perceel werd door Burgemeester en Wethouders
van Amsterdam welke sedert een aantal jaren liuurders waren
abusievelijk gedurende eenige volgende jaren onderverhuurd
zoodat Dijkgraaf en Hoogheemraden besloten, ten einde genoemd
bestuur niet in moeijelijkheid te brengen de huur gedurende
nog vier jaren te continueren, mils de pachtsom, welke daar
voor thans bedongen wordt, aan het Hoogheemraadschap werd
uitgekeerd. De vroeger bedongen pacht bedroeg p. m. f 300
die van thans p. m. f 800.
Genoemd Hoofdstuk wordt met die verhooging met algemeene
stemmen aangenomen.
Hoofdstuk IVenV worden met algemeene stemmen aangenomen.
Hoofdstuk VI, Art. 3, Gewone omslag van Rijnlands bun
dergeld over 78366 bunders a f 1.55.
De heer Jonker stelt voor de omslag met 10 cents te ver
minderen. De heer Hartevelt zal zich tegen deze verminde
ring ten stcrkste verklaren, daar hij de overtuiging heeft, dat
op die wijze Rijnlands kas op nieuw gedurende eenigen tijd
zal zijn uitgeputen Dijkgraaf en Hoogheemraden daardoor in
™V>\