WEEKBLAD van 1865. Vrijdag, 2 Januarij. fxXXMZ/, A A N LANDBOUW, GEMEENTE- EN POLDER-BELANGEN GEWIJD. Abonnementen Vierde JTaargang. Hoofdredacteur: C. E. DE CLERCQ. De Prijs is f 6,in het Jaar. Elke 3 Maanden wordt over f 1,50 beschikt. Advertentien van 15 regels 50 Cts.elke regel meer 10 Cts., behalve 35 Cents Zegelregt bij elke plaatsing. Alle Toezendingen moeten geschieden aan den Hoofdredacteur, te Amsterdam. By dit Kommer behoort een Bijvoegsel. 1 Januarij 1863. Bij den aanvang van eenen nieuwen jaargang is het ons eene behoefte, onzen dank te betuigen voor de groote welwillendheid en belangelooze me- dewerking, die wij van zoovelen op velerlei wij- zen weder gedurende het afgeloopen jaar mogten ondervinden. Daardoor gesteund, hebben wij, naar wij vertrouwen, ook weder voor velen nuttig kun- nen zijn en onze lezers op de hoogte kunnen houden, van hetgeen er op het gebied van het polderwezen en van den landbouw belangrijks voor- viel. Niet zoo echter, dat wij niet de eersten zullen zijn om te erkennen, dat er nog een ruim veld voor verbetering en uitbreiding voor ons ligt; maar dat juist geeft bij een nieuw tijdperk dat aanvangt ook nieuwen moed om met frissche krachten te trachten op nog betere wijze aan het gesehoiiken vertrouwen te beanlwoorden. Het is ons juist in de laatste dagen op zeer aangename wijze gebleken, dat het weekblad op veler belang- stelling aanspraak mag maken en dit geeft ons zekerheid, dat de medewerking en hulp, die wij zoozeer behoeven, ons in dit jaar ook niet zal ontbreken, maar naar wij hopen ons in tegendeel in nog toenemende mate zal worden geschonken. Onze taak wordt daarbij des te aangenamer, naarmate zich op het verschillend gebied, waarop het weekblad zich beweegt, eene steeds toenemende ontwikkeling en vooruitgang vertoont. De Haarlemmermeerpolder, die toch een be- langrijk middenpunt van dit gebied blijft vor- men, verkeert in zeer gunstigen toestand. Het is wel niet noodig daarvan bewijzen aan te voeren, wijl het geheele verloopen jaar die heeft opgele- verd, en deze nog het krachtigst blijkt uit de aanzienlijke rijzing, die de prijs der gronden in den laatsten tijd heeft ondervonden. Doch juist die gunstige toestand zal de oorzaak eener nog zeer krachtige meerdere ontwikkeling van dezen polder zijn, in welken in zoo korten tijd reeds zoo- veel tot stand werd gebragt. De landbouw alhier zal nog veel verbeterd worden, nu de belangrijke pol- derwerken en vooral het hardmaken der we- gen zulks mogelijk gemaakt hebben en de hooge waarde der gronden dit dringend zal eischen. Die hooge waarde zal ook ongetwijfeld tot eene meer dere verdeeling van den grondeigendom leiden en eene talrijker bevolking en meerder welvaart te weeg brengen. Het zal zeer belangrijk zijn, dit alles in de bijzonderheden te kunnen blijven nagaan. Dank zij de hulp, ons hierbij verleend, en de welwillende gezindheid van het Bestuur, hebben wij de ingelanden van Rijnland volledig kunnen mededeelen, wat er bij dit waterschap belangrijks voorviel. Voor het aangevangen jaar zal het ook liier weder niet aan gewigtige mededeelingen be hoeven te ontbreken. De regeling van de ophef- fing der ambachten, de kwestie van het onderhoud der duinen, de verbetering der afvoerkanalen naar den Rijn, vooral ook de gewigtige belangen van Rijnland bij de ontworpen doorgraving van Hol land op zijn smalst zullen daarvoor rijke stof opleveren. Ook voor Delfland zal dit jaar, tengevolge van het onlangs genomen besluit tot de verbetering der waterlozing van den boezem, voorzeker zeer gewigtig zijn en dit belangrijk werk zal waar- schijnlijk ook in de polders, die tot dit waterschap behooren, een nieuw leven doen ontstaan. Er openbaart zich toch in geheel Holland, ja, in al de laagliggende streken van Nederland, een levendig begeeren naar een verbeterden en snelle- ren waterafvoer, naar lagere waterstanden, waar- door een winstgevender landbouw mogelijk wordt en welke eene krachtiger bemaling vereischt, waarbij allengs de stoomkracht de vroeger algemeene ge- bezigde windkracht begiut te vervangen. Wij staan in dit opzigt, gelooven wij, bij den aanvang eener groote hervorming en verbetering van het geheele polderwezen in Nederland, welke welligt spoedig eene aanzienlijke uitbreiding zal erlangen en waarvan de zegenrijke gevolgen niet ligt te hoog kunnen geswhat worden, daar het niet te berekenen valt hoe aanzienlijk inzonder- heid het produktief vermogeu van Holland door eene algemeen diepere bemaling en verbeterde wa terlozing nog zal kunnen toenemen. Het is daarom, dat wij overtuigd zijn, dat die polderbelangen de meest naauwgezette aandacht en eene levendige algemeene belangstelling waard zijn, en zal het ons ernstig streven zijn, om vooral op dit gebied eene meerdere volledigheid te ver- krijgen. Wij hopen zeer, dat de welwillendheid der verschillende besturen, die wij daarvoor wel in de eerste plaats noodig hebben, ons zal mo- gen worden geschonken, en de toenemende be langstelling, die zich daarvoor bij de ingelanden vertoont, ons daarbij tot krachtigen steun zal zijn. De doorgraving van Holland op zijn smalst, zal, zoo men tot dit gewigtig werk overgaat, niet alleen op den toestand van Rijnland, maar ook op dien van een groot deel van Noord-Holland van belangrijken invloed kunnen zijn; wij zullen derhalve onze beste pogingen aanwenden, om al wat hiermede in verband staat, zoo volledig mo gelijk te behandelen. Onze wensch, bij den aanvang van dit jaar geuit, om ook voor het bespreken van landbouw- zaken meer medewerking te mogen hebben, werd in ruime mate vervuld. Wij werden toch dik- werf in staat gesteld, belangrijke oorspronkelijke opstellen van onze meest geachte en ervaren land- bouwkundigen mede te deelen. Wij stellen het op hoogen prijs, dat wij personen als Dr. W. C. H. Staring, J. van derBreggen Az., J. Bo eke, Mr. J. P. Amersfoordt, D. van Hulst en nog verscheidene anderen onze erkentelijkheid mo gen betuigen voor de blijken van belangstelling aan het weekblad bewezen; zijne waarde als land- bouwblad wordt daardoor zeer verhoogd, hetwelk ons ook daaruit blijkt, dat wij ook buiten Holland steeds aan lezers en medewerkers winnen. Het moedigt ons aan, om ook aan den landbouwin- houd onze bijzondere aandacht te blijven wijden en voor meerder volledigheid te zorgen; vooral wenschen wij daarbij het praktische gedeelte, het mededeelen van wat er in ons land geschiedt en van alles wat den landbouwer in zijn dage- lijksch bedrijf te pas kan komen, op den voor- grond te stellen. Maar daarvoor hebben wij ook juist weder de hulp van die praktische landbou wer zelven noodig, die wij daarom op nieuw met aandrang vragen. Er is nog zooveel, dat men gaarne zou te weten komen, maar dat men in de bladen te vergeefs zoekt bij gebrek aan goede berigtge- vers; vele der marktberigten laten zeer veel te wenschen over, wijl zij niet door personen, die kennis van het vak hebben, worden opgemaakt, en hetgeen wij te weten komen omtrent vee- en paardenmarkten, den stand der gewassen, den uitslag van den oogst, grond en pachtprijzende vooruitzigten omtrent de prijzen der produkten, enz. hoe schraal en onbeduidend en dikwerf on- juist is dit alles niet. Ieder, die ons helpen kan en wil om over al die zaken wat meer en beter berigten te gevenzal niet alleen onsmaar voor zeker ook zijne medelandbouwers groote dienst be wijzen; als er velen mededeelen wat zij weten, elk in zijn kring, al is dit dan ook weinig, dan kan dit te zamen toch ligt een goed geheel ge ven en daar veel uit te leeren zijn. Ook kleine berigten zijn ons de briefport best waard. Daar de markt te Londen zeker grootendeels de toougever voor onze markten is, zoo wenschen wij voortaan ook geregeld een Londensch marktbe- rigt, aan de Marklane Express ontleendte geven. Wanneer het blijkt, dat dit voldoet en de plaats- ruimte het toelaat, kunnen wij dit welligt lang- zamerhand uitvoeriger maken. Ten slotte zal het ons zeer aangenaam zijn, zoo het weekblad in steeds meerdere mate diene, om tusschen de vijftig afdeelingen der Hollandsche Maatschappij van landbouw eenen onderlingen band te vormen en op die wijze bijdrage tot de ont wikkeling en den bloei van deze Maatschappij, die bij toeneming zooveel voor den landbouwvooruit- gang in deze provincien verrigt. Wij hopen in staat te zullen zijn ook in dit jaar te kunnen blijven voortgaan met aan den secretaris van elke afdeeling gratis een exemplaar van het blad toe te zenden, gelijk dit in het afgeloopen jaar door ons is geschied. Reeds heeft ongeveer een derde van het aantal afdeelingen in meerdere of min- dere mate aan onzen wensch voldaan, om in dit blad verslag te doen van hunne verrigtingen. Wanneer dit algemeen geschiedt, zal dit voorzeker tot een edelen onderlingen naijver opwekken en zal men op die wijze algemeen veel belangrijks te weten komen, wat thans slechts in kleineren kring bekend wordt. Wij gevoelen, dat wij veeleiscliend zijn door ook weder voor het vervolg op zoo algemeene belangstelling aanspraak te maken en de onder- steuning en medewerking van zoovelen in te roe- pen; doch wij doen dit met vertrouwen, omdat wij weten, dat men dit vooral zal doen, om daardoor algemeen nut te stichten en ter bevor- dering van de vele en gewigtige belangen, die in dit blad ter sprake komen. Dat dit alzoo niet te vergeefsch is geschied, daarvan, hopen wij, zal de vierde jaargang van dit weekblad mogen ge- tuigen. HAABLEMMERMEER, worden aangenomen bij de Boekhandelaars C. M. VAN GOGH. Leidschestraat, te Amsterdam, J. J. VAN BREDERODE,Haarlem, bij den Ileer BRIEVENGAARDER te Haarlemmermter en verder bij alle soliede BOEKHANDELAREN en POSTDIRECTEUREN in het Rijk.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1863 | | pagina 1