WGEKBLAD van 1805. Vrijdag, 16 Januarij. Haarlemmermeer. A A N L A N D B 0 UW, GEMEENTE- EN POLDER-BELANGEN GEWIJD. Abonnementen Vierde •Faargang. HoofdredacteurC. E. DE CLERCQ. De Prijs is f 6,in liet .Jaar. Elke 3 Maanden wordt over f 1,50 beschikt. Advertentien van 15 regels 50 Cts.elke regel meer 10 Cts., behalve 35 Cents Zegelregt bij elke plaatsing. Alle Toezendingen moeten gescbieden aan den Hoofdredacteur, te Amsterdam. GEMEENTE-RAAD IIAARLE>EMEH>1EER, - v worden aangenomen bij de Boekhandelaars C. M. VAN GOGH. Leidsclicstraat, te Amsterdam J. J. VAN BREDERODE,Haarlem bij den Ilcer BRIEVENGAARDER te Haarlemmermeer en verder bij alle soliede BOEKHANDELAREN en POSTDIRECTEUREN in het Rijk. Zitting vau Dingsdag 23 December 1862. "Voorzitter Mr. M. S. P. Pabst. Tegenwoordig 11 leden, zijnde de Heeren: 't IIooft, Knaap Koot, Amersfoordt, Buis Tensen Schone, Spaans, Ver- PLOEGH, KlAPWIJK en VAN VUUREN. Afwezig bet lid van Rijn. De Secretaris leest de notulen van den 23 October 1862 welke na eene kleine wijziging worden goedgekcurd. 1°. Wordt, ingevolge art. 25 der armenwet goedgekeurd, een ontwerp-besluit houdende vaststelling van het maximum van onderstand voor het jaar 1863. 2°. Naar aanleiding van een door J. van der Poel ingediend verzoek om te worden aangesteld als makelaar in roerende en onroerende goederenwordt op voorstel van den Heer Amers foordt beslotenom genoemden van der Poel vooraf op- merkzaam te maken op do bepaling van het wetboek van koop- liandel, volgens welke een koopman geen makelaar kan zijn, al- thans niet zooals door J. van der Poel wordt verlangd. 3°. Wordt vastgesteld een ontwerp-besluit tot het doen van af- en overschrijving op de Begrooting, dienst van 1862 en wel: Afschrijvingkosten van onderhoud der algemeene begraaf- plaalsf 154.25. Overschrijving Presentiegeld Raadsleden. f 69.61 Aandeel in de kwade pos- ten Directe belastingen e 14.63 Advertenlie-koslen40. 154.25. 4°. Wordt vastgesteld een ontwerp-besluit tot het doen van af- en overschrijven op de Begrooting, dienst 1862, als: Afschrijving, Onvoorziene Uitgaven283.06. Overschrijving. Onderhoud der Scholen enz283.06. 5°. Een verzoek van J. Schouten Az.om afschrijving voor 4 maanden van zijnen aanslag in den Hoofdelijken Omslag 1862, wordt gesleld in hunden van Burgemeester en Wethouders tot onderzoek. 6°. Op een verzoek van Izaak de Wilde, om afschrijving van zijnen aanslag in den Hoofdelijken Omslag, dienst 1862, voor 4 maanden, wordt gunstig beschikt. 7°. Gelijk besluit wordt genomen op een verzoek van Jan Bif.r, om afschrijving van zijnen aanslag in den Hoofdelijken Omslag, dienst 1862, voor 5 maanden. 8°. Op een bezwaarschrift van Gt. Klomp, tegen zijnen aan slag in den Hoofdelijken Omslag, dienst 1862, wordt afwijzend beschikt, als zijnde de tijd van reclame reeds lang verstreken. 9°. Op een verzoek van Jb. Blootshoofd wordt besloten, afschrijving te verleenen op zijnen aanslag in de Hondenbelas- ting, dienst 1862, voor de belft ad 0.50. 10°. Worden in beraadslaging gebragt, twee adressen, waarbij wordt verzocht, dat de Raad zal besluilen tot de instelling van eene wekelijksche graan- en zaadmarkt, en wel van J. G. Legel en J. van der Poel. Bij de discussien hieromtrent merkt de beer Schone aan, dat voor zoodanige markt allereerst noodig is eene plaats of terrein, om de granen uit te stallen; de heer Spaans acht zulks voorloopig geen vereischte; de heer't Hooft is tegen de instelling eener markt, wanncer daaraan kosten voor de Gemeente verbonden zijn; de heer van Vuuren wil het bij beide adressanten beproeven; de heer Koot is voor van der Poel. De heer Amersfoordt voert aandat er kosten aan verbon den zijn, die de Gemeente moet betalen, zooals advertentien, eene plaats om granen uit te stallen, cr behoort te kunnen worden gemeten en gewogener moet een marktmeester zijn enz. Het tegenwoordig marktplein is daartoe ongeschikt; mis- schien komt daarin spoedig verandering, spreker wil dat af- wachten, en stelt voor, om de zaak inmiddels te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders, ten einde die te onderzoeken en praeadvies uit te brengen. De Heer Verploegh wil de zaak maar voortzetlen. De \oorzitter merkt aan dat de instelling van markten niet zoo spoedig gaat, omdat het besluit aan de goedkeuring van Gedeputeerde Staten onderworpen is. De Heer Amersfoordt merkt aan dat niets helot, om bijv. door tusschenkomst van de afdeeling der Hollandsche Maal- schappij van Landbouw, met de zaak te beginnen ook al heeft de Raad niet besloten; namelijk, om eenvoudig te koopen en verkoopen. Ziet men dan dat zulks opneemt, dan kan de Raad besluiten tot instelling van een markt en er zich verder mede inlaten. Daarop wordt met algemeene stemmen overeenk-omstig het voorstel van den heer Amersfoordt besloten, de zaak te stel len in handen van Burgemeester en Wethouders. 11°. Wordt gelezcn eene Missive van den Heer G. Kroon C. Hz., waarbij door hem wordt bedankt voor de bctrekking van lid van den Raad dezer Gemeente. Aangenomen voor kennisgeving. 12°. Wordt medegedeeld, dat de dag voor de verkiezing van een lid van den Raad dezer Gemeentedoor Burgemeester en Wethouders is bepaald op den 20 Januarij 1863, en de hcr- stemming, zoo noodig, op den 3*February 1863. 13°. Wordt overgegaan tot de benoeming van leden voor het stembureau voor do op 20 January e. k. to houden verkiezing; Daartoe worden verkozen de Heeren Schone en Amersfoordt terwijl al de overige leden tot plaatsvervangers worden henoemd. 14°. Wordt op voorstel van Burgemeester en Wethouders goedgekeurd een aangeboden coneept-besluit, waarbijmet wij ziging van het besluit van den 2 October 1862, wordt bepaald dat de vergoeding, voor het schoolgaan van kinderen uit de Kaag op de school te Abenes zal oedragen f 5 per half jaar. 15°. Wordt besloten enkele wijzigingen te brengen in het beslck voor de te bouwen school en onderwijzerswoning, op sectie FF. kavel 15. 16°. Worden gelezen de volgende ingekomen stukkenals: a. Missivewaarbij goedgekeurd wordt terug gezonden een raadsbesluit tot het doen van betalingen uit de onvoorziene uit gaven, dienst 1862. b. Missive van de commissie voor de Godsdienstige bclangen der Protestantsche bewoners van Haarlemmermeer, houdende uilnoodiging tot bijwoning van het Kerkfeest der inwijding van de nieuwe kerk der Ilervormde Gemeente van Nieuw-Vennep. c. Proces-verbaal der op den 6 November 1862 bij den Ge meente ontvanger gedane kasopneming. d. Slaalsbladen. e. Provinc. Bladen. f. Weekbladen. g. Koninklijk besluit dd. 7 December 1862, N°. 5, houdende goedkeuring van het tarief van begrafenisregtcn voor 1863. 17°. Eene Missive van den Kantonregter to Haarlem nopens eene leemte in de verordening op de sluiting der herbergen wordt voor kennisgeving aangenomen. 18°. Worden Burgemeester en Wethouders gemagtigd om den grond bij de school op Sectie LL 12. te verhuren, en het schieten der slootenin verband daarmcde, aan te besteden. 19°. Do Heer Amersfoordt maakt de Vergadering opmerkzaam dat het water in het IJ in de vorige week zeer hoog is geweest, en er te Halfweg werkelijk gevaar heeft bestaan. Hij verzocht Burgemeester en Wethouders zoodanige maatregelen te nemen waardoor bij onverhoopte vernieuwing van het gevaar de inge- zetencn tijdig zouden kunnen worden gewaarschuwdof anders daaromlrent aan deze Vergadering een voorstel te doen. De Voorzitter zegt, daargelaten of er werkelijk gevaar is.ge- weest en aan wien in de eerste en voornaamste plaats die zorg is opgedragen hij met de Wethouders de zaak rijpelijk zal overwegen en nader ter sprake brengen. 20°. De Heer Spaans, vraagt of B. Labrijn makelaar is? zoo ja in welke verhouding zulks staat tot J. van der Poel dewijl hij meent dat Labrijn even goed gepatenteerd is als koopman of handelaar als van der Poel. De Voorzitter deelt mede dat Labrijn makelaar is. De Heer Amersfoordt de bepalingen van bet Wotboek van koophandel aanhalende, zegt, dat de bedoeling allfien is om van der Poel daarop opmerkzaam te maken, en dat zoo er meer zijn, die makelaar en koopman legelijk zijn, deze zich aan vervolging blootstellen. 21°. De Heer Koot deelt mede, dat er grond voor markt om niet is te krijgen bij J. van der Poel. Op voorstel van den Heer Amersfoordt wordt besloten zulks voor kennisgeving aan te nemen, en af te wachtenof J. van der Poel zich dienaan- gaande aan den Raad zal adresseren. De Vergadering is daarop gesloten. GRONDBELASTING TE HAARLEMMERMEER. Ten vervolge op hetgeen wij in n°. 52 van den tweeden jaargang mededeelden strekke het volgende Den 4den October 1862 is ten verzoeke van Mr. J. P. Amerfoordt, bij deurwaarders-exploict den heer F. E. van Praag, in zijne kwaliteit van ont vanger der directe belastingen aangezegddat de rekwirant in verzet komt tegen het dwangbevel aan hem beteekend, en is de heer E. E. van Praag gedagvaard om op 14 October 1862 ter teregtzitting der arrondissements-regtbank te verschijnen, ten einde: Aangezien de Requirant en Opposant op den derlienden No vember 1800 een en zestig is aangeslagen voor grondlasten over de perceelen, gemeente Haarlemmermeer, Sectie H, Nos. 473, 474, 476, 477, 478, 479, 480, 481, 482, 483, 484 en 485, voor eon belastbaar inkomen van te zamen honderd acht on negentig gulden, waarvoor aan hem op den een en dertig- sten January 1800 twee en zestig is uitgereikt een aanslagbil- let, voor de som van zes en dertig gulden twintig cents; Aangezien dientengevolge aan den Opposant is beteekend, op den drie en twintigsten September 1800 twee en zestig een dwangbevel tot betaling van een en twintig gulden twee ea zeventig cents, zijnde de toen verschenen termijnen dezer belasting; Aangezien echter in geen geval de belasting vcrschuldigd is over het perceel Sectie H, N°. 476, en wel volgens de eigen schriftuur van den Controleur van Harlingen, van drie Fe bruary 1800 twee en zestig, waarbij erkend wordt dat hij Op posant te veel is aangeslagen; Aangezien bovendien door den Opposant voor geen der an- dere perceelen eenige grondlasten zijn verschuldigd: 1°. Omdat hij die perceelen heeft gekocht van den Staat der Nederlanden, met vrijdom van grondbelasting, gedurende vijf en twintig jaren, ingegaan den achttienden Mei 1800 vier ea vijftig, blijkens Artikel negentien der Koopvoorwaarden 2°. Omdat ook ingeval de geopposeerde op deze duidelijke bepaling, eene uitvlugt zoude willen zoeken, dan nog die per ceelen vrij zouden zijn, volgens de bepalingen der welten van drie Frimaire An VII (Bulletin des Lois N°. 397) Artikel hon derd elf, als zijnde deze gronden (un marais desseche) een droog- gemaakt moeras, bij die wet van grondbelasting vrijgesteld gedurende vijf en twintig jaren, welke wet is bevestigd door de wet van zes Junij 1800 veertig, Staalsblad N°. 17), Arti kel 9, b, c, en Artikel 11, 2 en 12, waarbij niet alleen landen maar ook gebouwen zijn genoemd; Mitsdien op deze gronden bij vonnisse van do Arrondissements- Regibank te Haarlem voornoemd, den Opposant te hooren ver- klaren goed Opposant tegen voorschreven dwangbevel, en voorts te hooren verklaren nietig en van onwaarde, het voorschreven op den drie en twintigsten September dezes jaars, door den Deurwaarder Dirk van der Ent, aan den Opposant beteekend dwangbevel, immers en in alien gevalle te hooren bevelen, dat hetzelve dwangbevel ten opzigte van den Opposant, geener- lei effect zal sorteeren, alles met veroordeeling van den Staat der Nederlanden in de kosten van dit regtsgeding. De conclusie van antwoord hierop luidt in hoofd- zaak als volgt: Aangezien de Eischer in verzet is gekomen tegen een dwang bevel, hem op den 23sten September 1862 beteekend tot be taling van een en twintig gulden twee en zeventig cents voor termijnen van belasting wegens de perceelen door hem bij con clusie van eisch genoemd en zulks wel op grond, dat hij wegens die perceelen geene of gcene zoo liooge belasting zoude zijn verschuldigd. Aangezien volgens de uitdrukkelijke bepaling van Art. 15 der Wet van 22 Mei 1845, op de invordering van 'sRijks Directe belastingen Staatsblad N°. 22) een verzet tegen een dwang bevel ninoner kan gerigt worden tegen de wettigheid of de hoegrootheid van den aanslag. Concludeert dat bij vonnis dezer Regtbank de Eischer zal worden verklaard niet ontvankelijk in zijn verzet, met veroor deeling van hem Eischer in de kosten van dit regtsgeding. De conclusie van repliek houdt in dat Aangezien de gedaagde proponeert eene exceptie van niet ont- vankelijkheid, op grond dat verzet tegen een dwangbevel nim- mer kan worden gerigt tegen de tvelligheid of hoegrootheid van den aanslag. Aangezien wat de beoordeeling der wettigheid betreft, de Regtbank hier, in de eerste plaats niet heeft te oordeelen over de verbindbaarheid cener Wet, maar over de beslaanbaarheid en gevolgen eener overeenkomst van hoop en verkoop tusschen den Opposant en den Geopposeerde, waartoe de Regtbank vol- komen bevoegd is.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1863 | | pagina 1