■GBR
m
m
Hollandsche Maatschappij van Landbonw.
12
Rijnland.
Landbouw.
pflggl
-r.
HHHI
L9B
Aangezien wat ile hoegrootheid betreft, bier niel wordt be
weerd dal de aangeslagen perecelen te gront zijn gemeten,
maar dat volgens de eigen schriftuur van den Geopposeerde een
deel der perceelen vrij is van lasten, en het toch nimmer kan
opgaan belasting te heffen van perceelen door de Administratie
zelve als vrij erkend.
Concludeerl dat het der Regtbank moge behagen met verwer-
ping der exceplie van niet ontvankelijkheid;
Als nog toe te wijzen de door den Opposant en Eischer
oorspronkelijk genomen eisch en conclusie.
In de conclusie van dupliek wordt gezegd
Rat de Gedaagdc geenzins boweerd heeft dat ten deze sprake
zou zijn van de verbindbaarhoid eener wel, maar wel van de
wettigheid van den aanslag, over welke wettigheid de beoordee-
ling aan den gewonen regter is onthouden.
Dat, wanneer gelijk in casu door parlij wordt beweerd, dat de
aanslag in strijd is met een overeenkomst van koop en verkoop
en met zekere uitdrukkelijke wetsbepalingenzulk een beweren
niels anders is dan het vorderen eener beoordeeling der wet
tigheid van dezen aanslag
Dat de Gedaagde evenmin heeft beweerddat ten deze sprake
zou zijn van de hoegrootheid der aangeslagen perceelen, maar
wel van de hoegrootheid van den aanslag.
Dat toch de Eischer zijn verzet ook hierop heeft gegrond,
dat in alien gevalle de aanslag te hoog of te groot is, omdat
bet perceel sectie H, N°. 4-76 stellig vrij zou zijn van belasting.
Dat de grond, dat het toch nimmer kan opgaan belasting te
heffen van perceelen door de Administratie zelve als vrij er
kend, als wederom strekkende ter beoordeeling van de wettig
heid van den aanslag, geen punt van overweging mag uitmaken.
En persisteert mitsdien de Gedaagde en Geopposeorde bij de
door hem genomene conclusie.
De pleitdag is, naar vvij vernemen, bepaald op 27
Januarij aanstaande.
Bij den Burgerlijken Stand zijn aangegeven:
van 6 tot 13 Januarij 1863.
GEBORENMaria, dochter van J. van Pijpen en G. Pa-
pen. Wouter, zoon van J. Engelhard en G. de Krij.
Marijtje, dochter van J. J. Cokart en M. Vromans. Jan,
zoon van K. Tania en A. Reuvcrs. Catharina Elizabeth,
dochter van H. van Alphen en C, C. Kok. Maria, dochter
van W. Schelling en T. Molendijk. Huihert, zoon van A.
Lammens en M. E. de Leede. Pieter, zoon van P. Luijtcn
en N. van Reijn. Anna Elizabethdochter van J. ten Ha-
gen en A. van Andel. Cornelia Johanna Columba, dochter
van C. Conijn en A. Straathof. Jan Hendrik, zoon van H.
Hartman en N. Cave. Cornelis, zoon van E. van VeeD en
C. Hoogenboom. Corneliazoon van J. Veerman Jz. en
C. van der Mooren. Jansje, dochter van G. van Tol en M. Los.
OVERLEDENHilletjeoud 1 maaud, dochter van J. Raap-
horst en H. Dijkman. Jan de Jong, oud 43 jaren, weduw-
naar van L. van der Hoeven. Huihert, oud 7 maanden, zoon
van J. van der Wie en J. Broekhuizen. Marijtje, oud 3 da-
gendochter van J. J. Cokart en M. Vromans. C. van
Ualen, oud 23 jaren, ongehuwd.
LEVENLOOS AANGEGEVENEen kind van C. Visser en
A. "Wijntje.
ONDERTROUWD Gecnc.
GEHUWD Geene.
Wij stellen uit gebrek aan ruimte, de nadere me-
dedeelingen omtrent de tentoonstelling te Hamburg
tot een volgend nommer uit. Het doet ons intusschen
veel genoegen te kunnen mededeelen datnaar wij
vernemenop eenige plaatsen het voornemen bestaat
om het verzoek tot het Hoofdbestuur te rigtendat
het de leiding dezer zaak op zich neme, en de be-
langen der tentoonstellers behartige.
Wij hopen zeerdat dit voorbeeld meerdere na-
volging zal vindenen de afdeelings-besturenvooral
van die streken vvaar het beste vee gevonden wordt
de veehouders zullen opwekken zich daarbij aan te
sluiten. Wij hebben dan goed vertrouwendat het
Hoofdbestuur wel aan dien wensch gehoor zal willen
geven en de waarlijk niet geringe moeite en last op
zich nemenom voor de aanmeldinghet vervoer en
het tentoonstellen van het vee te zorgen, dat, naar
wij hopen, in genoegzame hoeveelheid en van uitste-
kende hoedanigheid daarheen uit deze provincien zal
wordeu gezonden. Men vergete niet, dat het hier
een nationaal belang geldt, en dat door het tentoon
stellen van puik vee de voordeelige afzet vooral
van het Hollandsch rundvee in die streken krachtig
zal kunnen worden bevorderd.
Afdeeling Haarlemmermeer,
PBIJSUITLOVING
voor de
LANDBOUW-TENTOONSTELLING TE HAARLEM.
De Hollandsche Maatschappij van Landlomo zal hare
algemeene tentoonstelling in de maand September
dezes jaars te Haarlem houden.
Het bestuur der Afdeeling Haarlemmermeer verheugt
zich dat deze tentoonstelling gehouden zal worden in
de onmiddelijke nabijlieid der Afdeeling, overtuigd
als het isdat deze op nieuw een gewenschten en
belangrijken invloed zal kunnen uitoefenen op de
ontwikkeliug van den Landbouw en de Yeeteelt in
den Haarlemmermeer-Polder.
Geirouw aan het door dczc afdeeling met meerdere
zuster-afdeelingen voorgestaan beginseldat door het
uitlovcn van groote prijzen, vooral op het gebied
der veeteeltde grootste belangen van den landbouw
het best kunnen worden bevorderd, zal het de leden
der afdeeling geenzins trachten te bewegen tot het
uitloven van premien van geringe waarde, voor zaken
van ondergeschikt belangmaar vvenscht het hen inte-
gendeel aan te moedigen hunne bijdragenhoe gering
ooktot een en hetzelfde doel te bestemmenten
einde zich zoo doende in staat gesteld te zien6en
of twee hoofdprijzen te kunnen uitloven voor een of
ander uitmuntend fokdier, naar de keuze van de ver-
gadering der afdeeling, welke zal gehouden worden
op Yrijdag 23 Januarij e. k., des voormiddags ten
11 ure, ten huize van J. van der Poel, in het
dorp aan de Kruisvaart.
Het Bestuur vertrouwt dat alle belangstellenden
zich aldaar zullen doen vinden.
Yerder noodigt het bij deze de elders wonende
heeren grondeigenaren in den polder beleefdelijk uit,
insgelijks van hunne belangstelling te doen blijken
door het afzonderen van eene kleine geldelijke bij-
drage voor bovengenoemd doelwaarvan zij opgave
gelieven te doen aan den secretaris der afdeeling, den
heer J. G. Schone, sectie EE, n°. 8, voor den
21sten Januarij e. k.
De gescbiedenis van den Ilaarlemraermeer-Polder
levert vele sprekende bewijzendat door vereenigde
krachten veel kan tot stand worden gebragtmoge
ook op landbouwkundig gebied dit weldra werkelijk-
heid wordenen zijdie belang stellen in en belang
hebben bij den voortdurenden bloei van den polder,
geene gelegenheid laten voorbijgaan, zonder daartoe
te hebben medegewerkt.
Het Bestuur der Afd. Haarlemmermeer van
de Holl. Maatschappij van landbouw
S. de Clercq Wz., Voorzitter.
J. G. Schone, Secretaris.
Afdeeling Haarlem en Omstreken.
Vergadering op Dingsdag 20 Januarij 1863, des
avonds ten 7 ure op den Stads-Doelen te Haarlem.
De punten van Beschrijving zijn: 1. Rekening en
Verantwoording over 1862. 2. Uitreiking van Prijzen,
behaald op de Algemeene Tentoonstelling van 1862.
3. Yerioting om niet van Yoorwerpen.
H. H. Leden, aanmerkingen hebbende op het Pro-
gramma der Algemeene Tentooivstelling van 1862
om dezelve te beoordeelen bij het opmaken van het
Programma voor 1863 worden verzocht daarvan schrif-
telijk kennis te geven in bovengemelde Vergadering.
Leden die wenschen bij te dragen aan de opluis-
tering en het welslagen der Algemeene Tentoonstel
ling in 1863, te Haarlem te houden, worden beleef
delijk uitgenoodigd Prijzen uit te lovendie kunnen
bestaan in GoudenZilveren en Bronzen Medailles
of Geldswaarde. Schriftelijke opgaven met aanduiding
der voorwerpen worden aangenomen in de vergade
ring, en tot den 31 Januarij 1863, bij de Leden
van het Bestuur
Yoor de vereenigde vergadering van Bijnland, te
houden op Maandag 19 Januarij 1863, des voor
middags ten 10/2 ure, zijn aan de orde gesteld:
1°. Mededeelingen.
2°. Behandeling van het rapport over de adressen
omtrent de duinbeplanting.
3°. Aanvraag om reslitutie van waarborggelden.
4°. Adres namens den heer van der Hucht
ingediend, wegens in 1862 te veel betaald bundergeld.
6°. Voorstel tot wijziging van den aanslag voor
de gemeente Kalslagen over 1862.
6°. Idem tot ontheffing van aanslagen over 1861.
7°. Idem tot wijziging van het reglement op het
beheer der waarborg-penningen.
8°. Idem tot schadeloosstelling aan den aannemer
van het werk aan 's Molenaarsbrug.
DORSCHWERKTUIG VAN G. STOUT.
Daar zich in dit zeer geachte Weekbladreeds on-
derscheidene stemmen van verdienstelijke landbouwers
hebben doen hooren ter aanprijzing van het Ameri-
kaansch hekel-dorschwerktuig van G. Stout te Tiel,
met zoogenaamd spoor- of treemolenzoo mag het
velen overbodig toeschijnendat ook ik mijne bevin-
dingen nog hieromtrcnt doe kennen. De hier en daar
geopperde bezwaren tegen die treemolen en het daar-
boven of minstens daarmede gelijkstellen van een
rosmolenwelke volgens mijne overtuiging daarbij
niet in de schaduw kan staan, wat het gemak voor
de paarden aangaat, doen mij het stilzwijgen daarom-
trent nog eens afbreken, om mijne ondervinding om
trent dit werktuig, waarinede ik nu reeds voor den
vierden winter mijn oogst afdorschhier nog eens
mede te deelen.
In het najaar van 1859 heb ik mij een zoodanig
werktuig van G. Stout aangeschaftdoor een tree
molen voor twee paarden in beweging gebragten ik
heb de grootste reden van tevredenheid hieroverdaar
volgens mijne innerlijke overtuiging deze beweegkracht
verre boven die van een rosmolen te verkiezen isde
paarden lijden hiermede niets, zij gaan een geheel
schoft daarop zonder een nat haar te krijgenen
zonder het minste toevoeder, zijn de twee a. drie
paarden welke beurtelings het werk verrigten even
goed in het vleeschals anderen welke den geheelen
winter bijna niets doen, ja zelfs doorgaans in het
voorjaar nog krachtiger dan deze, en nog nooit heb
ik de minste zweem van stijfheid aan een van die
paarden ontdekt. Bij eenige dergelijke werktuigen
met rosmolens in beweging gebragtwelke zich in de
zen omtrek bevinden, is zulks geheel anders, daar ik
meermalen zag dat het schuim van de paarden afliep
als ze daar een uur in hadden gegaan.
Daarom rade ik elken landbouwer aan, nimmer
een andere beweegkracht voor een zoodanig dorsch-
werktuig dan een treemolen te nemen.
De werking der machine voldoet mij uitmuntend
daar de zuiverheid van dorschen niets te wenschen
overlaat en men gerust kan aannemendat de afkomst
met 10% wordt verhoogdterwijl het stroo, dat
we] is waar wat klein wordt geslagen, hetgeen men
over het algemeen als het grootste bezwaar tegen de
hekel-dorschwerktuigen aanvoert, mijns inziens door
die bewerking beter voor het gebruik geschikt wordt;
immers wordt het geheel van alle stof gezuiverd en
is zoowel voor voeder als ter strooijing veel geschik-
ter, dan dat met den vlegel gedorscht.
Yroeger liet ik steeds in daghuur dorschen en
kon er nooit het graan zoo zuiver uitkrijgen als ik
wenschte. Mijne arbeidersdie zeer tegen het werk
tuig waren ingenomenverklaren nu aliendat zij
met den vlegel nimmer zoo zuiver konden dorschen
de kosten bedragen naauwelijks de helft.
Ik raad dus iederen landbouwer een hekel-dorsch
werktuig met spoor of treemolen voor twee paarden
aan, zijnde mijns inziens het beste voor eene bou-
werij beneden de honderd bunders groot; en ik kan
de verzekering gevendat ik zoowel klaverzaad als
paardeboonentarwe, roggehaver, kanariezaad en
gerst, alles met de grootste voldoening daarmede heb
gedorschen.
Roville van der Borch,
bij Zevenbergen, genaamd van Rouwenoort.
11 Januarij 1863.
In Denemarken maakt men tegenwoordig koeken
uit te zamen geperste zemelen, om tot veevoeder te
dienen. Op die wijze zouden de zemelen, die op
vele plaatsen geringe waarde hebben, een zeer ge
schikt handels-artikel kunnen worden hetgeen thans
door de groote ruimte die zij bij het vervoer innemen
verhinderd wordt.
;3»U0C50U&JCtU
Mijnheer de Redacteur
Ik heb mij wel eens laten vertellen, dat de zooge-
naamde dolle honden een geweldigen afkeer van
water hebben, om welken reden die verschrikkelijke
ziekte dan ook wel de watervrees genoemd zou
worden; ik verklaar u ronduit, dat die ongelukkige
dieren geen grooter afkeer van het water kunnen
hebben dan ik; om dezen reden verzoek ik u onder-
staand stukje in uw veel gelezen blad op te nemen,
in de hoop dat het iets moge bijdragen om eene der
grootste hinderpalen voor het landbouwbedrijf weg te
ruimen.
Wieringen UEd. Dw. Dienaar,
10 Jan. 1863. H. Bosker.
DEIE DINGEN ZIJN ONMISBAAE
BIJ DEN LANDBOUW,
Diepe GreppelsDiepe Slooten en Het water
zoo laag mogelijk te houden.
Dezer dagen werd mij welwillend toegezonden,
N°. 1, jaargang 4, van het Weekblad van Haarlem
mermeer, waarvoor ik bij dezen mijnen dank betuig
aan den geachten toezender.
Spoedig verbrak ik den kraisband, en tot mijn