WEERBLAD van 1805. Vrijdag, 25 January. Vierde Jaar gang. Hollandsche Maatschappij van Landbouw, Haarlemmermeer-Polder. A AN LANDBOUW, GEMEENTE- EN POLDER - BELANGEN GEWIJD. HoofdredacteurC. E. DE CLERCQ. t IIAAItUMEIttUB, Abonnomenten worden aangenomen bij de Boekhandelaars C. M. VAN GOGH. Leidscheatraat, te Amsterdam, 2. 2. VAN BREDERODE,Haarlem, bij den Heer BRIEVENGAARDER te Haarlemmtrmter en verder bij alle soliede BOEKHANDELAREN en POSTDIRECTEUREN in het Rijk. De Prijs is f 6,in het Jaar. Elke 3 Maanden wordt over f 1,50 beschikt. Advebtentien van 15 regels 50 Cts.elke regel meer 10 Cts., behalvc 35 Cents Zegelregt bij elke plaatsing. Alle Toezendingen moeten geschieden aan den Hoofdredacteur, te Amsterdam. Aan de Tweede Kamee der Staten-Generaal. In de jongste algemeene vergadering der Holland sche Maatschappij van Landbouwwerd besloten aan uwe vergadering, de navolgende beschouwingen mede te deelenomtreut het weder in behandeling geko- men wetsontwerp tot regeling van het middelbaar ondervvijs. Hoezeer ook doordrongen van het wenschelijke eener spoedige regeling van het middelbaar ondenvijs, komt het der Maatschappij niet gelukkig voor, dat deze tak van volksopvoeding aan zulke gestrenge banden wordt gelegd. Vooral aclit zij dit min wenschelijk op inrigtingen van middelbaar ondenvijs, door bijzondere personen of vereenigingen opgerigt, en het zoude haar in alien deele voldoende voorkomenwanneer de wet, het stnatstoezigt op dergelijke inrigtingen uitsluitcnd bc- paalde, tot het te keer gaan van alles, wat in strijd met de zedelijkheid of 's lands wetten geschiedde of geleerd werd; zoodat men daarentegenbij voorbeeld, op bijzondere inrigtingen van landbouwondenvijs ge- heel vrij bleef in de keuze der leervakken en al het- geen verder tot de inrigting der school behoort. Een tweede bezwaar tegcn het wetsontwerp, is in het oog der Iiollandsche Maatschappij van Landbouic de mogelijk gestelde vereeniging eener landbouwschool met eerie veeartsenijschoolhetgeen nanr hare beschei- den meening niet anders dan tot groot nadeel van beide vakken van onderwijs kan strekken, daar beide van elkander zeer onderscheiden studien vereischen en cene geheel verschillende practische opleiding met gansch nndere lmlpmiddelen noodrg maken. Evenzoo komt het haar in geenen deele wensche lijk voor, om onder de leervakken, welke op de van 's rijkswege op te rigten landbouwschool of scholen zullen onderwezen worden, ook de veeartsenijkunde op te nemen, hetgeen naar haar oordeel, als van zelve aanleiding kan geven tot de zoo schadelijke, maar tevens, helaaszoo algemeene kwakzalverij op veeartsenijktmdig gebiedterwijl het haar leed deed de veeartsenijkundige gezondheidsleer te missen. Met genoegen echter werd opgemerkt, dat onder de leervakken in het nieuwe wetsontwerp waren op- genomende staathuishoudkunde en de koloniale land- en bosch-bouw. Maar teleurgesteld was men door de opmerkinsr, dot naar aanleiding dezer wetsvoordragt voor bet landbouwondenvijsdoor den staat niets zoude wor den gedaan, dan hetgeen reeds door bijzondere per sonen, welligt veel betcr was verrigt, terwijl men de hoop gevoed had, dat deze wet ter bevordering van dat ondenvijs, maatregelen zoude hebben verordend, welke de krachten van bijzondere personen te boven gaan, en aan onzen landbouw eene uitgebreide inrig ting van ondenvijs voor aanstaande groote landeige- naars en landbouwers zoude geschor.ken hebben, waaraan in Nederland, evenwel volgens de meening der regering geene behoefte zoude bestaan. Naar de meening onzer Maatschappij toch zijn kleinere en meer practische ingerigte landbouwscholen in Nederland voorzeker lioog noodig, maar aan die behoefte kan door de vrije mededinging genoegzaam worden voldaan, dit laatste is echter het geval niet met eene school voor aanstaande bezitter* en beheer- ders van groote landgoederenen dat daaraan juist hier te lande evenzeer groote behoefte bestaat, wie zal het onlkennen, die bedenkt lioeveel de vooruit- gang in den landbouw, aan de hoogere standen der zamenleving te danken heeft. De Maatschappij koestert do vrees, dat de alge meene geest, van het, krachtens de bedoelde wet, door den staat te geven landbouw-onderwijs, de zoo noodige practische rigting zal missenzoo noo dig vooral, waar men scholen voor aanstaande be- heerders van kleine of middelmatige bedrijven sticht gelijk de scholen in het wetsontwerp bedoeld uit den aard der zaak zullen zijn. Waar men er van spreekt, dat landbouwscholen ook zonder landerijen bestaanbaar zijn, daar is voor de practische vorming van de aanstaande landbouwers wel een zeer slecht vooruitzigt. Het in art. 44 omschreven vereischte, tot het ge ven van middelbaar huisonderwijsof onderwijs op bijzondere middelbare scholen, is naar het oordeel der Maatschappij, een gr'ieel noodelooze hinderpaal, aan de voortplanting van kennis en wetenschap in den weg gelegd. Gaarne zag zij, dat uit dien hoofde vervallen opdat het een iegelijk, die daartOe lust en hekwnam- heid meende te bezitten mogt vrijstaanmiddelbaar huisonderwijs of onderwijs op bijzondere inrigtingen voor middelbaar onderwijs te geven. Waar toch de burger onderwijs voor zijne kinde- ren zoekt, buiten de staats-inrigtingendaar i3 de staat ook geheel ontheven van de verpligtingen tot het geven van eenigen waarborg wat de bekwaam- heid der onderwijzers betreft, terwijl de bepaling, zooals die nu wordt voorgesteldligtelijk personen van groote verdiensten en veel kennis in het een of ander bijzonder vak, door de wet tot het middelbaar onderwijs gerekend, buiten de gelegenheid zal stellen lninne kennis, ook aan het jongere geslacht mede te deelen. Al deze beschouwingen, mijne heeren, wenschte de algemeene vergadering der Hollandsche Maatschappij van Landbouw aan D mede te deelenin het ver- trouwen, dat daarop door U, bij de behandeling van het wetsontwerp tot regeling van het middelbaar on derwijs, wel het noodige ncht zal worden geslagen. 't Welk doendeenz. Het Hoofdbestuur der Hollandsche Maatschappij van Landbouw, was get.) G. F. van Tets, L. Voorzilter. D. E. Gevers Deijnoot, Secretaris. December 1862. Met veel genoegen lazen wij in het vorig nummer de oproeping van het bestuur der afdeeling Haarlem- mermeertot het geven van geldelijke bijdragen voor prijsuitlovingen op de algemeene tentoonstelling te Haarlem. Wij hopen zeer, dat men ook in al de andere afdeelingen hetzelfde zal doenen daarbij het hier gegeven voorbeeld zal navolgenom ook de kleinste bijdrage aan te nemenen deze tot groote prijzen te vereenigenof nog liever het bedrag zon der bepaalde bestemming ter beschikking van het hoofdbestuur te stellen. Vooral onthoude men zich om geene algemeene mededinging toe te lateu, voor de prijzen die men uitlooft; dit mag op eene alge meene tentoonstelling der Maatschappij geen plaats hebben. De bijdrage van elk lid voor hetgeen door de Maatschappij tot algemeen nut geschiedt 1,25 waarvan nog de kosten van den almanak en de me- dedeelingen afgaan) is toch zoo gering, dat elk land- bouwer toch nog wel bovendien iets over zal heb ben om te zorgen dat er genoegzaam geld zijom de tentoonstelling te Haarlemalthans even luister- rijk te doen zijn, als die te 's Hage was. Indien elk lid doorcen slechts 30 cents geeft, bedraagt dit reeds meer dan het subsidie het vorig jaar van de Kouinklijke Landbouw-Vereeniging genoten. Wij zijn gaarne bereid om de inteekenlijsten ons door de afdeelingen toegezonden, op te nemen, om daardoor tot navolging op te wekken. Afdeeling BotterdamSchiedam on Omstreken. Den 31sten Januarij zal van wege deze afdeeling te Katendrecht in het Overmaassche eene leesverga- dering gehouden worden. Bij die gelegenheid zal onder de deelnemers verloot worden een zaaiwerktuig vervaardigd door J. More te Eoozenburg, te's Hage voorleden jaar tentoongesteld onder volgnummer 581, nummer van het programma 201, en een Amerikaansche appelschiller. Den 24sten Maart zal door deze afdeeling te Eot- terdam eene tentoonstelling van geme3t vee, melkvee, fokvee en pluimgedierte gehouden worden, waarvoor een aantal belangrijke prijzen zijn uitgeloofd. Het program ma deelen wij in een der eerstvolgende nummers mede. Aan het rapport des Hoofdopzigters over de maand November 1862 ontleenen wij: A. Omtrent de werking der Stoomtuigen a. Dat de Leeghwater gedurende 133% uur in werking is geweestmet 9 pompen en 5 ketelsin welken tijd zijn gemaakt 45.856 slagen of 5.714 per minuut. Er is dus uitgeoefend een vermogen van 308 paardenkrachten. Vcrbruikt zijn: 755 mud Engelsche en 755 mud Euhrkolen7 8 pond talk8 kan gallipoli- en 31 kan patent-olie. b. Dat de Cruquius gedurende 198 uur in werking is geweest, met 7 pompen en 8 ketels, in welken tijd zijn gemaakt 69.938 slagen of 5.886 per minuut. Er is dus uitgeoefend een vermogen van 329 paar denkrachten. Yerliruikt zijn: 1070% Engelsche, 1105 mud Belgische en 34% mud Euhrkolen; 99 pond talk, 16 kan gallipoli- en 54% kan patent-olie. c. Dat de Lijnden gedurende 119% uur in wer king is geweestmet 7 pompen en 8 ketelsin welken tijd zijn gemaakt 46.879 slagen of 6.550 per minuut. Er is dus uitgeoefend een vermogen van 366 paardenkrachten. Verbruikt zijn: 1198 mud Belgische en 165 mud Euhrkolen; 62 pond talk, 13 kan gallipoli-en 34% kan patent-olie. B. Omtrent hetgeen aan de Stoomtdigen ver rigt is a. Gedurende den stilstand van den Leeghwater is het personeel voortgegaan met het in elkauder maken van nieuwe pompzuigers, met het digt maken eener geschenrde flens van eene der aflaatpjjpen van het

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1863 | | pagina 1