WEEKBLAD
van
1805.
Vrijdag, 0 Februarij.
Haarlemmermeer
Hollandsche Maatschappij van Landbouw,
Landbouw.
A A N LANDBOUW, GEMEENTE- EN POLDER-BELANGEN GEWIJD.
Wierde Jaargang.
Hoofdredacteur: C. E. DE CLERCQ.
£waiajjiaigigw
HAARLEMMERMEER,
•yjr
Abonnementen
worden aangenomen bij de Boekhandelaars
C. M. VAN GOGH. Leidschestraat, te Amsterdam,
J. J. VAN BREDERODE,Haarlem,
bij den Heer BRIEVENGAARDER te Haarlemmermter
en verder bij alle soliede
BOEKHANDELAREN en POSTDIRECTEUREN
in het Rijk.
De Prijs is f 6,in het Jaar. Elke 3 Maanden wordt over f 1,50 beschikt. Advertentien van 15 regels 50 Cts.elke regel meer 10 Cts.,
bekalve 35 Cents Zegelregt bij elke plaatsing. Alle Toezendingen moeten geschieden aan den Hoofdredacteur, te Amsterdam,
Bij dit Kommer behoort een Bijvocgscl.
Bij de herstemming voor een lid van den gemeen
teraad, tusschen de heeren P, Lanser en N. van
Egmond, den 4den dezer geliouden, bleekbij de
opening der stembriefjesdat op den eerstgenoerade
waren uitgebragt 45 en op den laatstgenoemde 30
stemmen, zoodat de heer P. Lanser als zoodanig
is verkozen.
Mann. Vrouw. Totaal
In 1862 zijn geboren: wettig 210 220 430
oneckt 9 6 15
219 226 445
Zevenloos aangegeven. 11 11 22
Tweelinggeboortendaaruit zijn geboren:
Getal. Mann. Vrouw. Totaal.
wettig. .4 4 4 8
onecht. .1 2 2
5 6 4 10
Mann. Vrouw. Totaal.
In 1862 zijn overleden
ongeliuwden113 99 212
gehuwden33 27 60
weduwnaars en weduwen 7 8 15
153 134 287
De betrekkelijke sterfte in 1862 was dus
1 op de 27 zielen.
VoltrolcJcen Hmvelijken tusschen
jongmans en jongedochters43
jongmans en weduwen9
weduwnaars en jongedochters14
weduwnaars en weduwen7
73
Echtscheidingengeene.
Mann. Vrouw. Totaal.
De bevolking op 31 Decem
ber 1862 was4217 3608 7825
Hiervan behooren tot de Ned. Hervormden 4861,
Engelsche 16, Evang. Luth. 67, Herst. Luth. 7,
Doopsgezinden 82, Bemonstranten 7, Christ. Afge-
scheidenen 280 Roomsch-Cath. 2499, tot geene der
genoemde gezindheden behoorende 6.
Bij den Burgerlijken Stand zijn aangegeven:
van 27 Januarij tot 3 Februarij 1863.
GEBOREN: Agatha, dochter van A. Sesenop en A. de
Wagenaar. Matje, dochter van J. Meijer en M. Heere.
Martinns, zoon van A. Smoorenburg en A. de Vreede
Gornel1S; zoon Tan D Beerepoot en N. Appelman. Johanna,
dochter van R. van der Putten en M. Gobel. Jakob, zoon
van I. Bhtterawyk en A. Visser. Trijntje, doehter van
r iper en Dekker. Jacobus, zoon van J. Schoorl
en u. Ziweers.
OVERLEDEN: Maria, oud 3 maander, dochter van J. van
de Pol en M. Bakker. Johannes Jacobus Versteegen,
oud 51 jaren ongehuwd. - Tijs, oud 11 jarcn, zoon van
A. Kuiper en T. Dekker.
ONDERTROUWD: Geene.
GEHUWDGeene,
Afdeeling Haarlemmermeer.
Yergadering, gehouden op Yrijdag 23 Januarij 1863,
aan het Kruisdorpbij J. van der Poel
des voormiddags ten 11 ure.
Tegenwoordig 30 Leden.
t°. Wordt medegedeeld dat op nicuw een aantl Leden tot
de afdeeling zijn toegetrcden.
2°. Dat is ingekomen eene missive van het Hoofdbestuur
waarbij aan de afdeeling een som van dertig gulden wordt toe-
gekend als scliadevergoeding voor gemaakle onkosten, bij het
inzenden van eene verzameling landbouwgewassen naar de len-
toonstelling te 's Hage.
3°. Dat nog ontvangen is eene nadere missive van genoemd
bestuur, waarbij de afdeeling verzocht wordt hare bezwaren te
doen kennen tegen bet prograrama der vorige algemeene ten-
toonstelling; benevens eene uitnoodiging tot hot uilloven van
prijzen voor de aanstaande te*Vjonslelling te Haarlem.
Naar aan'eiding dezer vnissive wordt door bet bestuur een
voorslel gedaan tot het brengcn van eonige wijzigingen in bet
laatste progrnmmawclke aan de gocdkeuring van bet Hoofd
bestuur zouden worden onderworpen.
Na vrij breedvoerige diseussien wordt bepaald aan het Hoofd
bestuur als den wensch der Afdeeling te kennen te gcven.
1°. De Vee-tentoonstelling, zoo mogelijk, gedurende twee
dagen te liouden, en den eerslen dag uitsluitend voor de le
den tocgankelijk te stellen.
2°. Voor elk ingescbreven dicr, een inleggeld te vorderen,
hetgeen bij de verschijning op de tentoonstelling kan worden
teruggegeven.
3°. Van de akkerbouw-produklenalleen die te bekroonen
welke zich gunstig van de bestaande soorlen onderscheiden.
4°. Geene werktuigen te bekroonen dan na hunne naauwkcu-
rige beproeving; en dat alzoo voor die welke voor den akkerbouw
dienen, een ruim proefveld worde aangewezen, en voor die
welke beslemd zijnom landbouw-produkten op eene of andere
wijze te verwerken, een goede voorraad van die produkten
voorhanden zijten einde die kosleloos aan de inzenders te
kunnen verstrekken.
De Voorzitter brengt nu ter tafel eene inteekenlijst voor het
uitloven van £en of meer prijzen voor de aanstaande Algemeene
Tentoonstelling.
Nadat deze lijst, waarop bereids voor een zeker bedrag was
ingeschreven onder de leden gecirculeerd bad, bleek het dat
er waarschijnlijk eene som van honderd gulden voor het uitlo
ven van eenen prijs van wego de afdeeling beschikbaar zou zijn.
Het bestuur stelt voor dien prijs toe te kennen voor den besten
Engelschen pinkstier, in Nederland gefokt. Do vergadering ver-
klaart echler dien te willen toekennen aan het beste paard,
in Nederland geboren in het jaar 1859, onverschillig van welk
geslacht, en zoowel voor den landbouw als voor den liandel
geschikt en door den fokker tentoongestcld.
Hiertoe wordt besloten.
Verder wordt nog bepaald dat in de maand April e. k., door
de afdeeling eene tentoonstelling van schapen zal worden gehou
den, waarvoor eenige prijzen uit de kas der afdeeling zullen
verstrckt worden; en dat op den 3den Februarij de derde
avond-vergadering zal worden geliouden.
De vergadering wordt daarop gesloten.
AANTEEKENINGEN
OVER
EENE PROEFNEMING MET HET WERKTUIG
om Koeijen. te melTsen,
van Kershaw en Kolvin, te Philadelphia,
genomen op de Bouwhoeve Zeemcenbergbij Voorburg.
Zeer weetgierig zijnde, om met het werktuig van
Kershaw en Kolvin, te Philadelphia, zelve eene
proef te nemen, mogt het inij gelukken hetzelve voor
eenigen tijd ter mijner beschikking te krijgen.
Toevallig was ik in staat daarmede eene proef te
kunnen nemen, aangezien ik, 50 koeijen melkende,
gewoon ben van 25 koeijen de melk zoet in de stad
's Gravenhage des winters en des zomers te verkoo-
penzoodat ik 00k des winters op mijnen stal versch
afgekalfde koeijen immer aanwezig heb.
Voor zoo verre mij bekendeen van de eerste
landbouwers in Nederland zijnde, die, naar ik ver-
necm, eene volledige proef met dit werktuig genomen
hebbenis het echter schoorvoetend dat ik mijne
proefneming bekend wil maken, om de eenvoudige
reden, dat ik, hoe mooi, eenvoudig en praktiseh ik
het werktuig bij de eerste kennismaking vondtot
het resultaat kwam, dat het mij in de praktijk niet
voldeed.
Ik wil derhalve mededeelenhoe ik het gebruikte
en de uitkomsten van dit gebruik,
Het werktuig zelve is zeer breedvoerig omschreven
in het Magazijn voor landbouw en kruidkunde uitge-
geven door den heer Dr. J. C. Ballot te Utrecht,
(eerste aflevering Januarij 1863, bladz.l en volgende.)
Onder mijn toezigt dan belastte ik tot de proef
neming daarmede mijn bouwknecht, die speciaal met
de machinerien bij mij belast is. Terstond ontdekten
wij dat het werktuig, om het gemakkelijk te gebrui-
ken op eene hoogte dient geplaatst te worden; daar
bet vat, zooals zulks in genoemd Magazijn van land
bouw enz. beschreven is, te laag is, om het zelve
op den grond te kunnen plaatsen; wij gebruiken daar-
toe eenen gewonen melkemmer, waarop zulks geplaatst
werden deze zwarigkeid was overwonnen.
Wij begonnen alzoo 29 December 1862 eenekoe,
welke 7 December 1862 zeer goed afgekalfd had en
gewoonlijk per maal 18 kopjes melk gaf, daarmede
te melken. De koe stond zeer stil en liet het werk
tuig best onder zich plaatsenin het begin sloten
de speenen niet zeer goed in de caoutcliouk buizen
doch weldra ging dit 00k bestde beide pompen
pompten alzoo volmaakt, doch gaven tot mijne teleur-
stelling al reeds weinig melk, zoodat wij na 20 mi-
nuten bezig geweest te zijn, in plants van 18 kopjes
melk er slechts 13 verkregen en de koe verder met
de hand uitmelkende nog 4 kopjes.
Ik hoopte en vermeende echter, dat de koe aan
dit werktuig zou moeten gewennen en ging derhalve
voort met de koe tot 5 Januarij 1863 doch verkreeg
op dien dag nog maar 15 kopjes melk in 15 minu-
ten met het werktuig en daarna nog 2 kopjes met
de hand. Hoewel wij alzoo een weinig vooruitgegaan
warenvond ik dien vooruitgang te geringom er
mede voort te gaan, en besloot 6 Januarij 1863 de
proef te nemen met eene andere koe.
Deze nu had 16 December 1862 afgekalfd en gaf
gewoonlijk 16 kopjes per maal. Ook zij liet het
werktuig zeer goed toe en was er evenmin bevreesd
voor als de vorige. De uitkomst echter was niet be
tel*. Na }/2 uur gepompt te hebben verkregen wij
slechts 8'/2 kopje melk en daarna met de hand nog
5 kopjes. De volgende dag 7 Januarij, verkregen wij
met het werktuig in 25 minuten 9 kopjes melk en
daarna met de hand nog 3.
8 Januarij kregen wij in uur 15 kopjes met
het werktuig, daarna met de hand nog 1 kopje.
De tijd vooral viel mij zoo tegen, dat ik besloot
ook met deze koe op te liouden en nog eene proef