- 28
Verschillende Polders.
EEN PRIJS
Jaahtal.
te nemen met eene koe, welke 1 December J 862
goed nffgekalftj had en gewoonlijk 14 kopjes melk
per maal gaf. Deze koe mi lieeft eene speen, welke
zeer taai in<dkt; het gevolg daarvan was clan ook,
dat liet werktuig voor die koe zeer onvoldoende
wasdaar lietzelve uit die speen geen melk pompte
en wij slechls 5 kopjes melk verkregen in den tijd
van 20 minulen.
Het werktuig nu kon ik niet langer hpuden en
meen ook, lietzelve voldoende beprpefd te hebben.
Mijne cottclusie is alzoo deze:
1°. Dat het werktuig, zooals het nu nog is, niet
iri staat is eene koe, die goed vierkant isbehoorlijk
nit te melken en veel minder nog eene koe, die
eeeig gehrek aan de speenen heeft.
2°. Dat het zoo langzaam werktdat men in
denzelfden tijd 3 koeijen met de hand melkt tegen
eene met het werktuig.
Wanneer ik nu echter lees in het hierboven aan-
gehaald Mayazijn van landbouw, enz.welke resulta-
ten men in Engelnnd met dit werktuig verkregen heeft,
zooalsdat het bij iederen trek 0.57 Ned. kannen
melk uit den uijer pomptj dat het geschikt is eene
koe behoorlijk uit te melken; dat men, wanneer men
er mede gewoon is15 of 16 koeijen in een uur
kan melken; dat de lieer Kolvin er van verhaalt
dat kij eene koe gehad heeft, die telkens, wanneer
zij getnolken werd 14 kan melk gaf en met het
werktuig in 1 minuut 45 seconden gemolken werd,
dan moet ik hieruit het gevolg trekken.
Dat of het werktuig dat ik gebruikte, niet een
der beste was, of dat het door mij niet goed ge-
bruikt werd.
Of dat de Engelsche koeijen de melk beter laten
schieten, dan de Groningsche koeijen, zooals ik
uitsluitend bij mij op stal heb. Met zeer veel be-
langstelling hoop ik derlialve, dat ook andere land-
bouwers dit werktuig zullen beproeven en hunne on-
dervinding er van zullen willen bekend maken.
Van de afdeeling 's Gravetthagc en omstreken der
Ilollandsehe Muatschappij van Landbouwdie besloten
heeft proeven met dit werktuig te laten nemenzien
wij een verslag te gemoet.
Leewoenbery bij Voorburg.
16 Januarij 1S63. Mr. I. D. ViBtJLU.
VETMESTEN.
Onder dit opschrift komt in N°. 49 van den vo-
rigeu Janrgnng van dit belangrijk Weekblad een arti-
kel voor, dat vooral daarom met geno^geu door mij
gelezen werd, wijl ik daarin een denkbeeld gedeel-
telijk verwezenlijkt zag, dat zoo dikwerf bij mij
opgekomen is.
't Was dit: we zijn zoo gewoon te zeggendit,
b. v. haveris het beste korenvoedsel voor een
paard; dat, b. v. lijnkoek, is het beste toevoeder
voor een rundik zal nu niet zeggendat als we
zoo redenerenwe dan den bal geheel misslaan
maar toch, de meest belanghebbendede eenige des-
kundige, het dier, wordt daarbij niet door
on3 geraadpleegd.
Daarom dacht ik zoo: ik zou wel eens willen we-
ten welk voedsel het paard en de koe bij voorkeur
verkiezen zoudenals hun de keuze daarvan geheel
vrijgelaten werd.
Vraagt men nu soms, welk nut het zou hebben
dit te weten, dan antwoord ik, een zeergroot; want
het is lar.g niet hetzelfde, of een dier iets met bij-
zondere graagte eet, of dat het slechts eet uit gebrek
aan antler of beter voedsel.
De opneming van voedsel is toch nog iets anders,
nog iets meer, dan het bloot werktuigelijk vullen van
de maag; we zien dit o. a. duidelijk bij langdurige
ziekten als de eetlust geheel verdwenen is en we
de diereu het voedsel ingietenuit vrees dat het de
natuur anders aan de noodige krachten zal gaan ont-
breken, om de ziekte te kunnen weerstaanhoe
krachtig en uitgezocht dat voedsel ook wezen moge,
we bereiken er zelden en dan nog maar gebrekkig,
ons doel mede.
Tot du$ ver over mijn denkbeeld; en wat nu aan-
gaat de Engelsche wijze van vetmestenin dat arti-
kel medegedeeldom namelijk de dieren te laten
eten zooveel als zij lusten en wat zij ladenhet zal
wel overbodig zijn te zeggen dat ik mij met het
laatste gedeelte daarvanzeer goed kan vereeni-
genmaar, voor de voile toepassing van het eerste
gedeelte, zou ik voor mij nog wel wat huiverig zijn
als ik denk aan de vele voorbeelden (mij by ervaring
bekend) van dieren, die losgeraakt zijnde, zich aan
korenvoedsel den dood aten; 't is waar, des zomers
in de weiden overeten zij zich wel niet, doch dit
is minder het ge.volg van hunne zucht tot matigheid
dan wel van den nard des voedsels, van de vrije
heweging in de opene lu.cht en liet gebruik naar
hartelust van drinken.
Men rekent bij die nieuwe wijze van vetmesten
vooral op het instinkt der dieren dat hun ten vei-
ligen gids zou strekken in de bepaling van de hoe-
veelheid en de hoedanigheid der voedselsdie ze
behoeven; doch men zal wijs doen daar niet al te
veel op te vertrouwen, wijl het natuurlyke instinkt,
dat voorzeker ook die eigenschap bezat, door de
temming, door de geheel andere levensomstandighe-
den, waarin de mensch de huisdieren plaatste, zoo
al niet geheel verloren gegaandan toch zeer gewij-
zigd is; alleen dan, wanneer de vrijheid der dieren
in dit opzigt, algemeen werd, zou men de hoop
mogen koesteren, dat volgende geslaehten, deze uitirig
van het instinkt weder zuiver zouden bezitten want
het is outegenzeggelijkdat het instinkt, de neiging
of de gewoonte, ook erfelijk is.
NieuwveenJanuarij 1S63D. van IIulst.
WEDER EENE KLAGT OVER SLECHTE
KAAS en BOTEll.
In een berigt van Zr. Ms. konsul-generaal te Lis-
sabonvan 1 February j. 1. opgenomen in de Stauts-
Courant, wordt grzegd:
De kaashandel laat veel te wenschen. Overdreven
hooge prijzen gepaard met de zeer middelmatige kwa-
liteit, waarover men in den laatsten tijd klaagt, doen
hier het vertier van dit artikel meer en meer afnemen
op de tafeis der rijken vervangen de fijnere kaas-
soorten van Engeland, Frankrijk enz. onze Edammer
of Stolksche, terwijl de mingegoeden zich meestal
met binnenlandsche kaas behelpen. Hollandsche bo-
ter is ook zoodanig in miskrediet geraakt, dat er
geen kooplust meer voor bestnat.
De Yereeniging Flora van Noordwijkzal hare
zesde Tentoonstelling van bloeijende bluetn- en bloem-
bolgewassen te Noordwijk-Binnen houden op den
12den, 13den, I4den en ]5clen Februarij a. s.
VOOR
den besten Orondeigenaar!
De grondeigenaars in vele landenin Engeland
niet het minst en in Nederland ook, hebben veel ge-
daan tot verbetering van den landbouwonder ande-
ren ook door het uitloven van prijzen voor het beste
veede schoonste gewassende best bebouwde boer-
derijen, enz. Het geschiedde voorzeker met een loffelijk
doel, maar de grondeigenaars hebben er zich ook
niet over te beklagendat het voor hen verloren geld
is geweest, want naarmate de boer leert om meer
van het land te trekken rijzen ook de pacht-
prijzenen komt op die wijze dat geld met woeker-
rente in de zak van den eigenaar terug. Daarom
hebben de Engelsche boeren de zaak nu eens omge-
keerden de pachlers in het graafschap Staffordshire
hebben aan hunne landbouw-maatschappij eene som
van f 500 in handen gesteld, tot liet uiiloven van
een prijs voor den grondeigenaar van vier honderd
bunders of daarbovendie de beste en meest billijke
overeenkomsten met zijne pachters gemaakt heeft. Er
wordt voorgesteld, dat ieder pachter van veertig bun
ders of daarboven zijn landheer voor het verkrijgen
van den prijs zal kunnen aanbevelen en dat de uit-
spraak zal geschieden door eene commissie van zes
der voornaamste boeren uit het graafschap. Die boe
ren hebben waarlijk gelijk, want zonder goede pacht-
voorwaarden is het een waagstuk om zijn grond te
verbeterenzwaarder te mestenzorgvuldiger te wie-
den en zoo meer; want men weet nooit of men zich
niet misschien afslooft voor niets en een ander er
niet welligt de vruchten van zal trekken, als men bij
het einde van den pachttijd mogelijk maar de keus
heeft, tusschen veel hooger pacht betalen of vertrek-
ken, tusschen hangen of wurgen.
In een Duitsch rapport over de afdeeling voedings-
middelenop de groote nijverheids-tentoonstelling te
Londen, werden zeer geroemd de meelsoorten, gor-
ten grutten en koeken van oliezaad, van de firma's
J. van Andel te Gorinchem, N. Kochlin C°.
te 's Gravenhage, Paters te Leiden, en J. H. C.
Kakebeeke te Goes.
In de polders Waard en Groet, Anna Paulowna
het Eijerland op Texel en het Nieuwland op Wierin-
gen, zijn reeds meer dan dertig dorschwerktuigen van
Barrett, Exall en Andrewes, en enkele
hekel-dorschwerktuigen in gebruik.
BOVENKERKER-POLDER,
onder de Gemeente Nieuwer-Amstel.
GEM1DDEI.DE WATERH00GTEN en HET GETAL UREN
DOOR DE MOLENS GEMALEN,
gedurende de Jaren 1S50 tot en met 1859.
1850
1851
1852
1853
1854
1855
1856
1857
1858
1859
Gcrniddcld
Waters tanden in Ellen h- A. P.
in den
Polder.
4.70
4.70
4.70
4.68
4.73
4.76
4.76
4.81
4.88
4.83
4.755
In de
Ringsloot.
1.54
1.52
1.52
1.49
1.51
1.47
1.46
1.46
1.55
1.56
1.508
In den
Amstcb
0.39
0.39
0.38
0 36
0.38
0.44
0.35
0.40
0.47
0.41
0.427
"O
ra
o E
o u V
-= t ZD
1259
1078
1645
1088
1141
754
1184
751
530
1252
1068
Verklaringen en Aanmerkingen.
De oppervlakle van den polder, welke nioet worden bema-
lenis voor de ondermolens 1387 bunders, 77 roeden, 69
cllcn, terwijl de hovenmolens hovendiea nog eene opperviakte
nioelen bemalen, van 178 bunders, 46 roeden, 95 ellen,
le zaincii 1566 bunders, 24 roeden, 64 ellen; en dan nog
ruct het srhutwater van twee sluizen zijn bezwaard. De
bemaling heeft in dit lijdvak, hoofdzakelijk plaals gehad; voor
den polder, door 2 gangon raolens, ieder 3 lioog optnalende
tot in de Ringsloot; waarvan een gang bestaande uit drie
vijzelmolens, met vijzcls van 1 92 ellen in ntiddellijn; en het
ainleic gang uit 2 vijzelmolens, met vijzels in middellijn van
1,73 ellen, en 1 scliepradniolcn (staaud) groot in middellijn
6.40 ellen en breed 0.40 ellen Deze melons hebben alien
eene vlugllcngle van 28 ellen. Do vijzels eene belling van
18 lot 20 graden, en een omgang tot de as van 2.07.
Uit de Ring-loot vrordt bet water ovcrgebragt in den Amstel,
door 3 vijzcltnolens, waarvan een van 28 ellen vlugt, met
een vijzel in middellijn 1.86 ellen, onder eene belling van
30 graden, en twee inulons van 25 ellen vlugtlengle, met
vijzels van 1.75 cllcn in middellijn, waarvan een under een
liellingsliock van 18 graden en een van 30 graden. Do tijd
duor do molens gemalcn, is alleen maar opgegeren, als er
iloor de omlermnlcns is gemalcn, zooilat de mcerdere tijd
door de hovenmolens gemalen, geheel buitcn deze rekening
is gebleven. liet Polderpeil was in 1850 4.65 el -r- A. P.
en in 1859 4.90 el -f- A. P. liet Ringsloolpeil was in 1850
1.50 el -h- A. P. en in 1859, 1.60 el A. P.
GEMIDDELDE WATERII00GTEN en HET GETAL UREN
DOOR DE MOLENS GEllALEN
in iedere maand van het jaar 1862.
Het Polderpeil is 5,00 El -j- A. P. Het Ringsloolpeil is
1,65 -T- A. P. en Amstels Boczcmpeil is
0,15 A P. Amstei damsdi Peil.
Ma and en.
Januarij
Februarij.
Maart
April.
Mei
■I unij
Julij
Augustus
September.
October
November
December
Watkrstanden
in Ellen -r- A.P.
4.80
4.92
5.U9
5 03
4.96
4.97
4.97
4.99
4.91
5.U0
5.05
4.91
Gcrniddcld. 4.972 1.570 0.410
1.51
t .59
1.56
1.60
1.63
1.60
1.61
1.55
1.53
1.54
1.52
1.60
0.33
0.29
0.36
0.42
0.62
0.57
0.40
0.45
0.41
0.3s
0.37
0.32
Getal Uren.
Gemiddeld
Tijd door de Molens
gemalen, in Uren.
Ondermolens.
160
149
105
76
36
41
33
124
G5
210
160
157
111
70
9
52
75
5
122
64
2I0
999 1035
1017
Bovenmolens.
Sz
221
245
140
134
35
70
152
44
45
133
134
307
S:a
218
163
127
95
6
123
95
211
1660 1038
1349
Verklaringen on Aanmerkingen.
De bentaling heeft nu plaals, voor den polder, door twee
gangen vijzelmolens, twee lioog opmalcnde tot in de Ringsloot,
met vijzels van 2 ellen middellijn, 2 ellen spoed in de draad,
en een omgang van 2 122 tegen de boven-as. De bema-
ling van de Ringsloot heeft nu plaals, door twee vijzelmolens,
met vijzels van 2 20 ellen middellijn, 2 ellen spoed in de
draad, en een omgang van 2.414 tegen de boven-as.
Deze vijzels liggen alien onder eene buck van 30 graden.
Deze molens hebben alien eene vlugtlengle van 28 ellen, de
breedle der zcilen is kleed Hollandsdoek 1.60 ellen.
Aldus opgemaakt door den Ondergetcekenden, Opzigter.
Jn. Louw Cz.