- 92 -
ABYMTMTIMo
Hervormdc Gemeente Haarlemmermeer.
Hervormde Gemeente Haarlemmermeer.
OOGST-BIDDAG,
Ilollandsche Maatschappij van Landbouw.
I
graaf en Iloogheemraden gevoegd bij de rekening
van uitgaven en ontvangsten over 1862:
MEMORIE van TOELICHTING tot de
lletcening over het Jaar 1862.
Volgnr. der
Begrooting. Uitgaven.
1. Op dit arlikel heeft eene meerdere uitgaaf van f 300.
plaals gehadten gevolge van de bij besluit der Veree-
nigde Vergadering dd. 29 Julij 1862 aan den eersten
beambte ter Secretarie toegekende personele jaarlijkschc
toelage tot bovengcnoemd bedrag.
Inkomsten.
51. Over de dienst van 1861 was, blijkens de rekening over
dat jaar, wegens Rijnlands bundergeld nog verschnldigd
een bedrag van4510,30£
VYaarvan is ontvangen en in deze re
kening wordt verantwoord 302,18.
Zijnde voorts door de Verce-
nigde Vergadering kwijtgeschol-
den aan ingelanden in het 5dc
district226,58J.
528,76^
Zoodat nog schuldig blijft. f 3981,54
De voldoening van laatslgenoemd bedrag is voor het
grootste gedeelte afliankelijk van de beslissing die door
den regter ten aanzien van de schuldpligtigheid van Inge
landen in het 9de en tide district zal worden genonien.
57. Jhr. Mr. J. \V. H. Rutgers van Rozenburg c. s. zijn
nalatig gebleven in de voldoening van door hen, volgens
acte van verkoop van de veenspecie in Rijnland's gron-
dcn op bet voornialige ciland Abenes, vcrscliukligde huur
ad 54,voor den ondergrond van een perceel vvaar-
van de veenspecie door hen was gekocht. Wegens dien
aehterstand wordt eene regtsvervolging ingesteld.
58. Aangezien het huis aan bet Kanaal te Katwijk gedurende
2 rnaanden onbewoond is gebleven, wordt in deze reke
ning de huur ad f 35,slechts over 10 maanden ver
antwoord tot een bedrag van f 29,20.
De buizen te Houtrijk en Polanen waarvan geen vol
jaar huur wordt verantwoord, zijn in 1862 met de ge-
heele verhuring van Ztvanenburg aan den Heer Lans
overgegaan.
75. Ilet totale eindcijfer der gczamcnlijke koliieren be-
draagt136652,68
Daarvan werd ontvangen131723,02
Zoodat onbetaald bleeff 4929,66
welke aehterstand zicli bijkans hoofdzakelijk bepaalt tot
het 9de en 1 lde districtmakendc do al of niet schuld
pligtigheid van de Ingelanden dier districten tbans het
onderwerp van een regterlijk onderzoek uit.
Aldus vastgesleld door Dijkgraaf en Iloogheemraden
van Rijnlanddd. 4 April 1863.
II. C. J. HOOG, Dijkgraaf.
VV. G. DE BRUIJN KOPS Secretaris.
Die toelichting is gebrekkig en onjuist; in dc
eevste plaats gebrekkig, omdat het aangehaald volg-
nummer 57 een bedrag van tverkelijke ontvangst
aanvvijst ad 602.05 boven de begrooting, en men,
in plaats van die verhooging te verklarenaanvoert
dat nog eene post niet is ingekomenzoodat eigen-
lijk het verschil met de begrooting nog aanzienlijker
moest zijnzonder tc beantwoorden de vraagdie
na deze toelichting of verduistering nog te meer zich
laat verwachten of danen om welke reden dit
nummer der begrooting zoo veel te laag geraamd
was. Gelijk de aangehaalde phrase thans luidtbe-
vat zij natuurlijk tegen de bedoeling van den stel-
lergeene verduidelijkingmnar sleohts eene tirade
ter kastijding van Rutgers van Rozenburg cum suis.
Onjuist is bovendien de toelichtingomdat wij niet
zijn nalatig, maar wel weigerachlig gebleven de be-
doelde 54,te voldoen. Immers bij de veilcon-
ditien op welke een perceeltje veenslikdat tusschen
onze bezittingen op het gewezen eiland Abenes inge-
sloten lagdoor mij en mijne medebelanghebbenden
van Rijnland is gekocht, kwam eene bepaling voor,
die volgens onze beschouwing eene conditionele, vol
gens Ujk graaf en Iloogheemraden eene absolute ver-
pligting tot betaling van een' jaarlijkschen huurprijs
voor den ondergrond ad 54,inhield. Daar nu
de voorwaarde, van welke die verpligting volgens
onze bewering afliankelijk wasniet bestondmeen-
den wij ook aan de vordering van 54,huur over
1862 geen gehoor te moeten geven.
Met Dijkgraaf en Hoogheemradendie ook bij hun
gevoelen bleven volhardeu, wcrd door mij eene breed-
voerige briefwisseling gehouden aan het slot van
welke ik den 12den Maart schreef, dat wij de
uitlegging van het contract aan den regter wensch-
ten over te laten."
Zoolang nu de regter niet beslist heeftpast het
mij niet te verkondigen, dat mijne uitlegging van het
contract de ware isen teregt zou men mij voor-
barigheid en eigenwaan verwijten wanneer ik stout-
weg drukken deed, dat Dijkgraaf en Hoogheemraden
zich op ons de hefting veroorloven van eene som van
12 maal 54,-die hun volgens de acte van ver
koop niet toekomt. Maar ik had gewenscht, dat
dan ook Dijkgraaf en Hoogheemraden in 't oog hid
den dat het eene der partijen niet voegtuitspraak
doende in hare eigene zaak, te beslissen en te pu-
bliceren, niet dat over 54,een geschil hangende
is, maar dat de andere partij in de voldoening is
nalatig gebleven van volgens de acte verschuldigde
huuren dat wegens dien aehterstand eene regts-
vervolging (lees regtsvordering) wordt ingesteld."
Nalatig toch is hijdie eene onbetwistbare en onbe-
twiste schuld niet voldoeten zoodanige onvoldane
schuld heet aehterstand. Wij daarentegen zijn op een
tal van grondenaan de wederpartij ruiterlijk mede-
gedeeld, voor alsnog weigerachtig eene litigieuse post
te voldoen, omdat wij ons gevoelen niet beneden het
gevoelen van het Waterschapsbestuurmaar boven
die beiden dat van den regter stellen.
En dat het gevoelen van Dijkgraaf en Hoogheem
raden niet per se volmaakt onfeilbaar is, moge het
volgende leeren. Bij de condition derzelfde veiling
was mede bepaalddat de koopers zouden moeten
restitueren de trekpenningendie op het door hen
gekochte zullen zijn overgegaan." Toen nu ter
veiling Dijkgraaf en Hoogheemradenpersoonlijk aan-
wezigwetende dat wij perceel I. moesten koopen
dit in het belang van het Waterschap op loffelijke
wijze opjaagdenen wij dat aangezien wij het
moesten hebben op /300,mijnden, en dus voor
den enormen prijs van 900,koopers werden
troostte ik mij met de gedachte, dat althans de 25
trekpenningen niet overgegaan" noch bij gevolg te
restitueren waren 1°. omdat zoo als ik met mijn
gewoon Ingelanden-verstand berekende volgens de
wet koop en verkoop is eene overeenkomst, waarbij
de eene zich verbindt om eene zaak te leverenen
de andere om daarvoor de bedongen prijs te beta-
len"en dus niemand zijn eigen goed koopen noch
anders dan pro forma op zijn eigen goed bieden kan;
2°. omdat trekpenningen plegen te worden uitge-
loofd aan den hoogsten bieder, die kans geloopen
heeft om zijn bod te moeten gestand doengeenszins
aan den bieder zonder eenige risico die bij gemis
van afmijning niet kooper wordt, maar ophoudt,
en omdat dus in dit geval door Rijnland zelf, eeni-
gen bieder bij monde van een der Hoogheemraden
geen plok kon zijn verdiend.
Wij moesten dus wel verwonderd wezentoen wij
na, ingevolge de veilconditien aan den notaris koop-
prijs en kosten te hebben betanldzonder dat door
dezen op plokgelden aanspraak of deswegen eene re
serve gemaakt wasdoor den Rentmeester werden
aangeschreven, om nog 25,plokgeld te storten.
Op die aanscbrijviug antwoordde ik bij onderstaan-
den brief aan Dijkgraaf en Hoogheemraden
Aan
Dijkgraaf en Hoogheemraden van Rijnland.
Mijne lleeren
Door den Heer Henlmeeslcr Verster gei'nformeerd dat, vol
gens opg.ive van Dijkgraaf cn Iloogheemraden, behalve de
12 pet. kosten, nog f 25,trekgeld door mij cn mijne
medc-koopers van perceel 1. op Abenes, moest voldaan
worden neeni ik de vrijheid mij bij u te vergewissen of
dienaangaande niet een misverstand plaats heeft. ik meende
toch dat perceel I. door de verkoopers zelve tot 600,—
was opgezet; en nu kan het loch de bedoeling niet we
zen door ons een piok te doen restitueren die niet uit-
gekeerd is, of door Rijnland voor plok te doen ontvangen
f 25,hoezeer geen penning betaald is. Mogelijk ver-
gis ik mij doch in dat geval zal ik mij verpligt rekenen
indien ik den naam des hoogsten bicdersop vvicn de
trekgclden overgingen, mag vernemen.
Met hoogachting verblijf ik,
Uw Dw. Dienaar,
(get.) J. YV. II. RUTGERS van ROZENBURG.
Amsterdam, 28 April 1862.
Op welken ik ontving de volgende repliek
Leiden, 10 Mei 1862.
In antwoord op uw schrijven van 28 April, betrekkelijk de
al of niet verpligting om de premie van 25,te vol
doen uitgelocfJ aan den hoogsten bieder voor het door
u gekochte perceel veenslik, hebben wij de cer u te be-
riglen dat het hoogsto bod voor het bewuste perceel niet
is afkomstig van Rijnlands bestuur, maar van ons mede-
lid den Heer A. Hartevelt Jzn. in zijn prive. Voor het
niet tcrugbetalen van die premie door den kooper bestaat
alzoo geenerlei grond.
Dijkgraaf en Hoogheemraden van Rijnland,
De Secretaris, De Dijkgraaf,
(get.) J. T. BUIJS. (get.) H. C. J. HOOG.
Jhr. Mr. J. W. H. Rutgers van Rozenuurg.
Ik was nu zoo indiscreet, mij bij den Notaris
Gunning, aan de Oude-Wetering, omtrent den inhoud
van het proces-verbaal der veiling te vergewissen, en
schreef weder
Aan
Heeren Dijkgraaf en Hoogheemraden van Rijnland.
Ik zio mij genoodzaaktter heantwoording uvver geeerde
jongste missiveluidens welke de Heer IIahtevblt als
hoogsten bieder voor particuliere rekening, regt heeft op
den plok van het onder N°. I. verkocht perceel veen op
Abenes, alsnog boleefdelijk u tc doen opmerken, dat,
blijkens het proces-verbaal der veiling, van de pereeelen
1 4 5 6 cn 7 GF.ENE TnEKGELDEN WAREN UITGE-
dkeerd, daar die door de verkoopers pro forma waren
opgeboden." Ilet zij mij uit dien lioofdc vergund eenige
naderc explicatie te gemoet te zien.
Met hoogachting heb ik de eer mij te nocmcn,
Uw Dw. Dienaar,
(get.) J. W. H. RUTGERS van ROZENBURG.
Amsterdam20 Mei 1862.
Waarna ik tot besluit ontving deze missive
Leiden, 27 Mei 1862.
In antwoord op uw schrijven van 20 Mei 1.1 betrekkelijk
de uitkeering van trekpenningen hij de onlangs te War-
mond gehouden veiling van veenslik, hebben wij de eer
u te melden, dat inderdaad de Heer Hartevelt in zijn
prive bieder is geweest van de hoogste som en als zoo-
danig op de bedoelde trekpenningen aanspraak heeft. Aan
gezien bet intusschen niet te onlkennen vaitdat het
proces-verbaal de ware loedragt niet geheel juist mede-
deeltzoo willen wij op de uitbetaling van het trekgeld
niet verder aandringen.
Dijkgraaf en Hoogheemraden van Rijnland
De Secretaris, De Dijkgraaf,
(get.) J. T. BUIJS. (get.) H. C. J. HOOG.
Aan Jhr. Mr. J. W. H. Rutgers van Rozenburg.
Voonvaar men moet zich gelijk veelmalen
verwonderen over bet grillig toevalhetwelk bier
wilde dat de notaris juist in dezelfde dwaling ver-
keerde als ik. Genoeg, wij behielden de 25,
aan andere koopers werden de hun afgevorderde plok-
penningen gelaten of teruggegeven Doch men
houde mij ten goede dat ik aan het denkbeeld, dat
de notaris in zijn authentiek relaas een zoo uitdruk-
kelijke fout begingbezwaarlijk mij gewennen kon
dat ik evenmin betrekkelijk de plokken als on
langs met opzigt tot de huur-quaestie voor de be
schouwing van Dijkgraaf en Hoogheemrsden als een
orakel mij oordeel te moeten nederbuigen, en dat ik
meen hoe ongezeggelijk dit ook zijn moge niet
om die reden verdiend te hebben met mijne consor-
ten als wanbetalers geproclameerd te worden.
Amsterdam, 28 April 1863.
J. W. H. Rutgers van Rozenburg.
Ik scbrijf hierovcr geene Memorie van Toelichting. Sa-
pienti sat
Ann Belangbebbenden wordt berigt, dat bet voor-
loopig vastgesteld KOHIER van den KERKELIJKEN
OMSLAG over 1863, ter inzage zal liggen ten Huize
van den Ontvnnger der Kerk J. KNOL, (J J 2),
van den 3den tot en met den 1 7 den Mei e.k.
Reclames tegen hetzelve zullen voor deu nfloop
van dezen termijn, bij Kerkvoogden moeten zijn
ingezonden.
29 April 1863. Kerkvoogden van Haarlemmermeer
Jb. ROODENBURG, President.
M. DONKERSecretaris.
op Zondag 3 Mei 1863,
des voormiddngs ten 9 f2 ure.
L. TINIIOLT, Predikant.
Afdeeling Haarlemmermeer.
TENTOONSTELLING VAN SCHAPEN,
te houden op Woensdag 13 Mei 1863 ten 11
ure, aan het Kruisdorpbij J. G. LEGEL.
De Afdeeling looft uit de navolgende Prijzen
1°. Voor den besten Volbloed Engelschen Eenjarigen
SPRINGRAM, geboren te Haarlemmermeer f 15.
2°. Voor de drie beste OOISCIIAPEN
onverschillig van wolk Ras, niet ouder dan
4 jaren, gevolgd door hunne LAMMEREN,
geboren te Haarlemmermeer10.—
3°. Voor de zes beste LAMMEREN,
teelt 1863, onverschillig van welk Ras en
geboren te Haarlemmermeer10.
H.H. Mededingers worden verzoclit met hunne Scha-
pen ten 10 ure op het terrein te zijn.
Na afloop der Beoordeeling enz., VERGADERING,
ten Huize van J. G. LEGEL.
Het Bestuur der Afdeeling voornoemd,
S. DE CLERCQ Wz., Voorzitter.
J, G. SCHONE, Secretaris.