WGEKBLAD van 1805. Vrijdag, 21 Augustus. A AN LANDBOUW, GEMEENTE- EN POLDER-BELANGEN GEWIJD. Wierde Jaargang. HoofdredacteurC. E. DE CLERCQ. IIet laamsche Rundveeras. HAARLEMMERMEER, Abonnementen worden aangenomen bij de Boekhandelaars C. M. VAN GOGH. Leidschestraat, te Amsterdam, J. J. VAN BREDERODE,Haarlem, bij den Heer BRIEVENGAARBER te Haarlemmermeer en verder bij alle soliede BOEKHANDELAREN en POSTDIRECTEUREN in het Rijk. /le 6' in ^et ^,aar' 3 Maanden wordt over f 1,50 beschikt. Advebtentien van 15 rebels 50 Cts elke resel meer 10 Cu a ve ents Zegelregt bij elke plaatsing. Alle Toezendingen moeten geschieden aan den Hoofdredacteur, te Amsterdam* Op de tentoonstelling te Hamburg zijn aan de beide graan-maaiwerktuigen van Burgess en Keij de daar- voor uitgeloofde prijzen toegekend. De gouden medaille werd toegekend aan het nieuwste modelde verbeterde Mac Cormick, voor het eerst voorleden jaar te Lon- den tentoongesteldwaarbij een der armen van den haspel, gedurende den omgang van rigting verandert en het afgesneden graan in garven legt. Dit werk- tuig is tot heden nog niet in Nederland tentoongesteld geweest, of door iemand hier te lande aangekocht. De groote zilveren medaille werd toegekend aan het groote graan-maaiwerktuig van Burgess en Keij, eveneens van den uitvinder Mae Cormiekzoogenaamd met schroef-aflegging van het graan, dat hierbij niet in garven, maar in een geregeld zwad te liggen komt. Dit is het werktuig, dat op den wedstrijd te Goes met den eersten prijs bekroond werd en waarvan er verscheidene in geregeld gebruik bij Nederlandsche landbouwers zijn, zooals o. a. bij de heeren Bosker en van den Bosch, en waarvan ook een exemplaar in s Eijks kabinet van landbouw-werktuigen te Utrecht voorhanden is. Deze werktuigen waren te Hamburg, door tusschen- komst van hunnen agent alhier, den heer J. C. Swertz ingezonden. In Frankrijk wordt, gelyk bekend is, veel van regeringswege gedaan voor de ontwikkeling van den landbouw. Om de regering hierbij voor te lichten en behulpzaam te wezen, zijn er zes landbouw-inspec- teurs, die daartoe hunne orders van het Ministerie voor Landbouw, Koophandel en Publieke Werken ontvangen. Aan deze is thans opgedragenom elk in hun district alles te verzamelen, wat tot eene vol- ledige beschrijving van al de bij den landbouw in Frank rijk gebruikte_ veesoorten kan dienen ten einde hierover een volledig werk te kunnen uitgevenhet- geen van Staatswege zal geschieden. Een gedeelte van dezen omvangrijken arbeid is voltooid en reeds in druk verschenende beschrijving van het Vlaamsche Rundveeras door den landbouw-inspecteur Lefour. Het is zeer fraai uitgegeven en van uitmunteUd uit- gevoerde afbeelaingen van stieren en koeijen van de stallingen en van al de voorwerpenbij de vee- houding aldaar in gebruik, voorzien. Het Ylaamsehe rundveeras heeft, zooals men weet, zeer veel overeenkomst met het Hollandsche en wordt ook hoofdzakelijk voor de melk gehoudenterwijl de koeijen later worden vetgemest. Er is dus veel in dit werk dat ook voor onze Hollandsche veehouders belangrijk is; wij wenschen daarom het een en ander daarvan mede te deelen. Het Vlaamsche ras wordt in Erankrijk hoofdzake lijk in die departementen gehouden, welke tusschen Belgiede Noordzee en de Seine inliggenterwijl het zieh ten zuiden nog tot beneden Parijs in de nabijheid van de Loireuitstrektvoornamelijk vindt men het echter in het zoogenoemde Fransch-YIaan- deren. Het vee is zeer geschikt tot vroegtijdige vet- mesting en tevens zeer melkgevend door een zorg- vuldig fokken zouden deze eigenschappen echter nog voorzekcr tot hooger graad van volkomenheid kunnen worden gebragtzoowel door verbetering van het ras in zich zelf, als door het kruisen met andere daar- yo°r geschikte rassen. In de laatste twintig jaren is veel werk van het kruisen gemaaktdeels met Ayeshire en Korthoornstieren en deels ook met die van Hollandsch en Zwitsersch raseene duurzame verbetering en een verbeterd ras is daardoor echter tot nu toe nog niet verkregenwaarschynlijk omdat men hierbij nog niet met de noodige kennis en vol- harding te werk is gegaan. Even als Holland, heeft Eransch-Vlaanderen langs de kuststreek groote weide- streken waar veel vee gefokt wordt; de prijs der weilanden wisselt van 600 tot/ 2500 het bunder; zij worden met veel zorg onderhouden en miustens elke drie of vier jaren met korten mest, kompost of gier bemest. De kalveren worden bij de geboorte terstond van de koe verwijderd, krijgen veertien da- gen Jang uitsluitend zoete melken" dan nog twee of drie maanden lang de afgeroomde melkwaarbij men later gekookt lijnzaad of hooithee voegt; terwijl zij daarna in de weide gaan. 's "Winters geeft men ze hooistroo en gekookte boonen en eene slobbe ring van zemelen. De kosten van het fokken berckent men als volgt: Eerste Jaar. Waarde van het kalf bij de geboorte f 7. Zoete melk gedurende 14 dagen5.60 Afgeroomde melk gedurende 2 maanden 11. Weiloon en zemelen in het drinkwater. 7. Wintervoedering 4>/2 maand14. .50 Langs de spoorwegen wordt thans de grootste hoe- .veelheid melk aangevoerd en er zijn ondernemers die dagelijks 30,000 kannen melk in Parijs slijten. Na eene opname in 1855 gedaan, kwamen in de stad 197,500 kan per spoorweg, 114,000 met eigen middelen van vervoer uit den naasten omtrek, 15,000 binnen de stad gewonnen melk. Verzorging en andere kosten 54.— Ticeede Jaar. Weiland 0.30 bunder14. Wintervoedering: hooi, stroo, boonen enz. 32.50 en andere kosten9.50 Verzorgin Af voor mest. /110. is. Kostenprijs op tweejarigen ouderdom 92. De koeijen komen hier gewoonlijk reeds in April in de weide en blijven er tot October of November in; men melkt in Eransch-Vlaanderen tweemalen, el ders driemalen daags. 's Winters voedert men hoofd zakelijk hooi, haver-, garst- en boonen-stroo, spoe- ling en een weinig knollen. Gedurende den weidegang berekent men de gemiddelde dagelijksche melkopbrengst van eene koe op 10 kan, 's winters op 6 kan, en de jaarlijksche opbrengst op 2600 kan; op de mark- ten van de provinciesteden geldt de melk 7 a 8 cents per kan, Meer naar Parijs wordt de weidegang be- perkter en gaat eindelijk in geheele stalvoedering over. In de nabijheid dezer stad, waar de melk eene hooge waarde heeft, voedert men zeer sterk en verkrijgt dan ook veel hooger opbrengsten. Zoo geven de koeijen op de stal van de beroemde boerderij Grignon gemiddeld 3200 kan melk 's jaars. De volgende bijzonderheden omtrent het voorzien van Parijs van melk zijn niet onbelangrijk. Deze stad verbruikt dagelijks 300,000 kan melk, alzoo de opbrengst van 40 tot 50,000 koeijen. Voor twintig jaren was 4 tot 5 uren afstands het verste punt van waar de melk naar Parijs kwam; thans zijn er plaat- sen op 30 uren afstands, die hunne melk nog daar- heen zenden. Door deze mededinging is dan ook het aantal koeijendat binnen Parijs gehouden wordt, betwelk vroeger 3000 bedroegtot 1500 gedaald. 326,500 kan. Sedert dien tijd is het vervoer per spoor zeker nog veel toegenomen. Voor het vervoer gebruikt men meestal blikken kannenaan de deksels maakt men veelal in het warme jaargetijde aan de binnenzijde, met ijs gevulde kokers vastdie een voet diep in de kannen neder- hangen om de melk koel te houden. Met hetzelfde doel laat men de melk voor of na het vervoer ter afkoeling langs een hellend vlak van ijzerblik stroo- men, waaronder eene laag ijs ligt; of wel men voegt bij de melk wat dubbel-koolzure soda, vvaaraan men om de zuiverheid de voorkeur boven de gewone soda geeft (3 tot 5 lood op 50 kan) om het spoedig zuur worden te voorkomen. Niettemin wordt daardoor 's winters toch een-twintigste en 's zomers een-zesde tot een-vijfde der aangevoerde melk ongeschikt voor het gebruikwaarvan men danmet een geldverlies van een-derde der waarde, kaas maakt. De groothandelaars koopen de melk op de verst verwijderde plaatsen voor 5 cents de kan op; op een vijf of zes uren van Parijs moeten zij daarvoor 6 cents betalen. Zij verkoopen ze aan de melkboeren voor 8 a 9 cents en deze slijten ze voor 9 tot 12 cents per kan uit. Zoover ons bekend is, wordt in Amsterdam nog in het geheel geen melk per spoor aangevoerd. Daar toe draagt voorzeker bij, dat de stad juist te midden van weilanden ligt en het vervoer van over het IJ zeer gemakkelijk te water geschiedt. Intusschen is het zekerdat de wijze waarop die melkhandel plaats heeft, nog op zeer ouderwetsche wijze geschiedt, en met heel wat tijdverlies gepaard gaat. Wie in den yroegen morgen die vele karretjes met kleine vracht- jes langs den Haarlemmerweg de stad ziet inkomen, of die massa schnitjes van den overkant ziet aanko- inen moet wel denken dat hier voor de boeren het Engelsche spreekwoord „tijd is geld" geen waarheid is. Een groot gedeelte van den dag gaat toch voor hen of voor een knecht met dat naar stad brengen van de melk verloreneen tijd, die ze zeker wel met zooveel nut te huis zouden besteden. En dan wat een aantal kleine vrachtjes, die zoo gemakkelijk in eens zouden kunnen worden vervoerd. Indien er in de hoofdstad zich ook eens een melkverkoopers- affaire op groote schaal vestigde, die zijne geregelde middelen van vervoer had en by de koeboeren in de omgeving de melk ophaalde of ze digt in de nabijheid ontving, zou dit zeker voor verkooper en verbruiker heel wat voordeel aanbrengende boer zou er menig uur en menig dubbeltje mede besparen en waarschijnlijk te huis evenveel voor zijn melk ont vangen als hij nu van den melkboer in de stad maakt de verbruikers zouden waarschijnlijk beter bediend worden en niet zooveel aangelengde melk te drinken krijgen. Ook uit de streek tusschen de stad en Utrecht zou zeker heel wat melk per spoor kunnen worden aangebragthetgeen voor die streken een voordeeligen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1863 | | pagina 1