174
Haarlemmermeer.
Augustus 1. Stoomwoelen, allcs goed; as nagezien
thans goed bevonden.
Augustus 3. Stooimvoelenalles good.
Augustus 4. Stoomwoelen, bet laud afgekregen en
verhuisd naar n°. XI.
Augustus 5. Stoomploeg, vlampijpen opgekookt,
pakking der stoomkast vernieuwd.
Augustus 7. Stoomploegende nagels en vlampij
pen waren liersteldzij waren waarschijulijk lek ge-
worden, tengevolge van bet onklaar worden van de
pompwaarin eenig steenkolengruis geraakt was, dat
oververhitting moest veroorzaakt kebbende pakking
van de stoomkast iii gulta percha bleek niet genoeg
aangezet te zijn, en sprong door de kracht van den
stoom vveg; een nieuwe pakking beproefde lietzelfde
te doen, doch beter aangeschroefd ging alles goed.
De .jeugdige machinisten moeten leeren deze zaken te
bekandelen; zij verdienden heden weinig bundergeld,
daar slecbts een bunder geploegd werd,
Echter is nu dit stuk n°. XI en XII groot circa
20 bunders, van 19 Junij tot 4 Augustus in drieen-
dertig ploegdagen (zondagen en regendagen afgerekend),
vijfmaleu geploegd op verschillende wijzen, betgeen
dus te zamen uitmaakt ruim drie bunders daags.
Het land ligt nu op bedden hier en daar wat krom,
door de ongeoefendheid des ploegers, en doordien de
kluiten in bet begin nog niet gebroken waren door den
kluitenbreker, maar tocb zoo geschikt dat het geheel
kon bewerkt worden met den rolzaaijer van Young, die
het koolzaad op pollen zaait, die boven op de bedden
in reijen komen te staan.
Bij het ploegen dienden als vrijwilligers de heeren:
IJzerstit, Lijclama a Nijeholt, Abb rink,
H o n d i u sHuet en Staring. Het bleek dat de
behandeling van het werktuig gerust ook aan vreemde
handen kon worden toevertrouwdwant ofschoon de
oorspronkelijke werklieden mij alien verlaten hadden
om verschillende redenen, konde ik altijd voortwerken,
soma met de vrijwilligers alleen.
Op 25 September aanstaande bij gelegenheid der
tentoonstelling der Hollandsche Maatschappij van
Landbouw te Haarlem, zal nu het ploegen kunnen
bezien worden door de leden der verschillende land-
bouw-maatschappijen in Nederland, op vertoon van bun
bewijs van lidraaatschap. Eeu katalogus van den stoom
ploeg van Fowler, met handleiding tot bet bezoek
en plattegrond der Badhoeve wordt gedrukt, met een
reiswijzer hoe het gemakkelijkst daarheen te komen.
Een en ander zal eerstdaags uitkomen bij den boek-
handelaar van Heteren, Hartestraat te Amsterdam,
en ook verkrijgbaar zijn aan bet locaal der tentoon
stelling te Haarlem.
Begt aangenaam zal het mij zijn, zoo vele bezoe-
kers hunne belangstelling toonendoor van deze
gelegenheid een ruim gebruik te maken.
Badhoeve, 24 Aug. 1863. Mr. J. P. Amersfoordt.
I E T S
over het ingeven van vloeibare geneesmid-
delen (dranken) aan het Paard.
In het tijdschrift: Vriend van den Landmanjaarg.
1858 bladz. 107 en v. v.komt onder het opschrift
Over het ingeven van arlsenijen aan de huisdieren"
een belangrijk opstel voor van Dr. Wagenfeld,
te Dantzig, waarin bij onder meer zegt:
Aangezien de dieren slechts boogst zelden de
geneesmiddelen vrijvvillig tot zich nemen moeten
zij daartoe veelal gedwongen worden.
Wat den vorm betreftzoo kunnen zij aan het
paard toegediend worden in de gedaanten van poeder,
drank, door ingieting, als likking en als pillen.
Ofschoon poeder het gemakkelijkst in te geven
isomdat men deze slechts door het korte voeder
te mengen heeft, is deze wijze echter zeer beperkt,
wijl het paard het voeder niet eten zal, als de ge
neesmiddelen eenigen reuk hebbenook niet als bij
ziekten de eetlust gestoord is.
Onder den vorm van drank verstaat Dr. W. bet
geven der geneesmiddelen door het drinkwateron-
verschillig of zij daarin oplosbaar zijn of niet. Maar
ook hier zegt hij, stuit men op het bezwaar, dat
het dier bij sommige ongesteldheden weinig of niets
drinkt.
Het ingieten der geneesmiddelen verdient volgens
hem alle afkeuringomdatook met de meeste be-
lroedzaamheideen gedeelte van het vocht in de lucht-
pijp kan geraken, boest verwekken en eene longont-
steking doen ontstaan, die meestal met den dood
eindigt.
Tot slaving van zijn gevoelendat het sterven
van vele paarden aan ziekten der longenveroorzaakt
jvordt door het dringen van eenig vocht iu de lucht-
wegen bij bet ingieten van geneesmiddelen, deelt hij
de proeven mede, door den heer Giinther, direc-
teur der veeartsenijschool te Hannover genomen
waaruit overtuigend geb'ieken isdat eene kleine hoe-
veelheidook van het onscbuldigste voehtb. v.
laauw water, voldoende is om, in de luchtpijp ge-
komen boest en ontstekingen vroeger of later
den dood te veroorzaken.
Overigens stemt Dr. W. toedat de geneesmid
delen in vloeibaren staat drankengegevensneller
werken dan in eenen anderen vorm, wijl ze alsdan
dadelijk met eene groote oppervlakte van de maag
en de darmen in aanraking komenmaar dit groote
voordeel weegt volgens hem niet optegen het mo-
gelijke nadeel er aan verbondenen dat te minder,
wijl bijkans ieder geneesmiddel zich in den vorm van
eene likking laat toedienen; en hij komt uit al dien
hoofde bij herhaling tot het besluit van Weg met
de dranken
Die likkingen nu, bestaan uit eene weeke brij,
die het paard op de tong gesmeerd wordt. Eerst
door het speeksel en later door het in de maag aan-
wezige vocht verdundwerken zij zeer spoedig, of
schoon misschien niet zoo spoedig, als een drank.
De likking maakt bijna iedere gedaante der ge
neesmiddelen overbodig en het ingeven er van is vrij
van alle gevaar en gemakkelijk, zoo zegt Dr. W.
Eindelijk isvolgens hem, de pil naast de likking
de beste vorm der geneesmiddelen. Eene pil komt
zonder eenig verliesgeheel in de maagmen kan
dus de iu te geven hoeveelheid naauwkeurig bepa-
len iets wat vooral bij sterk werkende middelen van
veel belang is. Het ingeven van pillen vereisclit
wel eenige oefening, maar deze wordt gemakkelijk
verkregen. Het eenige bezwaar tegen den pillenvorm
is, dat ze niet in alle ongesteldheden gegeven kun
nen wordenwijl er eenigen tijd verlooptvoor dat
ze opgelost zijn en werkenzijn ze te oud en daar-
door te bard, dan loopt men gevaar dat ze niet op
gelost worden en werkeloos met de meststoffen weder
afgaan, enz."
Tot dus verre het opstel van Dr. Wagenfeld,
waarin veel voorkomt, waarmede ik instem en dat
met mijne ervaring strookt; omtrent sommige punten
moet ik echter vau hem verschillen en vooral ook
kan ik niet met hem uitroepen: „Weg met de dran
ken Zoolang er toch geneesmiddelen zijn die in
geen anderen dan in den vloeibaren vorm gegeven
kunnen worden, zoolang anderen in dien staat het
snelst en het zekerst werken, zoolang kan ik de
dranken niet missenwant daar bestaan ziekten
waartegen die geneesmiddelen juist aangewezen zijn,
en er iijn gevallen, waarin men snel en zeker moet
handelen; dan kan men die middelen of dien vorm
niet ontberen, tenzij men het onzekere voor het zekere
zou willen nemen. Om nu het levensgevaaraan het
ingeven van dranken op de gewone wijze verbonden,
te ontwijken, zonder die middelen te moeten missen,
heb ik een eenvoudig toestel bedacht, om met weinig
moeite en zonder gevaar, aan de paarden dranken
in te kunnen geven; een toestel, waaraan nog deze
voordeelen verbonden zijn, dat er niets van de ge
neesmiddelen verloren gaat en dat zeniet in de
mondholte komende de bij ziekten reeds geringe eet
lust, niet geheel bedetven, terwijl het bovendien nog
tot andere doeleindenals het inspuiten van vloei-_
stoffen in den endeldarm en in de baarmoeder, kan
gebruikt worden. Dit werktuig nu, werd door mij
dit jaar op de internationale tentoonstellingen te Rijs-
scl en te Hamburg geexposeerd, om het gevoelen
van den vreemdeling er over te vernemen. Dan, of
men het voor het beoogde doel geschikt of ongeschikt
geacht heeftis mij niet ter ooren gekomenmaar
wel is mij gebleken, dat men er zoo ruw en onhan-
dig mede te werk gegaan is en het daardoor zoo-
danig beschadigd heeft, dat iedere proefneming er
mede bepaald mislukken moest.
Ik ben nu van plan om het in September a. s.
te Haarlem aan het oordeel van mijne land- en ambt-
genooten te onderwerpen hopende en verwachtende,
er dan ten minste zonder kleerscheuren af te zullen
komen
NieuicveenD. van Hulst.
Oogstmaand 1863.
HALLETT's KWEEK-TA11WE
In den herfst van het vorig jaar heb ik met vele
andere landbouwers, eene proef genomen met het
uitpooten van deze tarwe. Daar mijne proefneming
vrij wel gelukt is, zoo meen ik in het algemeen be
lang te moeten mededeelen wat daarvan den uitslag
geweest is.
De tarwe is direct van den heer Hallett ont-
vangen en betaald met een gulden per Ned. pond.
Zij is met tusschenpozen van eenige dagen gepoot
van af 25 September tot 5 October, in rijen 22 Ned.
duimen uit elkaaren op onderlingen afstand van
10 Ned. duimen in de rij. De grond bestond uit
zwarten grond met klei en zand vermengd. De akker
werd na het uitrooijen der aardappelen slechts een-
maal geploegd en bemest met 400 Nederl. ponden
guano per bunder.
Het vroegst bepootte gedeelte van den akker was
steeds het weelderigst in groeien gaf het langste
stroo en de grootste aren. Het gewas bleef staande,
slecht3 enkele plekken zegen tegen het rijp worden
neder.
Op den I7den Augustus begon men ze te snijden.
De musschen schijnen op deze tarwe zeer verlek-
kerd te zijn, en hebben heel wat sehade gedaan.
Nadat de tarwe 14 dagen aan hokken gestaan had
en dikwerf braaf nat geregend wasbesloot ikter
voorkoming van meerdere schade, ze af te dorschen,
ofschoon niet al te droog.
De met deze tarwe beteelde 50 Ned. roeden (een
half bunder) bragten op 27 Ned. mudden markt-
schoon graan wegende 76 Ned. ponden, en 75 kop
ligte tarwe.
Het stroo was gemiddeld lang 1.60 Ned. el, de
aren 10 a 12 Ned. duimen.
De 15 Ned. koppen tarwe, welke werden uitge-
pootgaven alzoo een 180voudige opbrengstge-
woonlijk zijn wij met een 18voudige opbrengst zeer
tevreden. Het verschil is groot, en de zaak gewig-.
tig genoeg om door ieder vijand van sleurgang te
worden overdacht en beproefdhet geldt hier toch
niets meer of minder dan om zonder noemenswaardige
kosten zijne tarwe-oogsten te verdubbelen.
Niets zal mij aangenamer zijn dan in de gelegen
heid gesteld te worden, zoowel in het belang van
mij-zelven als in dat van het algemeenmijn geheelen
voorraad van dit graan voor zaaizaad te kunnen ver-
koopen.
Lisse, 1 Sept. 1863. S. de Clercq Wz.
(Zie Advertentie).
Yrijdag 28 en Zaturdag 29 Augustus 11. zijn te
Dordrecht geveild circa 195 bunders tuin-, wei-,
hooi-, bouw-, en griendland, gelegen onder Zwijn-
drechtHeerjansdam, Hendrik-Ido-Ambacht, IJssel-
monde, Charlois's Gravendeel en Dubbeldam, be-
hoorende tot de nalatenschap van wijlen mevrouw d e
Douairiere van de Wall van Puttershoek.
De gezamenlijke inzet was 220.470, dat is gemid
deld /1130 per bunder. Er werd geboden voor het
land onder Heerjansdam van/ 900 tot/ 1600, onder
Hendrik-Ido-Ambacht van 970 tot/ 1200, onder
IJsselmonde van 800 tot 1430, onder Charlois
van /1195 tot1560, onder 's Gravendeel, in het
Groot Koningrijk, van/ 1270 tot 1730 onder Dub
beldam van 660 tot 840 per bunder. Voor 20
aandeelen in de ambachtsheerlijkheid Cromstrijen,
werd gezamenlijk geboden 25,250 of/ 1660 en
1670 per aandeel.
Den 26sten Augustus j.l. werd de door de afdee-
ling Alkmaar der Holl. Maatschappij van Landbouw
uitgeschreven tentoonstelling van paarden te Alkmaar
gehouden. 53 paarden stonden aan de lijn en daar-
onder velen van bijzondere schoonheid. De prijzen
werden toegekend als volgtvoor 5jarige: lsteprijs,
J. Noome, voor zijne zwarte merrie; 2de prijs, H.
Eager, voor zijn bruinen ruin3de prijs, H. D u i t s
voor zijne zwarte merrie voor 4jarigelste prijs,
A. Bakkum, voor zijn bruinen ruin; 2de prijs, W.
de Geus, voor zijne bruine merrie; 3de prijs, A.
Sloris, voor zijne bruine merrievoor 3jarige:
lste prijs, K. Dekker, voor zijn appelgr. schim-
mel2de prijsJ. B r i e f j e svoor zijn bruinen ruin
3de prijsS. Ten, voor zijne bruine merrie
voor Ijarige lste prijs, Jac. Met, voor zijne bruine
merrie; 2de prijs, W. Schermerhorn, voor zijn
zwarten ruin; 3de prijs, J. Henneman, voor zijne
bruine merrie.
Maandag 14 Sept. Paardenmarkt te LLoogwoud.
Bij den Burgerlijken Stand zijn aangegeveni
van 26 Augustus tot 1 September 1863.
GEBORENMarinus Cornellszoon van W. F. Links en
A. Kool. Gerardus, zoon van J. Megchelsen en E. van
Voorst. Matthijs, zoon van F. van Straaten en W. van Deurzen.
OVERLBDEN: Trijatje, oud zes maanden, dochter van F.
Snijder en G. Moos. Alida Christina, oud 3 maanden, doch-