212 - Rijnland. Landbouw. Verschillende Polders. (Roelaud van Aulst" met Elisabeth Schaap. Adrianus Spicriugs met Apolonia Timmers. GEHUWD Johannes Verquerene met Amelia Hendrika Ver- meulcn. Pieter Noordijk met Johanna BuiB. Heudrik lluizinga met Carolina de Jonge. Op de den 4den November 11. alkier gehouden eerste najaarsmarktwaren ter verkoop aangebragt87 paar- den van 300 tot de laagste prijzen; voorts 510 stuks hoornvee, 76 sohapen en 8 vavkens; de handel was zeer willigdoor vele van elders gekomen koo- pers en verkoopers; terwijl goede prijzen werden bedongen, zoodat deze markt door de uitbreiding en doelmatigen aanleg van terreinvoor een der grootste markten als gevestigd is te beschouwen. VEREENIGDE VERGADERING in het Gemeenelandshuis te Leiden op Vrijdng 30 October 1863 's voormidd. ten 10 ure. Tegenwoordig 2 0 Leden. De Notulen der vorige Vergadering warden gelezen engocd- gekeurd. 1°. Mededeelingen. Als zoodanig worden aangenomen de goedkeuring van Gede- puteerde Slaten op verschillende besluiten door de Vereenigde Vergadering genomen, als: a. Betrekkelijk het voortzetlen der aanhangige proceduren tegen eenige omslagpligtigen. b. Idem de aflossing van waarborgkapitalen. c. Idem eenige af- en overschrijvingendienst 1863. d. Idem het beieggen van kapitalen. 2°. Voorstel tot wijziging van het besluit omtrent hot beieggen van gelden. I)e Vergadering besluit overeenkomstig de bemerking van Ge- deputeerde Slaten de te beieggen gelden zoo vvel in Ontvang als Uitgaaf aan de Begrooting toe te voegen, terwijl bij bun vroeger besluit alleen van Uitgaaf sprake was. 3°. Derigt omtrent de aan Jhr. D. Rutgers van Rozenburg r.s. opgelegde verpligting tot betaling van 5000 voor het afsluiten van het Lutkemeer. De Voorzitter deelt mede, dat de Ileer Rutgers zich niet heeft kunnen verecnigen met den eiseh der Vereenigde Verga dering als schadeloosstclling voor de verkleining van Rijnlandi boezem, door de afsluiting en droogmaking van bet Lutkemeer. Dat de Heer Rutgers zich te dier zake heeft gewend tot ZExc. de Minister van Binnenlandsche Zaken en dat dientenge- volge door bemiddeling van Gcdeputeerde Staten een schrijven van den Minister onlvangen is, waarbij ZExc. te kennen geeft, dat ook hem met het oog op de daarstelling van een kanaal ter verbinding van de Noord- en Zuiderzee, waarbij de water- ontlasting van Rijnlands boezem zeer zou worden gebaat, do gcvraagde scliadeloossteliing te hoog is voorgekomen, en dat bet billijker zou zijn, aan de toestemming tot do afsluiting van hel Lutkemeer een jaarlijksche bijdrage te verbinden, tot zoo- lang hetblijken mogt, dat door den gunstigen toestand der wa- terlozing, geen scliadeloossteliing meer gevorderd werd. Dijkgraaf en Hoogheemraden hebben dit schrijven beantwoord en te "kennen gegeven dat, volgens kunne overtuiging, de eisch van f 5000 op billijkheid gegrond is, en door den Heer Rutgers dcslijds geen hezwaar gemaakt is om de geeisehte uitkeering in eens af te betalen, betgecn trouwens in Rijnlands belang verkie- selijk scheen. Op uitnooaiging van Gedep. Staten hebben zij ge- meend de zaak op nieuw ter tafel te moeten brengen, ten einde te vernemen of de Vergadering soms geneigd ware, haren eisch overeenkomstig de meeuing van den minister te wijzigen. Nadat de Vergadering van do gevvisselde stukken kennis heeft genomen, voeren daarover verschillende Leden het woord. De Heer Blusse komt terug op zijn amendement op het voorstel van Dijkgraaf en Hoogheemraden, hetweik liij bij de vastslelling van het besluit, aan de goedkeuring der Vergade' ring onderwierp, doch toen werd afgestemd. Hij maakt daar thans een voorstel van; in piaats van de 5000 in eens af, steit hij voor eene jaarlijksche bijdrage van 198, tot dat gedurende 5 achtereenvolgende jaren het peil van het eventueel daar testellen kanaal op 50 duim A.P. zal gehouden zijn, en Rijnland alzoo de hulp van hare sloom- gemalen zal kunnen ontberen. Na breedvoerige discussien wordt dit voorstel verworpen met 5 tegen 15 stemmen, en besloten te persisteren bij den vroeger gedanen eisch, en tevens op voorstel van Dijkgraaf en Hoog heemraden aangenomen, dat de goedkeuring op het project van droogmaking niet zal worden verleend, voor dat aan dien eisch voldaan zij. 4°. Verslag van de waarborggelden en slikfondsen. Dit verslag komt ter tafel en zal in de Notulen worden op genomen. 5°. Tot Leden voor de Financieie Commissie worden benoemd de Heeren: be Clercq, Viruly en van der Breggen. De Vergadering wordt daarop gesloten. afloop geldelijk minder gunstig was, dan het geval had kunnen zijn, zoo niet verselieidene ongunstige omstandigheden dit liadden belet. De secretarisde heer S. d e 01 e r c q W z.deed daarop rekening en verantwoording van het geldelijk beheer waaruit bleek dat in de Yereeniging voor 113 aandeelen, elk a100, was deelgenomen, en dat men in staat was gesteld tot eene vvederuitkeering van f 61.20 per aandeel. Het comite stelde voor de rekening door middel der landbouw-bladen en door 3e mededeelingen der Jiol- landsche Maatschappij van landbouw publiek te maken en ter kennis der niet aanwezige deelhebbers te bren gen; op voorstel van Jhr. Mr .D. R. GeversDeijnoot werd echter beslotendie alleen ter opname in de mededeelingen te verstrekken. Eenige gouden en zil- veren medailles door de vereeniging behaald, werden, nadat een voorstel om ze aan de leden van het comite als herinnering te vereeren, niet was ondersteund, aan bet archief der Holllandschi Maatschappij van Landbouw toegewezen terwijl van de verkregen getuigscbriften daar eveneens een exemplaar zal worden gedeponeerd, en werden voorts de overigen aan belangstellenden uitgereikt. Ten slotte werd aan bet comite den dank toegebragt voor het gehouden beheer en voor de vele zorgen en tijd door ben aan deze zaak gewijd. Wij vernemendat wij eerlang nog een verslag van leze heeren mogen te gemoet zien, over hunne herin- neringen van de beide tentoonstellingenen bun oor- deel omtrent hetgeen aldaar voor de Nederlandsche veeteelt te leeren was. VEREENIGING voor de TENTOONSTELLING te Rijssel en te Hamburg. WISSELBOUW. Op de Iaatste algemeene landbouw-bijeenkomst der Geldersclie Maatschappij van Landbouwwerd ook de vraag behandeld hoe men in de schaarschte van weiland en de duurle van het booi moest voorzien. Te regt werd als bet meest afdoend hulpmiddel aanbevolen het verboinven van veevoeder op den akker, en bet afwis- selend gebruik van bouvvland als klaver of weiland, door het zaaijen van graszaad. De heerBloem, die in 1859 voor de Koninklijke Landbouw-Vereeniging te zamen met den heer C. Koert, de boerderijen bezocht haddie naar den uitgeloofden prijs voor de beste wisselbouwerij dongendeelde mede, hoezeer hij daarbij van het voordeelige en winstgevende van deze kultuurwijze was overtuigd geworden. Ik houde mij verzekerd", zeide bij „dat iedereen, die zoodanige, naar eisch gedreven, bouwerijen bezoekt, met mij die overtuiging zal deelenterwijl ik voor zoodanig be- zoekbebalve den Wilhelminapolder, vooral meen te kunnen aanbevelen de hofstede van den heer J. v a n „der Breggen A z. te Noord-Waddingsveen." MUIZENPLAAG. De veldmuizen plagen bier en daar onze boeren geweldig. Heeft men bier te lande reeds beproefd om ze te vergiftigen door koolzure barijt Als fijn poeder met meel tot koekjes gekneed en deze over het land gestrooid eten zich de muizen (en de ratten binnenshuis evenzeer) daaraan te bersten. Deze aarde heeft geen smaak hoegenaamd en is niet dan in zuur- water oplosbaar; in Engeland zegt men, dat jaarlijks duizenden ponden verbruikt worden, alleen voor het verdelgen der veldmuizen. Zaturdag 7 November Beestenmarkt te Velsen. Maandag 9 Najaars-Koemarkt te Iioorn. Woensdag 11 Koe- en Paardenmarkt te IVoerden. Maandag 16 St. Maarten's Paardenmarkt te Gorinchem. 16 Scheimarkt te Purmerende. Dingsdag 17 Beestenmarkt te Gorinchem. Woensdag 18 Alkmaar. Zaturdag 21 Velsen. glemeuten, is door Ingelanden geprotesteerd, op gronJ, dat die benoeming is in strijd met elk reglement, ook met dat tot splitsing, aangezien dit niet mag strijden tegen het algemeene Polder-reglement van 2 September 1856, N°. 2, waarbij in Art. 12 is be- paalddat de leden van bet Bestuur geen aandeel mogen hebben in de aannemingen of leveringen ten behoeve van den Polderen wat aangaat die stem- lijsten op gronddat aangezien de Commissie eerst op den 15 Julij 1863 in het bezit is gekomen van alle de stukkendie voor de uitvoering harer bemoei- jingen onmisbaar zijn, om uit ecbte officiele bronuen die lijsten te kunnen opmakendie reeds op den 5 den Junij te voren aangebodene lijsten, als ge'impro- viseerd moeten worden beschouwd. Daarop is evenwel door de Provinciate Staten geen antwoord aan Ingelanden gegeven, gelijk uit het ver slag der handelingen van de voornoemde Staten van Julij 1863 blijkt, waarin men kan lezen, dat daar- omtrent tot de orde van den dag is overgegaan. Op een nog nader adres van Ingelanden, over de grieven tegen de benoeming van een' onbevoegde in die Commissie en hare onregelmatige handelingenis alleen geantwoorddat de lijsten der stemgeregtigden door die Commissie, volgens de voorschriften van het reglementter visie zullen worden gelegd, aan welke dispositie van 11 Augustus 1863 de Commissie geen gevolg heeft gegeven, maar terwijl voornd. stemlijsten, waarover Ingelanden zich beklaagden, door haar wa ren gesloten, zonder deze te hebben kunnen verifieren, Ingelanden heeft opgeroepen tot verkiezing van nieuwe besturen; tengevolge waarvan Ingelanden van Gedepu- teerde Staten hebben verzocbt, om te beslissen of voornd. hunne dispositie at dan niet voor de voornd. Commissie verbindend is. Waarop Ingelanden tot antwoord hebben bekomenNB. na den afloop der verkiezingenwaartoe zij intusschen gedwongen waren, dat: er bij HEd. Groot Achtbaren geene bedenking bestaat, dat het werk der verkiezing op de door de gend. Commissie bepaalde wijze voortga; zonder eenig antwoord, over de benoeming van een lid in die Commissie, in strijd met Art. 12 van hetzelfde re glement, volgens de voorschriften waarvan, de stem lijsten te visie zullen worden geiegd; van dit reglement, scbijnt men dus naar goedvinden al of geene toe- passing te mogen maken Evenmin is er geantwoord over de toevoeging van e en' Secretaris en Penning- meester aan de primitief benoemde Commissie van vijf leden van iemand die geen Ingeland is en aan Ingelandendie hem niet kozenmaar toch hun vertrouwen moeten schenkenniet heeft bewezen te hebben voldaan, aan de verpligting tot bet stellen van cautie volgens Art. 18 van het voormelde regle ment, welk artikel dus evenzeer moet geacbt worden te bebooren tot die, waarvan de opvolging facultatief is. Uit al het voorgaande blijkt dus genoegzaamdat de gevolgen van bet gemis aan de bij de Grondwet gevorderde wettige regeling der Waterschapsbelangen in het bijzonder voor de Polders van Nieuwkoop en Zevenhovenmaar ook over bet algemeen zeer zijn te betreuren. Immers hoe vele belangenook van andere Waterscbappenzijn daarmede gemoeid, die bij eene wettelooze regeling, zoo als dit bij hamer- slag van honderde Waterscbappen te gelijk heeft piaats gehadnog veel te wenschen overlalen. Bij de beraadslaging in de zitting van de Tweede Yrijdag 30 October werd op Zomerzorg te Leiden eene bijeenkomst van de deelnemers gehouden, Het comite van uitvoering gafbij monde van zijn'voorzitter Mr. J. D. Viruly, verslag van hetgeen door de ver eeniging was geschied, en de oorzakenwaardoor de GEMIS van de WET op den WATERSTAAT, gevorderd bij Art. 191 van de Grondwet voor het Koningrijk der Nederlanden in bet algemeen en meer bijzonder in toepas- sing op de Niedwkoopsche Droogmakerij bevattende de Nieuwkoopsche en de Zeven- hovensche Polders. (Vervolg en Slot.) Tegen de benoeming van dat onbevoegde lid der Commissie, even als tegen die lijst van stemgeregtigde Ingelanden en bet niet ter visie leggen van die rc- Nader nog is ingekomen eene dispositie van den Minister van Binnenlandsche Zaken. d. d. 11 Aug. 1863, N°. 196, 3e. Afd.tot handhaving van den vermelden aannemer, als lid in de bovengemelde Commissie, op grond, dat: 1°. Gedeputeerde Staten voornoemd, ingevolge het Reglement tot voormelde Split- sing, verpligt waren, die Commissie te henoemen; 2". dat op de leden dier Commissie, de termen van uitsluiting in de Re- glementen voor de leden van het Bestuur bepaald, niet van toepassing zijn; 3°. dat eerlang nieuwe besturen in functie zul len treden, waardoor van zelve de ingebrngte bezwaren zullen vervallen. Hoe nu de bovengemelde verpligting de benoeming in die Commissie regtvaardigt, van eenen aannemer van Polderwerkcn waarover dczen bestuur is gegeven, is mij niet duidelijk, evenmin als, dat op de leden van die Commissie, waaraan volgens 7 van voormeld Reglement tot Splitsing, regien en verpligtingen van Bestuur zijn opgedragen de termen van uitsluiting in de Reglementen voor leden van het Beslutlr bepaald, niet van toepassing zijnterwijl tusschen de leden dier Commissie, waarop die termen hierboven worden vermeld niet van toepassing te zijn en de leden van bet Bestuur, waarop zij wel van toepas sing zijn, geen het minste onderscheid bestaat, ten opzigte van de reden, waarom die termen van uitsluiting zijn bepaald. Im mers de een en de ander bestuurt en heeft bet toezigt over zijn cigcn work in twee strijdige kwaliteitenhetgeen juist door die termen van uitsluiting is verboden. Dat die Commissie sieciits tijdelijk bestuurt en eerlang door een nieuw bestuur zal worden veryangen, doet m. i. niets af. Hot Polderbestuur waarvoor die uitsluiting wel geldt, is evenzoo slechts een tijdelijk bestuur (Art. 5 van- het Algemeene Regle ment); terwijl een lid daarvan aannemer wordt, kan dat bestuur ook eerlang door een nieuw bestuur vervangen worden; intus schen zou zoodanig lid daarin geene zitling mogen houden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1863 | | pagina 2