- 242 Haarlemmermeer. Rijnland. Landbouw. Het ingezonden schrijven van den hcer C. G r o e 11, i dit nummer opgenomenroert een onderwerp aan, van zoo groot gevvigt voor bewoners en ingelanden van dezen polder, dat wij het noodig achten dit niet zonder antwoord te latenvooral omdat wijhoewel met voile erkenning der goede bedoeling, de over- tuiging hebben, dat voor de bezorgdheid die daaruit spreekt, geen oorzaak bestaat. Wij hebben goed vertrouwen, dat de verschillende verkiaringen in het nummer van 11 December ge- geven, velen daarvan reeds zullen hebben overtuigd, maar wijl er bier weder sprake van is, om zieh voor de gevolgen van' een mogelijken doorbraak van Rijn- land's zeedijk te vrijwaren, zoo wenschten wij dit schrikbeeld goed onder de oogen te zienin de goede verwaehting het dan weinig werkelijkheid meer zou toonen te bezitten. Door welwillende inlichtingen hiertoe in staat gesteld, willen wij dit althans beproeven. De vrees voor een doorbraak van den Spaarndam- schen dijk mag menschelijkerwijs gesproken volkomen ongegrond heeten. Die vrees werd vroeger als wapen gebezigd om de droogmaking van het Haarlemmermeer te bestrijden, (zie Vrije gedachten van een ingeland van Rijnland biz. 91,) maar reeds baron van Lijn- den, toonde aan die geenzins te deelen in zijn antwoord op genoemd werk. Het oordeel van J. En- gelman (Verhandeling over de droogmaking van het Haarlemmermeer en aangelegen veenplassen1820 biz. 81,) is eveneens zeer gunstig en luidt als volgt: Eijnland's zeedijk met dien van Amstelland hebben 00k die zwaartesterkte en consistentiedoor de aanvolgende versterkingen verkregendat dezelve zoovele latere stormvloeden zonder ongelukken hebben doorgestaandat men bij noodlottige gebeurtenissen van dien aard op derzelver veiligheid grootelijks kan rekenen". Ook van Yelzen in zijne Aanmerhingen over de tegenwoordige staat van de Haarlemmermeer1727 zegt biz. 36, de derde zwarigheid daar valt eerstelijk op aan te merken, dat de Slaperdijk sedert eenige s, jaren zoo sterk en glooijend is gemaakt, dat dezelve menschelijkerwijze gesproken niet doorbreken kan". En wat leert nu hieromtrent de geschiedenis welke bij deze zaak wel het meeste vertrouwen ver dient. Wij vernemen uit Beijer, Oedenkboek van Neer- lands watersnood in February 1825 dat in 1621 de Yelzerdijk nabij Haarlem geheel weg sloeg waardoor de landerijen en veenen daaroratrent sterk overstroomden. In 1625 den 8stenMaart, bezweek de Yelzerdijk weder, en overstroomden de landerijen zoodanig, dat men zelfs in Haarlem met schuiten voer. De watervloed van 4 en 5 November van 1675 was van dien aard, dat de dijk bij Halfweg, tus- schen Amsterdam en Haarlem, bezweek voor het opgestuwde Ywater. (Welligt is toen de groote Braak ontstaan, daar op de kaart van Beeldsnijder van 1575, die braak nog niet voorkomt.) Op den SOsten April 1741 had er bij Haarlem nog eene overstrooming plaatsdoor het overloopen en doorbreken van den Slaperdijk. Na dien tijdalzoo sints meer dan eene eeuw hebben er geene doorbraken (voor zooverre men weet) plaats gehad; wel liep het Ywater over den Slaper dijk, zooals in Mei 1773, 14 en 15 November 1775, 21 en 22 November 1776 en 12 en 3 Eebruarij 1791. Men ziet alzoo dat na 1600 slechts een doorbraak van den Spaarndamschen dijk bij Halfweg heeft plaats gehad, en wel in 1675. Sints dien tijd zijn de dijken verzwaard en verhoogd, zoo als het gedeelte van Spaarndam naar Zandpoort, bekend onder den naam van Slaperdijk (laatstgemelde in 1806). Thans is de kruin van den dijk van Rijnland ge- legen op 3 el boven A.P. De tot heden bekende hoogste vloed is geweest die van 1825, waarbij het water tot 2.50 boven A.P. werd opgestuwd, en zelfs bij zulk een buitengewoon hoogen stand van het bui- tenwater, zou dit nog een halve Nederlandsehe el kunnen rijzen eer het nu met dijkskruin gelijk stond. leder die eenigermate met dijken bekend is zal moeten erkennen dat de toestand van den Spaarn damschen dijk tegenwoordig niets te wenschen overlaat. Is er alzoo geen reden tot bezorgdheidzoo is het niettemin pligt om te zorgen zooveel mogelijk op elk gevaar te zijn voorbereid en het is alzoo gewenscht dat de ringdijk steeds in goed waterkeerenden toe- stand zij. Reeds in dezen zomer is dan ook een aanvang gemaakt met het verhoogen van den ringdijk van :tf den Sloterweg (Zuideinde), tot aan den Westelij- ken uitweg van den Huigsloterpolder. Daarom is ook op nieuw op de begrooting voor 1864 2000 uit getrokkenom weder eenige der laagste gedeelten van den dijk op te hoogen, Op bet einde van November j. 1.is op last van dijkgraaf en heemraden de opname geschied van de hoogte, waarop de doorgravingen in den dijk zijn gelegen en was de maatregel beraamd die tot op 0,50 el -}- A. P. te doen ophoogen. Toen echter na 3/4 December onrustbarende geruchten omtrent vrees van doorbraak ontstaan warenheeft men die maat regel voorloopig uitgesteldten einde niet meer voedsel aan deze ongerustheid te gevenen voorts omdat dijkgraaf en heemraden wenschten deze zaak tevens vooraf bij hoofd-ingelanden ter sprake te brengen. Aanzienlijke uitgaven of verhooging van polderlasten ten einde de polder voor het gevaar van overstrooming te beveiligen, zullen alzoo wel in geen geval noodig zijn. Voor de Vergadering van Iloofd-Ingelanden te houden op Woensdag 30 December 1863, des mor- gens ten 10 urein de Regentenkemer van het Oudemannenhuis te Haarlemzijn de volgende pun- ten ter behandeling gesteld a. Behandeling der begrooting voor 1864, met het rapport der Commissie. b. Verzoek van de heeren Barth. Lans, om trent de kade in den Zwetpolder. c. Yoorstel der Commissie over de brug te Hout- rijk en Polanen. d. Verzoek van de Erven Bronkhuijze. e. Voorstel van Dijkgraaf en Heemraden wegens restitutie voor opgeschoten wegslooten. Yoorstel van idem tot verlenging van den ter- mijn voor het opschieten van kavel- en wegslooten tot 1°. April 1865. g. Vaststelling van de bijzondere voorwaarden der verkooping van veengronden. h. Voorstel van Dijkgraaf en Heemraden, ter zake van den inkoop van gevraagden grond door den heer H. van Wickevoort Crommelin. i. Voorstel tot verhuring der polderkade op langer termijn aan Jhr. Mr. D. Eutgers van Rozenbur°\ <J D De afloop der veiling, 23 dezer te Halfweg ge- houden was als volgt Het eerste perceelkavel D, III, aan den Veldweg, tegenover de Liedegroot 16.33.50 bunders, is op- gehouden voor 11,000. Het tieeede perceel, kavel D, XIV, aan den Spie- ringweg bij de 'Eendenkooi, groot 20.24.50 bunders, is verkocht aan mevrouw Rutgers van Rozen- burg, geb. Koenen, voor 13,050. Het derde perceel, kavel D, XVI, aan den Ring dijk bij de Euikvaart, groot 24.25.30 bunders, is opgeliouden voor 16,000. Bij den Burgerlijken Stand zijn aangegeven: van 15 tot en met 23 December 1863. GEBOREN: Pieter, zoon van K. Santifort en H. Bakker. Antonia, dochter van A. Bloos en E. Yerheul. Catharina, dochter van G. von Lint en G. v. d. Ham. Gerrit, zoon van J. Sluis en G. Korver. Jacoba, dochter van J. J. Neu- hau9en en A. Helder. Antje, dochter van C. Via9er en A. Wijntje. Agatha, dochter van L. Meelissen en M. van Bruggen. Gerardus, zoon van N. Hoevenaars en E. Peeters. Jan, zoon van B. Leenheer en G. van Twuijver. Maaike dochter van M. van Kerkhof en G. Klomp. Geertrn, dochter van P. Kortenoeven en F. C. Kok. OVERLEDEN: Martinus, oud 8 jaren, zoon van W. Spie- rings en H. Piepenbrink. Adriana Johanna, oud 1 maand, dochter van A. Griekspoor en J. G. de Groot. LEVENLOOS AANGEGEVEN1 kind van P. Ilogervor9t en A. Valentijn. ONDERTROUWDD. Kramer met D. Meerbure. GEHUWD Geene. Voor de Vereenigde Vergadering, te houden op Dingsdag 29 December 1863 des voormiddags ten 10/2 ure, zijn aan de orde gesteld: 1. Mededeelingen. 2. Voorstel nopens een aanvraag van den Boezem- polder, om voortaan slechts voor /3 bundergeld te worden aangeslagen. 3. Voorstel tot wijziging van art. 15 der veror- dening op de dijken. 4. Voorstel tot aflossing van waarborg-kapitaal. HOOGE PACI-ITEN en LAGE GRAANPRIJZEN. III. Thans het derde punt, de kosten van vervoer. Geen land bezit voorzeker in dit opzigt zulke aan zienlijke voordeelen als Nederland, en wel vooral als zijne vruchtbare laaggelegen streken, waar dit veelal van de woning af tot de marktplaats toe op de meest goedkoope wijze te water kan geschieden. Welk een groot gedeelte van ons land is er niet, waar men met een dubbeltje vracht per mud het graan aan de markt heeft. Komt het op een kwartje te staanof moet men het eens van de boerderij af een uur ver langs zeer zandigen of slechten kleiweg per as ver- voeren eer men aan het water of op harden weg is dan klaagt men reeds erg over de ongunstige ligaing en slechte middelen van vervoer, en klaagt men wat lang en hard, of zit er geestkracht bij de bevolking, dan is spoedig de harde weg doorgetrokken en het kwaad verholpen. En dan stelt het gemakkelijke en goedkoope watertransport ons niet alleen in staat tot het vervoeren van graan voor weinig geld, maar ook tot het verbouweu van gewassen, waar anders geen denken aan zou zijn. Aardappelen worden in het Westland, in Gelderland verbouwd, en naar de ste- den voor een stuiver per mud gebragt. De vlasboeren gaan heel Holland door en komen zelfs in Eriesland om het laud te hurenwaarvan zij later het vlas mede naar huis nemen. In Zuid-Holland en Zeeland verbouwt men suikerbeetwortelen en levert die met voordeel aan de Belgische fabriekanten af. Zelfs voor de meest binnengelegen plaatsen van ons land is het vervoer naar onze uitvoerhavens, Ilarlingen, Dordrecht, en vooral Rotterdam weinig kostbaar, en Rotterdam is de voorstad van Loudenwaarmede tal van stoom- booten druk verkeer onderhouden, en Londen, de reuzenstaddie nimmer verzadigd is en waar alle landbouwvoortbrengselen tot den hoogsten marktprijs steeds gereede plaatsing vindenligt alzoo nagenoeg aan onze deur. Vergelijken wij daarmede eens den toestand van andere landen. Rusland en Hongarije worden met spoorwegen doorsnedenzegt menmaar heeft men daarbij wel eens de spoorwegkaart voor zich gelegd, om te zien dat de mazen van dat spoor- wegnet heel ruim zijnen in velen nagenoeg ons geheele land nog wel zijn plaats zou kunnen vinden. En voorts is een spoorweg vooral daar van grooten invloedwaar zich terstond tal van goede vaarten en wegen daarbij aansluitenmaar in landen als de ge- noemde, waar de binnenwegen nog in zeer slechten staat verkeeren, strekt zich de zegenrijke invloed van een spoorweg slechts over eene zeer smalle breedte aan weerszijden uit. Men denke slechts aan den toestand van Haarlemmermeer in de eerste winters wat hielp ons de ringvaart en verderen waterweg naar de groote steden, waar het niet mogelijk was bij den toestand der slechte wegen om die ringvaart met geladen vrachten te bereiken. Spoorwegen, die lan den doorsnijden waar weinig rivieren zijn en nog geen enkele vaart of kunstweg aanwezig is, kunnen dus voor het goedkooper vervoer der landbouwvoortbreng selen weinig uitrigten. Voor een groot deel van Amerika, vooral het verre Westen, waar thans de meeste ontginningen plaats hebben, geldt hetzelfde. En voorts zelfs daar, waar men er gebruik van kan makenblijft het vervoer per spoor duur; eenige duizende mijleneer men een uitvoerhaven bereikt nemen dus nog al wat van de waarde van het pro- dukt af. En waar nu geen spoorwegen zijngelijk voor het grootste deel van Rusland het geval is, is het ver voer zoo gemakkelijk niet. Odessa aan de Zwarte zee is de voornaamste haven van uitvoer voor ge heel het zuidelijk Rusland. Hooren wij nu eens van een ooggetuige, den Belgischen staathuishoudkundige de^ Molinarihoe het graan daarheen komt. Het vervoer van het graan geschiedt van de maand Mei tot November. Later in het jaar worden de wegen onbruikbaar en hetgeen dan nog niet is weggebragt moet tot een volgend jaar blijven liggen. Het graan wordt vervoerd in karren met twee ossen bespannen, en zij laden elk vier tot zes mud hoogstenshetwelk in grove linnen zakken is gedaan. In lange karavanen, meermalen van meer dan honderd karren bijeen, komen er op die wijze wel 700,000 karren aan. Een afstand van drie tot vier uren gaans is een dagreis, en zij hebben van de meer verwijderde streken eene maand tot zes we- ken noodig om de reis te volbrengen. Ledig of soms met een lading zoutkeeren zij dan weder huiswaarts. Het vervoer komt voor verre afstanden op 2.50 tot f 3 per mud te staan. Alle kosten zijn te Odessa zeer hoog en de tusschenhand laat zich goed beta- lenzoodat er nog vrij wat opkomt eer het graan is ingeladen en naar het Westelijk Europa wordt afge- zonden. Men kan rekenen dat de vracht en andere kosten van Odessa tot aan een der havens van Frankrijk, Engeland of Nederland 1.50 bedraagt

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1863 | | pagina 2