- 22 - Landbouw. met ecn (ler pompstangen die in slecliten staat wasis tor herstelling naar Figc'e gezonden. De werking met 7 ketels geschiedde om het sckoonmaken tijdens de werking. Door losse arbeiders werden de ketels n°. 7, 9 en 10 schoongemaakt. c. Aan den Lijnden zijn door het personeel tijdens den stil- stand eenige verpakkingen verrigt en eenige rookkanalen schoon gemaakt. Losse arbeiders maakten de ketels n°. 1 en 2 schoon. C. OMTRENT ANDERE WERKEN De wegen verkeeren alien in goeden staat van onderhoud. De nieuw begrinde zijn in behoorlijken toestand door den aannemer opgeleverd. Tijdens den storm, zijn de beide ponten aan het Nieuwe Meer zwaar beschadigd en is een gezonken. Deze is naar de helling gezonden de andere wordt ter plaatse hersteld. Bij de stormen van 3 en 4 December zijn eenige rietstuk- ken weggeslagen en is de steenglooijing tegenover de Oude- Wetering een weinig beschadigd, welke schaden door den aannemer tersloud. zijn hersteld. Op 2 na zijn op al de bruggendekken de eikenhouten rib- ben vernieuwd. De rolbrug te Leimuiden werkt zeer zwaar, zoodat het wenschelijk is de voor die brug bestemde nieuwe rollen daaronder te brengen. Onder de brug te Aalsmeer zijn nieuwe rollen geplaatst. De schade, door den storm van 2 op 3 December aan de gebouwen toegebragt, was zeer gering en bepaalde zich tot het afwaaijen van eenige dakpannen en schoorsteentafeltjes en het uitwaaijen van eenige glasruiten, welke schade onder ei- gen beheer hersteld is. Met het stellen der vaste brug te Lisse wordt door de Gel/re. Schneider en Lasldrager voortgegaan. Met dit werk zijn 7 smeden bezig. Het werk vordert echter langzaam zoo ten gevolge van het ongunstige weder als omdat de dagen kort zijn. Ilet ijzerwerk van de beweegbare brug is op den 18den December aangevoerd, met uitzondering van de stalen wielen en assen, die op 28 December zijn aangebragt. De ophooging van den ringdijktusschen de mijlpalen 5 6 en 58 is genoegzaam voltooid. Vergelijking met vorige Jaren. December. Uren werking Gemiddeld aantal slagen per minuut Mudden steenkolen verbruikt Gevallen regenin strepen Verdampingin strepen Gemiddelde waterstand Hoogste stand aan het Kruisdorp En 429 rand Cokes. 1863 1862 8754 8153 5.947 6.057 9925 9598 73.37 67.95 31.80 34.25 4.91 4.86 4.77 4. 66 681 J 5.595 7392* 28. 58 18.77 4.85 4.67 Niettegenstaande ecn vrij aanzienlijke regenval (73.37 streep terwijl (het Utrechtsch lOjarig gemiddelde voor deze maand slechts 63 streep bedraagt)was de gemiddelde waterstand een halve palm lager dan in de beide vorige jarenen de hoogste stand een bewijsdat men steeds tijdig met pompen begon een palm lager. Het stcenkolen- verbruik van bijna 10,000 mad is zeker aanzienlijk en het moet dus thans een voorwerp van ernstige zorg en overleg worden of men niet even gunstigen waterstand met minder steenkolenverbrnik kan vereenigen. In dit opzigt is reeds aanzienlijke verbetering bij het verledene verkre- genmaar dat er nog verbetering mogelijk is eer men het tot de uiterste grens van praktische volmaaktheid zal bebben gebragtis zeker niet minder waar. Vergelijking met vorige Jaren. In het Geheele Jaar. 1863 1862 1861 Madden steenkolen verbruikt Verdamping in strepen -Hoogste stand aan het Krnisdorp t En 301 mud Cokes. 38424 46.086 595.61 909.14 4.88 4.65 En 1656 3795J 43.2234f 693.79 822.71 4.81 4. 66 mud Cokes 5446j- co.3744 698.52 819.93 4 75 4. 52 Er zijn voorzeker toch ook andere redenen van vertragingdan ruw weder en korte dagenin December wel niets vreemds daar de tijd van oplevering immers reeds sints lang vcrstreken eu het work tot groot ongerief van velen niet voltooid is, waaromtrent wij echter noch in dit maandrapportnoch in de vorigen iets vermeld vinden. BIT WAAED EN GEOET, Januarij 1864. OvE-RZIGT DER GEWASSEN VAN HET JAAR 1 863. De winter van 1862/63 was gunstig voor het winter- graanook het koolzaacl had niets geledenevenmin als de behoorlijk gede'kte meekrap. Bij het zachte weder in February ontwikkelde zich het graan vroeglijdig, doch hetgure Maartsche weder zette het gewas nog al achteruit, hetgeen echter, toen (lrie weken later gunstiger weder volgdedoor weligen groei spoedig werd overwonnen. Het drooge en warme voorjaarsweder werkte uitmuntend mede om het zomergraan in welbereiden grond te kunnen uitzaaijen. Ook de uitzaai van het lijnzaad geschiedde onder zeer gunstige omstandighedendoch het opkomend vlas werd ten deele nog al door nachtvorst getroffen; evenwel herstelde zich ook dit later nog veelzoodat de opbrengst een goed gemiddelde was. Het koolzaad, dat hier echter slechts weinig wordt geteeld gaf een ruim beschot. Het wintergraan levert mede een voldoende opbrengst, en ook de zomergranen slaagden wel, terwijl vooral de haver een rijke oogst gaf. De jonge meekrapwaartoe in het voorjaar overvloed van kiemen was, sloeg goed aan; begunstigd door een droogen zcmer, liet het gewas zich bij het najaar goed aanzien en belooft het een goeden oogst. De opbrengst van de in het najaar gedolvene was goed, hoewel men eenige bunders daaronder aantrof, die nog al van de ritnaald (Elater segetis) geleden hadden. Men rekent de tweejarige op 3000 Ned. ponden en de driejarige op 4500 Ned. ponden per bunder; doch de prijs was laag te noemen, daar men hier dooreen voor 15 tot 19.50, de 50 Ned. ponden raeijn, verkocht heeft. De kultuur der meekrap heeft in de laatste jarenzoowel hier als in den Anna-Paulownerpoldergroote uitbreiding ge- kregen. In Waard en Groet zijn thans vijf droogtorensdie gedurende den droogtijd volop werk hebben, terwijl er te Kolhorn een stoom-maal-fabriek voor het tot poeder malen der raeijn is. In den Anna-Paulownerpolder is een groote droogtoren; het malen der raeijn van daar, geschiedt meest in de fabriek te Haarlem. In de laatste jaren was echter de uitkomst niet zeer loo- nend. De opbrengst was in vorige jaren niet zeer ruim, hetgeen vooral is toe te schrijven aan het natte weder waar- door het behoorlijk bewerken van den grond belet werd. Ook had het gewas nog al veel van de ritnaald te lijdentot welker vermenigvvldiging de slappeopen winters zeker veel bijdroegenzoodat ook andere gewassen veel van die en andere insekten leden. De droogte in 1863 heeft ze echter veel verminderden gelnkkig maken spreeuwen kraaijen en roeken, die zich veel sterker dan vroeger vertoonenvooral onder 't ploegen en eggener veel jagt op; terwijl de mollen ook bepaald ver- meerderen, en dezen azen zeker op die insekten, want waar zij sterk wroeten en huisvestenzijn de ritnaalden verdwenen. Dit jaar is nu de opbrengst der meekrap wel beter, maar de lage prijzen bederven de rekening. Er wordt daarom hier hartelijk naar het einde van den Amerikaanschen oorlog, die dnarvan de oorzaak is, gewenscht, en het zou ook zeer jammer zijn als deze kultuur dientengevolge beperkt werd. Wat de kwaliteit betreftzullen wij toch eerlang met de Zeeuwsche krap volkomen gelijk staan, en voor onze polders is de teelt van een gewas, dat aan zoovele honderden werklieden goed betaahlen arbeid verschaft, en tot zulk een diep bewerken en zuiver houden van den grond aanleiding geeftzeer zegenrijk. Hoewel men hier nog in den regel het land met greppels afwatertzoo zijn er toch ook hier, die hun land droogleggen (draineren)hetgeen zeker aanbeveling verdienthoe krachtig die warden buizen het water uit het land trekkenkan men vooral bij vriezend weder bemerken, wanneer men dikwerf zien zal, dat, terwijl andere slooten bevroren zijn, voor de plaatsenwaar de buizen uitmonden, geen ijs te vinden is. Wat de bemesting betreftblijft stalmest hier de hoofdzaak meest wintermest natuurlijk, doch wordt hier ook nog wel zomermest door stalvoedering verkregen. Voorts maakt men hier wel gebruik van lompen en ook van groene bemesting, Voor het onderliouden der vruchtbaarheid heeft men hier echter nog een kostelijk hulpmiddel in het overbrengen van nieuwen grond uit slooten en greppels, en het goed diep houden van dezen is daarom zeer aan te radenwijl men daarbij dubbel voordeel verkrijgt, door verbeterde afwatering en vernieuwing van den bouwgroud. De gezondheid van het vee was goeden in aanmerking genomen, dat de weide van gras en klaver dezen zomer nog al eens schraal was, was de groei naar wensch. Van den worm heeft men onder de schapen miuder last gehad en schijnt deze te verminderen. Het kruisen der schapen met Engelsche rammen voldoet ook hier goedde gekruiste worden bij minder voeder schielijker vet dan de inlandsche, en de wol is fijner. Ook de Engelsche varkens worden hier om eerstge- noemden reden meer gezocht. Bij paarden en runderen legt men zich nog minder op de veredeling toe, wat echter wen schelijk ware, want de enkele voorbeelden van kruisingdie wij hier hebbenwinnen het van het inlandsche ras. De waterstand was hier in het afgeloopen jaar bevredigend. De molens, drie in getal, zijn voldoende om het water tijdig weg te ruimen. De zeedijken en kaden zijn en worden jaar- lijks in goeden staat onderliouden; verleden zomer zijn er nog nieuwe herstellingen aan den dijk verrigt, die dan ook den storm en hoogen vloed van 3 op 4 December goeden weer- stand heeft geboden en geen noemenswaardige schade bekwam VAN DEN IJSSELZOOM. Februarij 1864. Bood de vorstdie wij gedurende het grootste gedeelte der maand Januarij gehad hebbeneene geschikte gelegenheid tot dorschen, de uitkomst is hier over het algemeen zeer be vredigend. Vooreerst is de hoedanigheid van het koren oneindig beter dan bij den vorigen oogst, zoodat de booDen en vooral de tarwe circa vijf ned. pond per mud zwaarder zijD, dan verleden jaar, terwijl de korrel zeer schoon en blank is. De tarwe gaf gemiddeld per bunder: ruwarige Kleefsche van 26 tot 34 mud, kale gele iets meer; de paardenboonen leverden van 32 tot 40 mud; de wintergarst van 30 tot 35 mud marktsehoon zaadongeveer 168, 174, 134 halve ned. ponden per mud wegende. De rogge (hier over het algemeen Zeeuwsche) was niet zoo goed als andere gewassen, en bragt in het algemeen slechts van 25 tot 30 mud op, wegende echter ruim 150 halve ned. ponden. Bij deze goede kwaliteit zijn de prijzen echter slaphetgeen ernstig de spreuk doet overwegendat het beter is de granen in eenen lederen, dan in eenen linnen zak ter markt te brengen te meernu vee en zuivel zeer in prijs stijgen. In de laatste da Ten is hier veel vee voor Pruissische rekening opgekocht en werd voor dragtige koeijen van 160 tot 180 en voor dragtige pinkvaarzen (21 maanden oud) van 90 tot 125 besteed. De te veld staande gewassen zijn over het algemeen goed door de vorst heengekomen. De rogge steekt reeds weder met moed het hoofd omhoog; de tarwe heeft eenen schoonen gloed; de garst alleen, vooral op ligtere kleigronden. heeft veel geledenbijzonder in de laatste koude dagentoen de vorst van eenen scherpen wind vergezeld ging en een warm sneeuwdek zeer welkom zou zijn geweest. Opmerkelijk is het dat de Hattett's tarwe het meest door de vorst schijnt gekweld te zijn. Ofschoon nog voor October uitgezaaid en vrij diep ondergebragtsteekt zij nu echter aanmerkelijk af, bij de daarnaast eerst 14 dagen later gezaaide gewone Kleefsche tarwe, Het blad is geheel rood geworden, en ware het niet dat de diepe wortel nog hoop gaf, dan zoude oogenschijnlijk van de reuzentarvve geene reus- achtige opbrengst te wachten zijn, evenmin als van die zoo-: genaamde Hunting White, of witte Engelsche tarwe, die, ofschoon iets beter, toch ook geen schoon aanzien heeft. Gelukkig staan deze zwakke planten op goed bemest en droog- gelegd landwelke beide omstandigheden misschien in staat zullen zijn hen weder te doen herstellen. Iemand had hier in het vorige jaar een hoekje van die kweektarwe van Hallett gepoot. In den afgeloopen herfst slaagde hij er in, om dat pondsgewijze tegen 1,het ned. pond te verkoopen en leverde hij op die wijze bijna 200 ponden af. Eene niet onaardige speculatie, wier goeden uitslag niet weinig aan het gebrekkig lezen van landbouwbladen enz. te danken was. Over het algemeen komen hier anders weinig vreemde graansoorten in gebruik; het zaaizaad der hier bestaande soorten wordt echter onderling nog al eens verwisseld, van hoogeren naar lageren van zwaarderen naar meer ligten kleigrond. Zoogenaamde handelsgewassen worden hier bijna niet geteeld koolzaad, vlas, meekrap, tabak, zelfs mangelwortelen komen hier weinig voor. Dit is te meer verwonderlijk, daar de ligging voor af- en aanvoer zeer gunstig is, en de landbouwers meestal eigenaars zijn en dus niet door lastige bepalingen worden belemmerd, maar geheel vrij in hunne handelingen zijn. Bovendien zijnen dit is geene kleinigheid in vergelijking met andere kleistrekende arbeidsloonen hier betrekkelijk laag en wisselen van 40 tot 80 cents daags, naar gelang van het jaargetijde. Wisselvalligheid sehijnt echter velen terug te houdenhet woord „wagen" staat slechts zeer zeldzaam in het woordenboek van eenen boer. Ware er eene beetwortelsuiker-fabriek of eene meestoof in de nabijheiddan zoude dit waarschijnlijk eene andere wending gevendie ontwijfelbaar op de veevoeding en op de geldelijke opbrengst in het algemeen eenen gunstigen invloed zou hebben. Sedert eenigen tijd wordt hier voor veevoeder gebruikt eene dikke vloeibare stof, zijnde het overblijfsel van lijnzaad, dat eens onder den steen geweest isen waaruit dus de olie slechts gedeeltelijk is getrokken. Het wordt in vaten gepakt van onge veer 125 ned. ponden, die dan geleverd worden tegen/3.50 zon- der het fust en de vracht. Men geeft het aan het vee onder gesneden stroo ongeveer 2 /2 tot 4 ned. ponden daags, en roemt dan de melkopbrengst en ook de vleeschaanzetting zeer. Voor het oogenblik ontbreken mij nog juiste proeven en cijfersdie ik echter spoedig eens mededeel. De goedkoopste voedering van het vee, de grootste opbrengst met de minste kosten zal altijd een van de belangrijkste vraagpunten voor den landbouw blijven, welker beantwoording echter geheel van tijdelijke omstandig heden afhangt. In 1840 heeft de Ileer de Morogues in Frankrijk, bij testamentaire beschikking, een fonds gevormd van 10,000 fr., in staatseffekten belegd. De interessen van elke vijf jaren, alzoo p. tn. duizend gulden, vormen een prijs, afwisselend toe te kennen voor het boekwerk, dat het meest tot den vooruitgang van den landbouw in Frankrijk zal hebben bij- gedragen, en voor dat, hetwelk het best den toestand van het armwezen in Frankrijk en de hulpmiddelen daartegen behan- delt. De eerste landbouwprijsin 1853, werd uitgekeerd aan Herve-Martgon voor zijn werk over het droogleggen. In 1863 is de tweede landbouwprijs loegewezen aan J. A. Barral voor zijn tijdSchrift Journal d'Agriculture pratique en voor zijn Traite de Drainage. Dit tijdschrift, dat elke veertien dagen uitkomt, is die be- looning wel waard. Het is welhgt het beste landbouw-tijd- schriftdat wordt uitgegeven. Sints een paar jaar bevat elke aflevering eene uitmuntende afbeelding in kleurendrukmeestal van veerassen. Voorts komen in elk een aantal zeer goed uitgevoerde houtsneden voor. De inhoud is zeer degelijk en de aangename vormwaarin de Franschen meestal de dingen weten te zeggenmaakt de lezing zeer onderhoudend. Die alzoo dit tijdschrift nog niet kent of leestdoch de fransclie taal wel, kunnen wij het zeer aanbevelen. De prijs hier is 9.per jaar; voor omvang en uitvoering niet duur. In Zweden zijn de landbouw-vereenigingen zeer eigen- aardig ingerigt. Elke provincie heeft eene hoofd-vereeniging, die in kreits of kantonnale vereenigingen is ingedeeld, terwijl deze weder uit dorps- of kerspel-vereenigingen zijn zamenge- steld, waarvan elk landbouwer of ieder, die slechts met land bouw in betrekking staatlid is, Zij vormen dus te zamen een gesloten geheelde genomen besluiten hebben voorts een zekere verbindende kracht voor de ledenzoodat daardoor het uitvoeren van algemeene maatregelen in het belang van del landbouw mogelijk wordt. Het voorname inkomen van die vereenigingen bestaat hierindat zij van den Staat het yierdt

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1864 | | pagina 2