WEEK BLAD
1864.
Vrijdag, 18 Ma art.
VAN
AAN LANDBOUW, GEMEENTE- EN POLDER-BELANGEN- GEWIJD
n°. iiv
•fA^MRZvt*
V} f i\ e Saargang
Landbodw.
m
KORT VERSLAG
Hoofdredacteur C. E. DE CLERCQ.
RAARLEMMERMEER
X i -
PRIJS VAN HET ABONNE3IENT
in het Jaarf 6.
Alle Toezeudingen moeten geschieden. aan den Hoofdredacteur
te Amsterdam, HeerengrachtKK 178.
mui
leinf
i. 4'
mel
indel
51
-per
week
igere
ijzet
ml
end;
a 8,
vai
315;
13 l
2401
cent
5,81
,alal:
Ischi
I. -
idea
lakk
prijs-
ions
5,40.
7,11
prj
50 I
rschi
eran-
I,50;
ivere
KooI-
wscl
111
idsd
II,51
1)8'
eidei
Rut
in k
d. 8
voof
vooi
lijzei
el It
limit
220
Kii-
tap®
8 I
CB.
2,20.
VAN DEN
Gezondheidstoestand van het Vee, alhier en
in den omtrek,
gedurende het vierde kwartaal des jaars 1863.
Vervolg
Een jong paarddat voor op ijzers gesfaan had, maar die
hem voor het stal zetten afgenomen warenwas al stilstaande
in een matig warme, niet togtige stal, na verloop van eenigen
tijd zoo stijf gewordendat hij het eene been niet voorbij
het andere kon brengendieet, een uitwendig middel en vooral
dagelijksche beweging in de open lucht, bragten hier spoedig
herstelling aan. 't Gebeurt meer, vooral bij paarden van weel-
de, die lang stilstaan en goed gevoed worden, dat ze bevan-
gen rakenwaarvan vol- en dikbloedigheid wel de oorzaak
zullen zijn. Ik moet nog eens op mijn vorig verslag terug
komenwaarin ik gezegd heb: dat men paarden van jongs
af aan alle weer en wind moet gewennen, om ze te harden";
misschien toeh zou men daaruit op maken dat ik instemde
met het gevoelen van bendie meenen dat het buiten blijven
der veulens gedurende den gansohen winter goed voor hen is
een gebruikdat hier omstreeks al meer en meer in zwang
raaktmaar dat ik afkeur. Van een veulendat in zijne
jeugd kou, gebrek en ongemak geleden heeft, kan men met
minder zekerheid in de toekomst een goed paard verwachten
dan van eendat ook op dien leeffijd goed verzorgd werd.
Om goede paarden te fokkenis het niet voldoende dat men
daarvoor deugzame ouders uitkiest, maar ook de opvoeding
van het veulen draagt veel tot het al of niet welslagen dier
onderneming bijen te regt zegt daarom ook een Fransch
veeartsenijkundige„De hengst levert het veulenmaar de
fokker levert het paard."
Neen! ik had toen meer de reeds volwassen paarden op hel
oog; hoe menigmaal gebeurt het toch niet dat deze in 't na-
jaar stal gezet worden en er niet weder afkomen voor in 't
voorjaar; die langdurige stilstand, dat gemis van de vrije lucht,
maakt ze vatbaar voor menige ziekte, onderhevig aan menig ge
brek; daarin zou ik verandering gebragt willen hebben en ze,
zoo niet alle dagen, dan ten minsten eens of meermalen in de
week, liefst op het midden van den dag, af willen laten rij-
den; eene beweging, even gezond voor den ruiter als voor het
res en ging daarmede dan nog gepaard het in dien tusschen-
lijd luchten en reinigen van den stal, vooral ook van de rui-
fels en de kribbenvoorwaarde maatregel zou dubbel heil-
zaam werken.
Hetzelfde gevoelen omhels ik omtrent de kalversook voor
deze acht ik het geheel buiten blijven in den winter, zelfs het
laat buiten loopen in den herfst, nadeelig; vroeg er op en
vroeg er uit, zou voor deze mijne leus zijn; zoo daehten
onze voorvaderen er ook over en van daar hun spreekwoord
in den hemdrok moet men ze er opzetten en met den dikken
jas aan ze er uitjagen"; of:,, het jonge goed moet met droo-
ge voeten op stal komen". 't Is nog al opmerkelijk, dat men
bij eene onverzettelijke gehechtheid aan het oude, zoo gemak-
kelijk van zulke geeikte gewoonten kan afwijken; 't heeft er
zoo ^al den schijn van, dat men minder het belang van het vee
op t oog heeft, maar meer dat van de hooikast; toch is het
misgezien. En zoo zijn we ongemerkt tot het ruud genaderd,
bij hetwelk belangrijke ziekten voorkwamenbelangrijk en leer-
zaam vooral om de oorzakenwaaruit ze ontstonden. Hoor
maar. Onderscheidenegevallen van ophooping van drooge voe-
dermassa *s of van verstopping in de boekmaag, kwamen voor,
waarvan tegen gevvoonte, drie met den dood eindigden; nu
eens door het te laat inroepen van hulp, dan weder door het
hardnekkig wederstand bieden der ziekteook tegen de krach-
tigste middelen. Op eenen stal ontstond ze bij meer dan een
rund, na het voeren van hooi, dat kort en fijnsehielijk gewon-
nen en een weinig gebroeidin den woord, lekker was; geen
wonder dan ook dat het vee er gulzig op aanviel; nadat men
de duig voor de water niet meer zoo groot nam, hadden ze
er geen hinder meer van. Eene andere koedie in het laatst
van October gekalfd had en op stal gegraasd werdleed ook
aan deze ongesteldheiddat was mij een raadsel; wel heb ik
er vroeger meer dan eens koeijen aan zien lijden, die in 't na-
PRIJS DEB ADVERTENTieN
van 16 regels75 Cents.
elke regel meer,12'/!,
Zegelregt Bij elke plaatsing 35 Ceuts.
jaar op de stoppelen geweid werdenmaar bij de gewone gras-
voedering nooit; daarvoor is dat voedsel te vochtig en saprijk;
later hoorde ik dat deze koe vroeger elders liep en den dag
na haar kalven stal gezet en met hooi gevoerd was; ziedaar
de zaak opgehelderd. Ook gevallen van doorloop kwamen voor,
waarvan een eerst ontstond, toen het dier reeds acht dagen
stal gestaan had; vroeger nog in 't land geleden vochtige
koude, was hier en ook bij anderen te beschuldigen. Een koe,
die op stal gegraasd werd en digt bij het kalven was, zuchtte
buitengewoon »terk; ze kalfde goed af, ging binnen de drie
uren sclioon en gaf een emmer vol melk; maar des middags
van denzelfden dag werd ze ernstig ongesteld en stierf, trots
alle aangewende hulp, nog dien zelfden nacht aan de teregt
zoo zeer gevreesde moederziekte. Van acbteren gezienen
dan kan men eene zaak altijd het best beschouwen, zou dit
waarschijnlijk niet gebeurd zijn, als ze niet tot bet einde toe
gevoerd was geworden met brood en koekdrank, als ze meer
beweging gehad had en men haar nog voor het kalven eens of
meermalen gemolken had; moge deze treurige afloopin der-
gelijke omstandigheden tot leering strekken Eene beste melkkoe
en een puik stierkalf, werden beiden binnen zeer korten tijd
door het springvuur weggerukt. Nog kwamen voor, gevallen
van verloren eetlustvan verstoorde spijsvertering en van pof
of opgeblazenheidalle, even als verstopping en doorloop,
ziekte der spijsverteringsorganen; waarover men zich niet ver-
wonderen moet bij een dierdat gedoemd is om den ganschen
winter op dezelfde plaats te blijven staanen zich twee ma-
len daags haasten moet om eene enorme massa droog voedsel
naar binnen te stuwen en zich dan verder op te vullen met
een onmatige hoeveelheid water. Een keer meer voereneen
keer meer drenken, een ruimer staanplaats, wortelen en zout
zouden die halfjarige gevangenisstraf merkelijk verzackten.
E11 nu ten slotte nog een paar mededeeliDgen. In den
handel kan men toch nooit te veel oogen hebbenhoorslechts.
Imand, die in't najaar veel kalvers omzet, had er dit maal
een onder met eene vernaauwing van de uitwendige endel-
darm opening; zoolang het dier in 't land liep, veroorzaakte
zulks geen merkbare hindermaar als het eenmaal stal geko-
men was, zouden de meststoffen, die zooals men weetdan
veel drooger en harder zijn, niet dan door behulp der kunst
verwijderd hebben kunnen worden. Ik raadde den eigenaar,
het dier door den verkooper terug te doen nemen, waarin die
man bewilligde en het naar Erankrijk uitvoerde.
le wenschen ware het, dat alle geschillen zoo in der minne
beslecht werdenmaar stellen we nu eens dat hieruit eene
regtskvvestie geboren wasdan zou het hebben moeten blij-
ken of dit ongemak onder de redhibitoire gebreken behoorde
of niet; bedrieg ik mij niet, dan verbreken alleen onzigbare
gebreken den koopen te regtmaar dit gebrek was zigtbaar
en onzigtbaar tevens, zigtbaar alleen dan, als het dier mest
stoffen kwijt raakte, anders niet. Wat zou men daar menig
woordje over gewisseld hebben en wat zou dat duur kalfsvleesch
geworden zijn!
Zeker uit zuinigheid en dat is eene deugd, worden de geiten
voor bij de paarden gezet; maar ik zou aanraden, dit nooit
b'j jonge paarden te doenwant wat jong is speelt graag en
een paard en eene geit zijn geene partijzoo werd een dezer
dieren op die wijze beide de achterbeenen stuk gestagenwaar
van een op twee plaatsennatuurlijk was dit ongeneeslijk.
Nieuwveen, Louwmaand 1864. D. van Holst.
UIT NOOSD-BRABAND.
Zevenbergen, 14 Maart 1864.
De langdurige winter schijnt eindelijk voor goed afscheid
genomen te hebbendoch niet zonder de al te zeer merkbare
teekenen van hare aanwezigheid achter te laten; de meeste
wintergewassen hebben veel geleden, en alhoewel een gunstig
voorjaar nog veel kan herstellenis er veel koolzaad dat thans
een zeer bedenkelijk aanzien heeftvooral dat hetwelk vroeg
gezaaid en voor den winter zwaar gegroeid wasen niet op
zijn tijd behoorlijk is uitgedunddraagt men zorg om vooral
het zaad, nog jong zijnde, zoo mogelijk reeds met den schrepel
te dunnenzoo kan men hierdoor het bevriezen veel voor-
komen. De nieuwe soorten van Engelsche tarwe schijnen
geheel verloren te zijn; het is maar al te waar dat deze
anders zoo veel opbrengst gevende tarwe-soorten uitermate
gevoelig voor de winterkoude zijn; de winter van 1861/62
had mij dit reeds voldingend bewezenwaarom ik sedert dien
tijd, slechts een gedeelte van mijn tarwebezaai van die
soorten neem. Ilet jaar 1863 had door de kooge opbrengst
van die soorten weder velen verlokt om veel daarvan uit te
zaaijenhet is waar de opbrengst verschilt aanzienlijk met de
vroeger steeds gezaaide soorten; op mijn zaadland geeft de
fluweeltarwe dit jaar 43 mud per bunder, terwijl de op het
zelfde perceel geteelde Poolsche tarwe slechts 82 mud opleverde;
de roodstroo tarwe gaf op klaverland eene opbrengst van 37
mud per bunder.
De eerste dagen dezer maand was men reeds hier en daar
bezig met het zetten der paardeboonenhetwelk steeds hoe
vroeger hoe liever plaats heeft; dit gescliiedt hier algemeen
achter de pioegieder ploeg wordt door 4 vrouwen gevolgd,
welke in elke ploegsnede 4 boonen op de voet, met de hand
zetten welke dan door de volgende snede worden ondergedekl;
op deze wijze komt zoo men een goede ploeger heeft, het
gewas volkomen op lijen te staande later ingevallen natte
wecrsgesteldheid heeft dit werk weder doen staken.
Ilet vette vee blijft steeds zeer gezocht, en de prijzen z\jn
bevredigendhet meeste is evenwel opgeruimd, zoo zelfs dat
vele landbouwers, welke gewoon zijn hunne driejarige of seharige
ossen zelve te weiden, en die daarom des winters goed voe-
derenze door den hoog te bedingen prijs van plus minus
f 200 per stuk, thans reeds voor de Londensche markt hebben
verkocht; er geen voordeel in ziende, ze op dien prijs nog
langer te liouden. Het mesten met pulpe en lijnkoek heeft
mij dezen winter weder uitstekend voldaan; de daarmede gemeste
gelde koeijen zijn reeds geruimen tijd puik vet afgeleverdbe-
lialve de twee besten welke verkocht zijn om met paschen te
levereu voor_/625, Deze twee koeijen, welke gemiddeld slechts
25 Ned. ponden pulpe en 3 J/2 lijnkoek per dag hebben ge-
notenzijn puik, puik vet, en worden door ieder geroemd.
Het mesten van negen gelde koeijen heeft mij boven de
aanzienlijke hoeveelheid uitmuntende mest nog een aardio* zuiver
overschot opgeleverd; ik heb dan ook dadelijk weder 4 koeijen
opgezet; zoo men de mest voor niet kan voortbrengen, wordt
het mesten van vee steeds met voordeel verrigt, daar de aan-
koop van mest in deze streken van jaar tot jaar bezwaarlijker
wordt, en de prijzen steeds stijgeu; en welk een verschil dan
nog tusschen de kwaliteit van die aangekochte mest en die
van vetgemest vee afkomstig. Het gebruik van kunstmesten
en in de eerste plaats van guano, schijnt op onze alluviale
poldergronden niet die uilkomsten te geven, welke men daarvan
op de zandgronden ondervindt; op de zwarte humusachtige
heidegronden der Baronie van Breda en der Belgiscke Kempen,
doet de guano wonderenen heeft de landbouw sedert het
gebruik daarvan en van de zoogenaamde stroopaarde of been-
zwart een vroeger ongekende vlugt. genomen; doch onderschei-
den hier genomen proeven hebben mij doen zien, dat de werking
hier verre beneden die van goede stalmest blijft.
Ik heb in de laatste jaren veel land voor blijvende weide
aangelegd, en gebruik daarvoor met de allerbeste uitkomst
bet navolgend mengsel van gras en klaverzadenhetwelk reeds
dadelijk eene uitmuntende voedzame en goed bezette weide
oplevert, waarop zelfs de melkkoeijen met het beste gevolg
werden geweid. Per gemet (44 roeden 75 ellen) gebruik ik
het navolgende mengsel r Nederl. fib
per Gemet. per Bund.
Alopecurus pralensis,vossenstaart
Daclylis glomeralakropaar2£
Anthoxanllium odoratumreukgras
Festuca elaliorbeemd langbloem
Fesluca helerophyllavrecmdbladig zwenkgras. 1
Festuca duriuscula,bard zwenkgras1£
Festuca praiensis,gewoon zwenkgras 2
Lolium italicumitaliaansch raaigras 4^-
Lolium perenne,raaigras5
Poa nemoralis,bosch-beemdgrasf
Poa nemoralis semper virens, overblijvend ditoJ
Poa trivialisruw heemdgras1£
Pkleum pralense,timotheus gras1£
Lotus corniculatus sleenklavcr
Medicago lupulina,hopklaver
Trifolium h/jbridumbasterd klaver1 j-
Trifolium pralenseroode klaverJ
Trifolium medium,bogtige klaver1f
Trifolium repenswitte klaver3
koslende pi. m. 25,— per Gemet of 56,-
2,25
5,62£
0,60
2,80
2,25
2,80
4,50
10,12£
11,25
1,70
1,70
3,37£
3,37*
0,60
1,40
2,80
1,70
4,—
6,75
31£ 69,60
per Bunder.