54
Landbouw.
Holl. Maatschappij v. Landbouw.
UIT ZEELAND.
Goes, Maart 1864.
Op eene in liet laatst der vorige mannd gehouden verga
dering der 7de afdeeling van de Maatschappij voor Landbouw
en Veeteeltzijnde het westelijke deel van het eilandwerd
het verslag over den toestand van den landbouw en de veeteelt
gedurende het jaar 1863 opgemaakt, waaraan ik de volgende
mededeelingen ontleen.
Bij voortduring blijft men bet oude stelsel van braken vol-
gen, dat Is, in den regel de oude landen om de 6 jaren en
de nieuwere om de 7 terwijl bij afzonderlijk verpachte per-
ceelen de braking om de 7 jaren regel is. Als braakvrucht
zaait men bijna altijd koolzaad.
Men begint meer den wisselbouw in te voeren door het
aanleggen van kunstweidendaarbij lieerscht evenwel gewoon-
lijk het gebrek dat men slechts weiden aanlegt, wanneer de
grond is uitgezaaidwaarvan het gevolg isdat dezelve
weinig opleverenen daardoor wordt dus het groote doel van
de wisselbouwerij gemist.
De zaaitijd der wintervruchten (tarwe rogge, garst) is meeren-
deels October, gewoonlijk uit de hand, en het graan wordt
daarna ondergeploegd of ingeegdterwijl enkelen hunne vruch-
ten inkappen. Aan onderploegen wordt door de meesten de
voorkeur gegeven, daar men van oordeel is dat het graan
alsdan stijver stroo oplevert. Naauwkeurig genomen proeven
ontbreken evenwel om dit met zekerheid te kunnen bepalen.
Zaaiwerktuigen worden nog slechts door enkelen gebruikt; de
goede resultaten, daardoor verkregen, zullen waarschijnlijk
meerderen opwekken, zich deze soort van werktuigen aan te
scbaffen.
Men nam dit jaar eenige proeven met HalletCs tarwedoch
slechts in het klein; in het najaar is die door sommigen op
grooter schaal uitgezaaid. Over het algemeen was de geoogste
korrel wigtig maar minder blankzoodat velen aan eene dikke
pel dachten en daardoor bevreesd waren voor weinig meelrijkheid.
De mangelworlelkultuur begint zich trapsgewijze uit te brei-
den, daar men van het nut meer en meer overtuigd wordt;
de verhouding tot de overige gewassen is evenwel nog gering.
Zij worden bij velen uit de hand gezaaid en ingeblokt. In
een gedeelte der afdeeling worden zij veel verbouwd op bedden
van °'/a el breed, en dan met een schrepel op geregelde af-
standen het zaad gelegd; dat deze laatste wijze van handelen
zeer aanbevelenswaardig iszoowel om het gemak bij de be-
werking, die men gedeeltelijk met paarden kan doen, als om
de hoogere opbrengsten, zal wel niet behoeven opgemerkt te
worden. Bij velen worden de mangelwortels gesneden vervoe-
derd; het raspen is nog weinig in zwaug.
Eene gevaarlijke mededingster van de mangelwortelkultuur
is die der suikerbieten. De hoeveelheid baar geldhiervoor be
steedwerkt verlokkend, terwijl de uilputting van den grond
die het gevolg van dezen verbouw is, den verbouwers niet
duidelijk genoeg schijnt, om hen te nopen zich op eene betere
wijze van mest maken en bemesting toe te leggen, door b. v.
de afval der suikerfabrieken weder in te koopen. De zonder-
linge wijzedat de pachtsom van sommige boerderijen enkel in
den vonn van een zeker aantal Ned. ponden suikerbieten per
bunder betaald wordt, brengt deze kultuur in minachting.
Er werden slechts ongeveer 25 bunders met gebakken buizen
drooggelegdniettegenstaande de uitslag van alle droogleggin-
gen allezins gunstig te noemen is, zoowel door grondaanwinst
bij het vervallen der greppen, als door verhoogde opbrengst en
veel gemak bij de bewerking. Behalve vooroordeel is het
verspreid liggen der landerijende oorzaak van het weiuig
•doordringen dezer bewerking.
Aangaande de bemesting en meststoffen, valt niet veel bij-
zonders op te teekenen. Met uitzondering van kleine hoeveel-
heden guano, worden geene kunst- of hulp-meststoffen gebruikt.
De opzameling van straatmest en beer begint hier en daar
zorgvuldiger te geschiedendoch het meerendeel daarvan wordt
haar elders uitgevoerd.
Overdekte mestvaalten worden liier niet gevondenen bij
den grooten voorrand stroo is zulks waarschijnlijk ook minder
noodzakeiijk.
Slechts enkele landbonw-werktuigen van nieuwere vinding
werden ingevoerdeen enkele rijen-zaaijereen paar dorsch-
machines van Stout, een paar ploegen van denzelfden, zietdaar
haast alles genoemd. Gehechtheid aan het oude, vrees om
wat veel geldzij het dan ook voor iets goedsuit te geven
en daarbij onbekendheid met gunstigeelders verkregen resul
taten, zijn zoo vele hinderpalendie de invoering verhinderen.
De toestand van den veestapel was in het afgeloopen jaar
wat de gezondheid van het vee betreft, gunstig. Op kleine
schaal hadden er kruisingen plaatswat het rundvee aangaat
met den Durhamstier der afdeelingde schapen met gekruiste
of volbloed Lincolnrammenen de varkens met Yorkshire
beeren. Zonder al te wijdloopig te worden kan ik omtrent de
verhouding van den veestapel tot de aanwezige bouwlanden
en omtrent de wijze van opkweeken en vetmesten van het vee
hier in geene verdere bijzonderheden treden; ik behoud mij
eehter voor zulks later te doeu en beslnit voor deze maal mijne
mededeelingen, die helaas maar al te dikwijls doen zien dat
we nog ver, al te ver, van de volmaaktheid verwijderd zijn
met eene opgave van de gemiddelde opbrengst der gewassen
.over 1863 in deze afdeeling.
Koolzaad 24 a 80 mud per bund. Goed van korrel.
"Wintergarst40 50 Ligt en slecht.
Rogge 25 30 Algemeen goed.
Tarwe 25 30 Zwaar en blank.
Zomergarst 30 a 35 mud per bund. Yrij goed.
Haver?.... 40 50 Goed doch niet zwaar.
Erwten 25 30 Zeer goed en groot.
Paardenboonen 25 30 dito dito.
Aardappelen 100 120 Goed doch niet groot.
Meekrap (2jarige) 2500 a 3000 Ned. ponden racine per bund.
(3jarige) 4000 4500
Vlas. Goed en langwordt hier zelden bereid.
Bruine en Witte Boonen 16a 20 mud per bunder.
Uijen 400 a 500 mud per bunder.
Mangelwortelen 50,000 a 60,000 Ned. ponden per bunder.
ruim 240 millioen gulden meer dan in het vorig jaar werd
besteed.
Aan het verslag van de Kamer van Koophandel en Ea-
brieken te Rotterdamontleenen wij de volgende cijfers, omtrent
den uitvoer van vee uit de haven van die stad gedurende het
laatste viertal jaren. De toename in het verloopen jaar 1863
DIT DE BET IT WE.
27 Maart 1864.
Die vruchtbare kleigrondendie in den afgeloopen herfst
zulke welige wintergewassen droegen en de velden heinde en
verre met een groen tapijt bedektenvertoonen thans een
treurig tafereel aan het oog van den landman. Het koolzaad,
het voornaamste der handelsgewassenlevert door al de dorre
stengels van gestorvene planten een aanblik opdie aan ver-
vlogen grootheid doet denken. En toch wanhoopt de landbou-
wer nog niet geheel aan het slagen van dit gewas, al is het
dan ook met eene middelmatige opbrengst. Op vele stukken
zijn planten in overvloed aanwezigen konde men bijaldien
er in de Betuwe eene behoorlijke rijenteelt bestondnog eene
goede opbrengst verwachten; maar de Betuvvsche boer wil geene
andere wijze van onkruid vernielen leeren kennendan de
zomervoor en het verstikken onder een welig gewasderhalve
moet het koolzaad, vo'o'rdat het rijp is, nog een veldtogt tegen
klaprozen en ander ontuig maken. De entomologeu kunnen
gerust voor de Betuwsehe gronden ook het onkruid onder de
vijanden van het koolzaad rangschikken.
De tarwe heeft ook zeer veel geleden en is op vele plekken
verdwenen. Inzonderheid is dit met de Australische en de
Engelsche tarwe het geval, en zijn deze soorten dien ten ge-
volge zeer in de aclrting gedaald der landbouwersdie op
grootere en kleinere akkers deze tarwesoorten verbouwden.
De uiterwaarden langs Rijn en Waal worden zeer duur ver-
pacht ter beweiding. De beste uiterwaarden, onder Ochten
aan de Waal, hebben 120—140 per bunder opgebragt;
die van minder kwaliteit zijn voor de helft van die som publiek
verpacht. De pachter moet die waarden beweiden en mag
alleen het bloothooi of boshooidat onder de koeijen gemaaid
wordt, weghalen.
De tabak is stijgende in prijs. Voor Betuwsch zand en aard-
goed is 24, voor Valburgs bestgoed tot 29 per 50 Ned.
ponden betaald.
De Utrechtsche palmpaardenmarkt was zeer druk bezocht,
maar niet alle bezoekers zijn koopers of verkoopers. De ban-
del was gering, doch de prijzen voor beste paarden, vooral
door Eransche kooplieden besteedwaren hoog.
Het programma der tentoonstellingdie den lOden en 11 den
Augustus te Harderwijk gehouden zal worden bij gelegenheid
van de Algemeene Vergadering der Geldersche Maatschappij voor
Landbouw, is dezer dagen publiek gemaakt. Er zal eene ten
toonstelling van boterbijenkorventabakwolgroenten en
vruchtenbloemen en heesters, tuinbenoodigdheden en tuin-
sieradenen eene tentoonstelling van paardenrundveescha
pen, varkens, bokken, geiten schaapshonden en pluimgedierte
gehouden wordenderhalve geene tentoonstelling van werk
tuigen.
Runderen.
Kalveren.
Schapen en
Lammeren.
Varkens.
1863
28,933
31,980
104,115
1754
1862
11,130
22,141
85,660
626
1861
15,546
18,926
93,905
3196
1860
17,041
20,345
81,453
1391
In de Marklane Express van 23 Maart, leest men het
volgend berigt
Hollandsch Vee. De heer G. M. Sextongunstig bekend
veefokker, zal eene wekelijksche veiling van Hollandsch vee
te Harwich houden, en wel de eerste op 8 April e. k. Hij
heeft maatregelen genomen voor een geregelden toevoer van
vee voor deze veilingen, door overeenkomst met eenige del
voornaamste veehandelaars in Holland. Het vee zal te Harwich
uit Holland per stoomboot Donderdag's nachts aankomen, en
eenige uren na de aankomst geveild worden, terwijl voor een
goed onderkomen van het vee gedurende dien tijd door de
Groot-Oostelijke-spoorwegmaatschappij zal gezorgd worden. Al
het verkochte vee wordt kosteloos in de veewagens dezer spoor-
lijn geleverdwaarmede het terstond in alle rigtingen kan
verzonden worden.
Afdeeling Haarlemmermeer.
Vergadering van Zaturdag 26 Maart, des avonds ten
zeven ure.
De Landbouw-Maaischappij van Schotland is zeker wel
een der rijksten. Haar maatschappelijk kapitaal bedraagt meer
dan een half millioen guldenen haar jaarlijksch inkomen
bijna een ton. De gewone ledenbijna 4000 in getalbe-
ta'len elk een guinje 12,60. Schotlandmen bedenke het,
is niet veel grooter dan Nederlanden minder bevolkt. Wan
neer het voorstel der afdeeling Haarlemmermeer door de Hol-
landsche Maatschappij van Ljandbouw wordt aangenomenom
ook eene klasse van leden met bijdrage van 10, in te
stellen, dan twijfelen wij niet, of het zal spoedig blijken dat
het rijke Holland ook eene landbouw-maatschappij met zeer
ruime geldmiddelen weet in stand te houden. Onder de 7000
leden zullen er heel wat zijndie zich schamen lid te heeten
eener landbouw-maatschappij, waarvoor zij slechts 1,25 aan
de algemeene kas betalen en nog een almanak en mededee
lingen terug ontvangen.
In Klein-Azie en op Cyprus is de meekrapteelt in de laatste
jaren aanzienlijk verminderdmen vervangt die thans door de
katoenteeltwelke meer voordeel geeft. Ook in Frankrijk
en in ons laud wordt, ten gevolge der lage prijzen, deze
kultuur beperkt. Het laat zich dus wel voorziendat zoo-
dra Amerika tot rust is gekomen en de katoen weder geregeld
van daar wordt ontvangen, er veel vraag voor meekrap zal
komen bij weinig voorraaden de prijzen dus dan veel zullen
kunnen stijgen. Waar men met de tegenwoordige prijzen slechts
even uit kan komenis het dus zeker aan te raden met de
meekrapteelt voort te gaanruime prijzen zullen later alhgt
de schrale winst van deze jaren goed maken.
In het jaar 1863 heeft de waarde van den tarwe-invoer
in Groot-Brittannie ruim 144 millioen gulden bedragenter
wijl dit in 1862 ruim 278 millioen was. Het verschil van
een goeden met een slechten oogst voor deze landen, bhjkt
o-enoegzaam uit dit onderscheid van 134 millioen gulden, die
voor tarwe alleen in het buitenland moest worden besteed
om in eigen behoefte te voorzien. Dit maakt het ook duidelijk
dat een goed of slecht gewas aldaar een zeer grooten invloed
op de geldmarkt en den stand der geldrente moet hebben.
In 1863 strekte dit alleen ter vermindering der geldschaarschte
door de katoen-aankoopen veroorzaakt, waarvoor in dat jaar
Tegenwoordig 45 Leden.
De notulen der vorige Vergadering worden gelezen en goedgekeurd.
1. Wordt nrededeeling gedaan van een schrijven van het Hoofdbestuur,
omtrent de verzending der almanakken en mededeelingenen goedge
keurd de voorgestelde wijziging in het Huishoudelijk reglement, betreffende
het handhaven der orde in de Vergaderingen.
2. Voorstel omtrent het houden eener keuring van jonge paarden,
tijdens het bezoek van de leden van het XlXde Landhuishoudkundig Con-j
gres in den Polder.
Dienaangaande wordtop voorstel van het Bestuurhet navolgende
bepaald
a. Dat de uitlovingen zullen worden gesplitst in twee afdeelingen
voor Zadel- en Rijtuig-paarden
Landbouw-paarden.
b. Dat voor beide afdeelingen gelijke prijzen zullen worden uitgeloofd,
voor ijarige 3jarige en 2jarige paardenen de bepaling dier prij
zen aan het Bestuur wordt opgedragen.
c. Dat de inzenders het bewijs zullen moeten leveren dat de door
hen tentoongestelde paarden door hen of onder hun toezigt ziji
aangekweektuiterlijk van den ouderdom van 6 maanden af.
d Dat voor deze keuring uit de kas der Afdeeling een bedrag va:
Honderd Gulden wordt beschikbaar gesteld terwijl voor de ont-
brekende gelden de medewcrking van belangstellende partikuliercf
zal worden ingeroepen.
e. Dat tot inzending alle paardenfokkers zullen worden uitgenoodigd.
Hierna trad Dr. W. C. II. Staring op en hield eene belangrijke voor.
dra<4 over het planten en de behandeiing van houtgewas, vooral met lie;
oog° op de Haarlemmermeer, die met veel aandacht en belangstelhng wert
aangchoord. Hij sprak eerst over de keus der houlsoort, waarvoor n;
inzonderheid de Kanadasche populier, mannelijke soort, aanbeval It
raadde het planten van ferme stammen, zonder afsnrjden van den kopj
aan en waarsehuwde sterk tegen het te veel snoeijen. Ook prees In.
zeer' aan> vooral iepen, met een goede kluit bovenop, in plaats van
diep in den grond te planten en ze niet vast te binden; waar ze dac
niet tegen den wind bestand waren moest men ze liever niet zetten.
Er had daarna een gemeenzaam onderhoud over het gesprokene plaats,
waaraan verschillende leden deelnamen, en nog menige belangrijke op-
merking werd gemaakt.
De Voorutler bragt den dank der vergadering aan den spreker en he-
tuwde dat het leedwezen algemeen was Dr. Staring uit dezen omtrtl
naar elders te zien gaanwaarom het te meer op prijs werd gesteld hci
nog eens te mogen hooren spreken te midden van de beoefenaars vat
den landbouw, waarvoor hij zoo veel en veelzijdig werkzaam was.
De Heer Amersfoordt sprak daarna over den toestand der ringdijkf:
on de wenschelijkheid om die op goedkoope wijze te kunnen bernesm
Hij had er over nagedacht en had de verschillende wijzen van vloeiliar.
bemesting, elders in gebruik, nngegaan, doch bij al die stuitte mfr
on bepaalde bezwaren voor dit doel. Hij was thans op het volgend
denkbeeld gekomen. Men moest een groote tjalk, oude stoomboot t
eenw ander vaartuig nemen, die tot mestbak inrigtenen daarop ee
Gwiinnepomp en locomobiel stoomwerktuig plaatsen. Met de Gwynnepon
kon men als zuig- en perspomp tevens, de vloeibare beer of gier een
in de schuit pompen en die later over den dijk met behulp var. een sla>
spuilen. Het stoomwerktuig zou tevens een schroef tot voortbewegmg va
het vaartuig in werking kunnen brengen. - De onderhoudende wijze v
voordragt en het zinrijke van het denkbeeld wekte veel helangstelb
onder de boordersen werd daarover nog door versclullenden met d
spreker van gedachten gewisseld, en velen waren overtuigd datt
aangegeven idee zeer de proefnennng of althans het verder onderzoK
waard zou zijn.
De vergadering, die ook vereerd was geworden door het bijzyn van
dames der Radhoeve, werd daarna gesloten, daar wegens het gevordnj
uur de Heer C. E. de Clercq voorstelde zijne voorgenomen mededeelinpt
tot nader gelegenheid te verschuiven.
G. J. 11ENGEVELD. Het Rundvee, zijne verschille"
soorten rassen en veredeling.
Met belangstelling namen wij kennis van het prospect!
van dit werk. Het eerste deel zal zijn de lierdruk van bt
werk met platen over de buitenlandsche rundveerassenin
Tijdschrijt der Maatschappij tot levordering van Nijverheid vl
schenen.