60 - rr-:. Groningen, uitmakende het nooidoostelijk gedeelle van dezelve, grenst aan den Dollard en Let koningrijk Hannover. Het Oldambt bevat vele polders, die uit de vette Dollard- klei bestaan en wegens liunne buitengewone vruchtbaarheid en vijke opbrengsten genoegzaam bekend zullen zijn. Deze gron- den zijn vooral zeer rijk aan koolzure kalk en laten zicb hoogat gemakkelijk bewerken. De nieuwste polders, zoo als de Finsterwolder polder, de Oostwolder polder en de Stadsnieuwe polder, hebben algemeen eene goede afwatering en liggen ten alien tijde voldoende droog; vooral hebben de beide eerstgenoemde polders hierin nog verbetering gekregen door den nieuwen Reiderwolder pol der, waarover straks nog een enkel woord. Andere oudere kleilanden en zandgronden evenwel laten in dit opzigt wel iets te wenschen over. Gelukkig voor den landbouw in deze strekendat men het groote gewigt hiervan inziet en krachtige maatregelen neemt tot verbetering der afvoerkanalen naar zee en het droogleggen der landen door steenen buizen (draineren). Deze belangrijke kunstbewerking van eenen veeltijds te voch- tigen bodem, heeft hier reeds zooveel vertrouwen verkregen dat bijna geen landbouwer meer aan de goede werking er van durft twijfelen en het vooruitzigt bestaat, dat de tijd niet lang meer zal uitblijven of genoegzaam alle gronden zullen gedrai- neerd zijn. Eene belangrijke inpoldering heeft hier het voorgaand jaar weder plaats gehad. Ruim 1100 bunders, onder den alge- meenen naam van Reiderwolder polder, zijn hierdoor aan den Dollard ontnomen en weder aan de landbouw-nijverheid terug geschonken. Eene mime aanwinst voorzekerwanneer men hierbij be- denkt, dat deze gronden jaren en jaren lang onuitputtelijk in rijke opbrengsten zijn, zonder eenige vergoeding en toevoeging vair mest. De eigenaren hebben met deze inpoldering, tot dus ver, uitmuntende zaken gemaakt, daar het bunder verkocht werd tegen 2200 a 2400. De huurprijs voor de eerste drie jaren beloopt meestal van 90 tot 100 per bunder. Op de nieuwste polders heeft men geen groote verscheiden- heid van gewassen. Deze bepalen zich hoofdzakelijk bij1°. boonen in rijen, om de 5de of 6de voor, 2°. koolzaad3°. wintergarst en 4°. haverroode of witte klaverwaardoor eene 4jarige vruchtopvolging ontstaat. Soms wordt ook wel tance zomer- of maartegarst en mosterdzaad verbouwd, doch deze laatste komen in den regel minder voor. Op de oudere kleilanden komen evenwel de tarwe en haver veelvuldiger voor en wordt ook nog gebruik van de braak gemaakt. Bovendien ook worden hier, door het houden van meer veeook meer graslanden gehoudenwaardoor eene ge- regelde wisselbouw ontstaat. De meest gewone vruchtopvolging is hier, natuurlijk met -eenige afwisseling, naar verschil van gronden en inzigten, aldus: 1°. boonen in rijen, om de 5de of 6de voor, of braak, beide met mest, 2°. koolzaad, 3°. winiergarst4°. roode klaver 5°. haver of winiergarst6°. tarwemet klaver- en graszaad tot groenland, 7°., 8°. en 9°. graslandeens goed overge- mest of gedongd, 10°, haver, 11°. koolzaad, en zoo vervolgens weder van voren af aan. Op vele van deze gronden wordt zeer vruchtbare klei uit den ondergrond gedolven, waarmede het land zeer vruchtbaar gemaakt wordt en waardoor niet alleen zelden eene bemesting met stalmest overbodig gemaakt, maar ook veeltijds groote veranderingen in de vruchtopvolging gebragt wordt. Ook door deze bewerking wordt een krachtig middel ge- vonden, om de gronden gaandeweg productiever te maken. Ofschoon de prijzen der granen eene belangrijke daling ondergingen, hebben de koop- en huurprijzen der landen zich goed staande gehouden. Eerstgenoemde van beklemmingenmet eene vaste huur van 12 tot 20, bedroegen van600 tot 800 en laatstgenoemde van 60 tot100 jaarlijks, meestal voor den tijd van drie of zes jaren. Van de veelvuldige verbeteringendie ten opzigte van de landbouw-werktuigen in den laatsten tijd hebben plaats ge- Vonden, werd hier veel gebruik gemaakt. Inzonderheid is dit het geval met dorschmachinesmeestal van Amerikaansche con- structiemet kleine liggende rosmolens of ook wel met groote karumolensvoor 2 a 3 paardenwaaraan dan tevens ook nog andere werktuigenals graanbrekers karns en stroosnijders verbonden zijn. Ook hebben de schooningstoestellen der granen hier vele ver beteringen ondergaandoor welk een en ander de granen nu gemiddeld 20 cents per mud goedkooper gedorschen en ge- schoond kunnen worden. De stalmest wordt hier voor een groot gedeelte verkocht en vervoerd naar een ander, van nature minder vruchtbaar ge deelte der provincie, de Veenkolonien. Deze verkoop heeft plaats per hoofd, of stuk vee, zoowel paarden als jong- vec, gedurende den geheelen wintertijd, zoolang het vee op den stal staat, en bragt in 1863 per hoofd op 16 a/18. Op de nieuwste polders wordt hieraan zeer weinige zorg besteedmeer echter op de oudere kleilanden, die in 1597 en vroeger binnengedijkt zijn en nu gaandeweg meer behoefte aan goeden mest gekregen hebben, en vooral ook op de alhier bestaande zandgronden. Men ziet hier vele overdelcle mestvaaltenom beter en krach- tiger mest te verkrijgen. De zomer-stalvoedering, geheel of gedeeltelijk ingevoerd, is hier vrij algemeen, waarvoor de groote hoeveelheid alhier gekweekte roode klaver en ook het Italiaansch raijgras als voeder gebruikt wordt. Mislukkcn evenwel deze voedergewassendan worden tot dat einde gras landen en ook veelal granen, als tarwe en haver, nfgemaaid. Niettegenstaande de weilanden hier allengs in nitgestrektheid verminderen en de vaste weiden geheel verdwijuen, neemt de veestapel in belangrijkheid toe, zoowel in kwantiteit als in kwaliteit. Dit is vooral toe te schrijven aan een uitgebreider teelt van roode klaver en goede grassoorlen en het invoeren van kunstweidendie 2 a 3 jaren blijven liggen en veel voeder en weide verschaffen. De verbetering van den veestapel vindt hier een zeer sterken prikkel in de hooge prijzendie de Oost-Eriesche kooplieden voor het in deze streken zeer gezochte melkvee, besteden. Eene kruising met Burham-vee, heeft hier geene ongunstige uitkomsten opgeleverddoch de belangstelling hierin is van zoo weinige beteekenis, dat ik geneigd ben te gelooven, dat die zaak wel eerlang tot de geschiedenis zal behooren. Paarden worden hier weinig en niet naar de behoeften dezer streken gefokt. Men geeft hier, voor den ploeg, de voorkeur aan gekruist of zuiver Oldenburgsch ras. De varkens zijn hier zeer verbeterd door het kruisen met betere Engelsche soorten, o. a. met die van het kleine Essex- en het groote witle Yorkshire-raswelke laatstgenoemde hier nog steeds zuiver gehouden en waarvan voor en na weder nieuw bloed uit Engeland ontboden wordt. Schapen worden hier zeer weinig gehouden; de soort bepaalt zich uitsluitend tot het Groninger ras. De stand der gewassen, in het afgeloopen jaar, was hier algemeen zeer gunstigdoch de opbrengstin vergelijking van andere jaren, niet ruim. De winiergarst vooral leverde te veel en slap stroo opwerd zeer legerig en gaf aanleiding tot smalle en ligte korrels, waardoor het beschot gering was, niet meer dan 50 mnd per bunder, wegende sleckts van 48 tot 56 Ned. ponden, op de kleine kopschalen. Koolzaad leverde algemeen een goed gewas op, gemiddeld 30 mud per bunder. Enkele stukken gaven tot 40 mud. Boonen in rijen, om de 5de a 6de voor, van 20 tot 30 mud, Haver van 60 tot 8Q mud, wegende 48 a 50 Ned. ponden. Tarwe van 24 tot 30 mud per bunder, wegende 72 a 75 Ned. ponden. De winter is hier zeer kwaadaardig geweest en heeft bijna alle wintergewassen vernietigd. Slechts enkele stukken tarwe en koolzaad, waaronder het zoogenoemde boonenzaad het beste is geven nog teekens van leven en eenige hoop op een sober gewasje. Ook voor 't behoud van de roode klaverdie hier en daar nog twijfelachtig schijnt, bestaat veel vrees. Het voorjaars-weder is tot dus ver bijzonder gunstig voor't bewerken en bezaaijen der landen. UIT N OORD-B R AB AND. Zevenbergen, den llden April 1864. Slechts eene week in de maand Maartheeft de gelegenheid aangebodenom in de zware kleigronden op den akker te kun nen werken er is daarvan dan ook vlijtig gebruik gemaakt, om de paardeboonen, erwten en aardappelen in den grond te brengenhetwelk zeer goed konde worden verrigtvermits de grond zich in eenen uitmuntenden toestand bevondin jaren was er niet zooveel wintermul als nu. Er wordt in deze week ook zeer veel koolzaad en tarwe uitgeploegd en met haver en kanariezaad herzaaid; ik reken er in dezen omtrek zeker de helft van het te veld geweest zijnde koolzaad is omgeploegd doch veronderstel tevens dat velen zich met dat werk ruim veel hebben gehaast, daar stmraige stukken, welke mede een allerongunstig aanzien hadden, zich in de laatste dagen mer- kelijk hebben verbeterden het mij bij ondervinding is geble- ken, dat het koolzaad, al staat dit in het voorjaar zelfs zeer dun te velde, nog wonderen kan doen en dikwijls meer stroo oplevert, dan men had durven vermoeden. Velen haasten zich mijns inziens te veel met omploegen uit vrees de tijd, om dien vruchtbaren grond op nieuw te bezaaijen, anders te ver mogt verloopenvermits de haver, welke men daarop gewoon- lijk zaaitzoo die niet vroeg in den grond wordt gebragt al te welig groeit, en alsdan veelal te zwaar wordt, en meer stroo dan wel graan voortbrengt. Het voortdurende koude schrale weder veroorzaakt dat er nog zeer weinig vooruitgang in den plantengroei zigtbaar is, de weiden blijven uitermate dor en alles voorspelt een zeer laat saisoengelukkig hij, die ge noegzaam van veevoeder is voorzienen met geduld den tijd kan afwachten, dat de natuur eindelijk uit haren winterslaap ontwaakt. Den 30 en 31 Maart heeft te Oudenbosch en Zevenbergen de jaarlijksche keuring van hengsten en vier en vijfjarige mer rien plaats gehadingevolge het provinciale reglement ter be- vordering der paardenfokkerij in deze provincieen waarvoor uit de provinciale fondsen op drie plaatsen, waar de keurigen geschieden, de volgende premien worden uitgeloofd, als, voor de hengsten de eerste premie van 100 en de tweede van 50; en voor de zes beste merrien, mits het navolgende jaar met het veulen vertoond wordende, ieder eene premie van 50. Er werden te Oudenbosch aangeboden 19 hengsten, als: 5 van Hanoversch ras1 Percheron1 Vlaamsch ras1 Eriesch ras, 2 gekruist Duitschenterwijl de overigen gewone inland- sehe paarden waren. Vermits de Hanoversche hengstendaar aanwezig, alle zeer schoone paarden, reeds in de vorige jaren waren bekroonden volgens het reglement slechts eenmaal de premie kunnen erlangenzoo werd de eerste premie toegekend aan den donkerbruiDen inlandschen hengst van den landbouwer Matheus de Haanonder de gemeente Klunderten de tweede aan den bruinen hengst, mede van inlandsch ras, van den landbouwer W, Timmersonder de Willemstad. Op de merriekeuring te Zevenbergen werden 29 merrien aan geboden waarvan de kwaliteit over het algemeen nog al wat te wenschen overlieten bij vorige jaren veel ten achteren stonddoor de hooge prijzenwelke in de laatste jaren voor de beste drie- en vierjarige paarden zijn besteedworden die veelal verkocht, waardoor de overblijvende van mindere kwa liteit als fokpaarden worden aangehouden hetgeen natuurlijk ten gevolge heeft, dat de afstammelingen daarvhn in kwaliteit verminderen. Wanneer zullen toch de landbouwers hun wezenlijk belang leeren inzien, om toch vooral voor fokdieren, de beste exemplaren te behoudenen zich niet door de hoog te bedin- gen prijzen te laten verleidendie steeds te verkoopenen zich met de mindereu te behelpentot zoolang hierin geene wezenlijke verandering plaats grijpt, is aan geene werkelijke verbetering der rassen te deuken, en daar stilstand zoo ligt in achteruitgang ontaardtis het vooruitzigt hieromtrentmijns inziensnog alles behalve bemoedigend. Gedurende twintig jaren, dat ik deze streken bewoonis niettegenstaande de invoer van vele schoone buitenlandsehe hengsten, welke door daarvoor uitgeloofd wordende prijzen(daar de provincie behalve de hiervoren gemelde, jaarlijks eene premie van/300 voor den besten ingevoerden buitenlandschen hengst uitlooft de paardenfokkerij vooral niet vooruitgegaanhetwelk ik ner- gens anders aan toeschrijf, dan alleen daaraan dat men niet zorg- vuldig genoeg is in het uitkiezen der beste voorwerpen om tot moederdieren te gebruiken. Bij het rundvee heeft dit gebrek, helaas! nog meer dan bij de paarden plaats. Bijna alle de beste jonge vaarzenschotten en koeijenworden ter uitvoering naar Erankrijk en Belgie verkocht, en men stelt zich tevreden met de mindere voor eigen fokdierenjawat nog erger is men gaat die veelal in de zandstreken der baronie van Breda van het schrale Kempensche ras koopen, steekt 25 of /30 in den zak en denkt goede zaken verrigt te hebben. Hoe kan onder zulke omstandigheden de veestapel verbeteren? Achter uitgang en niets dan achteruitgang is er het gevolg vanware het niet dat onze goede, deugdzame weiden, de ontwikkeling van het vee zoozeer bevorderlijk zijn, het zoude er met ona schoon en wereldberoemd Hollandsch veeras welhaast erbarme- lijk uitzien; de natuur doet veel, doch wordt over het alge meen door de meeste veefokkers meer tegen- dan medegewerkt. Nam ieder veehouder, in de tegenwoordige waarlijk zoo gun- stige jaren voor de veeteelt, slechts het besluit, gedurende eenige weinige jarende beste fokdieren niet te verkoopen doch voor eigene teelt aan te houden, hoe groot zoude niet binnen kort de vooruitgang wezen, mits men ook nog zorg droeg niet anders dan onberispelijke stieren te gebruiken. PETROLEUM EEN LUISDOODEND MIDDEL. Nadat ik eerst gelezen had, dat iemand de moderne wormen der schapen en later dat een ander het ongedierte der koeijen met pretroleum gedood hadbesloot ik dit ook eens te beproe- ven waartoe zich spoedig de gelegenheid aanbood. In eene schuur namelijk, waar turf geborgen was, plaatste men bij gebrek aan andere ruimteeenige kalversal zeer spoedig wer den ze daar door eene groote menigte ongedierte gekweld waar- tegen menom het veelvuldig likken dat de kalvers doen geene zoogenaamde ruiterszalf durfde te gebruiken.Ik raadde aan om er eene halve kan petroleum aan te wagen en daar- mede de kalvers van den kop tot den staart, langs den loop der ruggegraat te strijkendes namiddags werd dit gedaan en reeds den volgenden morgen was er geen leven meer in het gansche regiment te bespeurenalien waren ze gesneuveldi voor die Diippeler schans. Petroleum is dus een eenvoudig, goedkoop en zeker middel om het ongedierte te verdrijven't is nu maar te hopes dat die giftige kwikzalf voor altoos afgedaan heeft en daar ik er niet aan twijfel, of het genoemde vocht is evenzeer doo- delijk voor de schaapsluizenzoo zou ik de veehouders aan- radenom er van 't voorjaar ook hunne lammeren mede te bestrijken, in plaats van ze te wasschen met het nog veel giftiger rottenkruidwater't is immers ligt te proberenen baat niet, schaadt niet; bovendien zal het door zijnen reuk zeer waarschijnlijk ook de vliegen weren, die hare eijeren op de schapen leggenvooral als men het bestrijken later nog eens herhaalt; jawelligt zelfs heeft nu het toeval het mid- del doen vindendat ook de paarden en koeijen voor het steken der vliegen en het leggen harer eijeren, met al de ge- volgen van dienkan behoeden. Nieuwveen, Lentemaand 1864. D. Van Hulst. De eerste der veilingen van Hollandsch vee te Harwich heeft geen plaats kunnen hebben, wijl door verschillenden te- genspoed de stoomboot het daarvoor bestemde vee niet ter bestemder tijd heeft kunnen aanvoeren. De Dordrecbtsche beetwortel-suikerfabriekgebouwen en werktuigen is verkocht voor/ 80, 000 aan den heer Meeuws (niet Mees zoo als eenige bladen hebben vermeld) te Amsterdam, vermoedelijk voor rekening van Belgische fabriekanten van beetwortelsuiker. M A R K T E N. Velser Koemarkt, Zaturdag 16 April. Alkmaar. Beestenmarkt, Maan- dag 18 April. Medemblik. Beestenmarkt, Dingsdag 19 April. Alk maar. Paardenmarkt, Woensdag 20 April. Enkhuhen. Koemarkt, Woensdag 20 April. Hoorn. Koemarkt, Zaturdag 23 April. Edam. Koemarkt, Maandag 25 April. Aalsmeer. Koemarkt, Woensdag 21 April. Uithoorn. Voorjaars-Veemarktwaarbij ook Paarden worden toegelaten, Woensdag 27 April. Abcoude. Paardenmarkt, Donderdag 28 April. Deemster. Veemarkt, Vrijdag 29 April. Velsen. Koemarkt Zaturdag 30 April. Deverwijk. KoemarktZaturdag 30 April. Pur- merende. Koemarkt, Maandag 2 Mei. Drukkerij van Bonga C°. Amsterdam.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1864 | | pagina 6