WEERBL mmmm 1864. Vrijdag, 5 Junij. VAN AAN LANDBOUW, GEMEENTE- EN POLBER-BELANGEN GEWIJD Vijfde Jaar gang Hoofdredacteur C. E. DE CLERCQ. beWd^ergetrkenaeAberigt' da' hij Ult Amderdam iS Tertr°kke»en thanTt^^T^t. Hij verzoekt NieuwenddikTe T t DViBTEN™.^ eU §ereSeIde Wekelijksche Beeigten te zenden aan de Heeren VAN BONGA C°. t "Vr JV°eS1Cg °P h6t AdreS: "V°°r WeeUlad Wn Baarlemmermeer"; en al wat de Arril GEMIDDELDE Maandelijksche WaterstandenWater-ontlastingen en werkin der Stoomtuigen in het Hoogheemraadschap van Rijnland. H- Landbouw. koolzaad-vekbouw. HAARLEMMEII PRIJS VAIV HET ABONWElffENT in het Jaary.0 Alle Toezendingen de Redactie betreffende, moeten geschieden aan den Hoofdredaoteurte Haarlem, Kruisstraat. Kedactie betreftaan zijn Adres te Haarlem, Kruisstraat. PRIJS DER ADVERTENT 16IV van 1—6 regelsCents_ elke regel meer Zegelkegt bij elke 12 35 Cents, WAARGENOMEN TE WAARNEMINGEN. AANTEEKENINGEN Spaarndam, Halfwesr. Gouda Katwijk. 0,064 -j-AP 0,031 -f A.P. 0,2963 A.P. 0,928 4-A.P 0,798 -4- A.P Leidschendam Rijnland 0.5969 0.4206 0,493 A.P Delfland Vloed op bet IJ id. den IJssel id. de Noordzee Ebbe het IJ id. den IJssel id. de Noordzee Boezcmstanden Jab I Boezemstanden 5.9 J Verval in de Sluizen. I'dl van loozing t> t Hoeveclheid geloosd Be meest heerschende wind. C Gewerkt gedurende S I Opbrengst .9? Uitgemalen jg Pi Gestopt voor boog water id. voor Slnisgang. 0,605 A.P. 0,617 A.P. 0,055. 25. 4,437827. Noord. 21 i. 0,577. 1,398462. 0,603 A.P. 0,624 A.P. 0,03. 23. 2,084664. Noord-West. 28—5. 0,689. 1,318424. 0,547 A.P. 0,606 A.P. 51 78,203. Noord. 28—28. 0,615. 1,128194. 0,921 A.P. 0,62 A.P. 0,75 A.P. 0,084. 137. 14,578150. Noord. Bodegraven. Rijnland 0.6012 A.P. Woerden 0.4951 A.P. Van Woerden op Rijnland af- gevloeid gedurende 148 uren. S S' era 5* p p- w Het verbouwen van koolzaad in Haarlemmermeerdat in de eerste jaren na de droogmaking op zoo uitgebreide scbaal plaats had, gehjk dit 111 den regel bij nieuvv drooggevallen gronden het geval is, is spoedig zeer sterk afgenomen, en de teelt daarvan is vooral in de laatste jaren zeer germ* ge- weest. Bij de jaarlijksche statistieke opgaven van den oo<Tst van wege het gemeentebestuur bekend gemaakt, vinden wi'i de volgeude bunder fallen opgegeven 1856 3693 1857, 901 1858. 39 1859, 464 I860, 463 1861, 335 1862, 193 1863, 266 Daartoe hebben verschillende oorzaken medegewerkt. Het is bekend genoegdat het koolzaad aan een tal van verschil lende onheilen bloot staat, zoowel door wisselvalligheid van het weder als door insekten. l)e jaren dat alles medeloopt zijn met talrijk en in de jarenreeks hierboven vermeld, zijn iseK0V°i zeldzaam geweest. Zoo is bekend hoe in 1858 het geheele gewas door de peulmade vernield werd ie zich waarschynlyk ten gevolge van het belangrijke ver- OOUW m de vorige jaren buitengewoon sterk had vermenio- vudigd; vele der laatste jaren kenmerkten zich door een bij- zonder koud en schraal voorjaar, waarbij de plant zeer spil- ig opschoot; dit jaar is het weder de Januarij-koude die het kwaad heeft gesticht. Het is dus wel te begrijpendat vele verbouwers ten gevolge van dergelijke teleurstellingen en slechte uitkomsten de. teelt hebben beperkt of daarmede ge- heel hebben opgehouden. Dit te meer nu de vlasbouw zulke loonende uitkomsten gat en goed land daarvoor dus duur verpacht kon worden en ze er is het, dat bij de tegen woordige prijzen het vlas het cok wel van het koolzaad winnen moet. Evenwel is te .veel vlassen gevaarlyk en in elk geval niet op den duur vol te houdentervvijl de bouwboer behoefte heeft aan eeni<re fbLTv' Vat mee- Va" k°mt aIs van graaugewassen althans tegen de lage prijzen van thans. Nu is het koolzaad toch 00k weder een gewas, dat zeer ve,l „„a len 1 inse loslen oe goede gelegenheid om den grond schoon te houden, en vooral in vevband met de geheele bouwerij, het vroeg rui- men van het veld en bet. kostelijke als voomucht van een tarweschoof. Daarbij zijn in de laatste jaren de prijzen over het algemeen goed geweest en zal deze gemiddeld wel op ongeveer/ 12 per mud uitkomen. Bij eene goede opbrengst, T" ,7" "l1"1, dle b,J" een zeer ^oed ge(vas wel tot°40 mud khmmen kan, wordt het op dien prijs toch een zeer loonend verbouw, waarvan een niet gering voordeel is, dat he gewoonhjk het eerste geld is van den nieuwen oogst, hetgeen in de dan veelal uitgeputte kas van den landbouwer inkomt. Vlas voor 400 1 500 per bunder op stam ver- ,an, voor v'assen op stuk-sta-vast tegen f 250 verhuurd klinkt nog wel mooijer, en is volgens de ondervin- ding van den laatsten tijd met meer zekerheid te verkriDen dan koolzaadgewassen van 30 a 40 mud; doch men moet met vergeten cat het in den landbouw niet gemakkelijk is om uit te maken welk gewas het voordeeligst is; daar wij wel kunnen nagaan wat het ons opbrengt, maar minder ge makkelijk wat het ons kost. en hoeveel winst er alzoo over- sehiet, Daarvoor moeten we toch weten hoeveel elk gewas den1 grond ontrooft, of wel of het eene gewas niet uitput- tender 13 dan het andere. Daarin is nu juist tusschen vlas en koolzaad een eigenaardig verschil. Vlas groeit, vooral op nieuwen grond, dikwerf uitmuntend, al is de grond niet zeer in mestkracht, maar het laat, daar 00k het geheele gewas met zaad, stengel en wortel wordt weggevoerd, het land vrij uitgeput achter, en men moet besten grond hebben of ferm mesten als men daarna een goede graanschoof hebben wil. Koolzaad daarentegen moet in goed bemest land gezaaid wor den, maar het laat den grond 00k in goeden toestand na, waarop gewoonhjk verscheidene goede oogsten kunnen volgen hoewel men dus veelal voor koolzaad moet mesten en voor vlas met en dus de rekening bij het tweede gewas scbijn- baar vael gmstiger zal staan, zoo is in werkelijkheid waar- schijnhjk het tegendeel het geval en is steliig het koolzaad minder uitputtend dan het vlas, en de mindere opbrengst der gewassen die na vlas volgen, tegenover die, welke men na koolzaad zaait, zullen dus zeker die grootere winst op net vlasverbouw veel verminderen. Voorts zijn 00k de zwarte gronden, die minder voor vlas geschikt zijn bij behoorlijke bemesting zeer goede gronden voor koolzaad-verbouwen het verbouwen wan een handels- gewaswaarvoor men goed moet mesten zal het goede op brengst gevenis zeker op den duur minder gevaarlijk dan fie teelt van vlaswaarbij men den grondwaarvan men zeifs geen goede graanschoof meer zou venvachtennoo- van de laatste krachtberooven kan, zoodat er dan 00k zonder zeer zware bemesting niets goed meer groeijen wil. Om een en ander, gelooyen we, dat de koolzaadteelt in dezen polder toch 00k op zijn plaats is en verdient te blij- ven, en het sterk toenemen van den vlasbouw tegenover het a nemen \an^ de koolzaadteelt geen in alle opzigten gunstio' veisc ljnsel is, wijl het 00k wel tot het vermoeden aanlei- ng gea». "at over het algemeen de grond niet genoegzaam m mestkracht is of dat er Diet zwaar genoeg kan gemest worden, om goede koolzaad-oogsten te venvachten. _VVaar men toch op den dunr rijke koolzaadgewassen ver- In-ijgt, zoo als in Groningen en een deel van Zeeland het geval is, daar kan men er staat op maken, dat er 00k goede zorg aan het land wordt besteed en de geheele bou werij en vruchtopvolging goed is ingerigt. Bij rijke vlas- oogsten kan men arm worden en het land uitgeput achter- a. enmaar die op den duur een last koolzaad weet te winnen, diens andere gewassen zullen iu den regel 00k niet slecht staan. Een hoofdreden, waarom de koolzaadteelt hier 'zoo ver- minderd isis dan zeker 00k wel daarin te zoekendat men daaraan de noodige zorg niet heeft besteed. En met kool zaad is het meer dan met eenig ander gewas het geval, dat een kraclitige plant op krachtig land veel onheil en slecht weder kan weerstaan en nog goede opbrengst geven kan, maar daarentegen een zwak gewas 00k bij den minsten tegenspoed een slechte uitkomst geeft. Voorts is in den tegenwoordigen tijd het land te duur en de pacht te houg, om een gewas in twee jaren te hebben; iraakkoolzaad zal dus zelden goede rekening kunnen geven. och het is genoeg bekend, dat men 00k koolzaad kan ver bouwen zonder braken. In Groningen heeft men nog een tusschenweg, dit is het zaaijen van boonen om de zesde voor, terwijl men dan in de tusschenruimten het land gedurende cen zomer herhaalde malen ploegt en als braak bewerkt, en waaibij de boonen meer dan een halve opbrengst, zelfs tot 30 mud per bunder toe, niettegenstaande dien wijden stand, kunnen geven; terwijl men dan vo'or het oogsten het kool zaad tusschen de boonen zaait. Koolzaad telen zonder bra- ken kan bovendien geschieden, door dat men den grond nog eerst een voedergewas laat dragenb. v. snijrogge of wikken" of wel dat men het koolzaad in klaverstoppel zaait, waarvan men eerst nog eene snede gewonnen heeft. Een ander middel om het koolzaad tot een eenjarig gewas te maken is het verplanten en dat in den regel zeer goede uitkomsten geeft. In Belgie, vooral in Vlaanderenwaar men zuimg op den grond zijn moet, is het bijna de eenige wijze waarop koolzaad wordt geteelden in de Betuwe is het 00k nog al gebruikelijk. Wien het niet bekend is, schijnt het een onbegonnen werk om zoo geheele velden te beplanten, doeh waar men er aan gewoon is gaat het vlug van de hand en is met buitengewoon kostbaar. Verplant koolzaad laat zich daarbij zeer zorgvuldig schoonhoudenen bij den ruimen stand der planten, is het veel minder gevoelig voor winterkoude of schraal voorjaarsweder. Men ontgaat daardoor 00k het gevaar van de vernieling door de aardvloo, een der grootste on»e- riefelijkheden van deu koolznadbouwwanneer 11a den zaai- tijd droogte invalt, het pas opgekomen plantje niet krachtig doorgroeit en dan het geheele gewas spoedig door dit klein insekt veroield is; een tweede zaaijing treft soms een gelijk lot, en daarmede is de gunstige tijd verstrekenzoodat men dan of deu kans van een half gewas moet loopen, of wel lets anders zaaijen. Bij het uitzaaijen op een zaadbed kan men in den regel de aardvloo de baas blijven. Men zorgt dan voor een zeer welgemesten grondof bevordert door guano of andere poedermest een Snellen en krachtigen opgang, of neemt, als de aardvloo zich toch sterk vertoont, zijn toevlugt tot be- sproeijing of tot een der andere hulpmiddelen tot hare ver- delgingdie in het klein bij digten stand der planten wel maar op het groote veld bezwaarlijk nitvoerbaar zijn. Mogt niettegenstaande alle zorgen het zaaisel mislukkenzoo weet men het bij tijds, en kan aan den grond, dien men beplanten vvilde, eepe andere bestemming geven. Het verplanten kan op verschillende wijzen geschieden. Men verrigt het wel achter de ploeg en dit gaat spoedig, maar daaraan zijn nog al bezwaren verbonden. Men heeft daarvoor krachtige planten noodig en een zeer geoefenden ploeger, die, daar de beide paarden op het vnste land moeten gaanzorgen moet dat de planten behoorlijk gedekt worden; en tevens het toezigt op het werk der inleggers moet houden. De planten

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1864 | | pagina 1