WEEKB L A D
»-. af£p;'
1864.
Vrijdag10 Junij.
VAN
AAN LANDBOUW, GEMEENTE- EN POLDER-BELANGEN GEWIJD
Vijffte Jaargang
v«>
Hoofdredacteur C. E. DE CLERCQ
Rijn
land.
Haarlemmermeer
Bij den Burger! ijken Stand zijn aangegeven:
Landbouw.
IIAAIUMMERMEEK
PRIJS VAN IIET ABONNEIHENT
in het Jaarf 6.
Alle Toczendingen de Redactie betreffende, moeten geschieden aan
den Hoofdredacteurte Haablem, Kruisstraat, Wijk 6, N°. 513.
De Ondeigeteekende berigtdat hij uit Amsterdam, is vertrokken en thans te Haarlem, woont. Hij verzoekt
beleefdelijk voortaan de AdvertentiSn en geregelde Wekelijksche Bertgten te zenden aan de Ileeren YAN BONGA C°.
Rieuwendijk te Amsterdammet bijvoeging op het Adres: „Voor het TFeekblad van Haarlemmermeer"en al wat de
Kedactie betreftaan zijn Adres te IlaarlemKruisstraat, Wijk 6, N°. 5 13
C. E. DE CLEKCQ.
VEREENIGDE VERGADERING
gehouden op Vrijdag 27 Mei 1864, des morgens
ten 10y2 urein het Gemeenlandshuis te Leiden.
Tegen woordig 22 Leden.
1°. De Dijkgraaf opcnt de Vergadering; hij noodigt den Heer van Stra
len uit, den eed in zijne handen af te leggenwaarna deze zitting neemt.
Hij zegt, dat het hem aangeriaam is den Heer van Stralen ais hoofdinge-
land te kunncti installeren en geeft dien Heer de verzekering, dat de be-
zwaren, welke hij de meerderheid der Vergadering tegen zijne toclating
liestaan hebben geenzins van persoonlijken aard geweest zijn, niaar het
gevnlg waren van een aangenomen beginsel, hetwelk men meende te
moeten handbaven.
He Heer van Stralen antwoordt hierop, dat hij nimmer de Leden dor
Vergadering verdacht heeft van persoonlijke grieven jegens hem te koes-
loren, dat hij met genoegen als Iloofdingeland zitting neemt en gaarne
zal medewerken tot alles wat naar zijne meening strekken kanom, de
belangen der ingelanden te bevorderen.
De Nutulen der Vergadering van 30 April worden gelezen en goedge-
keurd.
2°. De Dijkgraaf deelt mede: a. dat door Woerden beschikbaar is
gesteld de belli der aannemingsom voor het verdiepen van den Rijn;
b. dat de Mcer van Siltert tegen het besluit der Vereenigde Vergadering,
betrekkelijk zijne niet-loelating als Hoofdingeland-plaatsvervanger, in hooger
bcroep is gekomen.
3°. Aan de orde is de vaststelling van het Gaarderboek voor 1861.
De Cornmissie voor het onderzoek der bezwaarschriften tegen het Gaar
derboek, brengt bij mondo van den Heer Blusse dienaangaande rapport
uit.
Zij zegt, dat slechts twee bezwaarschriften zijn ingekomen, en wel van
de Heeren W. Borski en Holleman.
De reclame van den Heer Borski betreft den aanslag van ongeveer tien
bunders duin, welke minder dan in het vorig jaar beteeld zijn geworden.
Die van den Heer Holleman is gerigt tegen den aanslag van den door
hem aangekochten Braak, daar deze, volgens zijne meening, een deel uit-
maakt van Rijnlands boezem.
Op voorstel der Cornmissie wordt besloten, de reclame van den Heer
Borski aan te nemen, omdat bet haar bij onderzoek gebleken is, dat er
bij den aanslag dier gronden, werkelijk een abuis heeft plaats gehad;
doch daarentegen die van den Heer Holleman af te wijzenomdat de
Braakofschoon een deel uitmakende van Rijnlands boezem-waterentoch
niet behoort tot den algemeenen boezem en alzoo geen aanspraak op
vrijdom heeft.
Het aldus gewijzigd Gaarderboek wordt daarop vastgesteld en executoir
verklaart.
4°. Aflossing van waarborgkapitalen.
Op voorstel van Dijkgraaf en Hooghcemraden wordt besloten eenige
waarborgkapitalen, staande ten name van Mr. A. G. C Alsche, C.
Noordendorp en H van Noord, alien onder Leiderdorptot een geza-
menlijk bedrag van f 2400af te lossen.
5°. Op voorstel van Dijkgraaf en Hooghcemraden wordt besloten de
onkosten van een dwangbevel tegen Klaas Reus, ad 11,15, aan hem
te restitueren, omdat hot gebleken is, dat de uitvaardiging een gevolg is
geweest van eene verkeerde ter naamstelling.
6". Komt in behandeling een besluit van Gedeputeerde Staten van
Zuid-Ilollandhetwelk na de afzending der oproepingsbrieven bij Dijkgraaf
en Hoogheemraden is ingekomen, doch waarvan bij missive van 21 Mei
aan de Leden der Vereenigde Vergadering werd kennis gegeven.
Genoemd besluit bevat een ontwerp-wijziging van art. 113 van het
reglement voor Rijnland, waarbij voorloopig wordt vastgesteld genoemd
artikel aldus te lezen:
Zii (Dijkgraaf en Hoogheemraden) zorgen dat de Zeeduinen ten koste
van het Hoogheemraadschap worden onderhouden en beplant op eene
hreedte van 500 ellen, gemeten uit de lijn door *s Rijks strandpalen
aangewezen."
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland doen tevens mededeeling dat
Gedep. Staten van Noord-Holland zich met de wijziging van Art. 113 niet
hebben kunnen vereenigenmaar het eenvoudiger en regelmatiger achten
net verschil van gevoelen omtrent Rijnlands verpligting ten aanzien van
de duinbeplantingaan de beslissing van Z M. den Koning le onderwer
pen. Yerder wordt de Vereenigde Vergadering uitgenoodigd, hare ziens-
wijze omtrent genoemde wijziging te doen kennen.
Dijkgraaf en Hoogheemraden stellen voor aan Gedeputeerde Staten te
bengten, dat de Vergadering in eene wijziging van Art. 113 in genoemden
zin, geen bezwaar zict.
De Dijkgraaf deelt mede, dat hem door drie leden der Vergadering (de
Heeren; van Wickevoort Crommelin, van Pallandt en Barnaart), een
I scbriftelijk voorstel ter hand is gesteldhetwelk bij de behandeling van
diLpunt in overweging behoort genomen te worden. Bij dit voorstel wordt
de Vergadering uitgenoodigd het besluit van Gedeputeerde Staten van
Zuid-Holland niet in overweging te nemen, daar deze niet geregtigd zou-
den zijn een wijziging in het Reglement te brengcn.
De discussien over het onderwerp geopond zijndezoo verklaart de
Heer Virplydat hij steeds gerneend heeft dat Rijnland verpligt was,
krachtens het bestaand Art. 113 al de duinen te beplanlen, doch dat hij
gaarne zien zal dat door een wijziging van genoemd Ai t. de beplanling bin-
Hen zekere grenzen beperkt worde.
De Ileer Crommelin verdedigt het protest tegen bet besluit van Gede
puteerde Staten, dat door hem mede werd onderteekend.
De Heer Piek is van gevoelen dat Gedeputeerde Staten van een der
provincien volkomen bevoegd zijn, zoodanige wijzigingen in bet reglement
voor te dragen, als zij vermeenen dat in bet gelang van bet Hoogheem-
raadschap wenschelijk is.
De Heer van Stralen wederspreekt deze bevoegdheidbovendien is bij
van oordeel dat op deze wijze de duinkwestie op de langc baan gebragt
wordt, en men zich waarschijnlijk na verloop van twee jaren, juist op
hetzelfdc standpunt als tbans zal ontmoelen, zonder dat de zaak beslist
zij j terwijl de toestand der duinen eiselit dat zoo spoedig mogelijk in dezcn
of gonen zin beslist worde.
De Heer van Pallandt zegt, dat in de Vergadering verschil van gevoelen
bestaat omtrent de uillegging van Art. 113, doch dat de voorgestelde wij
ziging de kwestie geenzins beslist.
De Heer Blusse zal voor bet voorstel van Dijkgrraf en Hoogheemraden
stemmen, daar hij geen reden ziet om aan Gedeputeerde Staten van Zuid-
Holland de gevraagde mededeeling te weigeren; hij bestrijdt het voorstel
der drie leden hij meent dat het ongepast zou zijn daaraan gevolg te
geven. Hij wil ecliter op het voorstel van Dijkgraaf en Hoogheemraden
een kleine wijziging voordragen en stelt voor dat de Vergadering verklare,
ook zonder wijziging van Art. 113, volkomen bereid te zijn een hreedte
van 500 ellen der zeeduinen te beplanlen, doch dat zij geen bezwaar ziet
dat het Artikel in dien zin worde gewijzigdwanneer Gedeputeerde Staten
zuiks mdgten wenschen.
De Heer Gevers verdedigt Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland; zij
hebben ongelwijfeld de bevoegdheid eene wijziging van het reglement
voor te steilen, doch in elk geval zou het aan de Vereenigde Vergadering
niet voegen daarop aanmerking te maken.
Do Heer de Clercq is evenzeer van gevoelen, dat daar, waar Gedepu
teerde Staten van Noord-Holland, aan Gedepuieerde Staten van Zuid-
Holland geenzins de bevoegdheid onlkennen eene wijziging voor te dragen,
en slechts op grond van regelmatiglieid en eenvoudigbeid in overweging
geven om het punt van geschil dadclijk aan de beslissing van den Koning
te onderwerpen, de Vereenigde Vergadering alleen te heslissen heeft in
hoeverre zij de voorgestelde wijziging wenschelijk en aannemelijk acht.
De Dijkgraaf is in principe legen de handeling van Gedeputeerde Staten
van Zuid-Holland, doch zou er evenzeer tegen zijn, om het gevraagde ad-
vies te weigeren.
De beraadslagingen worden gesloten. Het amendement van den Heer
Crommelin c.s., wordt met 17 tegen 5 stemmen verworpen, waarna het
amendement van den Heer Blusse, met 15 tegen 7 stemmen, wordt aan
genomen.
7. Rapport der Cornmissie omtrent de algemeene keur. Dit rapport
werd gedrukt en aan de leden rondgezonden.Het bevatte in hoofd-
zaak het navolgende
Rij het onderzoek van het ontwerp is bij de meerderheid der corn
missie de vraag gerezen of werkelijk aan de vereeniging van de ver-
schillende verordeningen van policic van Rijnland in 56n algemeene keur
de voorkeur moet worden gegeven boven het invoeren van afzonderlijke
keuren.
Zij heeft die vraag van zoo veel gewigt geacht, dat zij gemeend heeft
haar onderzoek voorloopig te moeten staken en aan de vergadering in
overweging geeft zich bepaald te verklaren omtrent de regeling van° de
verschillende onderwerpen of door eene algemeene keur, of door ver-
schiliende keuren.
De meerderheid der cornmissie crkent, dat het ontwerp der algemeene
keur blijken draagt van met de meeste zorg en keurigheid bewerkt te zijn,
en volkomen beantwoordt aan het denkbeeld van codificatie, dat bij de
zamenstelling ais beginsel is aangenomen. Zij vreest echler dat het in de
praktijk blijken zai, dat voor hen die de keuren moeten kennen en nale-
ven, voor het meerendeei bestaande uit een ongelotterd publiek, een der-
gelijk in een gewerkt geheel veel bezwaren zal opleverendaar de ver-
pligtingen van elk bijzonder geval, niet met die juistlieid en duidclijk-
heid kunnen worden bepaald en omschreven als zuiks bij de behandeling
van elk onderwerp afzonderlijk, zal mogelijk zijn.
Zij vreest bovendien dat het maken van wijzigingenwelke, hoc vol-
maakt de keur ook zijn moge, toch van Jicverledc zuilen gevorderd worden,
veel meer bezwaren zuilen opleverendan wanneer elk onderwerp af
zonderlijk geregeld zijnde, bet gemakkeiijk zal rallen, de bestaande keu
ren door nieuwe te vervangen.
De minderheid der Cornmissie was van een tegenovergesteld gevoelen;
zij beweert dat juist de zamenvatting van al de verordeningen in een af-
gerond geheel, het voordeel oplevert om door kennis te nemen van die
eene keur, zich op de hoogte te steilen van al wat een ieder in Rijnland
noodig heeft te weten. Wat de wijziging der keur betreft, zoo is zij van
oordeet dat dit geenzins bij cen algemeene keur een le groot bezwaar zal
opleveren, daar hierin door het toevoegen van nieuwe arlikclen in de mecsle
gevallen zal kunnen worden voorzien.
PRIJS DER ADVERTENTieN
1—6 regels75 Cents.
elke regel meer12/2
Zegelkegt bij elke plaatsing 35 Cents.
Bij de beraadslaging over het onderwerp verklaart de Heer Viruly zich
voor afzonderlijke keuren; de Heer Harteveld meent dat de Vergadering
zicb reeds duidelijk heeft 11 itgeiaten over het te volgen sijsleemDijkgraaf
en Hoogheemraden hebben in dien geest bet ontwerp zamengesteiden bij
zou het betreuren dat een zoo veel omvattend week, zou moeten worden
beschouwd als geheel nutlcloos. De Heer van Stralen meent dat de be-
wcringen zoowel van de meerderheid ais die der minderheid op goede
gronden steunenen bet moeijelijk is le heslissen welken weg dc beste is.
Daar bet ontwerp cener algemeene keur echter geheel gereed iszon hij
wenschen dat de toepassing der algemeene keur beproefd werde, daar hij
niet kan veronderstelien dat zich in de praktijk onoverkomelijke bezwaren
zouden voordoen.
De Heer Blusse verdedigt in het breede bet gevoelen der meerderheid
en liciit dit met voorbeeiden toe. De Ileer Gevers repliceert daarop in
naam der minderheid.
De vraag wordt uu aan eene stemming onderworpenen met 13 tegen
8 stemmen besloten dat de keur in den geest der meerderheid zal worden
omgcwerkt, en Dijkgraaf en Hoogheemraden dientengevolge uitgenoodigd
zich met do zamenstelling van de ontwerpen van nieuwe afzonderlijke keu
ren, en met het hcrzien der bestaanden bezig te liouden.
De herkozen Hoofd-Ingelanden, die met 1°. Junij aftreden, worden door
den Dijkgraaf op nieuw geinstalleerd, waarna de Vergadering wordt gesloten.
VERBETEEI NG,
In den gemiddelden Maandelijkschen Waterstand enz., van
Rijnland, van April 1864, opgenomen in N°. 23 van dit
Weekbladstaat onjuist in de 3e kolom, Gouda5%, moet zijn
0,015; 78,203 moet zijn 5%; nihil moet zijn 78,203.
Ingevolge herderlijk sckrijven van den bisschop van Haar
lem, is bekend gemaakt, dat een derde parochie in de ge-
meente Haarlemmermeer is opgerigt. De geloovigen des bis-
doms zijn uitgenoodigd hnnne vrijwillige bijdragen af te staan
voor den opbomv der tot deze parochie benoodigde kerk en
pastorij.
van 1 tot en met 7 Junij 1S64.
GEBORENMartinus, zoon van A. M. M. Starrenberg en J. Holla.
Lamhertus Adrianus, zoon van L. de Jong en S. v. Raalte. Ger-
ardus, zoon van P. Loos en G. van Viiet, Johan George, zoon van A.
J. G. Timmermans en J. Strecfkerk. Lambcrtus Adrianus, zoon van
J. Lewis en A. Metz. Anlhoniezoon van J. Raaphorst en H. Dijkman.
Christiaan zoon van P. Vis en C. E. Koehheim. Neeltje, docbter van
J. v. Straten en J. Timmers. Neellje Teuntje, dochler van A. Colijn
en P. Uithoven.
OVERLEDEN: Egbert Maurits, ond 1 maand, zoon van W. v. d. Vijver
en A. Blijker. Gerrit Hendricus, oud 2 maanden zoon van M. van
Houselt en S. v. Willigen. Jan Verbrugge, oud 52 jaren. Margje,
oud 2 jaren, docbter van M. Nagtegaal en G. Splinter.
LEVENLOOS AANGEGEVEN: 1 kind van W. Qwak en C. v. d. Paauw.
ONDERTRODYVDGeene.
GETROUWD: J. van der Pol met A. Eijk. G. Weijers met J. Groe-
nenberg. B. van Worcum met M. Blom.
DiE WORM DEB SCHAPEN.
In de tweede aflevering van het TijdscJirift voor veeartsenij-
kunde en veeteelt, dezer dagen verschenen, komt een uitvoerig
en belangrijk artikel voor over de vlieg-larvenziekte der scha-
pen van de heeren J. Jennes en dr. J. R. H. van Laerde
ziektedie voornamelijk in Holland gedurende de vier laatste
jaren is waargenomen en onder den naam van de worm"
bekend is; om het gewigt der zaak voor deze strekenontlee-
nen wij daaraan het volgende
De ziekte werd onder Abcoude waargenomen, waar men het
volgende opmerkte. De larven worden het meest aangetroffen
bij de lammereninzonderheid bij die, welke aan doorloop
lijdenterwijl oude schapen er over het geheel minder last
van schijnen te hebben. De landlieden meenen, dat de, ten
gevolge van den doorloop ontstaande bezoedeling van het ach-
terstel der dierende vliegen zou uitlokken tot het leggen
der eijerenhetgeen om die reden dan ook in den regel aan
het achterste gedeelte van het ligchaam der dieren plaats vindt.
Het tijdstip, wanneer dit geschiedt, schijnt niet te worden
waargenomenterwijl men van de aanwezigheid der larven
niet eerder iets verneemt, dan wanneer zij, in de huid bij-
tendeaan de dieren jeukte veroorzakenblijkbaar aan het
kwispelen met den staart en het schuren en bijten, dat zij
trachten te doen.