110 YEEHOUDING en YEEHANDEL. wield rundvee bezitten, en de veeteelt zicli aldaar gunstig onderscheidt boven vele andere streken van Zeeland. Menige uitgeloofde prljs werd daar dan ook behaald, hoew>el onder anderen ook enkelen aan de nitmuntende dieren van den beer van den Boschuit den Wilhelminapolder, ten deel vielen die ook hier wederom het bewijs leverde van hoeveel invloed op de snelle ontwikkeling van het rundvee eene goede, ruime voeding is. Werd hij, wat de gekruiste Durham koeijen be- treft, "door anderen, met name den heer van der Have, ge- evenaard en zelfs voorbij gestreefdzulks was geenszins het geval bij de oudere en jongere vaarzendaar die uit den Wilhelminapolder, bij gelijken leeftijd met andere op de ten- toonstelling aamvezige vaarzen, oneindig beter en meer ont- wikkeld waren. Een der schoonste dieren op de gansche tentoonstelling was de volbloed Durham stier van den heer del Campo ge- naamd Gamp. Aan dezelfde lijn naast elkander, doch soort bij soort, stond hier inlandsch en gekruist veeen opvallend was het onderscheid daartusschendat heupige en knokkerige onzer inlandersdat flinkevierkante van den bouvv der gekruisten welke meestal nog slechts dieren der le en 2e kruising waren. Het deed mij goed meer dan eens de verklaring te hooren afleggen dat de baten verkregen van de melk-opbrengst der gekruiste dieren vooral niet beneden die van het inlandsohe vee te achten waren, terwijl het oordeel eenstemmig was, dat zij door spoediger ontwikkeling en sneller, dus goedkooper, vleesch- en vetproductie tegenover het inlandsche vee bepaal- delijk aan te prijzen zijn. Dat men daarvan ook in Schouwen diep overtuigd is, bleek mij duidelijk uit het groot aantal gekruiste dieren dat ten toon was gesteld, vooral wanneer men daarbij in aan- merking neemt, dat men nog slechts weinige jaren daarmede bezig is. Wat de schapen aangaat, zoo rammen als ooijen van Lin coln en Leicester ras, daarin muntte het ten toon gestelde van den heer van den Bosch bepaaldelijk uit, en volgens mijne wijze van zienzou de hoogst uitgeloofde prijs voor de beste 3 stuks wolvliezen ook aan hem moeten toegewezen zijn, en niet aan den heer F. C. Kcihlervvijl diens ten toon gestelde wol veel minder fijn en lang was en bovendien lig- ter woog. De varkens ontgingen mijne aandacht, doch daar al de uitgeloofde prijzen zijn toegekendmoet ik besluiten dat die vofdoende waren. Ilet is echter bekenddat de varkensteelt in de afdeelingen, waar de tentoonstelling gehouden werd, nog al iets te wenschen overlaat. Niet van toepassing is dit op de paarden, die mij uitste- kend bevielen, en niet het minst daarvan de met den eersten prijs van 80 bekroonden Jeverschen hengst van den heer J. J. Hoogenboomte Noordwelle, die, niettegenstaande een fiinken, stevigen bouw, toch vrij was van die gebreken, welke onze Zeeuwsche paarden zoo ligt eigen zijn. Minder goed voldeed mij de met den 2en prijs bekroonden hengst vitn de Vennootscliap tot verbetering van het Paardenraste Tholen wijl die van beengebreken niet geheel vrij te pleiten was. Veeleer zou ik dien prijs toegekend hebben aan den hengst van Franke Lemsonte Bruinissehoewel diens ligte bouw hem misschien als landbouwpaard minder aanbevelenswaard maakte. Onder de aanwezige merrien trof men zeer schoone dieren aan; over het algemeen van veel beter en schooner vorm dan diewelke men in WalcherenNoord- en Zuid-Beveland ziet, en de bekroonde dieren van de heeren Borst VerdoornHoogen- loom, de weduwe Snaaum en van der Have mogten wel ge- zien worden. Op de spannen paarden vond ik wel iets aan te merken daar ik bij een span altijd denk aan twee geheel bij elkander passende dieren, welke om eene bekrooning waard te zijn bovendien door schoone vormen en als landbouw-paarden door een stevigen bouw en gelijkheid van stel moeten uitmunten en dit denkbeeld van span was bij de bekroonde dieren, hoewel op zich zelven zeer goed, niet genoeg uitgedrukt. Ten laatste nam ik nog een kijkje van de buitengewoon groote menigte werktuigenwaaronder de verzamelingen ten- toongesteld door Peignat Sf Cie. te Amsterdam, G. Stout te Tiel, T. JF. Ashby 8p Cie. te Stamford (Engeland) en F.JF, Delcampo uit den Anna-Jacoba-polderzeer uitmuntten. Vele werktuigen der drie eersten werden verkocht, en door menige bestelling leverden de landbouwers in Schouwen het bewijsdoordrongen te zijn van de noodzakelijkheid van het meer fabriekmatige in den landbouw. De volgende bekrooningen werden toegewezen1 zaaiwerk- tuig Hornsbyvan JF. F. del Campote Anna-Jacoba-polder, prijs 50; 1 paardenschoffel (Isaac Spightvan denzelfden, prijs /40; 1 aanaardploeg van J. Peignat 8p C°.te Amster damprijs/10; 1 grasmnaiwerktuig van G. Stout, te Tiel, prijs /50; 1 hooischudder van T. JF. Ashby 8f C°.te Stam ford (Engeland), prijs /30; 1 paardenharkvan denzelfden, prijs /25; 1 oogstkar van JF. F. del Campo, prijs/15; 1 dorschwerktuig van G. Stout, prijs/25; 1 wanmolen van Peignat 8f CP.prijs /25; 1 zaaikruiwagen (Amerik. model) van G. Stout, bronzen medaille; 1 zaaiwerktuig Garrett) van Kaizer, te Wissekerke, zilveren medaille; 1 aanaardploeg (iGarrett) van A. Geluk, te Tholen, bronzen medaille; 1 ploej van C. Heyboer, te Oosterlandbronzen medaille; 1 wortel kneuzer Hornsbyvan J. Peignat Sf CP., zilveren medaille; 1 graanmaaiwerktuig van JF. F. del Campo, bronzen medaille; 1 graanzuiveringswerktuig Bobyvan denzelfdenzilveren medaille; 1 graanzuiveringswerktuig (Boby) van J. Peignat Sp CP. zilveren medaille; 1 graanschooner van A. Geluk, te Tholen bronzen medaille1 krop meede van L. Priemuste Ellemeet, bronzen medaille. Wanneer ikna dit een en ander medegedeeld 1c hebben de totale indruk naga, dien de tentoonstelling op mij maakte, dan dien ik deze eene der besten te noemen, tot nu toe door de Zeeuwsche Maalschappij van Landbouw gehouden. Hierbij mag echter niet vergeten worden, dat de landbouwende be- volking in die afdeelingen over het algemeen genomen, wel- ligt de meest ontwikkelde in Zeeland is, en men hier boven dien niet zoo veel pachters vindt als in andere gedeelten het geval is. UIT FBIESLAND. (Noobdekdeel.) Naar aanleiding van hetgeen ik bij mijn vorig verslag be- toogde, kan ligtelijk worden opgemaaktdat, even als elders, ook langs Erieslands noorderkustende toestand en het welslagen van den landbouwhand aan hand gaat met de meest mogeljike mestproductie, terwijl door de geringe hoeveelheid kunstmest- speciendie hier worden gebruikthet houden van veemet name paarden en runderen, van het grootste belang is. De veelvuldige buudertallen bouw- in verhouding tot de geringe hoeveelheid gras- of weilandenmaakten het den land- bouwer alhier, voornamelijk in vroegeren tijd, noodzakelijk door de vele en zware werkzaamheden die de landbouw vor- derdedat er een genoegzaam aantal paarden werd gehouden echter, ik heb er vroeger reeds op gewezen, is dit sedert ettelijke jaren door de verbrokkeling van de meeste boeren- plaatsen allengs verminderdzoodat thans ongetwijfeld in de gemeente van des S. inwoning (het Bild) nog naauwelijks de helft dezer dieren worden aangetroffen van voor 40 en meer jaren. Waartoe almede de ligtere werking der alhier algemeen in gebruik zijr.de Noord-Amerikaansche arendsploeg eeuigzins bijdraagt. Noodzaakt evenwel de eigenlijke landbouw uit haren aard tot het houden van een betrekkelijk groot aantal paarden hij is integendeel niet geschikt tot het houden van vele run deren. Yoornamelijk des zomers, wanneer het drooge veevoeder is verbruikt, en het weinige gras of groen voeder zulks niet toelaat; tenzij men, zoo als sommige gebruikers van beslotene plaatsen bereids in praktijk hebben gebragt en het geen meer en meer navolgers vindt, de zomerstalvoederiug door middel van roode klaver en ruime strooijing in beoefe- ning brengt. In vroegere tijden was echter deze wijze van veehouding alhier geheel onbekend. Men voorzag zich toen in het najaar van zoo vele runde ren als men op de gewone stallen konde bergen; terwijl men het overtollige getal des voorjaars wederom moest afzetten, hetgeen niet altoos met gewin geschiedde. Integendeel bragten omstandigheden niet zelden te weeg dat verlaging van markt- prijzen of onvoorziene rampen aanleiding tot nadeelige uitkom- sten gaven. Overigens was het getal runderen geheel afhankelijk van de uitgestrektheid der hoerderijen en voornamelijk van het grooter of kleiner gedeelte greide waaruit zij bestond. Gemeenlijk rekende men voor ieder bunder greidland des zomers eene volwassen koe met evenveel jong vee, waarvan men de eenjarige (vaarzen) dan nog meestal in het gras aan- besteedde. Des winters was het runderental op de bouwhoeven van 14 tot 30 stuks, jong en oud, naar gelang der stalruimte. De noodzakelijkheiddat in het najaar eene betrekkelijk aanzienlijke hoeveelheid runderen moest worden aangeschaft, deed al spoedig de speculatiegeest onder de veehandelaren geboren wordenwaardoor velen werden aangespoordom tegen den tijd van stalling hier en elders met hun vee dam-toe opzettelijk aangekocht, te verschijnen en hetzelve alsdan onder het ministerie van dezen of genen notaris in publieke veiling te brengen. Alhoewel nu deze ondernemingen niet altijd met dezelfden gunstigen uitslag werden bekroondwaren zij nogtans in den regel voor de verkoopers aanmoedigendalthanszij hadden in elk dorp of plaats en niet zelden bij herhaling plaats. De redenen dezer gunstige resultaten moeten ongetwijfeld gezocht worden in de gereede koopers die zich steeds opdeden. Daartoe aangespoord door de gemakkelijke wijze van inkoop en betalingwelke laatste meestal na verloop van eenige maanden konde plaats hebben, alzoo op zoogenaamd crediet, hetgeen velen steeds schijnt te passenterwijl zij bovendien vrij waren ter markt te gaanen het vee voor hen door anderen, veelal zoogenaamde strijkgeld-schrijvers werd getaxeerd waarbij de kooplieden zich allengs het vertrouwen dier koopers hadden weten te versehaffen. Alles scheen dus in het belang der koopers, doch zij zagen daarbij over het hoofd dat de kosten van verkoop, meestal 10 percent van den kooppnjs, op hen werden verhaalden tevens dat na verloop van den crediet- termijn, die koopprijs nog met 5 ten honderd werd verhoogd. Dit alles in aanmerking genomen, behoeft het wel geen betoog, dat dusdanige inkoopenhoe gemakkelijk ook aan- gegaan, in den regel in het nadeel der koopers en veehouders uitvielen en dat, zonder buitengewone gunstige omstandig heden dat nadeel zich ook bij den afzet in het voorjaar we derom deed gevoelen. En desniettemin nam deze wijze van handel nog steeds van jaar tot jaar eer toe dan af. De overweging hiervan bragt eenige ingezetenen dezer ge meente op de gedachteof het niet in het algemeen belang zoude zijnwanneer er in het najaar alhier een of meer vee- markten werden gehouden. Op voorstel van een' zijner leden werd dan ook door den raad dezer gemeente beslotenom jaarlijks in het laatst der maand October en het begin van November, twee of drie veemarktdagen te houden. Ten gevolge van dit raadsbesluit, hetgeen door heeren Gedeput. Staten van dit gewest werd gesanctionneerdhaddert er het vorige najaar, bij wijze van proefneming, twee zooda- nige marktdagen plaats. De eerste den 29sten October, waarop 144, en de laatste den 5den November, waarop 153 stuks runderen, benevens eenige paarden en schapen werden ter markt gebragt; die met slechts geringe uitzonderingenalien gereede koopers vonden. Door de schaarschheid van het gras, waardoor vele veehou ders hun vee ontijdig moesten stallen of verkoopenen het geenzins overvloedige hooiwaren de prijzen overal in dit gewest eenigzins gedrukt, en ook onze markten moesten hierin deelenterwijl het vooraf was te voorzien dat er hier luttel vee zou worden aangevoerd, direct geschikt voor den slag- ter of tot buitenlandsche verzendingen. Ondanks deze toevallige min gunstige omstandigheidmag men het er nogtans voor houdendat deze eerste proefneming redelijk wel is geslaagd. Was al het getal aangevoerde run deren niet te vergelijken met dat van andere belangrijke veemarkten, dat getal scheen evenwel voor de behoefte vol- doende te zijn geweest; althans voor zoover S. bekend, zijn in het najaar in deze gemeente geene veilingen van rundvee gehoudenen in zooverre was alzoo het doel bereikt. Overigens bestaat te dezer plaats reeds van oudsher des voorjaars eene jaarlijksche veemarkt (namelijk den tweeden Dingsdag na den 12den Mei), die, vooral met betrekking tot schapen en lammereneenige vermaardheid heeft verkregen. Runderen kwamen langen tijd zeer weinig en paarden als bij uitzonderingen dan nog meestal van geringere kwaliteit, voor. Sedert de laatste jaren won echter het getal runderenal hier ter markt gebragt, meer en meer aan, en mogt het dan al niet te vergelijken zijn met dat van andere runderenmarkten in dit gewest, men meende toch de behoefte te ontwaren, tot eene uitbreiding van den veehandel te dezer plaats. Onder goedkeuring van Gedeputeerde Staten van Eriesland werd door den Raad dezer gemeente eenen tweeden marktdag verordend en wel tusschen den 4den en llden Mei telken jare, zoo veel mogelijk op een Donderdag. Nadat men in het vorige jaar de alhier bestaande bekrom- pene marktplaatsdoor demping van eene vaart of kanaal met eene andere had verwisseldahvaar de localiteit eene zeer geschikte gelegenheid tot het plaatsen van vee aanbiedt en het terrein naar willekeur kan worden vergroot, had deze voorjaars- markt dit jaar voor het eerst plaats, en ofschoon de prijzen, door het voor gras en klaver schrale zeer ongunstige weder sterk werden gedrukt, zoodat men runderen, waarvoor men in vorige jaren 150 a 160 beloofdethans voor 100 en minder moest afzettenzoo kon men echter deze eersteling ook als tamelijk wejgeslaagd beschouwen. Behalve eenige paarden en schapen, waren er aangevoerd 86 stuks koeijen vaarzen en kalveren, meest alien van zeer goede hoedanigheid en met slechts weinige uitzonderingen goed bij het vleesch. Dit laatste verlevendigde nu wel eenigermate den handel, doch de nooddwang tot verkoop van de eene en de geringe lust of behoefte tot aankoop aan de andere zijdeveroorzaakte eene flaauwheid en terughoudingvooral van de zijde der koopers, die, zooals reeds gezegd is, op de prijzen zeer na- deelig werkte. Doch waar ter plaatse was en is dit nog niet steeds het geval? Alhoewel men tot nu toe dagelijks uitziet naar en hoopt op verandering, blijft het voortdurend voor de hooi- en weilanden te droogzoodat, ofschoon de meeste veehouders hunne greidlanden alien onder beslag hebben zulks nog geenzins voldoende schijnt en velen zich gedron- gen zien "tot verkoop. Als blijk daarvan werd onlangs aan S. verhaald, dat op de laatst gehoudene weekmarkt te Sneek (16 Junij 1.1.) ongeveer 2000 stuks vee ter markt waren ge bragt. Wanneer dit waarheid bevat, hetwelk S. echter liefst voor rekening laat van den verhaler, dan bevat het ongetwij feld een treurig verschijnseldaar het, met het oog op den tijd des jaars een aldaar ongekend getal is. Dat er bij dusdanige staat van zaken om hooiwinning vol- strekt niet valt te denken, behoeft wel niet te worden gezegd; immers niet, wanneer er geene spoedige verandering komt, en eene overvloedige regen aan de thans nog dorre greidlanden de noodige vochtigheid geve, om den groei van het gras ia korten tijd te bevorderen. Doch wordt deze wensch vervulddan staat het te vreezen dat zulks tot groot nadeel van den eigenlijken landbouw zal zijn uithoofde vele thans in uitmuntenden weligen groei staande veldgewassengeene zware of aanhoudende regens kunnen verdragen. Over den toestand der onderscheidene landbouwvoortbreng- selen stel ik mij voor in een volgend verslag te Imrigten. St. A. P. W- UIT QEONINGEN. Fervolq van het JFesterkwartier. Mei 1864. Eene belangrijke uitgestrektheid van den bouwgrond wordt hier jaarlijks ook met boonen beteeld. De soorten van boonen zijn: gewone paardenboonen, duiven- boonen en groote of waalsche boonen. De oude manier is om de boonen breedwerpig uit te zaaijen en vervolgens onder te ploegen. Deze handelwijze wordt nog door enkele ouderwetsche landbouwers opgevolgd doch vindt thans bij velen afkeuring. Deze, en dit zijn vooral de jongere landbouwers, zaaijen de boonen in njen of pooten dezelve met een stok. Zaaiwerktuigen zijn hiervoor, tot onze verwonderingnog niet in gebruik. s Het zaaijen in rijen geschiedt op akkers van 10 a 11 voe breedtewaarop overlangs vijf voortjes gemaakt worden met een klein ploegje, in welke voortjes de boonen dan met de hand uitgezaaid en later ondergeegd worden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1864 | | pagina 2