- 100 -
Met de.'appelen en peren, welke hier in grooten overvloed
zijn, gaat het niet zeer naar wensch; voor goede soorten
appelen kan niet meer dan 1,20 a/1,40 worden bedongen,
mindere soorten loopen zelf's tot 50 cents het mud; het bui-
tenland trekt tegenwoordig weinig uit deze streek, en voor
komsumtie aan de markt is de overvloed bijna te groot.
UIT WAABD EN GROET.
October 1864.
Niet zonder eenige bezorgdheid *zag men het binnenlialen
van den oogst te gernoet; het slechte en natte wederdat
hier eenigen tijd heerschte was ongunstig voor de nog bui-
ten staande granendaar toch het koren dat aan de schoof
stond, begon te spruiten (onder den band) en in den top
reeds een leelijk aanzien verkreegook het graan dat nog op
wortel staat rijpte met het natte weder niet. De laatste da-
gen van September bragten hierin eene groote en zeer ge-
wenschte verandering. De drooge dagenmet zonneschijn
gaven ruimschoots gelegenheid om de hier zoo late oogst bin-
nen te halendeze dagen zijn dan ook niet ongebruikt voor-
bij gegaanneen ieder beijverde zich om zoo snel mogelijk
alles in te zamelen en men gunde zich haast geen tijd om
zoo lang te wachten tot dat het droog washierdoor zijn
nog eenige stukkendie in de jonge klaver als het ware be-
wassen stondenwak binnen gekomen. Biijft het tegenwoor-
dige drooge weder nog eenige dagen stand houden dan kan
de oogst in Noord-Holland eindelijk geeiudigd genoemd wor
den., doch ook dan is er nog behoefte aan droog weder
voor het werk dat in de buitenlucht gedaan moet worden
vooral ook voor het dorschen van rood mosterdzaad, dat in
de omstreken van Hoorn en Enkhuizen nog maar weinig lieeft
plants gehad.
Het uitgezaaide koolzaaddat in Waard en Groet maar wei
nig verbouwd wordtis tam'elijk goed aangeslagen de achter-
gebleveneof door de insecten vernielde plekkenkunnen
met planten wel aangevuld worden. Vele landbouwers ver-
keerden vroeger in het denkbeeld dat koolzaad voor de rit-
naald beveiligd was schrijver dezes dacht ook zoo doch de
ondervinding heeft dit jaar het tegendeel bewezen ik heb een
stuk koolzaad gezien dat voor een groot gedeelte door ge-
noemde insecten is vernieldook had ik dit verleden voor-
jaar bij het omploegen van koolzaad ontdekt.
Het meekrap delven gaat geregeld zijn gang en ieder ver-
bouwer is van genoegzaam volk voorzien om voor den winter
met het werk klaar te zijn. Dit werk wordt aanbesteed bij
het bunder of ook wel bij de elof bij het bedterwijl
anderen weder het in daggeld laten verrigtenwat hiervan
het beste of voordeeligste is durf ik niet beslissen aanbe
steed kost het bunder door elkander p.m./250.werken
de arbeiders in daggeld, zoo komt het bijna op hetzelfde
neer. De droogtorens zijn alien aan het werk en de gedroogde
wortels (racijn) zien er goed uit en zijn mooi van kleurde
zvvarte bast gaat met droogen en zuivereu geheel weg doch
daarbij gaat ook een deel van het gewigt verloren. Echter
mag de opbrengst redelijk genoemd worden.
De jKeftira^-maalfabriek op Kolhorn is heden nog niet in
werking, doch zal met eenige dagen een begin gemaakt wor
den. Met algemeene belangstelling ziet men de gemalen poeder
te gemoet, doch men lieeft goede verwachting dat deze wijze
van bereiding aan het doel beantwoorden zal. Langen tijd
bleef Waard en Groet dit jaar van de aardappelen-ziekte
bevrijd doch met het natte weder begon de ziekte zich hier
en elders in erge mate te vertoonen; van sommige soorten is
wel V3 verloren gegaanvan anderen minder en weder anderen
zijn geheel goed gebleveu.
Graf en klaver is in den laatsten tijd naar wensch gegroeid,
en het is te voorzien dat de najaars-weide nog veel zal ver-
goeden; de prijzen van het vette en kalfdragend vee kunnen
heden bevredigend genoemd worden. Mat de prijzen van het
gelde vee dit najaar zullen zijn, hieromtrent is de verwachting
niet hoog gespannen, omdat er overal zoo weinig hooi gewonnen is.
VERGADERING VAN AFGEVAARDIGDEN
UIT VEKSCHILLENDE VEREENIGINGEN TEE OPRIGTING VAN EENE
Algemeene liamdbouw-Vereenigtng.
Op Donderdag den 22 September 11. had te Leyden in het
gebouw der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen" eene
vergadering plaats van afgevaardigden uit verschillende ver-
eenigingen voor Land- en Tuinbouw en aanverwante vakken
ingevolge de circulaire van het Congres-bestuur te Haarlem.
De heer Begram, afgevaardigde der IIoll. Maatsch. van
Landb.opende namens het Congres-bestuur te Haarlem
dat de Hollaudsche Maatschappij van Landbouw als de groot-
ste vereeniging daartoe verzocht had de vergadering.
Aanwezig waren afgevaardigden van de navolgende Maat-
schappijen Genootsehappen en Vereenigiiigen
1. Ilollandsehe Maatsch. van Landb. 2. Geldersche
Maatsch. van Landb. 3. Flora van Noordwijk. 4. Maatsch.
tot bevord. van veeartsenijkunde. 5. Kon. Nederl. Maatsch.
tot aanmoed. van den tuinb, 6. Maatsch. van Landb.Tuinb.
en Veet. in het arroudissem. Breda. 7. Maatsch. tot bevord.
van Landb. en Veeteelt in Zeeland. 8. Vereeniging tot r. en
en vered. der vruchtsoorten te Boskoop. 9. Genootsch. van
Landb. en Kruidk. te Utrecht. 10. Genootsch. tot bevord. vau
Nijverh. te Onderdendam. 11. Nederl. Maatsch. tot bevord.
van Nijverh. te Haarlem.12. DeBloem van Kennemerland.
13. De algera. Vereenig. voor Bloembollen-cultuur. 14. De
Overijss.Vereenig. tot ontwikk. van prov. welvaart. Totaal 14
verschillende vereenigingen.
Tot voorzitter werd gekozen de hoogleeraar dr. A. H. van
der Boon Meschafgev. der Nederl. Maatsch. tot bevord. van
Nijverh., en tot sccretaris de heer dr. TV. W. P. Rauwenlioff
afgev. der Kon. Nederl. Maatsch. tot aanm. van den Tuinbouw.
De Voorzitter deelt eenige ingekomen stukken mede, waar-
onder eene lijst, waaruit blijkt das het Congres-bestuur te
Haarlem uitnoodigde 31 Maatschappijen; dat 14 daarvan af
gevaardigden benoemdendat eenige Vereenigingen tegen het
in de circulaire uitgedrukte plan zijnen dat sommige geen
barer leden afvaardigden om de daaraan verbonden kosten.
De circulaire vau het Congres-bestuur wordt daarop in haar
geheel voorgelezen.
Alle ter vergadering aanwezige afgevaardigden ontvingen
geen bepaald mandaat van hunne vereenigingen, zoo als bij
hoofdelijke rondvraag bleekalien wenschten zij te vernemen,
wat het oordeel was hunner mede-gecommitteerden over het
plan in de circulaire ontwikkeld.
Over een en ander wordt uitvoerig van gedachten gewisseld,
aan welke discussien alle aanwezigen deelnemen. Allen beseften
het wenschelijke van het tot stand komen van eene algemeene.
vereeniging, ofschoon enkelen zich het groote bezwaar niet
ontveinsdendat er in gelegen is,, vooral na de ondervinding
te dier zake opgedaan met de Algemeene Koninklijke Landbouw-
Vereeniging. Deze vereeniging, die op het door den Koning
geuit verlangen tot stand kwamheeft zich bij gebrek aan
ondersteuning van de zijde der vereenigingen niet kunnen
staande houden. De Koning gaf er eene ruime jaarlijksche
bijdrage aan en menig blijk van groote belangstelling; overigens
ontving zij weinig hulp en ondersteuning door contributie.
Zal eene vereeniging, die eene centrale zijn wil, goed werken
werd gezegd dan behoort zij de beste wetenschappelijke
en praktische elementen in haar midden te hebbenen moet
zij doenwat eene andere Maatschappij niet denken of doen
kanen o. a. werken uitgevendie geen boekhandelaar om
de kosten in het licht kan en wil zeudenzooals dit in het
buitenland plaats heeft. Maar daartoe is veel geld noodig.
Een hoofdelijke omslag over alle zich aausluitende vereenigingen
van b. v. 10 cents per lid, zOu bij eene globale raming,
dat het totaal van alle leden der in Nederland bestaande
maatschappijen enz. omstreeks 18,000 bedraagt, nog slechts
1800 opbrengen. De Bestgurders eener algemeene vereeni
ging behooren schadeloos gesteld te worden voor reis- en
verblijfkostenen deze mogen betrekkelijk gering zijn, zij
zullen uit de reserven betaald moeten worden.
Eene algemeene vereeniging, werd gezegd, moet zich niet
inlaten met het houden van gewone tentoonstellingenen dit
overlaten aan de provinc. maatschappijen met hare afdeelingen;
zij zou zich b. v. de tienden kunnen aantrekken en er naar
kunnen trachten om voorstellen aan de Eegering te doen, die
hunne afschaffing op het oog hebben. Sommigen meenden,
dat het nuttig zou geweest zijnindien de aan de vergadering
onbekende voorsteller van het centralisatie-plandat het con-
gres te Haarlem goedkeurde; ter dezer vergadering zijne meening
nader was komen uiteenzetten. Hiertegen werd aangevoerd
dat in de circulaire van het Congres-Bestuur een voorstel vervat
isen dat het de taak dezer vergadering washet verder uit
te werken. Eenige afgevaardigden verlangendat in de aan
landbouw en aanverwante vakken gewijde organen mededeeling
geschiede van de centrale vereenigingen in het buitenland
zooals b. v. van de Soc. cent, d'agr. in Belgie van de Fideration
der verschillende tuinbouw-vereenigingen eveneens aldaar enz.,
en dat hare werkkringen worden uiteengezet en het nutdat
ze stichten, onderzocht. Men vraagt, of het de goede zaak
niet bevorderlijk zijn zouals men nog niet ging trachten
eene algemeene vereeniging op te rigten, en of het niet beter
zijn zou, dat het al of niet wenschelijke en uitvoerbare daarvan
vooraf en bij kerkaling werd besproken op vergaderingen van
verschillende vereenigingen.
Ten slotte was de vergadering van oordeeldat men reeds
verre zou gevorderd zijn indien eene te benoemen Commissie
van drie leden zich zou willen onledig houden met het uit-
werken van het in de circulaire opgeAloten voorstel. Inmid-
dels kon onderzoek worden ingesteld omtrent elders bestaande
centrale vereenigingen, en aan de Commissie van de resulta-
ten daarvan en van alles wat men dienstig en bruikbaar mogt
achten worden kennis gegeven. Mogt de Commissie kunnen
komen tot een bepaald voorsteldan zal zij dit wel willen
doen toekomen aan den Voorzitter en den Secretarisdie de
ter dezer vergadering aanwezige afgevaardigden er kennis van
zal doen dragen. Indien men langs dien weg een plan mogt
kunnen opmakendat hunne goedkeuring wegdraagtdan zou-
den later alle maatschappijen enz. behooren te worden uitge-
noodigd zich aan het plan aan te sluiten, waaronder ook de
vereenigingen voor Nijverlieid zouden opgenomen kunnen wor
den. De vergadering meent, dat de Heer Dr. W. C. H.
Staringop wiens voorstel op 't Congres te Haarlem tot het
oproepen van afgevaardigden besloten werdin de eerste plaats
lid van Commissie behoort te zijn; den Secretaris uitnoodigen-
de daarvan berigt te geventerwijl zij bovendien tot leden
daarvan benoemt de Heeren Begram te Gorinchenen Baron
Scldmmelpennick van der Oije te Iloevelaken hebbende de Heer
Rauwenlioff voor de op hem uitgebragte keuze bedankt. De
Heeren Begram en Schimmelpenninckter vergadering aanwezig,
verklaren zich bereid de hun opgedragen taak te aanvaarden,
en bevelen zich aan tot het ontvangen van alle ter zake nut-
tige en haar bevorderende medeelingenopgaven enz.
Wij kunnen hier bijvoegen, dat ook de Heer Staring zich
de gedane keuze heeft laten welgevallen en dat de drie Com-
missarissen reeds eene zamenkomst te Leiden gehad hebben
zich als Commissie hebben geconstiueerd en reeds met het over-
wegen van hunne niet ligte opdragt zijn aangevangen. Bed.
Landbouw- CauranC).
V E E S L A G
van het heerschen der besmettelijke Longziekte
onder het Rundvee in de Provincie Friesland
gedurende 186 3.
Overgenomen
In het jaar 1863 is op nieuw eene belangrijke vermindering
der besmettelijke longziekte onder het rundvee in deze provincie
waargenomen. Het getal aan die ziekte gestorven runderen
was 289 en dat der afgemaakte 215, te zamen alzoo 504,
of 209 minder dan in 1862. Van de ziekte herstelden 126,
zoodat in het geheel werden aangetast 630 runderen of bijna
/3 ten honderd van den rundveestapel in Frieslandtegen
1109 of ruim /2 ten honderd in 1862. De verhouding van
de herstelde runderen tot het geheele getal der in 1863 aan-
getaste runderen was 20 pCt. tegen 35 /2 in 1863.
Het getal nieuw aangetaste beslagen bedroeg 136 tegen 186
in 1862.
Gezond verklaard werden 135 beslagen.
De meeste gevallen kwamen voor in de maand Januarij
(49 gestorven en 33 afgemaakt); de minste in de maand Sep
tember (11 gestorven en 5 afgemaakt).
Het grootst getal nieuwe beslagen in eene maand was 17
(in October); het kleinste getal 4 (in December).
Onder 74 beslagen brak de ziekte uit, terwijl het vee op
stal was, en onder 62 tijdens het zich in de weide bevond.
De verspreiding was dus gedurende den zomertijd nagenoeg
gelijk aan het wintersaisoen, een verschijnseldat sedert het
ontstaan der ziekte nog niet werd waargenomenvermits vroe
ger in den zomer grootere verspreiding dan's winters plaats had.
Het geheele getal gestorven en afgemaakte runderenvan
de in werking treding der provinciale verordeningen tegen de
longziekte (17 December 1849) tot en met den laatsten De
cember 1863, bedraagt 38,879.
Er werden in 1863 tegen de longziekte ingeent 2624 run
deren, waarvan 2603 gezond en 21 van longziekte verdacht
waren. Ook nu weder stierf geen enkel rund aan de gevol-
gen der inenting. Wat de gemeente Baarderadeel betreft,
zoo kon niet worden opgespoord of ingeente runderen later
door de longziekte aangetast en daaraan gestorven of te dier
zake gedood zijn. In Utingeradeel bepaalde men zich hoofd-
zakelijk tot het jong vee, uithoofde de andere runderen reeds
ingeent of van de longziekte hersteld zijn.
Het getal onderlinge waarborg-vereenigingen tegen verliezen,
zoo door de longziekte als door andere ziekteu veroorzaakt
was gelijk aan dat in 1862, namelijk 34. Zij hadden 3906
deelgenooten met 68,497 verzekerde runderen. Voor het vdr-
lies van 631 runderen werd eene schadevergoeding verleend
ten bedrage van f 32,787.35 /2 waarvan 20,392.70 voor
runderen aan de longziekte gestorven of te dier zake afgemaakt.
In 1862 was het getal deelgenooten 4097 dat der verwaar-
borgde runderen 69,325, het verlies van runderen 573 en de
som der schadevergoedingen/32,797.59, waaronder/ 19,427.28
voor verliezen ten gevolge der longziekte.
A. Duparc.
Uit Engeland schrijft men, dat, volgens berigten uit ons
landeen ruim gemiddeld aantal vee ter vetmesting voor de Lon-
densche markt is opgestald. Het staat echter te bezienwordt
gezegd, of de latere toevoer verbetering in kwaliteit zal aan-
toonenover het algemeen was tot nu toe het aangevoerde
van dit jaar lang niet puik vet en van gering gewigt, verge-
leken bij dat van de beide vorige jaren.
Men ziet zijne paarden gaarne glanzig in het haar;
maar men moet oppassen dit aan geen dommen stalknecht te
zeggenzoo als er een wasdie daarvoor een geheim middel
der paardenkoopersde vitrioololie (zwavelzuur)in ruime
mate gebruikte, met het gevolg dat zij spoedig blonken als
een spiegelmaar weldra tevens stekeblind werden.
Van tien bunders het winterhooi voor 50 koeijen te
winnen, is zeker geene slechte uitkomst. Deze buitengewoon
weelderige grasgroei werd door een landbouwer verkregen door
het droogleggen van den grond met gebakken buizen en het
overmesten met zaagselwaarmede men de gier van het vee
had opgevangende uitwerking was hiervan veel sterker dan
van gewone koemest. Op deze wijze was eene zeer gelijk-
matige en fijne verdeeling mogelijkterwijl het gras daardoor
zeker meer en langer gevoed wordtdan door het gewone
begierenwaarbij veel zeker onnut wegspoelt of te diep in
den grond zinkt.
De waarde van den invoer van slagtveevleesch kaas
en boter in Engeland, welke in 1854 ongeveer 73 millioen
gulden bedroeg, was sints dien tijd steeds toenemend en wordt
voor 1863 op 150 millioen gulden of ruim het dubbele be-
groot. Aan gelegenheid tot afzet voor hun produkt zal het
onze Nederlandsche veehouders dus niet spoedig nog ontbre-
kenmaar een oog op de noteringen der Londensche markt
wijst het buitengewone verschil in prijs tusschen puike waar
en mindere soort, en in den hoogsten prijs zit het meeste
voordeel. Puik en slecht vee eten even duur hooi of dure
koeken, maar het eerste betaalt het goed, terwijl men bij het
laatste dikwerf geld toelegt. Eene gewigtige les voor vee-
verbetering alzoo. De laatste tentoonstellingen der Holland-
scbe Maatschappij van Landbouw toonden dat onze landbouwers
dit, wat de schapen betreft, best beginnen te begrijpenmaar
met het rundvee biijft het zoo wat bij het oude.
In de laatste zitting der Fransche Centrale Landbouw-
Maatschappij heeft de heer Bailly den uitslag medegedeeld
van zeer zorgvuldige proefnemiugen met de kunstmatige be-
vruchting van granenvolgens de wijze van den heer Hooibrink.
De opbrengst, in plaats van de helft meerwas steeds