- 178 -
KATOENKOEKEN.
Rijnland.
Wi
Deze wijze van landbouwen heeft het eerst in Vlaanderen
Holland, den Elzas ingang gevonden, daarna in Engeland,
later ook in het Noorden van Frankrijk, Zwitserland en vele
Duitsche landenvooral Saksen, Baden en de Rijnlanden.
Het afschaffen van de braak, het teelen van voedergewassen
op het bouwland, de stalvoedering, het zaaijen op rijen
liet droogleggenhet aankoopen van mest en voeder zijn de
voornaamste opeenvolgende kenmerken van dezen verbeterden
landbouw. A1 de gunstig bekende schrijvers over landbouw
in de verschillende landen hebben het steeds aanbevolen als
den weg tot verbetering en vooruitgang. Hijdie het doel
wil, moet ook de middelen ter hand nemen, die daartoe lei-
den, en de landbouwer dus, die in den intensieven landbouw
zijn lieil zoektmag ook daarom geene van deze verbeteringen
verzuimen. Halve toepassing geeft meer kostenzonder meer
voordeelde eene verbetering maakt de andere des te nood-
zakelijkeren waar men dus met eene oude wijze van land
bouwen breekt, moet men men ook de nieuwe in geheele toe-
passing brengen.
Het doel dat men voor oogen moet houden is het verkrij-
gen van groote opbrengsten; men moet minder letten op de
kosten die men per bunder besteedt, dan op hetgeen men
moet uitgeven om een mud tarwe of eeu honderd ponden
voeder meer te oogsten. De groote wetwaarop het stelsel
berustis deze: dat, des te meer men op elk bunder aan
bemesting en arbeidsloon en andere uitgaven ten koste legt
ties te geringer dc kostende prijs van het mud graan of het
pond voeder wordt. In een woordslechts door groote uit
gaven verkrijgt men groote winsten.
Men behoort het vooraf wel te weten en te overwegen de
intensieve kultuur kan slechts door hem met voordeel worden
toegepast en winstgevend zijndie daarvoor het genoegzame
kapitaal beziten die voorts voldoenden moed en volharding
bezit om al de uitgaven en voorschotten te doen die daar
voor noodig zijnterwijl hij daarbij welgestcld genoeg is om
een of meer jaren te kunnen wachtentot dat die meerdere
uitgaven door rijker oogsten worden vergoed. Maar wordt
deze verbeterde kultuur met verstand en volharding in toe-
passing gebragt en daarbij van alle plaatselijke hulpmiddelen
gebruik gemaakt en op den toestand en de eischen der om-
geving geletdan beloout zij ook ruirn de zorgen en kosten
daaraan besteed. Door de verschillende gevvassen die men
verbouwt op steeds zwaar gemesten en veel bereiden grond,
heeft men ook bijna elk jaar van enkele buitengewone op
brengsten te verwachtenterwijl geheele mislukking zelden
zal zijn; zoodat men, dooreen genomen ook jaarlijks eene
goede gemiddelde opbrengst hebben zal, en waardoor ook de
verliezen van een slecht jaardat ook bij de beste kultuur
dikwerf niet te vermijden is, zullen worden gedekt. Over
slechte jaren hoort men toch altijd het meest de slechte land-
bouwers klagen.
De intensieve kultuur heeft tot stelregel, dat men door
eene hooge bruto-opbrengst tot eene hooge zuivere opbrengst
moet geraken. Op welke wijze laat zich nn de bruto-opbrengst
van eene boerderij het best schatten. Het is het beste daar
voor het bunder tot maatstaf te nemen, en dan de waarde
der voedergewassen aan te nemen tot den prijs, waarvoor ze
door de opbrengst van het vee en de waarde van den mest
betaald worden.
Stel als voorbeeld eene boerderij van 200 bunders bouw
land met 20 bunders vast weiland. Bekenen wij dat daarop
gehouden wordt een stuk grootvee (400 Ned. ponden vleesch,
levend gevvigt) per bunder. Er wordt veronderstelddat de
grond zoo goed in mestkracht is, dat de bemesting er zijne
voile uitwerking verrigt en dat men alzoo het eene jaar door
het ander de volgende opbrengsten verkrijgt.
Opbrengst Prijs per Prijs Gezamenlijke
Bund. in Ned. ffi 100 per Opbrengst
p. Bund. Ned. ffi. Bunder. in geld.
(graan 2400 12.50 /300.-)
Mstroo 5000 1.25 50.—K
50 Tarwe
/350.—
rn n i u (graan 2500 9./225.
Garst en Haver j °trQo L_ 4o._{/ 6>825—
/265.
50 Groenvoedergewassen 5000 2.50 /125,— 6,250.
aKV (zaad 2000 15.— /300.—ftfi„ n
25 koolzaad. .jstroo 3000 0 75 22.50 K 8>062'50
/322.50
25 Mangelwortels 35000 1./350.8,750.
25 Lueerne (Klaver) 3000 3.—/180.4,500.
10 Grasland4000 3.25 /130.— 1,300.—
Voor de 210 Bunders ./52.987.50
Per Bunder. 2 52.08
De hoogste opbrengsten verkrijgt men alzoo hier door de
tarwe, het koolzaad en de wortelgewassen namelijk 325
tot 350. Het stroo is, gelijk men bemerkt, ook op waarde
gerekenddaar men aanneemt dat het tegen dien prijs door
het vee betaald wordt. Gras, klaver en groenvoedergewassen
geven dooreen eene opbrengst van 125 tot 180 per bun
der. De gemiddelde bruto opbrengst per bunder bedraagt
alzoo 250.maar daarbij is bepaald gerekend, dat het
voeder en het stroo door het vee tegen den daarvoor gestel-
den prijs wordt betaald. Daarentegen wordt dan ook de mest
in rekening gebragt en wel tegen een prijs van 5 de 1000
ned. ponden de kosten van het v-ervoer naar het land en het
uitspreiden daaronder begrepen. Slechts door de mest op
waarde te rekenenkan men tot eene juiste vergelijking ko-
fflien en de ware bruto-opbrengst van den grond schatten.
Thans komt het er op aan om de kosten tp schattendie
van de bruto-opbrengst moeten worden afgetrokken; deze zijn
de landhuur, de algemeene kosten van beheer, de verzekering
de rente a 5 ten honderd van het pachterskapitaalhet zaai-
zaadde paarden-arbeid en het arbeidsloon en eindelijk de
kosten van bemesting. Onder de algemeene kosten zijn ook de
geheele kosten van het huishouden van den boer begrepen.
Al deze kosten te zamen, de landhuur op /50 per bunder,
het zomer-dagloon op 1 en de mest op 5 de 1000 ned.
ponden aangenomen laten zich ongeveer als volgt schatten
Kultuurkosten.
Bunders. per Bunder. In het geheel.
50 Tarwe165.
25 Haver en garst 200.
50 Groenvoedergewassen 110.—
25 Koolzaad270.
25 Mangelwortels. 275.
25 Lucerne (klaver). 125.
10 Grasland100.
13,250.—
5,000.—
5,500.—
6,750.—
6,875.—
3,125.—
1,000.—
Gezamenlijke kosten voor 210 bunders 41,500.
per bunder. 197.61
De bruto-opbrengst berekenden wij op rond 250; zoo dus
de kosten 200 bedragen, blijft er 50 zuivere opbrengst
per bunder over.
Thans blijft nog de vraag over: welke rente van het kapi
taal wordt verkregendat voor het drijven der boerderij noo
dig is. Het komt er dus op aan te begrooten hoeveel dit
kapitaal bedraagt.
Men is het zeer lang oneens geweest hoeveel kapitaal men
als pachter wel noodig had voor eene goede kultuuren vroe-
ger meende men dat /150 tot 200 per bunder daartoe
reeds voldoende waren. Maar eerst in den laatsten tijd is
het duidelijk geworden, dat zulk een kapitaal bij een bebouwing,
waar men den grond mime oogsten wil doen gevengeheel
onvoldoende isen het is gebleken dat het geheim van een
winstgevenden landbouw, voornamelijk daarin bestond om veel
kapitaal op weinig grond te besteden. Eerst toen heeft men
ook ontwaarddat de landbouw niet alleen voor den boer
maar ook voor den kapitalist een winstgevend bedrijf kon wor
den. Wint de eerste het veelal in meerdere ervaring van zijn
vak en door zijne goedkoope levenswijzede ander daarentegen
als hij man van zaken is en over genoegzaam geld kan be-
schikkenleert de landbouw behandelen als een fabriek of
handelszaakwaarbij men voor groote voorschoten niet bevreesd
is, als men slechts overtuigd is, dat ze wel besteed zijn en
later met mime winsten zullen terug keeren. Engeland met
zijn vermogende pachters heeft die waarheid het eerst aan het
licht gebragt, en in het noorden van Frankrijk, waar men
tevens de industrie aan den landbouw verbond door de beet-
wortel-suikerfabrieken, is men dit voorbeeld gevolgd. Doch
thans weet men ookdat voor een intensieve landbouwwaarbij
men opbrengsten verkrijgen wil als de genoemde, het kapitaal
van den pachter niet minder dan 500 per bunder mag be
dragen en dat hijdie met minder of een geheel ontoereikend
kapitaal eene verbeterde wijze van landbouw wil beginnen
niet slagen zalmaar na eenige jaren zich zelven zal vastwer-
ken en dan onmogelijk de goede uitkomsten verkrijgen kan
die anders van zijne bouwerij zouden te verkrijgen zijn geweest.
Hoe verdeelt zich nu dit kapitaal? Dit verschilt natuurlijk
nog al veel, naarmate van den tijd van het jaar, waarop men
zijn berekening maakt. Nemen wij daarvoor den lsten Novem
ber aanhet tijdstip waarop al het wintervoeder voor het
vee in voorraad is en gemeenlijk ook het grootste deel van
den graanoogst.
Voor eene boerderij als de vooronderstelde komen wij dan
tot de volgende berekening van het kapitaalper bunder
noodig.
Inyentabis.
Vee en Paarden150.
Werktuigen en gereedschappen 50.J
Bedrijfskapitaal.
Voorhanden oogst en voeder. 70.
Mest in den grond of aan den hoop 125.
Voorschotten en kosten van bewer- f 300.
king voor den volgenden oogst100.—
Geld in kas5.—
Te zamen 500.
De aanvang van den winter, wanneer van den oogst nog
weinig is te gelde gemaakt (voor deze boerderij alleen het
koolzaad) en reeds veel uitschotten voor een volgend jaar zijn
gedaan, terwijl het vee dat men 's winters opstallen wil, is
aangekocht, is natuurlijk den tijd van het jaar, waarop het
bedrijfskapitaal het grootst is, maar is men niet in de ge-
legenheid zich tijdelijk gemakkelijk geld en krediet te verschaf-
fendan is het ook beter zooveel kapitaal te hebbenals men
in dezen tyd noodig heeft, want daardoor is men ook in staat
de aan- en verkoopen te doen op den meest geschikten tijd
zonder dit op minder voordeelige voorwaarden te moeten doen,
ten einde een uitgeputte kas te stijven, of veel duurder op
krediet te moeten koopen.
Wat de rekening van het vee betreft, zoo hebben wij reeds
gezegd, dat wij deze het voeder tegen behoorlijken prijs la-
ten betalenmaar daarentegen ook de stalmest op waarde re
kenen en daarmede de rekening van het bouwland belasten
daar de gewassen dien mest moeten betalen. Daar nu een goe
de bemesting niet door het eerste gewas alleen kan betaald
worden, maar ook de volgende gewassen daarin hun aandeel
moeten dragenzoo vindt men op de rekening ook een vrij
belangrijk bedrag van waarde aan mest in den grond en van
daar het hooge cijfer van/125 per bunder, waarvoor de mest
onder het bedrijfskapitaal staat aangeschreven.
Van dit kapitaal van 500 per bunder zijn ook de renten
tegen 5 ten honderd, alzoo/25 per bunder, en voorts af-
schrijving op de waarde der werktuigen, onder de vroeger be-
rekende kultuurkosten begrepen.
De zuivere winst alzoo, die wij op 50 per bunder heb
ben berekendwordt derhalve met een kapitaal van 500
verkregen, dat alzoo zuiver 10 ten honderd, of, met de reeds
in rekening gebragte 5 ten honderd, te zamen 15 ten hon
derd rente opbrengt.
Men ziet dus uit deze berekening, en wij gelooven dat wij
daarbij de opbrengst niet te hoog en de kosten niet te laag
hebben gestelddat ook van het kapitaal in den landbouw
werkelijk zeer hooge renten kunnen worden gemaakt, maar
wij herhalen ten slotte dat die voordeelige uitkomst ook slechts
dan verkregen wordt, wanneer men niet spaarzaam in het
doen van al de uitgaven die strekken kunnen om meerder op
brengst van het land te verkrijgen. Waar dus door toenemen-
de mededinging de pachtprijzen steeds meer stijgen, daar is
voor den pachter geen ander redmiddel te vinden dan in het
verbeteren zijner kultuur en het doen toenemen van zijn oogst
door liever een kleiner boerderijmaar met een grooter kapi
taal, in pacht te nemen. Die zestig bunders hadneme liever
40 bunders in de plaats; er bestaat veel kans dat die 40 ook
bij hooger paohtprijs hem meer zuiveren winst zullen laten dan
vroeger de zestig.
Naar aanleiding van eene vraag, ter behandeling voorgesteld
op het 19de Nederlandsch Landhuishoudkundig Congres, Junij
j. 1. te Haarlem gehoudenhad ik eenige inlichtingen omtrent
deze koeken ingewonnen bij den heer E. van Haecht te Brussel,
een adres, daarvoor vroeger door den heer Jb. Boeke opgegeven.
Dit gaf aanleiding aan eenige landbouwers om mij te ver-
zoeken een partijtje van die koeken te ontbiedenten einde
daarmede proeven tot voedering van rundvee en schapen te
kunnen nemen.
Ilieraan is voldaan, en zullen binnen kort aan hen, die
zulks verzochten, deze koeken kunnen worden toegezonden.
Volgens de opgaaf van den heer van Haecht, zal de prijs,
hier geleverd op ongeveer 7,50 a 8,de 100 Ned. pon
den uitkomen.
Hij deelde mij mede, sints de maand Augustus reeds een
millioen Ned. ponden katoenkoeken naar Engeland te hebben
verzonden, terwijl hij nog eene gelijke hoeveelheid daarvau
in bestelling voor dit land had.
Hij ontvangt ze van eene relatie, die een oliemolen heeft,
waar ze van katoenzaad uit Egijpte worden verkregenwaar-
van men thans nog drie millioen Ned. ponden wachtende was.
Hij deed mij echter opmerken dat daar alleen zaad van
eerste kwaliteit werd verwerkt, zoodat hij er voor kon instaan
dat ook de koeken van de beste soort warendat er evenwel
ook zaad van zeer geringe kwaliteit en met allerlei onkruid
vermengd, in Belgie werd aangevoerd en verwerkt, waaruit
eveneens koeken worden geslagendie op het oog zeer moeije-
lijk van de goede zijn te onderscheidenmaar natuurlijk voor
een geringeren prijs te verkrijgen warenzoodat men den prijs
niet als maatstaf moest nemen daar het natuurlijk voor de
voedering er zeer op aan komt, die van zuiver zaad te hebben.
Bij de duurte der lijnkoeken is het zeker zeer wenschelijk
dat er hier goede proefnemingen worden gedaan of die katoen
koeken in het gebruik voldoen en of zij met meer voordeel
kunnen gevoederd worden. Het zou ons welligt een goed
voeder te meer voor het vee verschaffen en ligt aanleiding
gevendatals de koeken hier gereeden afzet vindenook
de katoenzaden hier aangevoerd en aan de oliemolens verwerkt
werdenwaardoor ze hier natuurlijk goedkooper te verkrijgen
zouden zijndan wanneer men ze van elders moet ontbieden
vooral wanneer de vrije vaart op de Zuidelijke Staten van
Noord-Amerika weder eens geopend zal zijnen ze van daar
regtstreeks kunnen worden aangevoerd.
Mogten er nu nog andere landbouwers zijn, die dit voeder
eens willen beproevendan ben ik gaarne bereid eene tweede
bezending te ontbieden, waartoe elke veertien dagen gelegen-
heid is. Men gelieve die opgaaf dan echter spoedig te doen
daar de vaart spoedig gestremd kan zijn.
Intusehen hoop ik in staat te zijn spoedig eenige mededee-
lingen te doen omtrent de ervaring bij het voederen dezer koeken
in Belgie opgedaanterwijl zijdie er hier proeven mede
nemen, wel eveneens de goedheid zullen willen hebben, later
hunne mede-landbouwers met de uitkomstdoor hen verkregen,
bekend te maken.
VEREENIGDE VERGADERING
gehouden op Maandag 24 October 1864 in het
Gemeenlandshuis te Leiden.
Tegenwoordig 20 leden.
De Notulen der voorgaande Vergadering worden gelezen en goedgekeurd.
1°. De Vergadering ontvangt de navolgende mededeelingen
a. dat aan de Ingelanden van den Schinkelpolder zijn gercstitueerd de
te veel betaalde bundergelderi over 1861 1862 en 1863;
b. dat bij de driemaandelijkscfce opname van de kas en de boeken
van den Bentraeester gebleken is, in kas te zijn een bedrag van/28520,64
waarvan een bedrag van/19,000 onder bewaring van Dijkgraaf en Hoog-
heemraden
c. dat Godeputeerde Staten van Zuid-Holland ter afkondiging hebben
toegezonden hun besluitlot intrekking van de door hen voorgestelde
wijziging van Art. 113 van bet Reglement, met in plaats stelling van een