WEEKBLAD
1804.
Vrijdag, 9 December.
VAN
A AN LANDBOTJW, GEMEENTE- EN POLDER-BEL ANGEN GEVIJD
Vijlde J aargang
Hoofdredacteur C. E. DE CLERCQ.
RlJNL A IV D.
ONTVANGSTEN.
HAARLEMMERMEER
£33 v'.
PRIJS VAN HET ABOPTWEMENT
in het Jaar6.-
Alle Toezendingen de Redactie betreffende, moeten geschieden aan
den Hoofdredacteur, te Haarlem, Kruisstraat, Wijk 6, N°. 513.
VEREENIGDE VERGADERING
gehonden op Maandag 28 November 1864 in het
Gemeenlandshuis te Leiden.
Tegenwoordig 23 leden.
De Notulen der beide voorgaande Vergaderingen worden gelezen
goedgekeurd. B
De Vergadering ontvangt de navoigende niededeelingenwelke alien
voor kenmsgeving worden aangenomen.
a. Dankbetuiging van den Onder-opzigter Kjkvoor de hem toegestane
personele geldelijke toelage.
b. Dat door den pachter van de Spaarndamsche sluizen de tiende ter-
myn der pachtsom is gestort, waardoor het besluit der Vergadering tot
kwytscheldmg van de beide laalste tennijnen van kracht is geworden.
c. Dat ontvangen is de Koninklijke goedkeuring op de verlenging van
tie helling van de sluisgelden te Spaarndam, tot ult°. December 1867.
d. Dat de verpachting der sluizen voor een tijdvak van 3 jaren heeft
plants gehad en gegund is geworden aan den eenigen inschrijver van
I Rietvoor een bedrag van/7312. zijnde ongeveer 601) minder
dan den vongen pachtprijs.
e. Dat Gedeputeerde Siaten hebben goedgokeurd de vastgestelde vviizi-
ging der Begrooting over 1861. J
Idem de aangevraagde aflossing van Waarborgkapitaal.
g. Idem de aanteekening van cassatie in zake van Swillens.
h. Idem bet verzoek van Dijkgraaf en Heemraden van den polder
Nieuwkoopom in verzot te komen tegen de beffing van den vollen om
slag van Uynlands bundergeld.
f de verk°°P van oude materialen te Katwijk heeft opgebragt
J Jo/.DO.
Op voorstel van den Heer Virulij wordt de volgorde der te behandelen
punten verbroken en aangevangen met de Begrooting over 1865.
De Financieele Commissie brengtbij monde van den Heer Virulij
liaar rapport uit. J
Als algemeene beschouwing, acht de Commissie het een verbliidend
de Sewone uitgaven voor het onderhoud der werken pi min
30,000 lager geraamd zijn dan voor 1864. Evenwel heeft zij toch ee-
meend dat ook in deze Begrooting nog eene zekere strekking gevonden
wordt om de uitgaven hooger te ramen en de inkomsten lager te stel-
len, dan noodig is; voorts wenscht zij baren dank le betuigen voor de
volledigc memorie van toelichlingwaarin thans al de bijzondere staten
zijn opgenomen.
De Heer van Stralen heeft een paar bemerkingen op de algemeene
strekking der Begrooting. 8
1°. Is hij van oordeel dat de 18,000, welke zijn uilgetrokken voor
Onvoorziene Uitgaven een le hoog cijfer is voor een geraamde uitgaaf
van p. m. JO,000de overige voorgestelde uitgaven zijn toch meeren-
deels vasle postenwaarbij geen overschrijding van eenige beteekenis te
wacbten is. Ook het batig saldo van rnim/ 21,000, waarmede' de Be
grooting siuilis te hoog; men vergete toch niet dat dit saldo gestijfd
wordt door bet zoogenaamd vlottend saldo der vorige rekening dat on
geveer tot een gelijk bedrag werd vastgesteldwaardoor voor de behoef-
Van„het di«ns(jaar een kas gevormd wordt van
40,000 tot/ 50,000; welke toch geacht kunnen worden het benoo-
d.gd ronlercnd kapitaal ver te overtreffen. Hij wijst op de Begrooting
voor den Haarlemmermeerpolder, waarvan het eindcijfer ruim f 15 000
hooger is dan deze, en waarop slechts/6,000 voor onvoorziene uitgaven
en eon saldo van nog geen 200 voorkomt. Terwijl bovendien de in
kas zijnde gelden, voor zoover de dienst zulks toelaat, rentegevend go
maakt worden. 6
i°. Het heeft verder zijne aandacht getrokkendat, terwijl in de laat-
ste jaren aanzienlijke sommen aan buitengewone werken besteed zijn ge
worden men voor 1865 niels vourstelthet komt hem toch waarschijn-
lyk voor, dat in zulk een uitgestrekt Waterschap wel altijd hier of daar
verbetenngen in het algemeen belang zouden zijn aan te brengen.
De Dijkgraaf antwoordt op de aangevoerde bedenkingen hij mag niet
toegeven dat er eene strekking bestaan zou om de Begrootingen hooger
op te voeren dan noodig is de uilgetrokken sommen voor Onvoorziene
Uitgaven aclit men bepaald noodig, vooral ook met het oog op de ver-
schillende processenwaarin het Hoogheemraadschap gewikkeld is en
wat het saldo betreft, het niet inkomen der bundergelden van al de'lan-
den over welker omslagpligtigheid geprocedeerd wordt, zou een gevoelige
vermiudcring van inkomsten kunnen te weeg brengen. Op de vra3° om
trent de wenschelijkheid van bet voordragen van buitengewone werken
kan hij verklaren dat, zoover hem bekend, er voor het oogenblik geen
werken zijn, die het doen van buitengewone herstellingen of verbeteringen
zouden regtvaardigen.
Ook de Heer de Clercq verdedigt de voorgestelde cijfers der Begroo
ting. Hij meent dat slechts twee posten eenig uitzigt geven dat daarover
met ten volte zal worden beschikt, namelijk de stoomgemalen en de on
voorziene uitgaven, en toch acht hij bet niet wenschelijk dat een van
beiden worde verminderd; voor de stoomgemalen heeft men een werktijd
van zestig etmalen aangenomenen zulks is voor jarenwaarin veel
regen valt, geenszins overdreven; wat de onvoorziene uitgaven aangaat
zoo behoort men die altijd eenigzins ruim te nemen, met het oog op de
onverwachte schade, welke somwijlen aan dijken en kunstwcrken door
stormen of hooge vloeden worden aangebragt; in dit opzigt is de toestand
an Rynland met gelijk te stellen met die van den Haarlemmermeerpolder
■en wat het saldo betreft, zoo is reeds aangemerkt dat, zoolang de pro
cessen bangende zijn, de inkomsten, waarop gerekend is, niet zijn ver-
PRIJS DER ADVERTENTieN
van 1 6 regels 75 Cents. Elke regel meer Cents.
Zegelregt bij elke plaatsing 35 Cents.
Toezending uiterlijk Woensdag. Adres; van Bonga C°.Amsterdam.
zekerden hoewel hij toegeeft dat het jaar 1865 zal worden ingegaan
met een grooter kas dan noodig is om de loopende uitgaven te bestrijden
zoo betwyfelt hij toch dat een saldo, gelijk aan dat hetgeen tot voorbeeld
werd aangehaald, voldoende zijn zou om in de behoefte van het eerste
halfjaar te voorzien. Hij betreurt evenwel dat de Vergadering niet heeft
kunnen besluiten om de in kas zijnde gelden in beleening uit te geven,
aaar men op die wijze het genot kan hebben van een ruime kas, zonder
at daardoor de financiele belangen van de Ingelanden van het Hoog
heemraadschap schade lijden.
De commissie zegt, dat hare aanmerking omtrent hoog opgevoerde
ramingen minder van toepassing is op die welke direkt van Dijkgraaf en
Hoogheemraden uitgaan, dan wel op de cieringen van den Hoofdopzigter;
tot staving van dit beweren voert hij aan de aanzienlijke bate, welke
verkregen werd op de buitengewone werken der vorige jaren.
De Heer Piek merkt op, dat men van lieverlede van de algemeene
beschouwingen tot de ondcrdeelen is afgedwaald; hij wenscht echter den
hoofdopzigter te verdedigen; een juiste raming te maken van dergelijke
werken is wel met mogelijk; de publieke aanbestedingen bowijzen zulks
gedung; hoe dikwerf toch ziet men niet dat de inschriivingen 50 pet
en meer uit elkaar loopen.
De Heer van Lennep zegt, dat hij zich niet tegen het hooge cijfer
der onvoorziene uitgaven zal verklaren. Rynland wil nu eenmaal pro
cessen voeren, en dus dient daartoe ook geld voorbanden te zijn.
Thans wordt overgegaan tot de articulate behandeling der Uitgaven.
At de posten, die met genoemd worden, zijn zonder hoofdelijke stemming
aangenomen. 6
Volgn0. 5. Reiskosten van Dijkgraaf, Hoogheemraden en den Secretaris.
De Commissie stelt voor deze post met 500 te verminderen; het
cijfer van 2500 bleek steeds meer dan voldoende te zijn, en bij het
leglement werd die som alleen als maximum vastgesteld.
De Heer Blusse is van een tegenovergesteld gevoelen. Tot nog toe
hebben de buiten Leiden wonende Hoogheemraden nimmer hunne reis
kosten naar Leiden in rekening gebragt; hij meent evenwel dat zij daar
toe volkomen bevoegd zijn, en wil in elk geval hen door het verminderen
van den post de gelegenheid daartoe niet ontnemen. Verder acht hij
het zeer wenschelijk dat het Collegie van Dagelijksch Bestuur zich dikwerf
fiezig houde met het doen van inspectien, en vooral vddr dat de Be
grooting wordt opgemaakt. Hij had het genoegen onlangs een dergelijk
onderzoek van de werken van den Spaarndamschen dijk hij le wonen.
gmooft dat zij in het belang van het Hoogheemraadschap zijn; hij
zou het daarom verkeerd achten, door vermindering van het toegestaan
Dedrag, Dijkgraaf en Hoogheemraden daarin te bemoeijelijken.
De heer nan Stralen is van hetzelfde gevoelen ais de voorgaande spre-
ker; ook hij acht het hillijk, dat de heemraden vergoeding van reiskosten
zullen erlangen.
De heer Kempenaar meent, dat alleen reiskosten kunnen worden ge-
declareerd wanneer het collegie zich verplaatst. Indien de hoogheemraden
voor de bywoning van elke vergadering reiskosten in rekening brengen,
zal er waarscbijnlijk een zeer klein bedrag voor de kosten schouwen en
inspectien overblijven.
De heer Crommelin meent, dat het bespreken van het al of niet toe-
kennen van reiskosten aan de hoogheemraden bier niet te pas komt; tot
nog toe werd hiervoor niet gedeclareerden zoo ver hem bekend be-
staat dat voornemen bij geen hunner.
Na het gehoorde trekt de commissie liaar voorstel in en wordt de
post aangenomen.
Volgn0. 9. Kosten der vereenigde vergadering.
Op voorstel der commissie wordt deze post met 100 verminderd en
alzoo tot 300 teruggebragt.
Volgn0. 16. De commissie acht het wenschelijk, dat in het vervolg
bij annonce in de daartoe bestemde dagbladen kennis worde gegeven van
de afkondigingen, welke van wege Rijnland plants hebben.
Dit voorstel wordt aangenomen.
Volgn0. 22. Onderhoud der duinen.
De commissie stelt voor, dat door het hoogheemraadschap of door eene
te benoemen commissie proeven zouden worden genomen met het beplan-
ten der duinen met dennen, in plaats van de telken jare terugkeerende
helmbeplantingwelke bovendien nimmer iets opbrengt.
De heer Snellen ondersteunt het voorstelhij wijst op do proeven
door den heer Staring genomen, doch acht het nuttig dat die herhaald
worden.
De heeren Crommelin en van Lennep zijn van eene andere meenin°
Volgens hen werden reeds dikwerf proeven genomen, docli nimmer met
een gewenschten uitslag. Het voorbeeld van Frankrijks beplante duinen
waarop zoo dikwerf gewezen is, kan hier niet worden toegepast. De'
wind is hier kouder en de Jigging onzer duinen minder gunstig: boven
dien worden door het collegie van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland
proeven van beplanting met houtgewas genomen, en zijn ook op nieuw
prijsvragen in dien zin uitgeschreven.
De vergadering is van oordeeldat men de uitkomsten van een en
ander behoort af te wachten.
De heer van Stralen lierinnert de vergadering aan het bestaande con
tract tot beplanting der Brederoder duinen; men heeft gemeend deze ver-
pligtmg te moeten iaten raster., totdat het zou hlijken waar de juisle
grensscheiding dier duinen gelegcn is, en nu meent hij dat in liet archief
der stad Haarlem dienaangaande voldoende iniichtingen te bekomen zijn
by stelt daarom voor, dat de vergadering besluite deze post met/ 3000
te verhoogen en die zoo noodig te doen strekken tot het beplanten der
genoernde duinen, wanneer een nadcr in te stellen onderzoek genoeg-
zame zekerheid omtrent de juiste ligging zal gegeven hebben.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hiertoe besloten.
Volgn0. 24. Onderhoud van dijken. De commissie stelt voor, dat bij
eene volgende begrooting de kosten der boezemdijken onder die der
stoomgemalen zullen gebragt worden.
De dijkgraaf zegt, dat het voornemen bestaat om het geheele model
der begrooting aan eene herziening te onderwerpen. Ook aan dijkgraaf
en hoogheemraden is de verplaatsing van sommige posten wenschelijk
voorgekomen.
Volgn0. 31. Onderhoud van den Wierikkerdijk.
De commissie vraagt, waarom voor het belieer en toezigt dier werken
dit jaar 50 aan den hoofdopzigter zullen worden uitgekeerd.
De dijkgraaf antwoordt, dat zulks geschicdt ten gevolge van een ge-
trotfen regeling met de besturen van Delfland en Schieland; de dijk wordt
door de drie watersChappen voor gezamenlijke kosten onderhouden, terwijl
net belieer hij heurtwisseling plaats heeft. De hoogheemraden stellen ziclu
echter voor deze aangelegenheid met genoernde besturen nader te be.sprc-
kenwaartoe in 1865, wanneer het belieer hij Rijnland is, gereede aan-
leiding zal bestaan.
Volgn0. 32. Aankoop van gereedschappen.
De commissie acht het wenschelijk, dat de houtcn vaartuigen, ter
voorkoming van het onderhoud, van lieverlede door ijzeren worden ver-
vangen.
De dijkgraaf zal gaarne dien wensch overnemen, doch merkt aan dat
Rynlands vloct tegenwoordig uit weinig bodems bestaat.
Volgn0. 33. Stoomgemalen.
De Commissie meent dat in de bezoldiging van het personeel van de
Stoomtuigen bezuiniging zou te brengen zijn; hetgeen zij bij Dijkgraaf en
Hoogheemraden aanbcveclt.
Volgn0. 48. Beschrijving van het oude archief.
De Heer van Stralen acht het wenschelijk dat het archief in orde ge
bragt worde, doch zou daarvan gaarne resultaten zien; hij hoopt dat men
in de gelegenheid zal gesteld worden te weten wat er in het archief ge
vonden wordt.
De Heer van Lennep wenscht dat te dezer zake met meer vrijgevigheid
zal geliandeld wordenhet archief behoort voor alle Ingelanden open le
staan, omdat het hun gemeen eigendoni is.
De Dijkgraaf zegtdat zoodra de beschrijving is geeindigd een catalogus
van de geheele verzameling zal worden opgemaakt.
Volgn0. 50. Onvoorziene Uitgaven.
De Commissie stelt voor dezen post met 3000 te verminderen.
De Heer de Clercq ondersteunt dit Voorstel en wel met het oog op
de verliooging van de kosten der dninbeplanting met een gelijk cijfer,
want ook hierop was bij de bepaling van het voorgestelde bedrag min of
meer gerekend.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hiertoe besloten.
Met uitzondering van Volgn0. 53. Opbrengst van sluizen en bruggen
welke post op voorstel van den Dijkgraaf met /588, gelijk doende met
de lager pachtsom der Spaarndamsche sluizen, verminderd wordt, blijven
al de artikelen onveranderd tot het voorgestelde bedrag uilgetrokken, en
wordt de omslag vastgesteld op 1,10 per bunder.
De Commissie had willen voorstellen de omslag met 5 cents te vermin
derendoch trekt, na de aangenomen verliooging der Uitgaven met/3000
haar voorstel in.
De Begrooting wordt daarop met algemeene stemmen aangenomen.
Thans worden in behandeling genomen de overige punten op de Agenda
vermeld.
1°. Voorstel van Dijkgraaf en Hoogheemraden tot toekenning van een
gratiflcatie van 200 aan den machinist Schnijderbij het Stoomgemaal
te Spaarndam, als erkenning van zijne hewezen dienslen als werkluig-
kundigebij voorgekomen herstellingen van de Stoomgemalen te Gouda
en te Halfweg.
Met algemeene stemmen wordt hiertoe besloten.
2°. Voorstel van Dijkgraaf en Hoogheemraden om bij het geven van
vergunning tot inpoldering en bemaling van boezemlanden, een geldelijke
bijdrage te bedingen en die te regeien in verhouding van de ligging van
het land, met dien verstande, dat van het laagste land de grootste bijdrage
geheven worden. Ten opzigte van de aanhangige aanvragen tot bemaling
door den Heer Ritsema onder Schooten, en door kerkmeeslers der Hervormde
Kerk, voor een perceel grand iiggende binnen de stad Haarlem, wordt
voorgesteld de verlangde vergunningen te verleenen, onder voorwaarde
van betaling van 15 per bunder, door den eersten adressant, en 5
per bunder door den tweeden adressant, in eens en voor eens hij de nf-
sluiting te voldoen.
De Heer van Stralen is tegen het voorstelomdat do boezemlanden
reeds het voile bundergeld betalenterwijl het reglement wel spreekt
van half bundergeld maar niet van ander-half bundergeldwaarop het
hier nederkomt. Ook hebben reeds verschillende eigenaren van boezem-
land vergunning tot bemaling ontvangenzonder eenige vergoeding aan
Rijnlands kas.
De Heer Snellen meentdat het duidelijk is dat er in dit geval sclia-
devergoeding moet gegeven worden en er slechts kwestie kan zijn om
trent het bedrag.
De Heer de Clercq verdedigt het voorstel van Dijkgraaf en Hoogheem
raden, en zegt dat men eene vergoeding allezins billijk heeft geacht,
omdat, wanneer aan al de plannen tot inpoldering en droogmaking gevolg
wordt gegevende boczem zoodanig zal worden verkleinddat het veel-
ligt noodig zijn zal de uitlozingsmiddelen te vermeerderenhetgeen tot
aanzienlijke kosten aanleiding geven zal. Zij, die bij deze ondernemin-
gen het meest, zoo niet uitsluilcnd worden gehaat, hehooren dan ook
een ruimer deel dan de overige ingelanden in die buitengewone kosten
te dragen. Bovendien het systeem van vergoeding is reeds aangenomen
en in praktijk gebragt hij de afsluiting van het Lntkemeer.
De Heer J. van der Breggen Am. voert aan, dat, wanneer liet water
een zeker peil bereikt heeftde boezemlanden wel degelijk water her-